AXELSCHE K COURANT
George VI
dienaar van zijn volk*
Waar bleven de millioenen?
D.D.D.
ONTSPANNING
ORANJEBOOM BIER!
De eerste Kamer stelde lastige vragen
Huid
n
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
Verschijnt iedere
Drukker-Uitgeefster:
Firma J. C. VINK
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Woensdag en Zaterdag
Adres Redactie en Administratie:
AXEL Markt 12 Postbus ló Tel 56§
Hoofdredactie:
T. C. VINK-van VESSEM
V
Neem een doos echte
pastilles
VERKOUDHEID
Frankering bij Abonnéüléut Atel.
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1952
66e JAARGANG No. 3?
**oonnexnents-
prijf:
Losse nummers
Kwartaal
abonnement
Axel binnen de kom
11
Alle andere plaatsen
in Nederland en
Ned. Indiè il.
Buitenland il.
Advertentieprijs
7 cent per m.m.
Ingezonden
Mededeelingen
20 cent per m.m.
Kleine Adverteutlën
tujuximum 8 regels)
1 - 5 regels 60 cent.
Iedere regel meer
12 cent extra.
Op 56-jarige leeftijd is Woensdagochtend plotse
ling overleden George VI, Koning van Engeland.
Hij zal worden opgevolgd door zijn dochter, Kroon
prinses Elisabeth.
Is met George VI, Koning van. Engeland, een
groot vorst heengegaan
In de democratie is geen plaats meer voor grote
figuren als eens Karei V en Lodewijk XIV. En
in Engeland is, sinds Prins Albert, de gemaal van
Koningin Victoria, overleed, de macht in handen
gekomen van het Parlement en speelt de Koning
geen beslissende rol meer.
Was hij dan een groot man
George VI heelt, toen hij koning was, noch ook
daarvóór, blijk gegeven van geniale of brillantc
kwaliteiten. Hij was een rustig, bescheiden, bijna
erlegen man, die zijn koninklijke plichten ge
trouw nakwam.
Maar zonder twijfel was hij een groot mens.
HET EINDE.
Een riskante operatie bleek noodzakelijk. En
ze scheen te zijn geslaagd. Koning George nam
gedeeltelijk zijn taak weer op, maar steeds groter
werd hel aandeel van de Kroonprinses Elisabeth,
in de vervulling dier plichten.
Hij zag zijn oudste dochter, die zoveel met haar
vader gemeen had, getrouwd met de man van
haar keus, Philip van Griekenland. Hij mocht
zich verheugen in de aanblik van zijn kleinkinderen.
Toen gingen Elisabeth en Philip naar Afrika.
De koning wist, beter dan iemand anders, hoe
de situatie was dat het mogelijk wa3, dat hij
zijn geliefde dochter nimmer zou weerzien. Maar
hij wist ook hoe noodzakelijk dit vorstelijk be
zoek aan de Britse gebieden in Afrika (thans voor
het Imperium van vitale betekenis) was. Elisabeth
moest gaan waar haar plicht haar riep en het
afscheid was een afscheid voor altijd /ij
zag haar geliefde vader niet levend wéér.
„ICK DIEN".
George VI was een groot Mens.
Zijn leven stond in het teken van de dienst aan
zijn land.
Neiging noch kwaliteiten bestemden hem tot
Koning van het Britse Gemenebest. Maar hij aar
zelde niet toen de plicht hem riep. Eigen ver
langens en neigingen schoof hij naar de achter
grond, genoegen noch gezondheid weerhielden hem
er van te doen wat hij zag als zijn taak.
Met de talenten, hem gegeven, heeft hij ge
woekerd tot de dood toe.
Juist doordat hij de verpersoonlijking was van
wat men beschouwt als de typische Brit, was zijn
voorbeeld voor zijn onderdanen, in een tijd van
zorg en druk, van onschatbare waarde.
George VI, die zich nimmer lauweren vergaar
de door heldendaden op het slagveld of door po
litieke zegepralen, was een heroïsche figuur.
De zin van zijn leven, de zin van zijn koning
schap, kan worden uitgedrukt in twee woorden
„lek dien".
DE BEGRAFENIS.
Als Koningin Elisabeth II landde Prinses Eli-
DE ONVERWACHTE KROON.
Hij begeerde noch verwachtte de kroon.
Zijn broer, Edward, zou Koning George V op
volgen en deed dat cok als Edward VIII. De
jongere broeder zal ongetwijfeld een zucht van
verlichting hebben geslaakt toen zijn theoretische
kans op het koningschap (nog vrij groot dank zij
Edwards gewoonte met opvallende regelmaat van
zijn paard te vallen) met de troonsbestijging van
de Prins van Wales verdween. Zijn leven zou toch
wel gevuld zijn met representatieve plichten, maar
in ieder geval zou hij nog gelegenheid genoeg
hebben om rustig te vertoeven in de huiselijke
kring met de vrouw van wie hij zoveel hield, de
kinderen, die hem zo lief waren, en zijn eigen
leven te leven, ver van de vermoeiende beslom-
mringen van het Hof
Het mocht zo niet zijn.
Edward deed, wat George zonder twijfel zelfs
nimmer zou hebben overwogen hij gaf zijn ko
ninkrijk prijs voor een vrouw. Zijn huwelijk mei
de gescheiden Amerikaanse, Mrs. Simpson, werd
door de regering-Raldwin onverenigbaar geacht met
het bekleden van de koninklijke waardigheid.
Edward trad af.
En tegen al zijn wensen en verwachtingen in
moest George de kroon van het Britse imperium
aanvaarden.
EERST DE PLICHT.
George zag dit als zijn plicht. En het lag met
in zijn aard die plicht uit de weg te gaan.
Bezat hij de kwaliteiten, onontbeerlijk -voor zulk
een verheven positie
Ternauwernood.
Van nature was hij teruggetrokken, schuwde
de openbaarheid. Een spraakgebrek hinderde hem.
Maar zijn huwelijk met Lady Elisabeth Bowes-Lyon
verdreef vele schaduwen. Zij, vrolijk, levenslustig,
had een uitermate gunstige invloed op de gere
serveerde, hoekige echtgenoot. Zij stond altijd
naast heril, zij wist een oplossiug voor iedere
moeilijkheid, zij versterkte zijn zelfvertrouwen. Met
haar samen durfde George het aan de taak te
aanvaarden, waartegen hij opzag als tegen een
berg.
DUISTER TIJDPERK
En het was voorzeker geen lichte taak.
Toen hij de regering aanvaardde, dreigden er
reeds donkere wolken. En weldra barstte het
onweer over Europa, over de wereld los. Bom
men barstten in Londens straten, gehavende res
ten van het Engelse leger redden zich ternau
wernood uit Duinkerken. Weldra was de Bat tie
of Britain" in volle gang.
„Engeland verwacht, dat ieder man zijn plicht
zal doen." Die leuze van de grote vlootvoogd
Nelson was ook richtsnoer voor het handelen van
Koning George VI.
De vrede bracht weinig verlichting. De eco
nomische dreiging hing zwaar over Engeland. De
zon scheen niet voor George VI, hij moest zijn
troost putten uit de wetenschap, dat ook achter
de wolken zij nog haar stralen uitzendt.
Dit alles schaadde zijn gezondheid. Het kon
niet langer verborgen blijven, dat de koning lij
dend was. De foto's in de kranten toonden een
zieke man, die zich slechts door wilskracht en
plichtsbesef staande hield.
(Van onze economische medewerker)
Ontstellend groot zijn de overschotten, die in^
de afgelopen jarenin dé rijkskas werden ver
kregen. In 1949 leverden gewone dienst, de bui
tengewone dienst en het egalisatiefonds een over
schot op van liefst 889 millioen gulden. In 1950
had minister Lieftinck op de begrotingen een mee
valler van f 829 millioen, in 1950 is de meer
opbrengst al boven de 150 millioen gestegen en
dan te weten, dat voor al deze jaren tekorten
waren geraamd van resp. 233, 367 en 324 mil
lioen gulden. Na aftrek van de tegenvaller op
de buitengewone dienst hield de minister van fi
nanciën nog ruim 2 milliard meer in zijn han
den dan hij had verwacht.
Wie in dit licht nog eens omziet naar de jong
ste belastingverhogingen, die vraagt zich met recht
af waar deze fantastische sommen toch zijn ge
bleven. Daarover zullen wij helaas geen ophel
dering kunnen geven. Zelfs de Eerste Kamer, sa
mengesteld uit mensen met een langdurige par
lementaire ervaring tast omtrent dit punt vol
komen in het duister Dat blijkt uit het voor
lopig verslag van de raad van 53 over de alge
mene financiële beschouwingen der rijksbegroting
over 1952.
Men weet in Nederland dat de meeste harde noten
over de regeringspolitiek in de Tweede Kamer
worden gekraakt. De beschouwingen in de Eerste
Kamer zijn niet minder ad rem, doch meestal
gematigder. In het vermelde stuk wordt daarop
een uitzondering gemaakt Vermoedelijk wordt men
in dit stuk geïnspireerd door de algemene eco
nomische toestand in het land, die men algemeen
critiseert, als gaande bergafwaarts. Men ziet de
verminderde koopkracht in dc lege winkels, men
hoort de klachten van ervaren figuren uit het
bedrijfsleven, men treft de werklozen weer aan
bij duizendtallen, het tekort aan orders is ver
ontrusten 1. De Eerste Kamer heeft dan ook felle
critiek laten horen op het beleid van de minister
van financiën, waarbij men deze bewindsman zelfs
verwijt, dat ziju in bepaalde kringen zo geprezen
beleid als een nachtkaars in duisternis ten onder
gaat
De bovengenoemde cijfers geven inderdaad reden
tot nadenken, allereerst over de begroting. Dit
stuk van cijfers wordt elk jaar opgemaakt door
de verschillende ministers om vast te stellen hoe
veel inkomsten er nodig zijn om de nodig ge
dachte uitgaven te dekken. De Kamers stellen
dan vast ol de gevraagde uitgaven inderdaad mogen
worden gedaan en zorgen door aanpassing van de
belastingwetten dat de benodigde middelen er ook
inderdaad komen. De minister weet door de be
groting na goedkeuring wat hij mag uitgeven en
waarvoor, de Staten-Gencraal weten hoe zwaar
de lasten voor het volk in het begrotingsjaar
zullen zijn.
OPZET?
Nu is het niet steeds mogelijk de belastingdruk
zo nauwkeurig te meten, dat de minister ook pre
cies het gevraagde bedrag ter beschikking krijgt.
Er ontstaat dan een tekort of een overschot al
naar gelang de verschillende belastingopbreng
sten lager dan wel hoger zijn. Mocht men in een
bepaald jaar tekort komen dan kan de regering
bij de nationale bank een lening sluiten, maar dit
tekort moet weer worden ingehaald om de munt
eenheid niet te verzwakken. Bij een overschot
mag men dus verwachten dat in het volgende jaar
de bevolking daarvan zal profiteren.
Zo'n overschot is prettig voor de minister,
want zijn vrijheid van handelen wordt er door
vergroot. Het komt ons voor dat dank zij de
begrotings- en belastingpolitiek van de heer Lief
tinck 'de overheid in de afgelopen jaren minder
in zorgen heeft gezeten, dan ingevolge de ar
moede van het land mocht worden verwacht.
Wanneer er jarenlang overschotten zijn op de
gewone dienst van een grootte, zoals hiervoor ge
ïllustreerd, dan mag men veronderstellen, dat hier
sprake is van een vooropgezette politiek. Hier
door wordt de mogelijkheid geopend voor de re
gering om uitgaven tc doen, waarvoor het parle
ment anders zeker geen gilden zou hebben gevo
teerd. Afgezien van de juiste besteding dezer
„meevaller" verliest toch de volksvertegenwoordi
ging het klare inzicht in de financiële gedrags
lijn van het kabinet.
Dit lijkt ons wel volkomen onaanvaardbaar, 1e-
meer waar de belastingen tegenwoordig bedragen
omvatten, die het levenspeil van de bevolking
ernstig beïnvloeden. Het Nederlandse volk heeft
in de vermelde begrotingsjaren veel meer ge
offerd dan volgens de begrotingen bedoeld is
geweest. In het verslag spreekt men dan zijn
verbazing er over uit, dat de minister bij de
belastingdebatten in het vorig jaar niet een dui
delijker beeld heeft gegeven van de werkelijke
budgetaire situatie.
ERGER DAN ERG
De cijfers in de begrotingen gegeven duidden er
op, dat wij een tijd van zware lasten tegemoet
gingen. Dat was de theorie. In de practijk is het
echter gebleken nog veel erger te zijn 1 En na dit
alles is er nog de belastingverhoging, in het vorig
jaar gekomen. Het is dus ook geen wonder, dat
tallozen in den lande met grote financiële en fi-
nanciëringsmoeilijkheden kampen. In het verslag
worden enkele van die moeilijkheden genoemd.
Er is geen geld meer beschikbaar voor cultu
rele instellingen. De overheid moet subsidies ge
ven, die vroeger overbodig waren door particu
liere bijdragen. Nu kan men betogen dat het ons
om het even is, of die gelden nu van de overheid
sabeth Donderdagnamiddag omstreeks hall zes op
het vliegveld bij Londen, met hetzelfde vlieg
tuig, waarmede zij de vorige week haar reis
naar Afrika ondernam.
De Koningin werd verwelkomd door minister
president Churchill, haar oom, de hertog van
Gloucester en andere vooraanstaande hoogwaar
digheidsbekleders.
Even tevoren was bekendgemaakt dat Koning
George VI op Vrijdag 15 Februari a.s. zal worden
bijgezet in Windsor Castle.
Het stoffelijk overschot zal Maandag uit San-
dringham per trein naar Londen worden over
gebracht en DiDnsdag, Woensdag en DDonderdag
in Westminster Hall opgebaard liggen.
Het stoffelijk overschot is gebalsemd. De kist
is gemaakt van eikenhout dat op Sandringham
gekapt is.
De hertog van Windsor vertrok Donderdag met
de „Queer. Mary" uit New Vork om bij de be
grafenis van zijn broer tegenwoordig te zijn.
Ook Koningin Juliana en Prins Berhard zullen
Donderdag naar Engeland vertrekken, om koning
George de laatste eer te bewijzen.
(Nadruk verboden.) LK.
DE WERKLOOSHEID IN JANUARI.
In Januari nam het aantal werkloze mannen
toe van 145.385 tot 165.824, te weten 128.142
geheel werklozen (vorige maand 109.588), 35.746
D.U.W.-arbeiders (34.717) en 1936 geheel werk
loze wachtgelders (1080).
Vorig jaar bedroeg dc stijging in Januari circa
8000. waardoor het aantal werklozen op 110.905
kwam. De sterkere stijging van dit jaar moet mede
worden toegeschreven aan de beperkte activiteit
in de bouwbedrijven en dc daarmee samenhangende
industrieën, de in enige bedrijfstakken voortdu
rende afzetmoeilijkheden, zoals de schoen- en dc
lederindustrie, de textielnijverheid en ook de con-
fectie-industrie.
Het aantal werkloze bouwvakarbeiders steeg van
33.682 tot 41.653 metaalarbeiders van 8163 tot
10.033 landarbeiders van 25.674 tot 30.717 trans-
portpersoneel van 7099 tot 8651 handels- en
kantoorpersoneel van 9627 tot 10.371 en losse
arbeiders van 20 351 tot 24.140.
De vraag naar mannelijk personeel nam loe
van 9229 tot 9369.
In Zeeland stonden op 31 Januari j.l. 4213
werklozen geregistreerd, tegen 3317 op 31 De
cember 1951. Per 1000 mannelijke beroepsbeoefe
naars telt deze provincie 48 werklozen.
Het aantal werkloos geregistreerde vrouwen in
ons land daalde van 9517 tot 9092 de vraag
naar vrouwelijk personeel steeg van 6093 tot 7849.
Krabben en peuteren maakt de
kwaal steeds erger. De helder
ElitClafl vloeibare D.D.D. dringt diep in
de p0rign door, zuivert, ontsmet
en geneest de huid.
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
dan wel van het individu komen, doch hierin is
wel degelijk een verschil. De belangstelling voor
culturele instellingen wordt er ernstig door aange
tast. Het gehele culturele leven komt zodoende
onder controle van de staat. Zo mogelijk moet dit
stellig worden vermeden.
Het bedrijfsleven gaat gebukt onder een gebrek
aan eigen middelen en crediet. Bij een meer pas
sende begrotingspolitiek zou de kapitaalvorming be
ter in stand zijn gchoüden, dan dit nu het geval
is geweest. Hierin zien vele parlementsleden een
belangrijke oorzaak van de dreigende werkloos
heid.
Minister Lieftinck heeft lange tijd veel steun
gevonden. Aan dat tijdperk schijnt nu een einde
te komen. Men wenst dat de fiscale inkomsten
voortaan meer in overeenstemming zullen zijn met
de begrote uitgaven. Dan zou een belastingver
laging mogelijk zijn. Er zijn echter tekenen, die
er op wijzen dat de conjunctuur een dalende lijn
zal gaan vertonen, In dit geval zal men de re
gering moeilijk tot die gewenste drukvermindering
kunnen overhalen,
Beslissend bij dit probleem is wat er wel met
dit overschot van liefst 2267 millioen gulden is
gedaan. Waar bleven die millioenen
TEGEN