Bij de Nederlandse Emigranten
m
- Afrika.
door Mr. Ir. B. W. Havemann, Commissaris voor de Emigratie.
Zegden ben ik in een land geweest, dat zo rijk is als Zuid-Afrika. Riik in menig
opzicht. Het land is zeer rijk aan natuurschoon. Om het even, of men van de
Oranje Vrijstaat door de Karroo een uitloper van de woestijn door de
Blauwe Bergen en de duToitskloof naar de Kaapse vlakten reist, het Kaapse
schiereiland, wereldberoemd om zijn wilde bloemen en zijn baaien, tot Kaap de
Goede Hoop doorkruistof langs de kust van de Indische Oceaan, de „garden
route" dan wel de stilte en de bergen van het Zululand opzoektof door Noord-
Oost Transvaal naar het Nationale Park trekt, overal ligt de schoonheid van
het land voor iedereen toegankelijk en bereikbaar.
Want vrijwel iedereen heeft een auto. Het land geniet, wat de blanke be
volking betreft, een zeer hoog welvaartspeil en is ontzaggelijk rijk aan econo
mische mogelijkf#:den. De grote verbindingswegen zijn over het algemeen voor
treffelijk. Van Pretoria naar Kaapstad, meer dan 1500 km., loopt een prachtige
asfaltweg. Langs de kust van Kaapstad oostwaarts tot Port Elizabeth en van
daar noordelijk naar Durban evenzo. Zulk een wegenstelsel op een geringe be
volking kan alleen een land zich veroorloven waarvan de economie op goud rust.
Dit is in Zuid-Afrika het geval. Men ziet
het ook aan de huizen. Op een enkele, uit
zondering Bloemfontein na, is er in
Zuid-Afrika geen woningnood. Ik trof onze
emigranten, wat dit betrefft, nergens ter
wereld onder gunstiger omstandigheden aan.
Zij bewezen mij nog eens te meer hoe be
langrijk het huisvestingsvraagstuk voor onze
emigranten is. Heeft ,n Nederlands gezin de
beschikking over een goede behuizing, dan
zijn alle moeilijkheden, die anders torenhoog
gemeten worden, plotseling voor drie-kwart
overwonnen. In Zuid-Afrika heeft men deze
goede behuizing.
In Zuid-Transvaal ontwikkelt zich een
groot en nieuw industrieel gebied. Ik be
zocht er de staal- en machinefabrieken van
Iscor en Vecor in Oranje Vrijstaat ver
rijst een grote fabriek waarin uit steenkool
olie gewonnen zal worden enkele uren
verder per auto de Vrijstaat in worden nieu
we goudmijnen gebouwd. In deze streken,
waar in 1946 nog slechts enkele koeien en
schapen graasden, schieten thans zeer goed
en fraai aangelegde steden de grond uit. De
huizenbouw houdt volkomen gelijke tred met
de fabrieks- en mijnenbouw, zodat Iedere
werker soms na en zeer korte wachttij'd
- een huis heeft. Het normale type huis
voor de arbeider bestaat uit drie slaapka
mers, een badkamer, keuken en grote zit-
eetkamer en een eigen tuin die men zelf
aanlegt en verzorgt meestal met garage.
Nu kan men wellicht vragen, of deze hui
zen slechts voor uitverkorenen bestemd zijn,
of wellicht onbetaalbaar duur. Noch het één
noch het ander is het geval. De mijnen in
Virginia en Welkom hebben een groot te
kort aan bovengrondse arbeiders, die bij het
onderhoud der mijnen werkzaam kunnen zijn
zoals las'sers, draaiers, bankwerkers, timmer
lieden enz. iAan vakmensen wordt een loon
van 700 tot 800 gulden per maand betaald,
voor huisvesting wordt door de mijndirectie
gezorgd, die de huizen welke normaal een
huur van 180 gulden per maand zouden doen
voor ongeveer 50 gulden per maand ter
beschikking stellen. Er blijft van het loon
dus genoeg over, zelfs al zou men de volle
huur moeten betalen, want de belastingen
in Zuid-Afrika zijn veel lager en de overige
levenskosten zijn niet veel hoger dan in ons
land.
Emigranten verdienen goed.
Er wordt in Zuid-Afrika door onze emi
granten zeer goed verdiend, veel gespaard
en zij zijn, zoals gezegd, over het algemeen
zeer bevredigend gehuisvest in woningen die
op den duur in vele gevallen eigendom zul
len worden. Velen zeiden mij, dat zij dit
alles in Nederland nimmer bereikt zouden
hebben. Naar hun nieuwe omgeving te oor
delen, kon ik mij dat best indenken.
Wat ik zojuist gezegd heb, geldt niet al
leen voor de nieuwe industrie- en mijngebie-
den, al mogen de nieuwe goudmijnen wel
eens afzonderlijk genoemd worden, want het
bestaan daarvan is in Nederland vrijw'el on
bekend. Ik trof er bovengronds ondanks
de uitstekende werkgelegenheid en arbeids
voorwaarden nog geen Nederlanders aan
behalve in het bouwvak. Enkele Nederland
se aannemers, met verscheidene Nederland
se arbeidrs nemen volop deel aan de huizen
en stedenbouw.
Overal in de Unie ligt werk te wachten.
Men kan er aan de slag, mits men een goed
vakman is. Want de Zuid-Afrikaanders zelf
zijn goede vakmensen en de vakorganisaties
leggen hoge eisen aan. Leiders van ver
schillende vakorganisaties zetten mij uiteen
dat deze eisen van vakbekwaamheid zo ge
steld worden om te voorkomen dat blanken
in de gemengde maatschappij in armoede
geraken. Voldoen de Nederlanders aan dsze
eisen dan worden zij door de vakorganisa
ties als vrienden begroet.
Weliswaar trof ik Nederlanders aan op
agrarische bedrijven, soms ter waarde van
meer dan een hólf millioen gulden, verwor
ven door ongeveer 30 jaar lange harde ar
beid, doch over het algemeen lijkt mij de
tijd voor agrarische emigratie nog niet rijp.
Zuid-Afrika heeft de naam, dat wie er
als emigrant heen gaat zijn vak goed moet
kennen. Dit is juist. Doch ook zal er waar
schijnlijk dit jaar voor vele honderden jon
geren, die hier te lande geen vakopleiding
genoten, gelegenheid tot emigratie zijn. De
Zuid-Afrikaanse Spoorwegen zullen gega
digden, zo zij geschikt bevonden worden, in
Zuid-Afrika een opleiding geven. Dit is een
zeldzame kans voor jonge ongeschoolde ar
beiders om naar dit land te emigreren en
zich daar een toekomst op te bouwen.
De welvaart onder onze emigranten is
groot. Doch bij brood alleen kan men niet
leven. De vraag, die mij dikwijls gesteld
wordt, is voelen onze mensen zich in Zuid-
Afrika thuis
In het algemeen, kan ik volmondig „ja"
zeggen, doch ik moet hier aan toevoegen,
dat het, weer-in-het-algemeen, ook in Zuid-
Afrika een paar jaar vergt om aan de levens
wijze en het geestelijk klimaat te wennen.
In dit opzicht heeft Zuid-Afrika, wat de taal
betreft, een voorsprong op andere immigra
tielanden, doch in de gemeenschappelijke
taalwortel kan voor de emigranten naast een
groot gemak ook een gevaar schuilen.
Land met eigen karakter.
Velen menen dat het Afrikaans een soort
dialect is, dat enkele eeuwen geleden hier
te lande gesproken zou zijn. Evenzo menen
zij, dat dê Zuid-Afrikaanders zo gelijk zijn
aan Nederlanders dat emigratie eigenlijk be
tekent verhuizing van Nederland I naar
Nederland II.
Niets is minder waar dan dit. Het is een
sprookje gebaseerd op valse traditie en sen
timent dat onze emigratie veel kwaad doet
en het onze emigranten moeilijker maakt dan
nodig is.
Zuid-Afrika heeft anderhalve eeuw, Waar
in Nederland zich niet bovenmate voor het
lot der Zuid-Afrikaanders interesseerde, een
eigen ontwikkeling gehad. Onder geheel
andere economische, politieke, sociale en kli
matologische omstandigheden heeft zich een
eigen volksaard ontwikeld. die verschilt van
ons volkskarakter, dat gevormd werd onder
invloed van zeevaart en handel, strijd te.gen
het water en een slaperige periode ge
durende een groot deel van de 19e eeuw,
waaruit wij misschien met een al te groot
gevoel van zelfvoldaanheid ontwaakt zijn.
Men kwetst niet alleen de Zuid-Afri-
kaander, maar ondervindt ook zelf een aan
tal tegenvallers als men met een verkeerde
instelling naar Zuid-Afrika trekt. Wie er
meent, dat men de Zuid-Afrikaander en
Zuid-Afrika aan zich verbindt, door een be
roep te doen op traditionele verbondenheid,
stamverwantschap en cultuurgemeenschap,
waarbij Nederland de rol toebedacht wordt
van het oude brave Moederland en Zuid-
Afrika het jonge land, dat nog wel heel
wat leren kan, is met de voeten los van de
bodem der werkelijkheid. De Zuid-Afrikaan
der is wel zoveel Nederlander, dat hij zich
losrukt, indien men hem op deze wijze
tracht vast te houden. Het moderne, in
dustrieel hoog ontwikkelde en welvarende
Zuid-Afrika gaat hieraan schouderophalend
zijns weegs, evenals tegenover hen, die me
nen dat het indruk maakt als men voorgeeft
zijn eigen Moedertaal vergeten te zijn en
slechts gebroken Engels spreekt.
Indien men het Zuid-Afrikaar\e volk in
zijn eigen wezen en karakter en zijn vol
komen zelfstandigheid respecteert, indien
men er komt om wat op te steken in plaats
van te zedemeesteren en eigen voortreffe
lijkheid te etaleren, dan vindt men in geheel
Zuid-Afrika een uitgestoken hand, een luis
terend oor en een gastvrijheid, die beschaamt
Dan kan een werkelijk gevoel van verbon
denheid bestaan.
Emigranten moeten de innerlijke bereid
heid hebben het land en het volk hunner
keuze te aanvaarden zoals het is. Wie dat
niet kan, blijve thuis. Emigranten zijn geen
hervormers en cultuurmissionnarissen. Het
zijn mensen, die in een gastvrij land een
goede toekomst zoeken. Natuurlijk brengen
zij ook een schat aan geestelijk bezit mee,
doch dit is een inbreng die pretentieloos uit
handen gegeven en versmolten moet worden
met het bezit van het ontvangende land tot
iets gemeenschappelijks en iets beters. Al te
vaak wordt een z.g. cultuurbezit, onder het
motto „ik heb, wat jij niet hebt", ongebruikt
in een pronkkastje tentoongesteld, als ware
het grootmoeders theekopjes, die zelfs niet
aangeraakt en gewassen mogen worden om
dat zij dan kunnen breken.
Zuid-Afrika is een land voor nuchtere, ne-
kwame en werkzame Nederlanders. Tal van
organisaties zijn er om hen te helpen en
zich thuis te doen gevoelen. Gereformeerden
hervormden en katholieken, allen hebben
hun aanknopingspunten, terwijl in de meeste
steden ook algemene ontvangstcomité's en
verenigingen zijn, die allen goed werk doen
en alleen maar klagen dat zij nog veel meer
zouden kunnen doen.
In Zuid-Afrika behoeft niemand zich ge-
isoleerd of alleen te gevoelen, mits er ook
iets van hem zelf uitgaat. Maar dit geldt
hier in ons land ook.
Natuurlijk is Zuid-Afrika geen feilloos
land. Het worstelt me vele grote problemen,
zoals de gehele wereld dat doet. En natuur
lijk worden er fouten gemaakt, want ook de
Zuid-Afrikaanders zijn maar mensen.
Doch wat de Zuid-Afrikaander in het al
gemeen ergert, is, dat er met stenen ge
worpen wordt van zijden, waar men soms
zelf een allesbehalve en fraaie staat van
dienst heeft en geen of zeer beperkte kennis
van de vraagstukken waarom het gaat.
De „apartheid".
Ik denk hier aan het apartheidsvraagstuk
dat voor de Zuid-Afrikaander een groot
scheeps programma van opvoeding tot zelf
bestuur voor de naturellen inhoudt. Een
vraagstuk, waarover door velen geschreven
en gesproken wordt zonder dat men weet
waarover men het heeft.
Degenen die hier in hun armstoel al pre
cies weten hoe alles zou behoren te zijn. die
de leefregels in Zuid-Afrika veroordelen
zonder te weten waarop deze berusten, moe
ten niet aan emigratie denken.
Waar staan onze emigranten
Mij wordt ook nog al eens de vraag ge
steld, of de Nederlanders zich niet bij voor
keur hetzij bij de Afrikaans- dan wel bij de
Engels-sprekende bevolking aansluiten. De
New York Times ging laatst zover om te
beweren dat de na-oorlogse Nederlandse
emigranten tegen de nationale regering
stemmen. Het blad is blijkbaar niet op de
hoogte van het feit dat deze emigranten de
Nederlandse nationaliteit nog bezitten en
dus nog geen stemrecht hebben. Er is zelfs
een professor van Nederlandse afkomst, die
zeide „de geldkloppers sluiten zich bij de
Engelsen aan, de cultuurdragers bij de Afri-
kaanders".
Dit is natuurlijk onjuist. Het is veel en
veel eenvoudiger en menselijker. Alle emi
granten denken in het begin in de eerste
plaats uitsluitend aan ziczelf en hun eigen
toekomst. Geen \/in hen is bemiddeld en
allen zoeken welvaart.
Zij vinden werk en komen ergens te wo
nen. Hierdoor wordt in hoofdzaak bepaald
hoe de individuele emigrant zich verder ont
wikkelt. Devrouw des huizes ziet aanvanke
lijk door de ogen van de buurvrouw die
vriendelijk voor haar is, zich met haar be
moeit en haar helpt. De man ziet in het be
gin door de ogen van hen, die in zijn alle
daagse leven vrienden van hem worden. Bij
de een zijn dit Afrikaans-sprekenden, bij de
ander Engels-sprekenden en bij nog meer
anderen beide. In een plaatsje in Noord-
Oost Transvaal zijn 80 Nederlanders op
voortreffelijke wijze ingeburgerd in een zui
vere Afrikaanse gemeenschap in Durban
groeien de Nederlanders in een Engels
sprekende maatschappij in.
De beslissing omtrent de aansluiting valt
in de kleine kring van welgezinden rondom
het emigarantengézin.
Ik moet eindigen en doe dat met het ge
voel alsof ik dit artikel pas begonnen ben.
Eigenlijk zouden nog tientallen vragen en
omstandigheden besproken kunnen worden
en raadgevingen gegeven.
Dit moet in de kring van de organisaties,
die met voorlichting belast zijn, plaats vin
den. De Chr. Emigratie Centrale, de Kath.
Emigratie Stichting, de Alg. Emigratie Cen
trale, de Nederlands-Zuid-Afrikaanse Ver
eniging en de gewestelijke arbeidsbureaux
staan daarvoor ter beschikking.
Zuid-Afrika is het land van openhartige,
rechtlijnige witte mensen en van primitieve
goedlachse zwarten. Het is een van de
schoonste tuinen ter wereld, rijk aan mine
ralen en economische mogelijkheden. Een
land met hoge welvaart, grote godsdienst
zin en kerkelijkheid. Een land ook met grote
problemen, die worden aangepakt met vasté
hand. Een land, dat Nederlanders die de
levensstijl van anderen weten te respecteren
die iets kennen en goed kunnen aanpakken,
welkom heet en goede mog jlijkheden biedt.
Zuid-Afrika, een land waar de bezoeker
met heimwee en gevoelens van goede vriend
schap aan terugdenkt.
BEKENDMAKINGEN.
CANDIDAATSTELLING VOOR DE
PROVINCIALE STATEN.
De burgemeester van Axel brengt het volgende
ter openbare kennis.
Op Dinsdag 9 Maart aanstaande zal plaats heb
ben de candidaatstelling voor de verkiezing van de
leden van de provinciale staten.
Op die dag kunnen, van des voormiddags negen
uur tot des namiddags vijf uur, bij de voorzitter van
het hoofdstembureau in de kieskring, of bij het door
deze aangewezen lid van dat bureau, ter secretarie
der gemeente Hulst, worden ingeleverd
lijsten van candidaten
als bedoeld in artikel G 1 der Kieswet.
Op dezelfde lijst mogen ten hoogste twintig can
didaten worden geplaatst. Iedere lijst moet worden
ondertekend dóór ten minste vijf en twintig personen,
die binnen de kieskring, waarvoor de lijst geldt, kies
gerechtigd zijn voor de provinciale staten.
Ten aanzien van een ondertekenaar, die niet is op
genomen in het kiezersregister der gemeente, waar
het hoofdstembureau is gevestigd, wordt bij de in
levering van de lijst een door de burgemeester af
gegeven verklaring overgelegd, dat die ondertekenaar
is opgenomen in het kiezersregister van zijn gemeente.
Dezelfde kiezer mag niet meer dan één lijst onder
tekenen.
De namen der candidaten moeten op de lijsten ge
plaatst worden in de volgorde, waarin de onder
tekenaars aan hen de voorkeur geven.
De naam van een candidaat mag niet voorkomen
op meer dan één van de lijsten, ingeleverd voor
dezelfde kieskring.
Bij de lijst moet worden overgelegd een schrifte
lijke verklaring van iedere daarop voorkomende can
didaat, dat hij bewilligt in zijn candidaatstelling op
die lijst. Indien de candidaat zich buiten het rijk in
Europa bevindt, is de hier bedoelde verklaring niet
aan enig formulier gebonden en kan zij ook tele
grafisch worden gedaan.
De inlevering der lijst moet geschieden persoonlijk
door een kiezer, bevoegd tot deelneming aan de
verkiezing binnen de kieskring, waarin de lijst wordt
ingeleverd. De candidaten kunnen daarbij tegenwoor
dig zijn. De voorzitter van het hoofdstembureau of
het door hem daartoe aangewezen lid van dat bureau
stelt een bewijs van ontvangst ter hand aan degene,
die de lijst inlevert.
Formulieren voor de lijsten en voor de schriftelijke
verklaring van bewilliging, hierboven vermeld, zijn
ter secretarie van deze gemeente kosteloos verkrijg
baar tot en met de dag der candidaatstelling.
In herinnering wordt gebracht artikel X 6 der
Kieswet, luidende als volgt
Hij die een lijst, als bedoeld in artikel G1 dter
Kieswet inlevert, wetende dat zij voorzien is van
handtekeningen van personen, die niet bevoegd zijn
tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de in
levering geschiedt, terwijl zonder die handtekeningen
geen voldoend aantal voor een geldige lijst zou over
blijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste DRIE MAANDEN of een geldboete van
ten hoogste HONDERD TWINTIG GULDEN.
Met gelijke straf wordt gestraft hij die, wetende
dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de ver
kiezing, een voor die inlevering bestemde lijst, als
bedoeld in artikel G 1 der Kieswet, heeft ondertekend.
Axel, 20 Februari 1954.
De burgemeester voornoemd,
VAN OEVkRkN.
DIENSTPLICHT
Uitspraken inzake vrijstelling.
De burgemeester van Axel brengt ter algemene
kennis, dat een uitspraak op aanvraag om vrijstelling
van dienst als gewoon dienstplichtige, welke uitspraak
is gedagtekend 18 Februari 1954, ter secretarie van
deze gemeente voor een ieder ter inzage is gelegd.
Tegen elke uitspraak kan iedere belanghebbende
uiterlijk die tiende dag na de dag van deze bekend
making in beroep komen.
Het verzoekschrift, waarbij beroep wordt ingesteld,
moet met redenen omkleed zijn. Het behoeft niet ge
zegeld te zijn. Het moet worden ingediend bij de
burgemeester, ter secretarie van deze gemeente.
De burgemeester zorgt voor de doorzending van
het verzoekschrift aan de koningin, die op het beroep
beslist, na advies van de raad van state, afdeling voor
de geschillen van bestuur.
Indien de ingeschrevene, wie de uitspraak geldt,
buiten Nederland verblijft, kan, voor zover het door
deze in te stellen beroep betreft, met overschrijdng
van de termijn van 10 dagen genoegen worden ge
nomen. Zolang omtrent zodanige overschrijding geen
beslissing is genomen, wordt de uitspraak na het ver
loop van de termijn van 10 dagen als onherroepelijk
beschouwd.
Axel, 19 Februari 1954.
Burgemeester en wethouders van Axel,
De secretaris, De burgemeester,
Maris. Van Oeveren.