AXELSCHE m COURANT 70 Millioen te kort bij ziekenfondsen Emigratie naar Canada „Met raad en daad" PUROL in huis! Ziekenzorg moet voort blijven bestaan HOOFDPIJN! NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster.- Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM Frankering bij Abonnement Axel. ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1951 65e JAARGANG No. 101 - L Abonnements- pri|«: Losse nummer** Kwartaal abonnement Axel binnen de kom il Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indiè fl. Buitenland fl. 1 - Advertentie prlj* 7 cent per m.ra. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Adverteutièn (maximum 8 regels) 1 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. Ontstellende berichten dwalen door de pers om trent de bedreiging der ziekenfondsen. De oorzaak dier bedreiging ligt in de financiële moeilijkheden. Zo lezen wij dat de minister enige maanden ge leden in een circulaire -vaststelde, dat voortzetting van de huidige vcrm van ziekenzorg bij de gel dende premies niet meer mogelijk was. En die geldende premies achtte men reeds op tophoogle. Van het rijk kan niet meer verwacht worden dat .het de tekorten van het ziekenfondswezen zal aan zuiveren. Deze tekorten worden voor 1951 en 1952 geraamd op circa 70 millioen gulden. De Ziekenfondsraad, die over de noodtoestand heeft vergaderd, meende dat premieverhoging de enige uitweg blijft, nu het rijk niet meer wil bijspringen voor de gezondheidszorg der verzekerden. De algemene financiële en economische catastrofe waarin wij ons bevinden, sleurt de zorg voor de volksgezondheid met zich mee. De sociale verzeke ring tegen ziekte vertoonde een perfecte opzet. Men had de verplicht-verzekerde alles toegezegd: ziekenhuisverpleging, geneeskundige hulp, medica menten, dure en goedkope, waartegenover alleen stond de premie. Dit gaat nu alles in duigen vallen, omdat er geen geld meer is. Het is duidelijk dat, wil men iets van het zie kenfondswezen handhaven, dat instituut waarhij een groot (misschien het grootste) deel van onze bevolking is aangesloten, een drastische bezuini ging op de onkosten zal moeten ondergaan. De officiële instanties hebben tot dusver het vraagstuk nog niet opgelost, maar als men met ervaren medici spreekt, die zijn vergrijsd in de ziekenfondsdienst, dan hoort men de mening, dat er millioenen te bezuinigen zijn als allen met inbegrip van de verzekerden maar meewerken. Wij hehben ons rekenschap te geven van de oorzaken, ,welke de uitgaven zo zeer deden stijgei Daar is allereerst het op zichzelf verheugend feit dat de medische wetenschap is vooruit gegaan, dat de geneeskundige mogelijkheden zich sterk hebben uitgebreid. Er is uitvoeriger onderzoek te verrichten dan men vroeger placht te onder nemen. Men heeft dus de kansen gekregen voor een nauwkeuriger diagnose en daardoor de ge- nezingsmogelijkheden vergroot. Wie zal het de arts euvel duiden als hij alle methoden wil aan wenden om de ziekte te bestrijden? Maar heter en uitgebreider onderzoek eist dik wijls opneming in een ziekenhuis. Hier komen wij bij een reusachtige onkostenbron, die enorme stij ging der ziekenhuistarieven. Wij kunnen die voor een belangrijk deel op rekening schrijven van de sterke verhoging der sociale lasten. Deze kunnen o.i. moeilijk naar beneden worden gebracht. De salarissen der verpleegsters h.v. zijn beneden peil geweest en zijn nog onbevredigend. Een andere vraag is, of de medici zieh niet meer in acht kunnen nemen bij het voorschrijven van dure geneesmiddelen. Wanneer de medicus tussen de heling der kwaal óf een diep lijden (soms kans op sterven) zich bevindt, dan zal lui niet mogen terugschrikken voor het dure genees middel. Maar dit dient bij de huidige, financiële toestand alleen te worden aangewend in zeer ern stige gevallen. Wanneer het medisch geoorloofd is, moet de arts rekening houden met de econo mische factor. Iletezlfde geldt voor de opneming in de zie kenhuizen Nu deze een belangrijk element vor men van de onkosten, moet men minder kwistig zijn met ziekenhuisverpleging of te lang verblijf van de patiënten voor observatie en onderzoek. De arts moet er zich rekenschap van geven, dat ieder uur in een ziekenhuis doorgebracht, geldelijke gevolgen meebrengt. Hij zal zich zo efficient mo gelijk moeten instellen bij de ziekenhuisbehandeliug. Vele artsen die wij spraken zijn van oordeel dat men in veel minder gevallen dan tot dusver poliklinisch kan helpen. Waarom nodeloze op- nnniing in een ziekenhuis als het goedkoper kan? Men behoort door vlugger werken de ziekenhuis- tijd te beperken. Van de zijde der patiënten wordt deze practijk niet aangemoedigd. Er is een ongeremde wed loop naar de medici, waarbij het eigenbelang van de patiënten de algemene eis ener oordeelkundige en doelmatige toepassing van het ziekenfondswe- zeu weerstreeft. Het komt herhaaldelijk voor, dat de patiënten zijn gesteld op nog een afzonderlijk onderzoek, waardoor dubbel werk wordt verricht. De nodeloze drang naar de medicus, wiens over matige bezigheden bezigheden nog belast worden door de behandeling van onnozele gevallen, zou kunnen geremd worden door iets bij te laten betalen, meer dan tot dusver. Men zou, ten slotte, eens moeten nagaan, in hoeverre de controledienst doelmatig werkt en men zou de practijken der huisartsen moeten verklei nen en hen beter moeten salariëren, waardoor het veelvuldig beroep op de specialisten, ook dan wanneer de huisarts een behandeling af kan doen zou verminderen. Deskundigen op het gebied der ziekenfondsprac- tijk zijn van oordeel, dat de ziekenfondsen veel zuiniger kunnen werken dan zij doen en dat er uit een reeks van kleine, oordeelkundige bespa ringen, belangrijke winst is te behalen. Het is te wensen, dat het bewustzijn van de gevaren die dreigen, wanneer het zo heilzame en voor de volksgezondheid zo onontbeerlijke instituut der zie kenfondsen zou bezwijken, hij allen die deelne men aan dit werk en er profijt van hebben, de geest van een zuinig beheer en een zuinig ge bruik zal vaardig maken. Want het is beter, dat dit machtig sociaal instrument zijn werk op be scheiden wijze verricht, dan dat wij de ineen storting bijwonen van een schone instelling, die in moeizame worsteling door de beste en be kwaamste krachten van ons volk is opgebouwd. Moge de Ned. Maatschappij van Geneeskunst, de meest deskundige instantie, ons nader inlichten omtrent de oplossing van het ziekenfondsprobleem. Ziekenzorg is een volksbelang van de allereerste orde. Dr. P. H. Ritter. De regeringscommissaris voor de Emigratie, mr. ir. B. W Haveman, die onlangs een reis maakte naar Canada, heeft op een persconferentie in Den Haag verteld van de indrukken, die hij tijdens deze reis opdeed. Hij heeft o.m. een studie gemaakt van de economische toestand in Canada, omdat deze uiteraard van grote invloed is op de door de Canadese regering gevolgde immigratie-politiek. Er zijn drie factoren aan te wijzen, die de grote trek van de Canadese jeugd naar de steden kunnen verklaren. In de eerste plaats was er omstreeks 1929 de grote crisis in de Canadese landbouw, die vele jongeren van het platteland heeft gedwongen een bestaan te zoeken in de industriële centra. Vervolgens heeft de oorlog vele jonge mensen in rontaet gebracht met de moderne techniek en ook dat heeft een trek naar de grote steden doen ontstaan. En bovendien oefenen de industrie-centra grote aantrekkingskracht uit op vele jongelui, om dat de industrie hogere lonen biedt dan in de agrarische vakken kunnen worden verdiend. Al deze factoren hebben een tekort aan arbeids krachten op het platteland doen ontstaan, dat men probeert op te vullen door immigratie. Een an der belangrijk feit in de economische toestand van Canada is, dat men ontdekt heeft, dat Canada een van de rijkste landen ter wereld is wat be treft de grondstoffen in de bodem. Op verschillende plaatsen in Canada worden er millioenen dollars geïnvesteerd in enorme pro jecten voor de ontginning van de rijkdom der bodem. Maar behalve aan kapitaal, dat vooral uit Amerika toevloeit, is er ook behoefte aan arbeids krachten. Canada, dat een enorm groot land is, telt slechts een bevolking van 14 millioen. Ruwe schattingen wijzen uit, dat men in de eerstvolgende 50 jaren een toename van de bevolking tot 25 a 30 millioen noodzakelijk acht, om van alle mogelijk heden die het land biedt, zo goed mogelijk pro fijt te trekken. Geen wonder dan ook, dat de Canadese regering de immigratie van groot belang aeht. En dat de immigratie in dit land zo succesvol verloopt is volgens de heer Haveman te verklaren uit twee feiten. In de eerste plaats, dat men er in Canada in slaagt de stroom van immigranten zo te leiden dat daardoor de bressen, die door ontvolking van bepaalde gebeden ontsaan, zo goed mogelijk wor den aangevuld. En ten tweede is het van grote betekenis, dat men bij de immigratie in Canada methoden volgt, waardoor iedere immigrant in zo kort mogelijke tijd zo productief mogelijk wordt gemaakt. Behalve dc Immigratiedienst, die zich belast met het zoeken van werkgevers en van huisvesting voor de immigranten, kent men in Canada ook een z.g. „Settlement Service", die de immigrant behulpzaam is, wanneer hij na twee of meer jaren voldoende gespaard heeft om zich zelfstandig te vestigen. Deze dienst heeft verschillende bureaux gesticht en aan het hoofd hiervan staan deskun digen, die gratis ter beschikking van de immigran ten staan voor het geven van voorlichting en technische hulp bij het kopen van een bedrijf. Het werk van deze dienst is van het grootste belang voor de immigrant. De functionarissen van deze dienst doen hun werk voortreffelijk. De heer Haveman noemde daarvan verschillende voorbeelden. Hij heeft tijdens zijn reis vele Ne derlanders ontmoet. En zijn algemene indruk van hun werken en leven Canada is, dat vrijwel een ieder, die bereid is in de eerste tijd de mouwen op te stropen en hard aan het werk te gaan, ook al is het ander werk dan men had verwacht te kunnen vinden, enige jaren zuinig te leven en veel te- sparen, op de duur een goede toekomst kan opbouwen. Een van de belangrijkste factoren voor het welslagen van de emigratie naar Canada is, dat men door hard werken en door zich aan te passen aan de eisen welke men in Canada stelt, een zekere goodwill kweekt. Dan is de mogelijkheid groot, dat men uit de eigen omgeving vroeg of laat een gunstig aanbod ontvangt voor het vestigen van een eigen bedrijf. Naar schatting zullen het volgend jaar minstens 18.000 Nederlanders een plaats kunnen vinden in Canada. Van zeer groot belang is, dat de emi grant, die het volgend jaar naar Canada wenst te vertrekken, zich vóór 1 November a.s. aanmeldt. Voor de periode van Februari tot Juni 1952 is een vervoerprogramma opgesteld voor 15.000 Ne derlandse emigranten. Wie zich later dan 1 No vember aanmeldt loopt het gevaar, dat hij de beste plaatsen reeds bezet vindt en dat er een belangrijke achterstand ontstaat in zijn jaarver diensten. Canada biedt thans goede mogelijkheden voor tienduizenden Nederlanders. Maar zij moeten be reid zijn van de grond af aan hun toekomst op te bouwen en te beginnen in een werkkring, die geschikt is, ook al zou het een andere zijn dan zij gehoopt hadden. Dc ervaring tot nu toe leert n.l. dat er vrijwel altijd een mogelijkheid kan ge vonden worden om op de duur de eigen wensen te bevredigent Wie de handen uit de mouw steekt en zich inpast in de bestaande verhoudingen, die wordt vrijwel zeker op de duur geholpen om Stap voor stap de plaats te hereiken, waar men het beste past. (Nadruk verboden) Bij brand- en snijwonden, Pijnlijke kloven, ■MHaRuwe handen en Schrale huid.—*" H. R. Hoe groot mag een akker bouwland we zen om die per jaar zonder tussenkomst van de grondkamer te verhuren? Antwoord: De oppervlakte bedraagt volgens be sluit van de Grondkamer 25 aren. Bij besluit van 26 October 1948 is deze oppervlakte verlaagd tot 15 aren voor pachtovereenkomsten, gesloten na 1 December 1948. A. S. Mag een inwonende dame, die geruime tijd niet in haar woning zal overnachten, iemand anders slaapgelegenheid verschaffen? Antwoord: Men kan als inwonend persoon geen rechten hierop doen gelden. Iets anders is het natuurlijk wanneer voor een bepaalde tijd in over leg met de hoofdbewoner toestemming hiervoor wordt gegeven. Deze laatste behoeft het echter niet toe te laten. J. J. van W. Hoeveel is men aan inkomsten belasting verschuldigd voor het jaar 1951 bij een zuiver inkomen van f 1947? Antwoord: Voor ongehuwden bedraagt dit f 176 en voor gehuwden zonder kinderen f 55. S. K. Wij wonen in een pension-rusthuis met centrale verwarming. Nu gebruiken wij af en toe een eleetrisch kacheltje. Hoe kan de electri eiteitsmaatschappij nu weten dat ons kacheltje tus sen 9 en 10 uur 's avonds of 's morgens heef gebrand? Antwoord: Dat kan de maatschappij niet weten Wel kan zij, evenals de pensionhouder, constaterei dat op een bepaald ogenblik veel stroom word verbruikt, wanneer meer bewoners een dergelijl kacheltje aangesloten hebben. De electriciteitsme ter zal dan abnormaal snel draaien en misschiet overbelast raken. Bij te groot stroomverbruik za de zekering doorslaan. 1'. Toen mijn vader in 1946 overleed hee*t ■—•ijr oudste broer voor de successierechten opg gevel dat er geen baten aanwezig waren. Thans ver klaart mijn oom een winkelopstand gekocht ti hehben, dat deel uitmaakte van de inboedel vai mijn vader Tot deze koop hadden mijn broer: en zusters toestemming gegeven, terwijl een broe: de koopsom ontvangen heeft. In deze transactii ben ik nimmer gekend. Een verzoek om afreke ning bleef onbeantwoord. Moet ik hiermede ge noegen nemen? Wat kan ik doen? Antwoord: Indien inderdaad blijken mocht da hier een deel van de inboedel werd verkocht zon der u er in te kennen of uw deel te verrekenen kunt u eeu vordering tot verkrijging van uw er fenis instellen. Wij raden u aan hiertoe een ad vocaat te raadplegen. P. M. Heeft iemand het recht om in mijn grond een riolering te leggen, hoewel ik doorgani moet verlenen om er ever te lopen? Zo newi, hoe kan ik dan de buizen er uit laten halen? Antwoord: Vermoedelijk rust er op uw grom een servituut. Daaruit behoeft niet te blijken dal u moet dulden dat uw buurman in uw land eer riool gaat aanleggen. U kunt die er dan rustig weer uit verwijderen of eventueel een rechterlijke uitspraak trachten te verkrijgen waarop uw buur man dc buizen moet verwijderen. Abonnó. In mijn gemeente lag aan de buiten kant van de stadskom een polderweg. Hierlang: zijn verschillende huizen gebouwd op van de eige naar van het aan de weg grenzende lang gekochte grond. Wanneer nu na verloop van jaren door uit breiding van de kom deze weg meer in het cen trum komt te liggen en de gemeente deze van ds polder overneemt en ten behoeve van het stads verkeer verbetert (van een nieuw wegdek voor ziet en trottoirs aanlegt), heeft de gemeente dan het recht om volgens artikel 281 van de gemeente wet van de bewoners van deze straat een baat belasting te heffen? Antwoord: Ja, dit blijkt duidelijk uit artikel 281 van de gemeentewet, dat luidt: „Wegens gebouwdt of ongebouwde eigendommen en hunne aangehorig- heden, die gelegen zijn in bepaalde gedeelten der gemeente, kan gedurende een periode van ten hoogste 30 jaren een jaarlijkse belasting worden geheven naar grondslagen, volgens welke een bil lijke- bijdrage gevorderd wordt in de kosten van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte werken, waardoor deze eigen dommen zijn gebaat." W. P. Na het overlijden van moeder in 1940 kregen mijn broer en ik ieder een huis. Mijn vader bewoont de helft van het huis van mijn broer. Vader is 83 jaar en kan sedert enige tijd zijn zaken niet meer zelf behartigen. Heeft mijn broer nu recht om daarover alleen te beslissen of heb ik hierin ook medezeggenschap? Als vader ontoerekenbaar wordt verklaard kan dan een van ons als beheerder worden aangewezen? Antwoord: Natuurlijk heeft u evenveel recht als uw broer. Wij raden u aan de zaak aan uw notaris voor te leggen, omdat u ons schriftelijk nooit alle gegevens kunt verschaffen. Uw notaris is hiermede geheel op de hoogte. Wordt uw vader wegens zwakheid van vermogens onder curatele gesteld, dan worden door de rechter een curator en toeziende curator benoemd. Een verzoek hiertoe kan alleen op eigen verzoek bij de rechtbank wor den ingediend. G. Wij bewonen met drie gezinnen een pand en kwamen met de huisbaas overeen de tuin ge zamenlijk 'te onderhouden. Nu weigert een gezin bij te dragen in de kosten van het onderhoud. Mogen nu de anderen het bedoelde gezin het gebruik van de tuin entzeggen? Antwoord: Nee, natuurlijk inag dat niet. Het beste kunt u de eigenaar er van in kennis stellen en met hein overleggen wat hier dient te wor den gedaan. Mijnhardt's Hoofdpijnpoeders. Doos 47 cent

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1951 | | pagina 1