De gloeilamp bestaat 75 jaar
„AXELSE COURANT"
U kunt niet alles
weten
Zijn
spreek
trompet....
en de Uwe!
ABONNEERT U NU
In 1879 vond Edison de electrische gloei-
amp uit. Voor mensen van de tegenwoor
dige tijd lijkt zo'n gloeilamp niets bijzonders
want iedereen tot in de kleinste dorpen en
gehuchten kent haar sinds jaar en dag. Maar
75 jaar geleden was dat anders. Toen was
men al heel gelukkig met een petroleumlamp
of met een vleermuis-gasbrander.
Reeds in 1800 had Davy voor het eerst
de electrische lichtboog gedemonstreerd,
doch als lichtbron had deze het in 1879 nog
niet verder gebracht dan dat zij hier en daar
Parijs als straatverlichting en in Amërika
en Duitsland in enkele fabrieken in gebruik
was genomen. Voor verlichting in de huis-
camer was de lichtboog echter ten enenmale
ongeschikt, zowel door de grote lichtsterkte
en de daarmee gepaard gaande grote warm
teontwikkeling als door haar gecompli
ceerdheid en ongemakken bij het gebruik.
Nog niet bruikbaar.
Sinds 1801 kende men ook reeds het ver
schijnsel dat de electrische stroom in staat
een metaaldraad te doen gloeien en licht
geven. Van een voor de practijk bruikbare
gloeilamp was echter nog geen sprake, hoe
wel velen daaraan hebben gewerkt.
Zo had Moleyn reeds in 1841 een patent
op een dergelijke lamp genomen kort daar
op werd zelfs voorgesteld het dure platina
als gloeidraad door een kooldraad te ver
vangen, maar veel verder dan laboratorium
proeven was m,en niet gekomen.
Totdat in 1878 's werelds meest bekende
uitvinder Thomas Alva Edison, die toen pas
11 jaar was, zich op het probleem van de
electrische gloeilamp wierp. Van alles heeft
hij geprobeerd duizenden proeven heeft hij
gedaan, met allerlei soorten draad als gloei
draad. Draden, van welk metaal ook, smol
ten te vlug door wanneer de electrische
stroom er door ging en draden van ver
koold karton, plantenvezels of wat ook voor
koolstofverbindingen, waren na dit verkolen
zo bros geworden, dat zij veelal bezweken
voor zij in de glazen ballon gemonteerd wa
ren. Eindelijk echter vond hij een draad, die
bij het monteren heel was gebleven en die
bij het inschakelen van de electrische stroom
niet onmiddellijk doorbrandde.
Verrukt, maar vol angst
Na zovele mislukkingen moet het voor
Edison en zijn medewerkers een onbeschrij
felijke emotie zijn gewest, toen de seconden
verstreken en de lamp haar helder licht on-
eranderlijk bleef uitstralen. Verrukt bleven
Edison en zijn medewerkers naar dit licht
kijken, maar toch vol angst, omdat zij vrees
den dat ook deze lamp, evenals haar voor
gangers, het elk ogenblik zou opgeven.
Geen van hen kon of wilde die nacht naar
bed, doch op den duur was dit niet vol te
houden, want de minuten werden uren en
nog steeds bleef het lampje branden. Vijf
en veertig uur lang. Toen doofde het licht
met een ontstellende onverwachtheid. De
electrische gloeilamp was echter geboren.
Dat was op 21 October 1879.
Koortsachtig werd er nu in de laboratoria
en werkplaatsen van Edison gewerkt aan de
verbetering van de gloeidraad, zodt deze niet
uren lang, doch dagen lang zou kunnen blij
ven branden. Uit alle werelddelen liet Edi
son verschillende vezelsoorten komen om te
onderzoeken, hoe deze zich als gloeidraad
zouden gedragen. Eén bepaalde bamboer
vezel uit Japan bleek het allerbest te vol
doen.
Fantastisch en feeëriek.
Op 31 December 1879 inviteerde Edison
het gemeentebestuur en ruim 3000 bezoekers
in de tuin van Menlo Park te New Jersey,
waar zijn laboratoria en werkplaatsen ge
vestigd waren, om hen het sprookje van de
electrische gloeilamp te doen beleven. Toen
savonds de honderden lampjes, die hij tus
sen de bomen had laten ophangen, plotse
ling werden ontstoken en hun stralend licht,
dat bovendien nog door de sneeuw op de
grond werd teruggekaatst, verspreidden, le
verde dit een fantastisch en feeëriek gezicht
op, waar iedereen ten zeerste van onder de
indruk geraakte.
Nu moet men niet denken dat na deze zo
snel behaalde successen de electrische gloei
lamp onmiddellijk haar zegetocht door de
wereld kon beginnen o m haar licht te laten
schijnen in fabrieken, werkplaatsen en huis
kamers. Want daarvoor waren bovendien
nog nodig dynamo's, die de electriciteit le
veren, draden en kabels waarlangs deze
stroom moest gaan, schakelaars en verbin
dingen, isolatiemateriaal, meters om de ge
bruikte stroom te meten, enz. Allemaal din
gen, die men tegenwoordig overal te kust en
te keur kan kopen, maar die toen, evenals
de gloeilamp zelve, nog geen massa-artike
len waren.
Met alle energie, die in hem was en
dat was een niet geringe wierp Edison
zich op al Veze problemen. Hij stichtte een
fabriek, waarin de benodigde hulpmiddelen
werden gemaakt en tegelijkertijd ontwierp
hij plannen voor het bouwen van een elec
trische centrale, die de woningen van enkele
straten in New-York van licht zou kunnen
voorzien. Deze centrale, die een capaciteit
van 400 lampen had, leverde op 4 September
1-882 voor het eerst haar stroom.
Op de wereldtentoonstelling.
Het jaar daarvoor had Edison met zijn in
zending van gloeilampen op de wereldten
toonstelling te Parijs een daverend succes
behaald. Daarmee deed de gloeilamp ook in
Europa haar intrede en weldra ging men
zich nu ook daar op de fabricage van gloei
lampen toeleggen. Een van hen was ir. Ge
rard Philips die in 1891 te Eindhoven zijn
gloeilampenfabriek stichtte, waarn de eer
ste jaren slechts enkele tientallen ménsen
werkten en waar ongeveer 400 lampen per
dag konden worden gemaakt.
Er waren in Amerika toen echter al min
stens dertig van dergelijke fabrieken en ook
Europa telde er enige, zodat er een zware
concurrentiestrijd gestreden moest worden.
Temeer daar de gloeilamp nog slechts hier
en daar en dan nog maar alleen door de
allerrijksten gebruikt kon worden. Bovendien
werd die concurrentiestrijd nog verzwaard
door de uitvinding van het gasgloeikousje in
1893, door Auer von Welsbach, waardoor
de kwaliteit en het nuttig effect van het gas
licht plotseling met een grote sprong* ver
beterden.
Philips heeft voor zijn gloeidraad in de
lampen nooit bamboedraad gebruikt, maar
steeds de z.g. gespoten kooldraad, zoals ook
nu nog het geval is voor zover men nog
kooldraadlampen maakt. De draad wordt
daarbij op dezelfde manier gespoten als de
kunstzijdedraad. Het geschiedt volgens een
procédé, dat afkomstig is van Joseph Wil
liam Swann, die naast Edison evenzeer als
de uitvinder van de electrische gloeilamp ge
noemd dient te worden. Hij heeft echter niet
in zo'n mpte van zijn succes weten te pro
fiteren als Edison en daardoor vergeet men
wel eens dat Swann in hetzelfde jaar als
Edison een electrische gloeilamp uitvond.
In de kinderschoenen.
Toen in 1891 de Philipsfabrieken werden
gesticht, stond de fabricage van gloeilampen
nog pas in de kinderschoenen. Tal van nieu
we, belangrijke, en soms diep ingrijpende uit
vindingen stonden haar nog te wachten. Dat
Philips met zijn tijd meeging, blijkt wel hier
uit, dat in 1902 de electriciteitstentoonstel-
ling te Dusseldorf geheel met Philipslampen
werd verlicht.
In 1898 vervaardigde Auer von Welsbach
dezelfde die in 1893 de gaskous had uit
gevonden een gioeid|aad van osmium1,
waardoor het nuttig effect van de gloeilamp
aanmerkelijk werd vergroot. In 1902 werd
de eerste gloeidraad van tantalium gemaakt
en in 1904 van wolfraam, respectieyelijk in
Duitsland en Oostenrijk.
Daar wolfraam een zeer hard en moeilijk
smeltbaar metaal is, werd de wolfraamdraad
voorlopig gespoten. In 1910 slaagde de Ame
rikaan Coolidge er echter in wolfraam ook
als draad te trekken en daarmee deed de
„getrokken draadlamp" haar intrede in de
wereld. Philips was in 1,911 een der eerste
firma's in Europa, die lampen met getrokken
draad vervaardigde.
Gespiraliseerde gloeidraad.
In 1912 volgde opnieuw een zeer belang
rijke en principiële verbetering. Langmpir
vond toen dat het nuttig effect van de glpei-
lamp opnieuw aanmerkelijk verbeterd kon
worden, indien men de lamp met een gas
vulde, waarin de draad niet kon verbranden,
terwijl men tegelijkertijd de draad binnen de
lamp spiraliseerde. In 1933 was Philips de
eerste, die er in slaagde lampen met dubbel
gespiraliseerde draad te waken. Hierdoor
werd het nuttig effect van de lampen op
nieuw aanmerkelijk verbeterd.
Sindsdien werden er nog voortdurend ver
beteringen in de gloeilampen aangebracht
teneinde deze zo goed mogelijk aan hun doel
te doen beantwoorden. Deze ontwikkeling
blijft echter een voortbouwen op het prin
cipe dat reeds rond 1910 werd geboren.
Andere richting.
Een volkomen andere richting werd inge
slagen met de ontwikkeling van de gasont
ladingslamp. Hierin wordt het licht niet
voortgebracht door het gloeien van een
draad, maar door het lichten van een gas
of damp, waarin een electrische ontlading
plaats vindt. De natriumjamp en de kwik
lamp zijn de eerste voorbeelden van een der
gelijke gasontladingslamp.
Beide hebben een zeer veel hoger nuttig
effect dan de gloeilamp, maar hun licht is
gekleurd en dat is voor toepassing in huis
kamer, vergaderzaal enz. een onoverkomen-
lijk bezwaar. Een gasontladingsbursTalihp, die
dit bezwaar niet heeft is de z.g. Tt-Büïslamp
waarin op de binnenzijde van de buis een
fluorescerende Stof is aangebracht, waar
door de lamp een normaal ,,wit" licht ver
spreidt.
Het nuttig effect van de TL-buislamp is
ongeveer driemaal zo groot als dat van de
gloeilamp.
VOORJAARSBEURS VAN 30 MAART
TOT 8 APRIL DE GROOTSTE TOT
HEDEN GEORGANISEERDE BEURS.
Omvangrijke manifestatie voor de
bouwnijverheid.
De komende voorjaarsbeurs, die vanaf
30 Maart tot en met 8 April a.s. te Utrecht
'wordt gehouden, belooft de grootste in-
dustriëledustriële manifestatie te worden die
de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs ooit
heeft georganiseerd.
De met stands bezette oppervlakte van
gebouwen, hallen en open terreinen zal niet
minder dan 52.000 m2 bedragen, hetgeen een
fecctrd vormt in het bestaan van 'de
Utrechtse Jaarbeurs.
De sector bouwmachines, die de laatste
jaren steeds in belangrijkheid is toegenomen
zal op de aanstaande Voorjaarsbeurs we
derom aanzienlijk worden vergroot. De uit
breiding van deze groep, waarvan de expo
sitieruimte totaal 12.000 m2 zal beslaan, is
mogelijk geworden door het in gebruik ne
men van het terrein bij de Bernhardhal, dat
vorig jaar nog niet verhard was, doch thans
voor de expositie van zware machines ge
schikt gemaakt is.
Genoemde afdelingen kunnen, naast de
groep electro-techniek, die met een expo-
sitie-opprvlakte van 2050 m2 een represen
tatieve plaats inneemt, als de voornaamste
sectoren van het technisch gedeelte van de
Voorjaarsbeurs beschouwd worden.
In de Jaarbeursgebouwen op het Vreden-
burg zal vooral het accent vallen op de als
steeds imposante afdeling textiel alsmede op
de groepen electrische huishoudelijke arti
kelen en gasartikelen die beide een uitbrei
ding hebben ondergaan.
In een vochtige kast kan men een of twee
schoteltjes met ongebluste kalk plaatsen,
waardoor deze kast droog zal worden. Af
en toe vernieuwen en oppassen, dat kleine
kinderen er niet aan kompn, want deze kalk
kan brandwonden veroorzaken.
Slap geworden velourshoeden worden
weer stijver, indien men deze stoomt boven
een ketel kokend water. Onderwijl zoveel
mogelijk opborstelen.
Geel geworden witte tegels kan men weer
wit krijgen door 'behandeling met bleek-
poeder, aangemaakt met water en azijn. Het
poederlaagje er enige tijd op laten zitten.
Uw zeemlap kunt u schoonmaken in een
lauw zeepsopje, waaraan ammonia is toe
gevoegd. Goed naspoelen met schoon water
waarin wat azijn.
Regenjassen van egyptisch linnen kunnen
gewassen worden in sop van goede zeep.
Voor het waterdicht maken van deze jassen
hebt u nodig 3| ons loodacetaat, 2 x liter
lauw water, 2 ons aluin, 5 liter koud water.
Aluin en loodacetaat afzonderlijk oplossen
in het lauwe water. Daarna de beide vloei
stoffen bij elkaar voegen, een nacht laten
staan, waarna u de heldere vloeistof er af
giet (vooral geen bezinksel meegieten). Ver
volgens voegt u het koude water er bij en
legt de jas, die vochtig moet zijn, er geduren
de 24 uur in. Daarna druipnat ophangen
om te drogen.
Vrijwillig verzekerden, aangesloten bij een
algemeen erkend ziekenfonds, die 65 jaar
worden, hebben recht op reductie van de
verschuldigde premie. Wendt u tot de ad
ministratie van het desbetreffende zieken
fonds.
Ondergetekende wenst zich per 1 April a s. te abonneren op de
„AXELSE COURANT"
Naam
Adres
Markt 12, Axel
Telefoon 646 Verschijnt 2 maal per week (Woensdag en Zaterdag).
Indien U zich nu op geeft als abonné ontvangt U de nog verschij
nende nummers tot 1 April 1954 GRATIS.
In de kleinere steden en op het platteland, waar het plaatselijk
nieuwsblad de spreektrompet van de bevolking is, vinden hoe langer
hoe meer mensen werk in de industrie. Hun inkomen besteden
zij voor het overgrote deel aan kleding, voeding en verbruiks-
artikelen, welke zij van U kunnen betrekken. Maak het plaatselijk
nieuwsblad nu tot Uw spreektrompet om Uw belangen onder hun
aandacht te brengen.
vLdl i9b