in be moööeR. Fa J. C. Vink t t€RUQ I i m 1 I UIT ONZE OMGEVING AXEL Toespraak van Pools aalmoezenier. In ons vorig nummer bij het overzicht van ie plechtigheden van Donderdag vermeld- ien wij reeds dat aan het Poolse Kruis ook gesproken werd door een Pools aalmoeze nier. De inhoud van de in het Pools gestelde rede, die ter plaatse niet werd vertaald, is als volgt Tien jaar geleden stond ik als aalmoeze nier aan deze zijde van het kanaal op deze zelfde plaats. Ik had toen het smartelijk ge noegen getuige te zijn van de bevrijding van Axel en omgeving. Een groot genoegen in derdaad, tevens de donkerste dag van heel de oorlog voor ons bataljon (950 man). De commandant had mij gezegd wegens het zware terrein mijn Hillman-aalmoeze- niers-auto te verlaten en plaats te nemen in een geblindeerde gevechtswagen. Toen wij hier waren brak de hel los van de tegen de zee aangedrukte wanhopigen. Wij konden niet terug en zij ook niet. De aarde dreunde en op één dag verloor onze groep 25 man. 25 dode makkers heb ik de geopende ogen toegedrukt. Maar in die geopende ogen heb ik een verzoek gelezen, een vraag door vechten, doorvechten tot de victorie. Dat heben wij gedaan en een betrekkelijke vic torie is behaald. Wij zijn uiteengegaan naar Canada, Engeland, Frankrijk, België, Neder land. Nu voelen wij nog de smart, de vic torie niet ver genoeg te hebben gebracht, want verderop ligt ons doel, ons Polen, ons Vaderland. Dit is onze hoop en tegelijk ons groot leed, ons kruis. En van deze hoop en deze smart is dit nieuw gegroeide kruis het symbool. Het wijst ons de weg naar het vaderland. Crux spes unica, het kruis onze enige hoop en het wijst omhoog naar het eeuwige vaderland. Mogen wij alle beide de volledige en de eeuwige victorie bereiken. Burgers van Axel dit kruis is bij U in goede handen. Uw mede leven, uw sympathie, uw hartelijkheid geeft ons troost en aanmoediging en vooral reden om te zeggen Onze diepgevoelde en har telijke dank aan Axel. FEUILLETON. door HENK VAN HEESWIJK naar een motief van L. K. v. d. Linden OVERSLAG GESLAAGD. De nieuwste Parker vulpen met OCTAN1UM pen Boekhandel n Axel, Markt 12 I NABII KRUININGERHAVEN KOMT EEN PARKEERTERREIN. Het komt herhaaldelijk voor dat automobilisten, lie een bezoek willen brengen aan Zeeuwsch-Vlaan- leren bij het veer Kruiningen—Perkpolder hun wagen willen laten staan om vanuit Perkpolder met de bus Nederland te bezoeken. Daar er bij Kruiningen echter een parkeerterrein of een ander openbaar vervoermiddel dit deel van ontbreekt is men genoodzaakt zijn wagen mee naar Perkpolder te nemen, hetgeen dus niet strookt met de wensen van het publiek. De A.N.W.B. heeft zich hierover tot de Rijks waterstaat gewend en kan thans mededelen dat het inderdaad in de bedoeling ligt een klein parkeer terrein aan te leggen bij het veerplein te Kruininger- haven. GESLAAGD. Aan de Technische School te Rotterdam slaagde dezer dagen voor het examen sterkstroom-hulpmonteur onze stadgenoot de heer J. C. Jansen van Roosendaal. „PRINS HENDRIK" BESLOOT REISSEIZOEN. Geslaagde vierdaagse Vogezentocht. Monter en opgewekt arriveerde Vrijdag 6 Aug. om 11 uur onze plaatselijke reisclub „Prins Hendrik van een met succes volbrachte reis door de Franse Vogezen waarvan de start plaats had op Maandag 2 Augustus. Op de eerste dag ging de bijna 500 km. lang ge projecteerde tocht via Namen, Metz, Nancy en Epi- nal naar het in het hart van de Vogezen gelegen verrukkelijke Plombieres aux Bains, alwaar het eerste rangs hotel „Nouvel" op voortreffelijke wijze schutse bood aan onze vacantiegangers die hier tevens ken nis maakten met aard en smaak van de Franse kook kunst, die voor meerderen een openbaring bleek. Dit schone, op een niveau van plm. 450 meter gelegen lustoord is een. badplaats met geneeskrachtige bronnen. Reeds ten tijde van de Romeinen werden deze tot dit doel dienstbaar gemaakt en de eeuwen door bleven deze om hun heilzame werking en in vloed reputatie genieten. Het was in dit bergstadje dat keizer Napoleon III in 1858 een samenkomst had met de beroemdste Italiaanse staatsman der 19e eeuw Cavour. Deze bijeenkomst was voor de ontwikkeling van de pqlitieke toestand in het toenmalige Europa en bijzonderlijk voor de éénwording van Italië van bijzondere betekenis. De geneeskrachtige bronnen werden 's anderen daags niet alleen, bezichtigd, doch er werd ook een „proef" genomen van de hoedanigheid van het pare lend heldere en bruisende bronwater. Men vindt in dit badplaatsje tevens een „Casino" waar door meerderen van het gezelschap door deel neming aan de roulette een bescheiden greep gedaan werd naar de gunst van Mrouwe Fortuna, doch slechts aan een enkeling was dit geluk beschoren. Van hieruit ondernam men een excursie naar de „Ballond d'Alsace" een begtop van 1260 meter hoogte die overweldigend mooie en indrukwekkende uit zichten biedt over een deel van Jura en Vogezen. Jammer genoeg bleef de bij helder weer zichtbare 4800 meter hoge top van de Mont Blanc deze dag door een lichte nevel verborgen en aan het oog ont trokken. Des Woensdags bezocht men het befaamde Gerard- mer, een unieke gelegenheid voor de beoefening van alle soorten watersport, waarvoor ook liefhebberij be stond in de kring onzer reisgangers, die als object voor hun sportgeneugten de „waterfiets" bleken te prefereren. Op de „Col de la Schlucht" bracht een stoeltjeslift de deelnemers tot op een hoogte van 1200 meter, doch ook het machtige rotsmassief van de „Hochneck" tot op 1365 meter werd beklommen, van waaruit men panorama's genoot, die behoorden tot het allermooiste van hetgeen tot dusverre op de rei zen van de „Prins Hendrik" werd aanschouwd. De beroemde „Route des Crêtes" naar het „Lac Blanc" (Witte Meer) waar men een unieke gelegen heid tot verpozing vond was de inzet van de vierde dagtocht. In de namiddag passeerde men de „Col de Bonhomme" waarna men via Luneville Nancy be reikte. Hier werd op de vierkante „Place Stanislaus" gepleisterd, hetgeeen wel de moeite waard was want het plein, genoemd naar de uitgeweken Poolse koning Stanislaus Leszynski, die in deze stad van 1735 tot 1766 resideerde, is als omzoomd met prachtige voor name bouwwerken en paleizen. De hoeken van dit zeldzaam mooie plein zijn afgesloten door fraaie hek werken van Lamour. In het midden verrijst een mo nument voor Koning Stanislaus, die gedurende zijn verblijf in deze stad fabelachtige sommen besteedt heeft aan deszelfS verfraaiing, hetgeen nog duidelijk in deze stad waarneembaar is. Na hier veel moois te hebben bekeken ging de tocht noordwaarts tot men in de avond arriveerde in de fraai gelegen jeugd herberg van Bouillon, alwaar men zich de weer meer 2) Nol knikte, veegde met de mouw van zijn bloesje de laatste tranen weg en verdween toen weer naar de straat. Alwaar hij even later aan het vechten was met een veel oudere buurjongen, omdat deze hem getreiterd had over het feit, dat hij huilende naar zijn moeder was gegaan. Nol was bijna zeven jaar oud, toen zijn moeder hem naar school bracht. Dat stond hem maar matig aan. Moeder van Veen had verteld, dat hij daar zou gaan leren en als hij goed zijn best deed, zou hij later verder mogen leren. Voor zeekapitein, als hij er zin in had. „Wat is dat mam Zeekapitein „Dat is op een schip, als je gaat varen. Dan ben' je de baas' en krijg je een heleboel geld." „O, net als De Vries op het pontje van de Nassau- kade Moeder van Veen schoot in een lach. En ze maakte zich er maar van af met te zeggen „Zoiets, maar dan op een veel grotere boot." Nol knikte begrijpend. „Op een pont naar de over kant van het IJ, hé mam Leuk is dat. Maar ik weet nog niet of ik ga varen. Ik wil liever fietsenmaker worden." Opnieuw schoot de vrouw in een lach. Nol's liefde voor het fietsenvak was wel terug te brengen tot de vriendschap, die de jongen gesloten had met de oude Maas, die1 op het hoekje een fietsenwinkel had en allerlei reparaties verrichtte. Maas had de jongen eens „Hollands" aandoende kost uitstekendliet smaken. De ruïne van het aloude kasteel van de grote kruisvaarder Godfried van Bouillon was gedurende de avonduren op fantastische wijze verlicht en dit noodde ons reisgezelschap tot een kijkje. ^Indruk wekkend, vooral voor hen die de historie kennen, was ook dit onderdeel van de mooie reis. In de be koorlijke omgeving werd de andere dag een prettige wandeling gemaakt. Een tocht naar Anseremme, vanwaar men de Maas afvoer tot in Dinant be hoorde tot de eindfase van deze onvergetelijke reis, vol van majestueuze en pittoreske bezienswaardig heden. Een kort oponthoud in de Belgische hoofd stad ging de thuisrit des Vrijdagsavonds vooraf. Stralend heerlijk zomerweer had de ganse reis be gunstigd en tot een aangename sfeer en stemming bij gedragen. „Prins Hendrik" heeft dit seizoen dan ook op de waardigste wijze besloten en de heer J. v. d. Plasse bracht ook thans weer de erkentelijkheid der deelneifiers tot uiting door de heer D. v. d. Berg als reisleider met een cadeau als aandenken te verrassen. Bij het betreden van de vaderlandse bodem werden ook de regenbuien weer geconstateerd eigen aan ons zo veelvuldig doorsijpeld stukske grond in deze wel bij uitstek natte zomer. Te Breda slaagde voor de hoofdacte onderwijzer afd. B. de heer Henny Maas te Overslag. '4> Ondervind zélf hoe gemakkelijk en soepel de op zienbarende OCTANIUM pen van de nieuwe Parker „21" ■chrtjft. De Parker „21" is in klle onderdelen een Parker pro duct bij uitnemendheid! Gaarne tonen wij U onze grote sorte- ring beroemde Parker pennen. pen f 36.- Set f 55'" Er itJn ook andere beroemde Parker pennen in de prijsklassen van 20.50; (21.-; f25.-: f33.50; (37.50. (62X0; (69.50 en (89.75. 5? 55 EIEREN IN VACANTIETIJD. Eieren en vacantie behoren bij elkaar eieren zijn gemakkelijk mee te nemen op de picnic en als men thuiskomt, is een eierge- recht gauw bereid. Bovendien kunt U eieren in voorraad nemen, zij het dan dat een koele bewaarplaats gewenst is. Neem echter niet te veel eieren tegelijk in huis al gaat de voedingswaarde bij bewaren niet achteruit, een vers ei smaakt toch beter dan een oud. Evenals melk is een ei goed voor elk. Oud en jong hebben er behoefte aan. Zo nodig neemt U voor de kinderen kleine eitjes, die voor sommige kleuters net de portie zijn, die zij aan kunnen. Eieren mee voor onderweg. Neemt U gekookte eieren mee, vergeet dan het zout niet en laat na het veroberen van Uw maal de eierschalen niet op de gond liggen. Vindt U een koud, hard gekookt ei wat droog om zo af te happen, kook de eieren dan niet geheel hard of maak gevulde eieren. U wrijft daarvoor de hardgekookte dooier fijn, m'aakt hem aan met wat slasaus of olie en vult er de eiwitten mee. De helften kunnen dan stevig op elkaar gedrukt worden en de eieren in papier gewikkeld. Omelet als belegging voorkomt uitdrogen van het brood. Leg de omelet koud en wel tussen de sneden. De omelet kan hartig zijn door toevoeging van zout en peterselie ,of kaas of stukjes vlees aan het beslag of wel zoet door ge bruik van suiker en kaneel of citroenschil. Eiergerechten voof 4 personen. 2 a 4 hardgekookte eieren, slasaus, een bal gebraden gehakt van ongeveer 100 gram, een tomaat, desgewenst mosterd. Het ge hakt in vier plakken snijden en desgewenst dun met mosterd bestrijken. De eieren over dwars doorsnijden en omgekeerd op het vlees zetten. Een weinig slasaus er over lepelen. De tomaat in partjes snijden, deze met zout bestrooien en tussen de eieren zetten. Als extra voedzame spijs, die vlug klaar is, geven we Gebakken ei met kaas. 4 eieren, ongeveer 50 gram (4 eetlepels) gemalen kaas, boter of margarine, zout. De boter of margarine smelten. De eieren er in breken en bestrooien met een weinig zout en de kaas. De eieren vlug bakken tot het wit gestold is. Tomaat gevuld met eiersla. 2 flinke tomaten, 3 a 4 eieren, een koude gekookte aardappel, een sjalotje, peterselie, olie en azijn, zout, zo mogelijk een rest ge kookte erwtjes of boontjes. De tomaten was sen, halveren en het vruchtvlees er uit nemen. De tomatenbakjes met zout bestrooien en om gekeerd een kwartiertje laten staan. De aard appelen en de eieren in stukjes snijden, de sjalot en het peterseliegroen wassen en fijn hakken. Deze ingrediënten vermengen met olie en azijn naar smaak en eventueel ge kookte groenten. De tomaten met het slaatje vullen en gar neren met een klein blaadje peterselie. op een oude fiets gezet en Nol had toen, onder stevige begeleiding van de grinnekende fietsenmaker, een rondje door de stegen gemaakt. Na afloop had Maas gezegd „Je kent het al bijna. Vraag maar aan je moeder, of je een fiets mag kopen." De vraag was doorgegeven, maar moeder van Veen besliste, dat hij daarvoor nog te jong was en Nol gaf haar al gauw gelijk. Hij was op dit punt niet lastig en evenmin veeleisend. Doch de school trok hem niet bijster aan. Hij be greep zeer wel, dat het nu ui( was met z'n vrije leventje en dat er van spelen in de steeg met de an dere kinderen alleen nog maar voor en na schooltijd sprake kon zijn. Doch mam zei, dat het nodig was en Nol berustte. Bovendien had de school ook wel iets aantrekkelijks voor hem. De klas, waarin hij werd geplaatst, was al vol met jongens en meisjes, waarvan de helft min of meer luid zat te snotteren. En toen Nol zijn moeder zag weggaan, drongen bij hem ook de waterlanders naar voren, maar hij hield ze in. Dat janken, had je ook niets aan, dacht hij en daarom wijdde hij zijn aandacht aan al die mooie platen, die re aan de muur hingen. De aardigheid was er voor hem al gauw af. Hij leërde evenwel plichtmatig en verrichtte de opge dragen taken. Hij leerde gemakkelijk, maar niet met plezier. Dikwijls zat hij door de hoge ramen naar buiten te kijken, naar de bomen, die langs de gracht stonden en waarin de mussen speelden en vochten. Zo'n mus had toch maar een bruin leven, dacht hij die is altijd maar vrij en niemand commandeert hem. Een paar vleugels en hupje vliegt ergens anders heen, als het je in zo'n boom niet bevalt. Kon hij ook maar vliegen, dan smeerde hij 'fn om nooit meer terug te komen. De schooljaren van Nol van Veen gingen onbe wogen voorbij. Hij kwam met matige rapporten thuis, zonder evenwel ooit één onvoldoende te hebben. Wat hij moest leren, leerde hij, maar hij deed het machi naal en zonder enige interesse. Wat kon het hem schelen, hoeveel rivieren er in Engeland waren en waar Karei de Grote geboren was. Dat was allemaal lariekoek, zei Maas, de fietsenmaker, goed voor pre festers en dokters, maar Jan Boezeroen had er toch niks meer aan, als-ie van school ging. Evenwel openbaarde zich in de schooljaren Nol s liefde voor de waterkant en dat zag zijn moeder met genoegen. Zelf had de jongen daar niet zo erg in. Hij slenterde op vrije Woensdagmiddagen wel eens met zijn vriendjes over de Westerdoksdijk en dan gingen ze pootje baden in Klein-Zandvoort, zoals de jeugd het smalle strookje zand noemde aan de boor den van het IJ. Daar zag je de grote schepen varen. En op een andere keer liep hij langs de grote dokken aan de overkant van het en, luisterde naar het klinken van de nagels. Als je er geregeld kwam, zag je de schepen komen .hersteld worden en weer gaan. En ook liep hij wel eens naar de werven, waar de nieuwe schepen gebouwd werden. Dan zag je de schepen groeien tot op een dagdan was het weg van de helling gevaren. Misschien al op zee. Maar meteen was de kiel al weer gelegd voor een ander schip. Dat gincj daar steeds maar door, het ene schip na het andere, soms klein, soms heel groot. Nol van Veen was twaalf jaar, toen hij op een middag opgewonden uit school thuiskwam en aan zijn moeder vroeg „Mam, waarom heb ik geen vader Moeder van Veen glimlachte even en streek hem over de bleke haren. „Ga maar eens mee, Nol", zei ze zacht, hem brengende naar het alcoof. Ze bukte zich en haalde onder het bed een cartonnen doos te voorschijn, die vol zat met brieven en prentbrief kaarten. En op al die brieven en kaarten zaten post zegels, kleine en grote, in alle mogelijke kleuren, uit vrijwel alle landen van de wereld. Maar op de bodem van de doos lag een half ver geelde foto. Daarop stond een man in uniform, met drie brede banden op zijn mouw. HeHt was een rij zige zwarte man, met een volle baard. „Dit is je vader, Nol'\ antwoordde ze zacht. De jongen keek verwonderd van de foto naar zijn moeder. Die man. in dat donkere uniform met die witte knopen en die lange baard En hij had hem nog nooit eerder gezien „Je vader is al ruim tien jaar dood, Nol", ver volgde ze op dezelfde zachte toon. Hij was kapitein op de wilde vaart, zoals dat heet en soms kwam hij in geen maanden thuis. De laatste keer was hij hier toen je drie maanden oud was. Toen ging hij weer varen, naar China. Daar is hij een keer misgestapt en tussen zijn schip en de kade in het water gevallen. Het was laat in de avond en er was niemand in de buurt, die hem kon helpen. Hij is verdronken. Ik heb hem nooit weer gezien. Daar, in dat verre land heeft men hem begraven, toen een maand later zijn lijk aanspoelde." De jongen keek eerbiedig naar de foto. Dus dat was nu zijn vaderHij had er dus toch een gehad „Hoe kom je zo opeens aan die vraag, Nol?" vroeg de vrouw. „O", antwoordde hij, een beetje verlegen, „op school zeiden de jongens.dat ik geen vader had, om dat ik net zo heette als jij De vrouw glimlachte. „Je vader heette ook Van Veen, Nol, en ik ook. We waren neef en nicht van elkaar en we kenden elkaar ook al van jongsaf. Later is hij gaan varen, eerst als stuurman. Toen hij kapi tein werd gingen we trouwen en een jaar later ben jij geboren. We hielden erg veel van elkaar, Nlpl." De jongen keek nog maar steeds naar de foto. „Maarwaarom doe je die foto van vader in een doos Waarom zet je die niet op het kastje in de woonkamer in een lijstje Dan kunnen we vader iedere dag zien (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1954 | | pagina 3