t om Men i de nten heer k en iich- hem zegd elde /ijfel V, 8 Onze vijfdaagse. Een simpel verhaal door A. Nijman, marinierscorrespondent. Neen, dat viel niet mee, helemaal niet. Vijf dagen hebben we gezworven, vijf dagen geperst daar in dat gebied in de omgeving van Ngawi, waar de compagnieën ,Y(sco)" en „W(illem)* van de Mariniers- tr gade opereerden. En toen we die vijfde d"g tegen 11 uur ons einddoel hadden b reikt, waren we lensOpMaar we halden er ook bijna 80 km. opzitten. De eerste dag. Het begon al goed die morgen. Het schemerde nog, toen we van de truck st'pten en op weg gingen. Na de eerste 2-0 m. stonden we al aan een kali met een brug, die i n het water lag. En wat doe ja dan, als je toch aan de overkant moet ziji? Je probeert heelhuids naar beneden komen over die glibberige kleiwal. 0 ivetvaard stap je in die modderbrei, waarin je al ormiddellijk tot je knieën w gzakt en dan verder maar plonsen door dr» gore, bruine kaliwater. Druipend en t ir kend en 5 kg. zwaarder, tracht je aan de andere kant weer naar boven te kruipen, je klemt je vast aan gras en struiken, ic ergeefs probeer je met je natte schoenen vrste grond te krijgen op de gladde klei, p hijgt en steunt en langzaam vorder je, meter voor meter. Tot zo'n ellendige rot lak, waar je met je hele gewicht aan hangt, afbreekt en je weer even hard naar beneden glitst, terug in die vieze modder. „Ja, ga daar maar zitten", zegt je maat dan nog zo hatelijk weg en daardoor .Sesterkt" onderneem je nieuwe pogingen. Zo kom je boven, hijgend, bemodderd en riet in staat om ook nog maar één stap te doen. Maar verder moeten we20 km. at er op het programma voor vandaag. Ei zo zet „Ysco" zich weer in beweging, d e hele stoet van infanteristen, mortieristen, mitraillisten en dragers. Op die lange weg bror midden-Java. De zon stijgt snel en brandt onbarmhartigje groentje is allang d' orweekt en grote zweetplekken komen door je dungaren jasje heen. De banden van je rugzak snijden en je helm schfjnt k'lo's te wegen. Er komt wéér een kali, wéér hetzelfde liedje van glijden, plonsen, w den, omhoog klimmen, glibberen, wachten op de rest en met sjieperende schoenen, e n waterspoor-achter-je, maar weer verder sjokkef). Kilometer na kilometer, kali na kali. Vijf zijn wij er die dag overgestoken. V:,f vuile bruine modderkali'salle bruggen model „pigi". De zon staat al laag in het Westen, als we die dag ons einddoel bereikeneen kampong voor bivak. Qrote huizen, banjak baleh-baleh's, gedekmatten op de vloer en model-mandikamers met ijskoud water. Wat wil je nog meer? In een hoek met dat geweer, klamboe spannen, het drijfnatte 1 smodderde vijltje uit en dan maar plensen, cal koude water over je bezwete body. Donders, wat knap je daarvan op. Je voelt p een ander mens worden en ais je even l ier in een schone pendek en met de scheiding weer in het haar je snert zit te schaften, dan ben je alle vermoeidheid en ellende, welke je die dag hebt doorgemaakt ilweer vergeten. Het is een gezellige boel daar 's avonds in die warong. Bij een flikkerend oliepitje drinken we grote glazen thee en koffie. Maar zo heel lang blijf je er ook niet zitten, want het is morgen weer vroeg dag en de lange mars doet zich wel degelijk vZelen, Je kruipt dan ook gauw onder je kLmboe en het duurt niet lang of een gesnurk over de hele linie bewijst, dat Ijsco in het andere wereldje verzeild is geraakt. 5 kilometer smalspoor. Het is nog donker als we de volgende morgen ontwaken. En in het donker pak je je spullen in, kauw je haastig wat droge tekie's die je wegspoelt met een mok kam- fongwater. Rugzaak om, helm op, strootje ia je mond en daar ga je weer. De 2e dag is altijd de zwaarste, zeggen de jongens die het weten kunnen. En ze hebben gelijk, liet terrein wordt er tronwens ook niet makkelijker op. Het heuvelland en het smalle padje loopt midden door de kam. pongs. Met andere woorden blubber. Het wordt klimmen, dalen en baggeren. Dat is lemaai nog wel te doen. Maar dan komt (en gedeelte, dat compagnie „Y" nog lang zal heugen. Dat stuk „deceauville-spoor". E n spoorbaan door het djatibos, waarover bet hout wordt vervoerd. „Aha denken we de eerste 10 meter, harde grond onder de voeten. Dat is zo. Maat na 50 meter hebben we er al schoon genoeg van en na 100 meter voelen we, dat we gek beginnen te worden. Daags van het overwippen van biels op biels, die soms slechts een onder linge tussenruimte hebben van nauwelijks 2) cm. duizelig van de grond die je onder je dcor ziet schuiven. Maar we moeten, het kan niet anders, want aan beide zijden van (ie rails staat het water twee voet hoog. Na drie kilometer wordt de trip even onderbroken. Het is te gek. Maar de rust duurt niet lang. Verder moeten we, alsmaar verder. En weer dezelfde lijdensweg. Bielsen steeds maar bielsen. Één struikelt er. Met een klap slaat hij voorover. Maar gelukkig geen brokken, Mopperend krabbelt hij overeind en huppelt verder. Nee, je kunt beter 40 kilometer over de Veluwe lopen dan 5 hier over zo'n smalspoor. Maar aan alles komt een eind. Er staat een grote kampong rechts van de weg. En hoopjes klapperbomen er omheen. Het moet voor de heer des huizes anders wel een vreemd gezicht zijn geweest, al die mariniers, die als een blok zijn woning komen binnenvallen, op stoelen, baléh-baléil op de vloer, niet meer instaat om pap te zeggen. Er wordt koffie gezet en men draagt klap pers aanlangzaam komen we weer bij. Ruim anderhalf uur rusten we uit, voor we aan de laatste paar kilometers beginnen, die ons nog van het bivak scheiden. Daar ontmoeten we ook onze compagnie „W", Willem die gelijk met ons uit Padan- gan was vertrokken, maar die een andere weg had genomen. Maar wij moeten verder. Wij willen bivak zoeken, klamboe spannen, rust hebben. Het is nog een taai eindje dat laatste, maar eindelijk dan (och belanden we in een kampong, waar we de nacht zullen door brengen. De tweede zwaarste dag zit er op. Verder. De derde dag doen we het rustig aan. We vertrekken vroeg en leggen nauwelijks 10 kilometer af. Om ll uur liggen we al weer in bivak. En,hier kunnen trucks komen, wat tevens wil zeggenEen vette hap vanmiddag. Baboe's worden opgescharreld om de was te doen. Er zijn Chinezen, waar je nasi kan schaften en de eieren kosten 15 cent. Kor tom we namen het ervan deze dag. Wij komen bij en hebben rust. Dan, de 4e dag komen we in de djati- bossen. Bergachtig terrein. Maar waar bos is, is ook schaduw. En dat scheelt veel. Achlien kilometer tippelen we vandaag en we lopen ze met plezier, ondanks het zware terrein, ondanks het ruwe pad over die rotsbodem, Eigenlijk, voor we het zelf we ten, hebben we de afstand afgelegd. Klam- boe's worden weer gespannen en gretig happen we weer in de kaakjes. Het is op deze avond, dat de vlootpredikant Stoppe laar, die de hele tocht heeft meegelopen, een avondsluiting houdt. Alles komt er bij zitten Protestanten en Katholieken en zij die nergens aan doen. Dominee spreekt over de plaats van de godsdienst in het militaire leven en het durven uitkomen voor je geloof. De sche mering is al ingevallen, de bergen rondom zijn nog maar flauw te onderscheiiden. Honderden kikkers in de sawah's hebben hun eentonig nachtlied ingezet. Zacht ruist de wind door het bamboe-doerie. En dan klinkt plotseling een couplet van ons volks lied. Zwaar bassen de stemmen van jonge Hollanders door de Indische avondstilte „Mijn schild ende betrouwen, zij Gij, O God Mijn Heer Het heeft geregend de afgelopen nacht. Zware bonken klei onder je schoenen, gladde bodem, blubberwegen persen. En dat is niet alles. Er moeten nog even een paar heuveltjes genomen worden, zo van 60 graden, een kwartier om 10 meter te stijgen 3 seconden om alles weer ongedaan te maken. Tja het kost nog een behoorlijk druppeltje zweet, die laatste 6 kilometer. Maar we zijn net prarden, die de stal rui ken. Op de grote weg gekomen zetten we er nog even de spurt in en post Mantroe weet niet wat ze ziet, als compagnie „Ijsco" daar model komt aanmarcheren, onder het zingen van: „Zie ginds komt de stoomboot'. MEER GESPROKEN BRIEVEN UIT INDONESIË. Op 17 Augustus zal de N.I W.I.N. met de „Zuiderkruis* een twaalftal apparaten voor gesproken brieven naar Indië zenden. Het laatste jaar werden in Nederland 6000 gesproken brieven van de jongens in Indië ontvangen. Dit aantal op te voeren, was onmogelijk aangezien men in Indië niet over voldoende opname-apparaten beschikte en de meeste opnamen tussen de bedrijven door in studio's moesten ge schieden. De installaties zijn nu door een Rotterdamse firma voor de N. I W. I. N. gefabriceerd. VESTIGINGSVERBOD KLEINBEDRIJF BUITEN WERKING. Uitgezonderd voor slagers en bakkers. Het Besluit Algemeen Vestigingsverbod Kleinbedrijf (BA.V.K,) is buiten toepassing verklaard ten aanzien van die takken van bedrijf, waarop de Vestigingswet Kleinbedrijf 1937 toepassing vindt, behalve de slagers- bedrjjven, het broodbakkersbedrijf en het brood-banketbakkersbedrijf. Dit besluit, dat elke vestiging van een middenstandsbedrijf aan een goedkeuring bond, is na de be vrijding gehandhaafd in verband met de goederenschaarste. De objectieve eisen van vakbekwaamheid, handelskennis en credietwaardigheid zijn voldoende rem te achten om ongewenste vestigingen tegen te gaan. Voor die gebieden, waarop de Vestigings wet niet van toepassing is, blijft het BAVK voorlopig nog van kracht. Voorshands geldt dit laatste eveneens voor de slagers- en bakkersbedrijven, die onder de Vestigingswet vallen. Wat de slagers betreft Is het in verband met de nog geringe vleesproductie en het grote aantal bedrijven voorlopig gewenst behalve de objectieve eisen der vestigingewet ook het bahoefte-element te kunnen blijven hanteren. De toestand in het bakkerij- bedrijf heeft aanleiding gegeven tot het instellen van een commissie, welke regio nale saneringsvoorstellen heeft ingediend. Deze voorstellen worden momenteel onder zocht. NIEUW-ZEELAND ROEPT 1 Een gelegenheid die niet onbenut mag blijven. Nieuw-Zeeland roeptMaar weet u waar het ligt? Ten Zuid-Oosten van Australië. En hoe groot het is Acht maal Nederland en er wonen 2 miilioen mensen. De taal Engels. En het klimaat Opperbest, des winters zachter dan bij ons, des zomers wat warmer, maar niet heet. Wat vraagt Nieuw-Zeeland van ons Mensen, die zij te weinig en wij te veel hebben. Flinke, jonge boerenzoons en landarbeiders, die lust hebben om op de boerderijen te komen werken tegen een hoog loon (al dadelijk zowat f 50 per week boven kost en inwoning) en op de duur een eigen bedrijf te beginnen. Onbekend maakt onbemind. Hoe waar is ook dit Nederlandse spreek woord 1 Hebt u wel eens tegen iemand uit de landbouw gezegd„Weet je dat die of die ook gaat emigreren Tien tegen een dat hij antwoordt„Zo, gaat-ie ook naar Canada?" Nu is Canada in vele opzichten een prachtig land voor de boerenzoon die in ons vaderland geen armslag meer heeft, maar men moet er zich niet op doodkijken. De wereld is groter dan alleen de landen om de Atlantische Oceaan. Waarom hoorde men dan zo weinig van Nieuw-Zeeland Omdat het niet veel zin had dat er over geschreven werd, want er was practisch geen scheepsverbinding mee na de oorlog. Slechts een enkeling kon eens een plaatsje bemachtigen op een of ander schip. Vorig jaar in December voor het eerst, voer een schip voor de Stichting „Landverhuizing Nederland", het emigratiebureau in Den Haag, naar Australië en daarmee konden ook mensen mee voor Nieuw-Zeeland. Maar de tijd van voorbereiding was te kort om hier voldoende bekendheid aan te geven en zo waren er slechts een 80 passagiers voor Nieuw Zeeland aan boord, 60 die al lang op passage wach t n en 20 boerenzoons die er bij farmers geplaatst werden. Maar nu is het anders. We weten nu maanden tevoren16 December gaat de „Volendam", die plaats biedt aan 1500 passagiers, weer als emigrantenschip naar Australië en neemt ook emigranten voor Nieuw-Zeeland mee. Nederland benutte de kans die het geboden wordi. De 20 Nederlanders die er nu een half jaar zijn, zijn opperbest tevreden, getuige de brieven die zij schrijven over hun bevindingen. „De mensen zijn reuze goed", schrijft er een, „mijn loon is 5,15 pond st. f 60,—) min 1 pond sterling voor board en van elk pond sterling betaal je l1/* shilling voor sociale verzekeringen. Om 8 uur werken geblazen, 12-1 dinnertime en om 5 uur knock off (werk afgelopen". De sociale verzekeringen van Nieuw Zeeland zijn de royaalste ter wereld en ze gelden voor de landbouw zo goed als voor de industrie. „Ik leef met de familie in huis mee", schrijft een ander, „de mensen doen hier alles om het je zo aangenaam mogelijk te maken. Ze nemen je overal mee naar toe, naar vrienden partijen en films'. Zo is het overal min of meer. Alle Gewestelijke en plaatselijke Arbeids bureau* geven mondeling inlichtingen aan wie hier meer van weten wil. De georga niseerde landbouwer kan er meer van horen van zijn organisatie. Al deze instanties staan in verbinding met de Stichting Land verhuizing, die het vertrek en de plaatsing organiseert in samenwerking met de Nieuw- Zeelandse regering. VARKENSSTAPEL IN EEN JAAR MET 50 PROCENT VERMEERDERD DANK ZIJ DE AARDAPPELEN. In 1948 had Nederland een record aardappeloogst van circa 5,5 miilioen ton. Van deze hoeveelheid zijn naar schatting 1,2 miilioen ton door het Nederlandse volk geconsumeerd, 1,6 milloen ton door de industrie verwerkt (aardappelmeel, stro etc.), 0,6 miilioen ton geëxporteerd en ruim 0,3 miilioen ton voor pootgoed bestemd. Het verlies door uitval wordt geraamd op bijna 0,3 miilioen ton, zodat circa 1,6 mii lioen ton aardappelen of bijna 30 pet. van de totale aardappeloogst voor veevoeder doeleinden kon worden bestemd. Teneinde voor deze hoeveelheid een lonende afzet te bevorderen en het aardap- pelsurplus zo goed mogelijk te conserveren werd van overheidswege o.a. het stomen van aardappelen voor veevoederdoeleinden aangemoedigd. Tevens werd hiermede het verbruik van in eigen land voortgebrachte veevoeder gestimuleerd. De schaarste aan voedergranen hield n.l. na de oorlog het aantal stuks vee op een betrekkelijk laag peil, terwijl ook in de toekomsr onbeperkte invoer van voeder- granen in verband met deviezen-schaarste waarschijnlijk onmogelijk zal zijn. Het voor de oorlog geïmporteerde krachtvoeder zal dus voor een groot deel moeten worden vervangen door voeder van eigen bodem. Aardappelen spelen bij deze vervanging een belangrijke rol, terwijl het stomen (en ook het drogen) de mogelijkheid schept deze producten lange tijd houdbaar te maken. Ook wordt het gestoomde product beter door het vee opgenomen. Van de aardappeloogst van 1948 zijn naar schatting ongeveer 500.000 ton aardappelen gestoomd waarvan ongeveer 100.000 ton met subsidie. Bavendlen werden nog ca. 50.000 aardappelen gedroogd, in totaal is dus 10 pet. van de tolale aardappeloogst voor vee voederdoeleinden geconserveerd. Een en ander is vooral de varkensvoeder positie ten goede gekomen. Dit blijkt ook uit het feit, dat de varkensstapel zich in het afgelopen jaar met niet minder dan 50 pet. uitbreidde. De betekenis van de aardappelen voor onze deviezenpositie springt nog meer in het oog, wanneer men bedenkt, dat de voederwaarde van 1.6 miilioen ton aardap pelen overeenkomt met die van ca. 400.000 ton krachtvoeder (op graanbasis), waarmee bij import circa 25 miilioen dollar zou zijn gemoeid. HOEVEEL RADIO-LUISTERAARS TELT NEDERLAND. Het aantal aangegeven radiotoestellen in Nederland bedroeg op 1 Augustus jl. 1.226.136 tegen 1.254,146 op 1 juli. Op 1 Juli waren er 519.132 aangeslotenen op het Rijksradio-distributienet tegen op 1 Juni 516.779. Nieuwe bonnen. Voor het tijdvak van 14—27 Augustus. Voedingsmiddelenkaarten vipp« A B D 100 gram 261 Vlees 262 263 266 Alg. 272 267 Alg. 274 909. vlees A B 300 gram vlees D 100 gram vlees A B 200 gram kaas of 250 gram korstloze kaas B 200 gram kaas of 250 gram korstloze kaas A B 125 gram koffie D 100 gram kaas of 125 gram korstloze kaas Bonkaarten ZB, ZC» ZD, ZE, MD, MF, MH 909 (bijz. arbeid, a.s. moeders, zieken). Geldig zijn de bonnen met de letter V. De bonnen 245, 247, 248, 249, 250. 251, 252, 253, 255, 256, 257, 258 en 259 Alg. van de bonkaarten voor voedingsmiddelen kunnen vernietigd worden. Bekendmakingen. KEURING VOOR DE DIENSTPLICHT LICHTING 1950. De Burgemeester van Axel maakt beker,d dat alle oproepingen voor de keuring van de lichting 1950 zijn verzonden. De in 1930 geboren mannelijke personen' die de Nederlandse nationaliteit bezitten en in een der Nederlandse bevolkingsregisters zijn opgenomen of daarin opgenomen had den moeten worden en een dergelijke op roeping niet hebben ontvangen, moeten zich vóór 1 September a.s. ter gemeente secretarie aanmelden. Axel, 11 Augustus 1949. De Burgemeester van Axel, Van Oeveren. j\jt ij^s ijjuvaiv vaii 11z

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1949 | | pagina 3