AXELSE COURANT
De martelgang van Fidelio
m
J. C. VINK
Frankering bij abonnement. Axel
WOENSDAG 8 JUNI 1955.
69e Jaargang No. 70.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tel. 0 1155-646
HoofdredactieJ. C. VINK
FIRMA
Markt 12
AXEL
Ideaal voor ieder
die brieven schrijft!
Fidelio heet Marcel Louette. Hij is thans achtenveertig jaar oud, werd ge
boren op 24 Februari 1907 te Antwerpen, werd onderwijzer aan een school in
de Sinjorenstad en is thans schoolbestuurder (directeur). Als reserve-kapitein
voerde hij in 1940 tijdens de 18-daagse veldtocht van de Belgen de le Com
pagnie van het 36e Regiment Infanterie aan en leverde slag aan het Albert-
kanaal bij Hasselt. Op 12 Mei sneuvelden zes van zijn oficieren. Hij trok te
rug op Boesinghem en hield daar stand tezamen met Engelse eenheden en het
le Regiment Franse Dragonders.
De capitulatie volgde en op 10 Juni werd hij gedemobiliseerd. Hij ging dadelijk
in het onderwijs terug en Marcel Louette werd „Fidelio", die vrijwel onmiddel
lijk het eerste verzet tegen de bezetter organiseerde. Hij werd de grootste en
als zodanig alom erkende weerstandleider van België. Tijdens de bezetting
werd zijn naam een begrip en ook thans nog heeft de naam Fidelio een klank
die onmiddellijk respect afdwingt en die nu nog, ruim 10 jaar na de bevrijding
werkt als een toverwoord.
Met een hoffelijk gebaar verzoekt hij ons
plaats te nemen. Licht steunend op een stok
is hij de kamer binnengekomen. Nog altijd
is door de martelgang door Duitse concen
tratiekampen de gezondheid van Marcel Lou
ette geschokt. Marcel Louette? Neen Fi
delio!!. Het is immers d wderstandsleider
Fidelio die wij vandaag willen spreken, niet
de particulier, de heer Louette, die overi
gens in de persoon van de ondergrondse
strijder is opgegaan. De particulier Louette
is zich diep bewust van de vele, van de ide
alistische plichten, die hij ten opzichte van
de weerstandsleider Fidelio h^eft ,te ver
vullen, plichten waaraan hij zich, hoe zwaar
ook, hoe dubbel moeilijk thans jaren na de
bevrijding, nimmer onttrekt. Hij weeet voor
velen nog altijd een lichtend symbool te
zijn en hij handelt daarnaar..
Het verzet breekt baan.
Fidelio, zoudt U mij eerst iets willen ver
tellen omtrent het ontstaan en de organi
satie van de weerstand in België en omtrent
het door de diverse groeperingen tijdens de
bezetting verrichte werk, dit in 't byzonder
ten aanzien van de witte brigade
De ware Belgen heben nimmer in de ne
derlaag berust, doch zij begrepen, dat de
weerstand niet alleen nodig was tegen de be
zetter, maar ook tegen zijn handlangers en
profiteurs, die weldra uit alle hoeken opdo
ken. Als eerste historische feit geldt een vrien
denvergadering gehouden op 23 Juni 1940,
even na de capitulatie van de Belgische en
Franse legers.. Tezamen met de heer Bou-
mans als vriend en vertrouwensman, mejuf
frouw Maria Michiels, zijn pleegdochter als
boodschapster, ging ik over tot het organi
seren van de weerstand, de ondergrondse
ptrijd Idus. i 4
Allereerst bezocht ik de echtgenoten van
afwezige militairen van mijn compagnie, pro
beerde hen moed in te spreken en aarzelde
niet de onrechtvaardige handelwijze van de
Duitsers aan te horen. Anderzijds onderhield
ik reeds contact met gedemobiliseerde offi
cieren en manschappen. In kleine onschuldig
lijkende bijeenkomsten probeerde ik iedere
zienswijze, reeds bestudeerd tijdens de mobi
lisatie beter te leren kennen en de elementen
uit te kiezen, die op de juiste tijd zouden
kunen gaan optreden. De zo ontstane kleine
groep groeide stil aan en leden uit alle lagen
der bevolking reikten elkaar de hand.
De strijd werd hard, doch wie niet dur
ven kan, moet ten onder gaan.
De witte Brigade was niet de enige onder
grondse beweging in België, maar in de volks
mond werden alle weerstandsgroeperingen
„Witte Brigade" genoemd. Het was een ons
gebrachte hulde, die ons eens te meer de
kracht gaf, door te gaan en niet te versaen.
De vijand vreesde de witte brigade. Hij spaar
de moeite noch kosten om de leden op het
spoor te komen. Een Judas is altijd te vin
den. De naam Fidelio was bekend geworden,
maar men kende de persoon, die daarachter
schuilging niet. Toch kwamen de beulen van
de Gestapo mij op het spoor. Ik slaagde er
echter op dat moment nog in uit hun klau
wen te blijven, al was het daardoor reeds
in Juni 1942, dat ik moest onderduiken.
Het had ongetwijfeld het voordeel, dat U
zich met nog meer energie aan de onder
grondse strijd kon wijden
De „W.B." actief 1
Inderdaad. Het actieterrein van de witte
brigade werd geweldig uitgebreid. Om al on
ze taken naar behoren te kunnen vervullen,
diende de ^V.B. op geheeel nieuwe leest te
worden geschoeid. Als aanvoerder van de
witte brigade Noord-België strekte mijn ge-
[bied zich uit tussen Antwerpen, Leuven,
Aalst, Dendermonde Gent en de kust, 'n deel
van Limburg; er was ook een vertakking te
Brussel en zelfs een in Noord-Frankrijk.
Het gebied werd in verschillende sectoren
verdeeld, verantwoordelijke leiders werden
aangesteld, een bestuur gevormd uit de strij
ders van het eerste uur, de leden werden ge-
selectionneerd volgens hun speciale be
voegdheden. Zo ontstonden verschillende
diensten voor administratie, geneeskundige
diensten, diensten voor sabotage, diensten
voor spionnage en vele andere. De leden wer
den genummerd en stonden door een ket
tingsysteem, met elkaar in verbinding ze
kenden het nummere, niet de naam, van het
lid voor en het lid na hen.
De geweldige bombardementen die de R.
A.F. einde 1943, maar vooral begin 1944 uit
voerde op zekere knooppunten van het Bel
gische spoorwegnet en die de invasie voor
bereidden, werden ontworpen volgens gege
vens door de W.B. verstrekt. Intussen bleven
onze saboteurs niet bij de pakken neerzitten:
brugg envlogen in de lucht, treinen ontspoor
den, motoren van auto's werden ontredderd,
spijkers op de weg gestrooid als duitse vracht
wagens waren gesignaleerd, speciaal ont
worpen tuigen, van een lange stalen pen
voorzien tegen de banden van stilstaande
duitse auto's gezet, electrische centrales wer
den beschadigd. Vele leden van onze W.B.
vielen daarbij in handen van de Gestapo. Zij
werden geslagen en op afschuwelijke wijze
gemarteld opdat zij zouden spreken.a
Ook tijdens D-day heeft de witte brigade
volledig zijn plicht gedaan. Was de sectie
Antwerpen in de eerste uren even ontred
derd, dra hadden de leden elkaar gevonden,
terwijl de andere sectoren van Noord-Bel
gië hun toegewezen taken zonder dralen heb
ben uitgevoerd.
Wij hebben enige tijd gezwegen. Fidelio
heeft mij een aantal papieren gegeven, do
cumenten uit de bezettingstijd, waarop ver
meld staan tal van gegevens die naar Enge
land werden overgeseind, kaarten, situatie
tekeningen.
Uw weerstandsgroep was voortreffelijk ge
organiseerd.
Niettemin zijn er honderden slachtoffers,
ook in onze gelederen, gevallen. Voortdu
rend werd er door de Gestapo op onze men
sen jacht gemaakt en geen wonder, wij wa
ren bij de Duitsers gehaat en gevreesd.
In de val.
Waarom bent U indertijd ondergedoken
Een tweetal van mijn mensen werd gepakt.
Zij konden niet zwijgen en brachten de vij
and op mijn spoor. De Gestapo viel binnen
in mijn woningwaar ik niet aanwezig
was. Ik wilde mij voorlopig verschuilen in
een grafkelder op het Schoonselhof, om mij
later definitief te vestigen in een der torens
van het Vleeshuis. Die berekeningen liepen
evenwel op niets uit, want de dame bij wie
ik voor een paar dagen onderdak gevonden
had, mevrouw Peetrs-Leurs, wilde niet meer,
dat ik haar huis verliet. Ik verbleef in een
bovenkamer zonder vuur, want ik wilde ver
mijden dat de huisgenoten van mevrouw
Peeters zouden te weten komen welke ge
vaarlijke vogel zij onder haar dak verscho
len hield. In de winter zat ik daar half be
vroren. Tot September 1942 bleef ik binnens
huis, dus ruim twee maanden. Toen kwam
uit Brussel het bericht: I.S. meldt: voorbe
reiden voor het uur H. Toen pas heb k mijn
drie naaste medewerkers, 01, 049 en 052,
over mijn verblijfplaats ingelicht. Ik begon
dan ook, steeds na het vallen van de duis
ternis en bij voorkeur bij regenweer, mijn
secties te bezoeken. Telkens als ik buiten
kwam, was ik vergezeld van een gewapen
de lijfwach.
Hoe en wanneer werd U gevangen geno
men
Op 9 Me 1944. 'sMorgens omstreeeks 5
verweer zinloos zou zijn het gehele huis
veerweere zinloos zou zijn het gehele huis
was omsingeld, de gehele omgeving afgezet.
Ik werd geslagen, totdat ik bewusteloos was.
Ik werd naar het beruchte Gestapo-gebouw
waar ik werd „ondervraagd". Ik werd ge
slagen en gestompt met alles en nog wat,
overal waar ze mij maar raken konden. Een
kenschetsend detailvooraf haden die heren
mij riomfantelijk aan het gehele personeel
voorgesteld. Ik weigerde te klikken. Weer
slagen, nu met een ijzeren staaf, met bam
boe omwonden. Mijn lichaam werd schier
uit elkaar geslagen. Als k de grond bevuilde
moest ik alles met geboeide handen weer
schoon maken. Daarop trachtte men mij tot
spreken te brengen, door de fijngevoeligste
delen van mijn lichaam met electriciteit te
bewerken, wat hevige schokken, verschrik
kelijke pijnen en verschillende brandwon
den veroorzaakte
Welk een enorme wilskracht en moed,
welk een geestelijk uithoudingsvermogen,
want het lichaam kon de pijnen reeds lang
niet meer verdragen, moet deze tengere man
gehad hebben, om ondanks dat alles het
spreken te weigeren. In de zomer van 1945,
toen hij pas uit het concentratiekamp was te
ruggekeerd, vertelde hij zijn kameraden het
volgende over deze gebeurtenis
VERSCHRIKKELIJKE MARTELINGEN
Over gans mijn lichaam gekneusd en ge
kwetst werd ik diezelfde avond, zo groot als
ik was met jodiumtinctuur bestreken. Half
naakt werd ik in een auto gestopt en naar
een zogezegde afspraak in de St.-Michiels-
den werd ik dan teruggevoerd naar mijn cel
kerk te Antwerpen geleid. Zwaar veerkou-
in de Koningin Elisabethlaan, waar ik ver-
de ganse nacht ondervraagd werd. Met de
nadrukkelijke verklaring, dat ik nog niets
had beleefd en dat ik morgen pas goed ge
marteld zou worden, lieten zij mij op de vloer
achter. Er kwam dan nog een dokter bij
te pas, die vakkundig oordeelde, dat ik nog
gevoel had en dat de heren met kans op
succes er weer op los konden gaan, hetgeen
ze ook deden, zonder succes echter.
Dan werd ik naar Breendonck gevoerd.
Daar kreeg ik weere slaag en nog eens slaag.
Ik werd een hele nacht aan de handboeien
aan een haak opgehangen. Men dompelde
mijn hoofd onder water, tot ik bijna stikte.
Mijn mond, mijn neus en mijn keel werden
met ammoniak letterlijk verbrand. Onmid
dellijk daarna lepelden zij mij kokende soep
in. Op 10 Jul 1944, na de landing dus, werd
ik naar de gevangenis St.-Gillis gevoerd,
waar leden van de weermacht, die veel
zachtzinniger waren, het formele verbod had
den ontvangen „de mannen van Breendonck'
te verzorgen. Toch werd ik daar zo goed
mogelijk verzorgd door twee dokters, poli
tieke gevangenen. Ik bevond mij in een zeer
bedenkelijke toestand en woog nog 37 kilo.
Op 20 Juli werd ik door leden van de
Gestapo uit Antwerpen uit de gevangenis
van St.-Gillis gehaald en letterlijk over de
grond gesleurd. Ik was nog steeds verlamd.
Zij brachten mij naar Breendonck trug, waar
ik wer ondervraagd werd, ditmaal door le
den van de Gestapo en van de Feldgendar-
merie sommige boodschappen door de bri
gade naar Londen gezonden waren onder
schept. Op 29 Augustus werd k onderwor
pen aan een „kolossale" ondervraging door
de volledige Antwerpse afdeling van de Ges-
tapotapo, die speciaal voor mij naar Breen
donck was gekomen. En daar ik zelfs toen
niet wilde spreken, deelde luitenant Crauls
van het kamp van Breendonck mij langs de
neus weg mede, dat hij n drie dagen tijds
twee leden van de witte brigade, Sevens en
Grielen, had doodgeslagen. U zal ik vandaag
de laatste sacramenten toedienen zei hij..
Maar ge moet eerst nog zeven bladzijden met
uw verklaring vullen.
Gelukkig moest de volgende dag het kamp
ontruimd worden en op verschrikkelijke wijze
in autobussen vervoerd ging ik met nog 130
anderen naar Vught. Na een reis van 12
uur kwamen wij hier aan. Ik was nog altijd
verlamd en werd naast de colonne op de
grond gelegd. Een Duitse SS-man stampte
mij op het hoofd en na deze operatie drukte
hij er zijn verwondering over uit, dat hij er
niet doorgetrapt had. Fidelio zwijgt.
DE BEVRIJDING
Hoe werd U uiteindelijk bevrijd vragen
wij na enkele ogenblikken.
In de nacht van 3 op 4 September werden
er zonder ophouden kameraden gefusilleerd.
De Unterscharfuehrer kwam aankondigen,
dat op 4 September Fidelio en Verheyen zou
den gefusilleerd worden. Het kwam echter
niet zo ver het kamp werd bijna bereikt
door de geallieerdenen wij waren vrij
Ongelukkig bleken wij niet vrij te zijn. Met
80 man werden wij in een beestenwagen ge
stopt, elke man kreeg een derde van zijn
brood, elke wagen één emmer. Het was een
verschrikkelijke reis.
Op 8 September kwamen wij in Oraniën-
burg aan, waar ik door mijn kameraden van
de witte brigade werd gered. Zij wisten mij
voortdurend aan de aandacht van de S.S. te
onttrekken, die mij anders verlamd en onbe
kwaam tot werken als ik was zeker hadden
doodgeslagen, zoals zij dat met zovele zie
ken en invaliden hebben gedaan.
Op 22 April 1945 werd het kamp bevrijd
door de Russen te 16 uur 20 's middags. Hol
landse gevangenen namen het initiatief een
boot op te sporen, waarmee hun landgenoten
werden gerepatriëerd. Wij deden hetzelfde.
Op 20 Juli kwam ik in een ziekenwagen te
Antwerpen in het Stuyvenberghgasthuis aan.
Wat nog toe te voegen aan dit gesprek
Het is de geschiedenis van een held,waar
door het begrijpelijk is geworden, waarom
men hem ook thans nog zo veel eerbied be
toont, waarom men nog steeds zo veel ontzag
voor hem koestertMarcel Louette, Fidelio,
Grootofficier in de Leopoldsorde, officier in
het Franse Legion d'Honneur, dat hem in
de zomer van 1946 werd verleend.
Als U over mij schrijft, zegt hij bij mijn
afscheid, dan schrijft U over de Witte Bri
gade, dan moet dat een eerbetoon zijn aan
alle kameraden van de weerstand. Fidelio....
dat zijn zij.
WÊSÊÈm
Avifauna's tientallen toekans hebben een nieuw, modern tehuis gekregen. Speciaal voor
de vijf toekansoorten en de drie soorten aracari's (kleine toekans) bouwde men in het vo
gelpark te Alphen aan de Rijn een alleraardi gst eigen verblijf. Dezer dagen verhuisden
de toekans, —die de naam Avifauna over de hele wereld brachten— naar hun nieuwe
huis, waarin zij zich al heel spoedig wonderwel bleken thuis te voelen.
ABONNEMENTSPRIJS: Loss* nummers 6 cent
Kwartaal-abonnement
Axel binnen de kom f 1.55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland I 2,00
ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per mm.
Bij contracten belangrijke reductie.
Ingezonden Mededelingen 20 cent per m.m.
Kleine advertentlën (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent iedere regel meer 12 cent extra.
«f.