Van de SCHELDE naar de BOSPORUS. Een nieuw type BIER van Zeeuwse herkomst de brouwerij. ingezonden stukken- 4 BRIIEF IT TURK IJ Es Onze stadgenote, mej. Ph. v. d. Berg, die om al eerder haar ervaringen in Egypte heeft ver teld, is enkele weken geleden opnieuw uit ons land vertrokken, nu naar een onbekende uithoek van Europa, n.l. naar Istanbul, waar ons conti nent in aanraking komt met het Midden-Oosten. Haar aanbod om ons ook van daaruit weer haar ervaringen in briefvorm te vertellen hebben wij graag aangenomen er niet aan twijfelend, dat onze lezers ook deze nieuwe brieven weer met belang stelling zullen lezen. er ten en nacht- Des- e brug gevel gezel- la gtaat rtiment eis ten in een -ant in ar aan* vat. andero figuur Yi-ku' lad zich ien n door r baas oven [en. Lie' "Jee, een an Gon 1. Van „den Ooek" in Zeeuwsch-Vlaanderen naar Istanboel in Turkije is een hele sprong. En toch de mensen die me bij het vertrek van het vliegveld nawuifden waren maar weinig iC der thuis, dan ik in Istanbul. Maar al was er niet veel verschil wat de tijd betreft, in bijna ieder ander opzicht was het verschil groot. Daar aan de oevers van de Schelde was het miezerig en fris met donkere grijze luchten en hier aan de boorden van de Bosporus koepelde een fluweelzwarte hemel met duizenden heider- flonkerende sterren in een heerlijke zomernacht. In plaats van een zwarte Zeeuws-Vlaainse duis ternis, spaarzamelijk onderbroken door enkele „nachtbranders" op de Knol en 't Boeregat, weer spiegelden zich tienduizend en meer lichtjes van de schepen in de havens en de villa's tegen de berghellingen, in het rimpeloze water. Het was een schouwspel zo fantastisch mooi en indruk wekkend, dat ik ondanks het late uur en de emotievolle dag, meer dan een uur heb gestaan op het balcon van mijn slaapkamer, in stille be wondering van dat machtige schouwspel, hier hangend over het uiterste randje van het Euro- pese vasteland. En onwillekeurig gingen mijn gedachten terug naar die andere gebeurtenissen van dien dag, nog geen 12 uur geleden. Toen waren we op reis gegaan. JaReizen is een ontzettend leuke bezigh id. Zou het althans kunnen zijn voor het meren';el der mensheid, wanneer daar niet on vermij Jcliik aan verbonden was de zware-koffer- misère, douane-gezeur en jachtig gedraaf, om nog maar niet te spreken van huilende en zich be vuilende kinderen en te zwijgen van de kleffe klont boterhammen die de economisch uitgere kende Hollander nog gauw in een hoekje van iijn tas of jas frommelt, waar het vergeten wordt of in 't gunstigste geval weer steels te voor schijn wordt gehaald. De keurig belegde sueetjes vervormd tot een onsmakelijk uitziende homp van grillige vorm, die als korsten en kruimels naar binnen gewerkt moeten worden. Een mens z'n maag is een heel voornaam ding. Dat heeft onze luchtvaartmaatschappij zeer terecht ingezien. Want het allereerste wat men als pas sagier krijgt, wanneer men met de K.L.M.-bus op Schiphol is aangekomen, is een uitnodiging om in het K.L.M.-restaurant te gaan eten. De bagage is dan al gedienstig uit je handen ge nomen en die krijgt men niet meer te zien voor dat men op de plaats van bestemming is aange komen. In dat restaurant, waar men een prachtig uit zicht heeft over het grote vliegveld, kan men gebruiken waar men trek in heeft. Of dit een haringslaatje is, of een bord erwtensoep met kluif, een kopje thee met gebak of een uitgebreid diner, het is alles in de reiskosten inbegrepen. En in tussen wacht je maar je beurt af. Door een luid spreker klinkt al en toe een stem die de reizi gers waarschuwt welk vliegtuig er gaat ver trekken en de juiste tijd. Vrij,wel alle landen en steden van de wereld komen aan bod. Maar alles gaat rustig. Wanneer het desbetreffende vliegtuig wordt afgeroepen, zijn er nog zeeën van tijd om netjes je bordje leeg te eten en je mond af te vegen. Maar dan begint toch het mement te naderen dat je zelf in één van die blinkende vogels zult kruipen om je weg te laten voeren, griezelig hoog door de lucht. Even krijg je het gevoel of het zo gul aangeboden etentje je galgenmaal is geweest, zoals een ter dood ver oordeelde ook de laatste dag mag kiezen wat hij eten wil. Maar dan opeens staat daar in de deur een aardig meisije in het keurige uniform van grond- stewardes, die vriendelijk komt uitnodigen haar te volgen om hulp te verlenen aan moeders met kleine kindereu, vaders met lastige jongetjes en geruststellende woorden te spreken tot zenuw achtige passagiers die straks hun luchtdoop zul len ondergaan. „Onze machine" een prachig glimmende zil veren Constellation met 3 opstaande rood-wit en blauwe staartvlakken, stond midden op het vlieg veld, als een oude kloek met uitgespreide vleu gels die op z'n kiekens staat te wachten. Boven aan de trap voor de ingang, stond een knap donker meisje in een onberispelijk donker blauw uniform, samen met de steward, al even keurig, hun luchtgasten op te wachten. Wat viel die ruimte binnen erg mee. Er was ruim plaats voor zeker 50 personen in heel gemakkelijke hoge fauteuils, waarvan de leuning achterover gescho ven kon worden, zodat men ia een half liggende houding gemakkelijk een dutje kon doen. Achter in het toestel was een toiletgelegenheid, compleet met wasbak, zeep en stromend water, terwijl vóórin de „pantry" was, de vliegkeuken, waar in een minimum van tijd allerlei lekkere eetwaren klaar gemaakt konden worden. Daarvoor lag de cock pit, het heiligdom van de gezagvoerder en zijn trawanten. Nadat we het binnen wat opgenomen hadden, loerden we door de patrijspoorten naar buiten. Het geheel gaf wel enigszins de indruk of we in een hoge autobus zaten met kleine ramen. De steward en de stewardess deden hun best om iedereen gemakkelijk te installeren. Dubbele zit plaatsen voor zieken, gebrekkigen, moeders met kinderen enz., dekens en kussens en voetenbankjes voor verwende, mopperige oude heertjes. Opeens, het was nog lang niet de vastgestelde tijd, begonnen de motoren te draaien en voorin boven de deur van de pantry, verscheen in rode letters de mededeling dat we ons moesten vast binden als een lastige baby in de kinderstoel en dat er niet gerookt mocht worden. Gehoorzaam gespten we de riemen over onze buik. „Buikgordels voor alle figuren" grapte er een. Zowel de kleine jongen die prompt protes teerde omdat hij immers niet stout geweest was, als de dikkerd met het Eglou-figuur kregen een passend navelbandje. De kleine jongen werd netjes geholpen door de stewardes, die hem vertelde dat hij straks misschien ging schommelen nog veel harder en hoger dan Jantje Pietersen in de speeltuin. Maar die dikke meneer moest maar zien dat hij de gesp op gevoel dicht kreeg. Hoe h ijook zat te stuntelen en welke hulpbehoevende blikken hij naar de stewardes wierp, hij werd niet geholpen. Even later kreeg hij, net als de rest een pakje kauwgom, niet om de passagiers zoet te houden, maar om de luchtziekte tegen te gaan. Zeker een kwartier waren nu de motoren al aan het proefdraaien. Eindelijk gingen de deuren dicht en langzaam kwamen we in beweging. Met hobbelende bewegingen taxide het toestel rich ting Noordpool, hoewel ons eigenlijke doel in de richting van de eveuaar lag. Maar juist toen we wilden vragen of we misschien in een verkeerde kist zaten, draaiden we om en stonden stil. Weer twee, drie, vijf minuten stonden we stil met dreu nend draaiende motoren. Plotseling een hevige siddering, een verschrikkelijk lawaai van de ver dubbelde snelheid der motoren en we schoten vooruit. Nu was het menens, want in een razen de vaart suisden we over de startbaan en eer het goed en wel tot ons doordrong waren we los (Wordt vervolgd.) Eén van de beide brouwerijen die Zeeland nog rijk is na de tientallen kleine brouwerij.en die onze provincie vroeger telde komt dezer da gen met een nieuw type bier uit, dat getuige het oordeel van verschillende deskundige proevers waartoe wij ons niet durven rekenen van voor treffelijke kwaliteit is. Vorige week werden wij uitgenodigd tot een bezoek aan de brouwerij van de firma Van Waes- Boodts te Westdorpe, want dit is de brouwerij die het „Extra selected Pilsener" brouwt en in de handel brengt, waar wij nader kennis kon den komen maken met dit bier. Enkele dagen geleden werden wij door de beide heren van Waes, die de directie voeren over dit bijna 50 jaar bestaande bedrijf ontvangen en ons bezoek begon met een rondgang door de brou werij, die in de dertiger jaren werd uitgebreid en gemoderniseerd en derhalve thans aan alle eisen die het moderne bedrijf stelt, ten volle kan vol doen. GRONDSTOFFENKEUZE BELANGRIJK. Het is niet alleen de moderne inrichting van het bedrijf dat het mogelijk maakt een goed product af te leveren. Er zijn meerdere factoren die hieraan medewerken. De beide heren Van Waes hebben, na in het bedrijf da door hun vader is gesticht in de praktijk te hebben ge leerd, een grondige opleiding in het buitenland België en Duitsland ontvangen, zodat df zin „Van Waes-Boodts weet wat bier is' zeker geen ijdele leuze is. De grondstof voor het bier, de brouwgerst, groeit practisch naast de deur (Zeeuwsch-Vlaan deren is de grootste producente van deze graan soort) en dit stelt de brouwerij in staat van zeer nabij de kwaliteit van de grondstof te be oordelen en een juiste keuze te doen. Verder is een eveneens belangrijke grondstof water. En zoals iedere huisvrouw die de was doet al weet er is in water veel verschil. Zo is ook lang niet alle water geschikt voor de bierbrouwerij. Maar reeds bij de stichting van de brouwerij, in 1905 heeft men hiermede terdege rekening gehouden en het bedrijf gebouwd op een plaats waar men van goed water verzekerd was. HOP BEPAALT de smaak. Een van de belangrijke factoren voor de smaak van het bier is de hop. Deze bepaalt n.l. *de bitterheid en dit is een van de punten die voor de fijnproevers beslissend is voor de keuze van zijn lievelingsmerk. De firma Van Waes-Bodots is nu met gebruik making van fijne hopsoorten twee jaar aan het experimenteren gegaan om te komen tot een ver fijnd product. Nadat een bevredigend resultaat was verkregen is men enkele maanden geleden begonnen met het brouwen van dit nieuwe bier en nu na de vereiste vier maanden van rust voor het kostelijke gerstenat kan men het nieuwe pro duct in de handel brengen. Ongetwijfeld, na deze lange en zorgvuldige periode van voorbereiding aaet succes. Onder de deskundige leiding van de heren Van Waes hebben wij nog een rondgang gemaakt door de brouwerij. Zoals bekend ontstaat het bier uil gerst. Deze gerst wordt in een warme en vochtige omgeving tot kiemen gebracht, waarna deze ge kiemde gerst wordt gedroogd." Dit is dan de z.g. mout die in afzonderlijke speciale bedrijven wordt bereid. Deze door dc er in aanwezige mout- suiker zoetsmakende substantie wordt nu ver mengd met water en in grote roodkoperen ketels verwarmd tot een temperatuur van ongeveer 75 gr. C. De nu ontstane vloeistof wordt ontdaan van de onoplosbare stoffen die er nog in zijn (vnl. eiwitten) pn dan, nu vermengd met hop opnieuw gekookt in grote ketels. Alle vereiste grondstoffen zijn nu in het bier aanwezig, maar wanneer men de nu gekookte substantie zou proe ven, zou dit meer op een vies doktersdrankje lijken dan op het zo geliefde gerstenat. De vloei stof smaakt bitter cu zoet door elkaar. De brou wer is dan ook nog niet klaar en hij pompt het bier nu uit de ketels in grote koelbakken, vanwaar het over een speciale koeler gaat. In enkele minuten wordt hierbij het brouwsel ge koeld van kookhitte tot ongeveer 5 gr. G. Dat deze koeling snel gebeurt is bijzonder belang rijk om hierdoor te voorkomen dat in de lucht zwevende bacteriën werkzaam zullen worden. Zolang het bier op kooktemperatuur blijft ster ven de bacteriën die er in vallen en ook *bij lage temperaturen zijn zij niet werkzaam Het gekoelde nat wordt in grote open bakken gepompt en hier kan bet enige dagen gisten, in grote koele kelders, waar de temperatuur maar enkele graden boven het nulpunt is. De gist zakt bij deze behandeling naar beneden en kan gernak- Kelijk uit het bier verwijderd worden. Na de gisting is de vloeistof bier geworden, maar nog niet van die kwaliteit zoals de kaste- lijn het tapt. Daarvoor moet het nog enkele maanden nagisten in grote geëmailleerde, geheel gesloten tanks, waar het bij de gisting ontstane koolzuur in het bier blijft en het geheel door de rustige en koele opslag een verfijning van smaak ondergaat Nadat het bier een maand of vier in deze tanks heeft liggen nagisten is het gereed en via een filreetrinrichting, gaat het in vaten of flesjes naar de café's. Dit laatste klinkt na het vorige eenvoudig, maar ook hier zit nog heel wat aan vast, zoals wij zagen in de ruime hal waar een drietal ma chine's zorgde, dat de lege flesjes geheel worden gereinigd, van oude etiketten ontdaan, daarna naar een automatische vulmachine gaan, die fles voor fles zelf vult en verder stuurt naar een apparaat dat de volle fles van een kroonkurk voorziet en doorstuurt naar een laatste vernuftig apparaat dat de flessen keurig in rijen opneemt en er de fleu rige etiketten opplakt. Daarna staan de flesjes netjes in de rij gereed voor het mannetje dat aan de achterzijde van de machine zit en de flesjes in kisten zet, die via een rollende band verder verdwijnen en per vrachtwagen naar hun plaats van bestemming worden gebracht. Wij zouden nog meer over dit voor een leek interessante bedrijf kunnen vertellen, maar de plaatsruimte laat helaas niet toe nog meer inte ressante gegevens over het brouwen en al wat er aan vast zit te vertellen. Wat ons opviel is wel dat bij het brouwen de uiterste hygiëne in acht wordt genomen en ook in dit rustige en weinig arbeidsintensieve be drijf toch gesreefd wordtt naar een zo modern en efficiënt mogelijke werkwijze, waardoor niet tegenstaande de kalme en weinig gejaagde indruk die men van het bedrijf krijgt een capaciteit van 20000 hl. per jaar en 3000 flesjes per uur ge waarborgd is. AXEL BADPLAATS VOOR OOSTELIJK ZEBUWSCH-VLAANDEREN. Dat kan I Zeeuwsch-Vlaanderen heeft reeds Cad- zand en Groede en kon ook Hoofdplaat als bad plaats hebben, want waar nu de gemeente Hoofd plaat ligt, lag oudtijds de Hoge Plaat volgens mijii kaart van 1697, ongeveer ter plaatse waar toen de Nieuwe Haven toegang gaf tot Sluis via Nieuwkerk en Oostburg eu ook via Schoondijke en Coxijde. Hoofdplaat komt als gemeente nog niet op die kaart voor en heette eigenlijk Hoogplaat of Hoo- geplaat, zandbank, en nog gedeeltelijk een bank O in de Schelde. Haar bedijking werd reeds in 1760 ontworpen en gaf tot hooggaande geschillen met de Staten van Zeeland aanleiding. Deze werden echter in der minne geschikt. Het gevolg daarvan was dat de aldus genoemde partage Zeeland, in 1775, dj partage Generaliteit (Staats-Vlaanderen), in 1778 bedijkt werd. In 1817 verenigd, vormen deze één polder. Roos vervolgt Het dorp Hoofdplaat is het jongste van Zeeuwsch-Vlaanderen en leed veel door een vloed in 1795, toen een eerste inlaag nodig was. In 1808 en 1828 ging een gedeelte van de polder verloren eu ligt thans nog als onbedijkt schor. Wij hebben de Grote Plaat 1 De grond er van is zandig, de ondergrond onge twijfeld. Zó kan men beslissen, dat de thans modderige Grote Kreek, zeer modderig nh eeuwen, ook een zandige bodem heeft. Het woord tragel wijst op enige bedijking als afscheiding. Wij ken nen alleen de beide sloten er van aan weerszijden van de dam die toegang gaf, zonder hoge laar zen, tot „de grote plate". Er zat veel steur eer tijds in beide sloten. Wat zou nu moeten gebeuren Ie. Het kanaal van de Sassing in verbinding brengen met de Kleine Kreek, waar omheen alles, aan de platenzijde. zandig is. Een brug zou toegang moeten geven tot de dijk naar „de Zwartenhoek" (deel nog van de Oude Graaf-Jansdijk 2e. De Grote Kreek uitbaggeren, zodat de bo dem zandig wordt. De bagger uitstorten op de Zuidzijde, dus aan de kant van de Grote Plaat. Daar een glooiende begroeide dijk aanbrengen. De bagger wordt tegengehouden door een wand van planken. 3e. De vis en er zitten karpers in van misschien wel 30 halve kilo's („pond' mag je niet meer zeggen) zal zich verspreiden, als de toegang tot de Kleine Kreek, bij 't klein brug- getije, veel is verbreed. Ook zal ze de wijk nemen naar de leiding. Misschien vindt ze daar wel een rustoord. In elk geval de club van vissers in Axel zal hierin ook wel een woordje meespreken. 4e. Het „kanaaltje" wordt ook uitgediept en waar het geen dienst meer loet als afvoerkanaal van polderwater, kan het afgedamd worden, daar waar het jg ebied van de gemeente Axel ophoudt. Het „kanaaltje" zal dan nog een fraaiere wan deling bieden onder de bomen en dan terug over de afgegraven Armendijk. Axel's mooiste wande ling desnoods tot de 2e Verkorting. De kar pers, snoeken, palingen en andere vissen, mis schien wel soorten uit eeuwen terug, ons nog niet bekend, krijgen ook daür plaats. 5e. De grote brug moet terug komen, zeer verbreed, evenals de watergang, die in verbin ding staat met de Grote Kreek. Ook de zeer oude leiding vóór het mosselhuis van de familie De Pooter eertijds, moet onder handen genomen wor den. Eertijds was zij, een binnenhaventje. Ook daar kunnen de vissen dan heen en kan er ge hengeld worden, als er een pad langs wordt aan gelegd. 6e. De schepen mojten weer vóór Axel kunnen komen, 't Wordt hoog tijd, dat wij, eens weten hoe diep het Kleine Kreekje wel is en wat er op de bodem ligt uit oorlogsjaren en uit de jaren dat de schepen tot voor Axel voeren 1 Ziet de kaart op het Raadhuis Welk een roemrijke tij.d En Axel kan weer beroemd worden, als mijn plan zeer groot wordt opgemaakt niet alleen, maar ook wordt uitgevoerd 1 Axel kan en moet op die wijze badplaats wor den met gelegenheid het kanaal Terneuzen—Gent varende te bereiken 1 Stel je eens voor dames en heren en jongelui van beider geslacht, dat je zó kunt roeien, zeilen of kano-ên naar 't kanaal TerneuzenGent. Van alle zijden zullen ze komen naar de eerste bad plaats in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen en naar de gelegenheid flink te zwemmen en op andere wijze te genieten van vermaken en genoegens op het water. En denkt eens welk een prachtgelegenheid in de winter voor schaatscnrijgders 1 Ik moet denken aan wijlen Louis de Blaaij in mijn jeugd. Wat een schoonrijder 1 Allen op Axelaars voor Axel's strand en vertier te water I Hoogachtend, Uw dn. J. BLANKERT. Rotterdam, Schieweg 154 B. P. S. Anderen gun ik de eer voor het berei ken van wat ik slechts kon ontwerpen. Naschrift Al enige maanden is bovenstaand plan van de heer Blankert in ons bezit, doch he laas beletten verschillende omstandigheden ons, eer der tot publicatie over te gaan. Enkele punten hebben overigens al de aandacht van het gemeentebestuur gehad. Zo b.v. de ver betering van het kanaaltje, dat nu al omgelegd is en waarbij met het vrijgekomen zand de oevers van de Kleine Kreek aanmerkelijk zijn verbeterd. Ook wat de Grote Kreek betreft sluimeren er zeker al plannen bij het gemeentebestuur en wan- neer de financiële middelen hiervoor niet ontbra ken dan zou zeker ook dit gebied aan het recreatie oord worden toegevoegd en verfraaid. Wij geven onze lezers gaarne in overweging of en hoe dit plan verder te verwezenlijken is. Redactie.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1952 | | pagina 3