AXELSCHE lE COURANT
r
Frankering bij abonnement, Axel.
ZATERDAQ 13 AUGUSTUS 1949.
63? JAARGANG. No 87
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
Verschijnt iedere
Drukker-Uitgeefster:
Firma J. C. VINK
Adres Redactie en Administratie:
AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§
Hoofdredactie:
T. C. VINK-van VESSEM
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Woensdag en Zaterdag
President van de
Verenigde Staten.
Het presidentschap in de Verenigde Staten
is een ambt van uitzonderlijk gezag, morele
kracht en prestige, het is hietorisch en
door zijn aard een zeer krachtig wapen van
da Amerikaanse democratie. Om het even
of hij kundig of onkundig, flink of verlegen
is, of hij leidt of geleid wordt, de bewoner
van het Witte Huis is en blijft één van de
twee of drie belangrijkste mensen in de
wereld. Aan de andere kant heeft juist het
feit, dat het presidentschap zoveel succes
heeft behaald, er toe geleid, dat de man,
die het waarneemt, hoe langer hoe zwaarder
belast wordt. Er is geen mens meer, die
al het werk kan verzetten wat eigenlijk van
een president wordt verlangd. Er is wel
eens gezegd, dat alleen hij president kan
worden, die tegelijkertijd Mikado en duivels-
tof jager is en als duivelstoejager moet hij
dan het werk opknappen van minister van
financiën, president van het Hooggerechtshof,
opperbevelhebber van land- en zeemacht,
opperjagermeester, opperceremoniemeester,
aartsbisschop en burgemeester!
Hoe hebben de opstellers van de grond
wet zich de president gedacht? Toen zij
eenmaal tot de overtuiging waren gekomen,
dat de uitvoerende macht in handen van
één man moest liggen, hebben zij die man
zeker niet zwaarder willen belasten dan men
een mens kan belasten. De president,
zoals de grondwet zich die dacht, zou een
zeer onafhankelijke en sterke positie be
kleden. De president moest zorgen, dat
het bestuursapparaat behoorlijk function-
reerde; hij was het hoofd van de uitvoe
rende macht, die het recht had ambtenaren
aan te stellen en te ontslaan en moest
zorgen „dat de wetten getrouwelijk werden
uiigevoerd". Voorts was hij het ceremoniële
hoofd van de natie en had hij de leiding
van de buitenlandse betrekkingen, zowel in
oorlogs- als in vredestijd. Ondanks het
beginsel van scheiding van wetgevende en
uitvoerende macht, was de president niet
ten volle geïsoleerd van het parlement.
Hij kon beide huizen van raad dienen en
bij had het recht van veto over hun
besluiten. De president moest zijneen
waardig en kundig man, een constitutioneel
en nlet-poütiek'hoofd van de staat en de
egering. Kortom, hij moest een George
Washington wezen.
In grote trekken heeft de tegenwoordige
president nog dezelfde taak als die uit 1789
met dit verschil, dat elk onderdeel van die
taak verhonderdvoudigd is. De president
is alles, wat hij verondersteld werd te zijn,
maar nog een en ander meer. Een van de
kenmerken der constitutionele ontwikkeling
In Amerika is geweest de soms onderbroken
maar toch altijd voortgaande groei van de
presidentiële macht en het presidentieel
gezag, een groei, die naar twee kanten zijn
invloed heeft doen gelden, ten eerste op het
leven van de bevolking en ten tweede op
de macht van het Congres.
Tegenwoordig moet de regering zich met
honderden problemen bezig houden, waar
van de opstellers van de grondwet nooit
hadden gedroomdde toeneming en de
centralisatie der regeringsmacht heeft mede
gebracht een toeneming van de presidentiële
macht en bedrijvigheid. In 1789 en zelfs
nog in 1850 was regeren een eenvoudige
z.-ak en datzelfde gold van het president
schap. Het natuurlijke brandpunt van de
regering was het Kapitool. Op het ogen
blik is regeren een ingewikkelde zaak en is
het presidentschap het eveneens. Het
natuurlijke brandpunt is het Witte Huis.
George Washington moest toezicht houden
op vijf kleine ministeries, die de gehele
regering der V.S. vormden. Harry Truman
beheert negen ministeries met tientallen
onderafdelingen, speciale bureaux, raden
enz. en bovendien nog een enorm aantal
andere regeringsinstellingen en daarnaast
zijn er vele instanties, die zich aan het
presidentiële toezicht onttrekken. Ten tijds
van Washington waren er een paar honderd
ambtenarenthans zijn er niet minder dan
twee millioen 1
Welke functies heeft de president op het
ogenblik?
In de eerste plaats is hij staatshoofdhij
is nog altijd het ceremoniële hoofd van de
natie. In dit opzicht doet hij hetzelfde als
de koning van Engeland of de president
van de Franse republiek. De moeilijkheden
beginnen al direct, omdat hij niet alleen
George VI, maar ook Attlee is. Hij begroet
belangrijke bezoekers, legt kransen op het
graf van de onbekende soldaat, reikt
onderscheidingen uit, koopt het eerste
speldje voor de U.N.A.C. en stopt een
ritselend nieuw bankbiljet in de bus van
het Rode Kruis. Elke maand schudt hij
handjes en altijd ten aanschouwe viin
de camera met athleten, brandweerlieden,
padvinders, dappere schoolkinderen enz.
Hij moet een nationale schaakwedstrijd via
de radio inleiden en een afvaardiging van
vrouwenclubs ontvengen. Hij moet dit
alles doen, want niet hij geeft handjes,
geld en redevoeringen, maar in hem doet
het Amerikaanse volk dit. Dit onderdeel
van zijn taak is het meest tijdrovend.
De tweede van 's presidenten rollen is
die van hoofd van de uitvoerende macht.
Er was een tijd, waarin de president er
werkelijk op kon toezien, dat de posterijen
snel werkten en dat de belastingen de
nodige consideratie gebruikten ten aanzien
van de Amerikaanse burgerstegenwoordig
is daarvan geen sprake meer, maar des
ondanks heeft hij hiermee de handen vol.
Vervolgens is de president hoofd van de
diplomatieke dienst. Grondwet en gebruik
hebben hem de absolute leiding opgedragen
op het gebied van buitenlandse betrek
kingen. Dat geldt voor de leiding der
lopende buitenlandse zaken, maar evenz°er
voor de grote lijnen in de buitenlandse
politiek. De president was verantwoordelijk
voor de Monroe-leer, maar hij is het even
zeer voor het Marshall-plan. De mensen,
die het Europese herstelprogramma thans
uitvoeren zijn rechtstreeks verantwoording
schuldig aan de president,
In de vierde plaats is de president
opperbevelhebber van leger en vloot.
Hij is dat, omdat de Amerikanen naar het
woord van Jefferson geloven in de „supre
matie van het civiele over het militaire
gezag". Welk een enorme macht dit de
president vooral in oorlogstijd geeft, hebben
Lincoln. Wilson en Roosevelt werkelijk wel
laten zien. Tegenwoordig is hij niet alleen
opperDevelhebber van de strijdkrachten,
maar ook van het thuisfront. Hij heeft de
zeggenschap gehad over alles, wat er in
Amerika zelf gedaan werd ter wille van de
oorlogvoering.
Hiermede houdt verband zijn rol als
beschermer des vredes. Dit treedt niet zo
vaak aan de dag, maar de president heeft
te zorgen, dat de binnenlandse toestanden
zodanig zijn, dat de vrede zoveel mogelijk
gewaarborgd wordt. Men zou b.v. Roose-
velts aciivlteit ten opzichte van de New
Deal onder dit hoofd kunnen brengen.
Wij zijn er nog geenszins, want de
leiding van de wetgeving eist ook zo een
en ander van de president. Iedere presi
dent heeft dit op zijn wijze gedaan
sommigen hebben zich beperkt tot het
tekenen van de hun voorgelegde wetten
(of het uitspreken van hun veto daarover)
anderen hebben talloze wetsvoorstellen bij
het Congres aanhangig gemaakt.
In de handen van een Wilson of een
Roosevelt werd het presidentschap tevens
een soort eerste-ministerschap of een
„derde Huis van het parlement" (al naar
gelang degene, die zijn oordeel uitsprak
deze activiteit waardeerde).
Zou het werk van de president zich tot
deze zes gebieden beperken, dan zou er
een kans zijn, dat George Washington het
ambt nog herkende, dat hij acht jaar zo
getrouwelijk heeft waargenomen. Maar
sinds Jefferson is de president ook leider
van zijn party en sinds Jackson ook stem
des volks.
Het moge dan al in de bedoeling hebben
gelegen dat de president niet partijman zou
zijn, de practijk werd, dat hij het wel is en
zo is elke president gedoemd dagelijks één
of twee uur te besteden aan zijn werk als
republikein of democraat nummer één.
En ten slotte is de president ook nog
stem des volks. Hetgeen door professor
Wilson werd geschreven, werd door pre
sident Wilson bewezen: „De president is
in vele gevallen degene, die vertolkt wat
er in het volk leeft". Het heeft enige tijd
geduurd, eer de presidenten dit begrepen,
maar sinds Jackson weten zij het heel goed.
En vooral de radio heeft deze functie veel
belangrijker gemaakt. „Woorden gesproken
op een historisch ogenblik zijn daden,"
zei Attlee van Churchill, toen deze zijn
ministerschap neerlegde. Een krachtige
president met verbeeldingskracht kan met
zijn woorden geschiedenis maken, zoals
Churchill dat in 1940 en 1941 deed.
Als alle gebeurtenissen uit 1933 al lang in
de vergetelheid zijn geraakt, zullen de
Amerikanen zich nog het woord herinneren
dat Roosevelt in die dagen sprak„Wij
behoeven slechts één ding te vrezen en
dat is vrees."
Dit zijn de voornaamste functies van de
presidentdaarkomen dan nog ettelijke
ere-voorzitterschappen enz. bij, maar ook
zonder die kan men zich afvragen, hoe één
man dit kan volbrengen. Een verstandig
man, die Roosevelt enige tijd had kunnen
gadeslaan in zijn werk, zei eens„Het is
mij een raadsel, hoe hij elke morgen de
enkele dingen die hij kan doen peurt uit de
duizenden, die hij moet doen". Volgens de
kranten, had Roosevelt de laatste dag van
zijn leven in Warm Springs rust gehouden
de werkelijkheid is, dat hij zich die dag had
heengewerkt door metershoge stapels docu
menten, die allemaal op zijn handtekening
lagen_te wachten
Op- de een of andere wijze zal men wegen
moeten zien te vinden, opdat het woord van
Roosevelt weer werkelijkheid kan worden
„De president is in de eerste plaats en
bovenal moreel leider."
Zeemans bijgeloof.
Wij kennen allemaal de uitdrukkingeen
onverschillige zeebonk. Overschiilig lijken
de zeelieden stellig, als het gaat om gevaar
lijke karweitjes, die moeten worden opge
knapt, zoals dat in de oorlog zo vaak het
geval was. Maar het is evenzeer waar, dat
er geen groep mensen is, die grotere waar
de hecht aan slechte voortekenen en die in
het algemeen bijgeloviger is, dan zeelieden.
Een gepensionneerde zeekapitein doet b. v.
het volgende verhaalTijdens de eerste
wereldoorlog stond hij op het punt van
Cardiff uit te varen. Met zijn tweede stuur
man, een Ier, liep hij naar de haver, toen
twee kraaien klapwiekend opvlogen van het
dak van een huis. Met een kreet van ont
zetting bleef de stuurman staan en liet zijn
plunjezak op de grond vallen. De kapitein
vroeg hem, wat er aan de hand washet
enige antwoord was „Lieve hemel" kaptein
hebt u die twee kraaien niet gezien? Toen
hij wat bedaard was, maakte hij de kapitein
duidelijk, dat, tenzij zij nog een derde kraai
zagen, de reis nooit goed zou aflopen. Zij
zagen geen derde kraai, hoe zij ook zochten
en het kostte de kapitein heel wat moeite
zijn stuurman ervan te weerhouden zijn
boeltje bijeen te pakken en weg te gaan.
Zodra zij aan boord kwamen, was er al iets
mis. Een Ierse stoker was naar een waar
zegster geweest en die had hem gezegd,
dat zijn schip niet zou terugkeren. De sto
ker wilde weg en om dat te bereiken had
hij de machinist bont en blauw geslagen
hij werd gearresteerd en drie weken gevan
gen gehouden. Intussen vertrok het schip
zonder convooi en zonder kanonnenHet
schip werd prompt getorpedeerd, de beman-
ning kon nog in de boten komen, maar één
sloeg onmiddellijk lek. De mannen dreven
negen uur in het water. De andere boten
bleven dicht bij elkaar en dagen lang moest
de kapitein de jammerklachten van zijn
tweede stuurman aanhoren. Ten laatste
kwamen zij toch terugde stoker had een
speciale reis van Cardiff naar Londen onder
nomen om zijn maats welkom te heten hij
deed niets anders dan de machinist omhel
zen en den Almachtige danken, dat hij hem
voor al die ellende bewaard had.
Als er in Engeland een serie oorlogsbo
dems gebouwd wordt kan men er zeker van
zijn, dat bij de rummering geen getal 13
gebruikt wordt. Dit is misschien nog niet
zo vreemd, want er zijn ook veel landrotten
die bang zijn voor dit getal.
Een van de vreemdsoortigste uitingen van
bijgeloof van zeelieden is die, welke woord
„konijn" taboe verklaartIn Cornwall mag
niemand voor het uitvaren spreken over
een haas, en de visser, die op weg naar
zijn schuit een haas of een konijn over de
weg ziet springen, keert prompt om. Ook
elders komt de afkeer van het woord konijn
voorgebruikt iemand in het westen b.v.
bij vergissing het woord konijn in tegen
woordigheid van een visser, die op het punt
staat uit te varen, dan blijft de visser
voorlopig nog thuis. In Lowestoft zou een
boot op een dag zee kiezen de bemanning
was daar allerminst over te spreken, want
net die dag werd een belangrijke voetbal
wedstrijd gespeeld. De eigenaar en de
kapitein wilden van geen uitstel horen. Toen
had een van de leden een helder ogenblik.
Hij zette een speelgoed-konijntje neer in de
hut van de kapitein. Wat de „ouwe" ze',
toen hij dit ontdekte, is niet met woorden
weer te geven, maar de list slaagde. Hij
weigerde die dag zee te kiezen en de beman
ning zag de wedstrijd.
Het niet gebruiken van bepaalde woor
den en het mijden van bepaalde mensen zijn
tijpische uitingen van schippers-bygeloof
Op een klein eilandje Foula b.v. voor de
noordkust van Schotland gelooft men, dat
een vrouw een slechte invloed op de vangst
heeft en een man, die zal uitvaren loopt
liever anderhalve kilometer om dan dat hij
riskeert een vrouw tegen te komen. Aan de
andere kant: als hij van de reis terugkeert
met een goede vangst en dan een vrouw
tegenkomt, moet hij baar belonen met een
deel van de vangst. Wie een vrouw aan
boord zou nemen, zou zich een oegeluk op
de hals halen. Ook tijdens het vissen mag
het woord vrouw niet gebruikt worden,
want vissen is mannenwerk en het woord
vrouw zou de gramschap opwekken van de
geesten der zee. Andere woorden die men
nooit zal gebruiken zijnlichf, dominee,
kat, maan en einde. Zo nodig gebruikt men
een omschrijving als b. v. zij die bij nacht
regeert als aanduiding voor de maan.
Om de een of andere reden verheugen
dominee's zich niet in de gunst van de
zeelieden én er zijn gevallen bekend, waarin
een zeeman weigerde naar zijn schip te gaan
als op weg daarheen een dominee zijn pad
kruiste. Men heeft wel eens geopperd, dat
dit bijgeloof wortelt in de geschiedenis van
Jona en de walvis. Er zijn mensen die
geloven, dat de duivel eik schip, dat een
dominee aan boord heeft, zal doen zinken
om de ziel van de dominee te krijgen.
Enkele jaren geleden dokte een schip ineen
haven in Queensland. De bemanning verliet
het schip en weigerde terug te keren, want
de aanwezigheid van een dominee had er
een spookschip van gemaakt. Sinds die aan
boord was geweest, was alles mis gegaan.
Een ander geval van bijgeloof gaf aan
leiding tot een rechtzaak in Londen. De kapi
tein van een Grieks schip werd gedagvaard,
omdat hij een schaap in de haven van Lon
den had binnengesmokkeld, dat in de ver
boden haven was geweest. Het dier was de
kapitein aangeboden door de bemanning
van een zusterschip en de bemanning was
erg op het schaap gesteld. Ongelukkiger
wijs had een koe het overboord gestoten,
maar het schip had de steven gewend en
na twee uur zoeken hadden ze het beest
weer opgevist. Het was zo uitgeput, dat men
dagenlang dacht, dat het niet zou blijven
leven. Voor de politierechter werd verklaard
dat de bemanning van het schip vond, dat
dit beest beslist niet mocht worden afge
maakt. Want het bijgeloof wilde, dat datgene
wat men levend uit zee viste, niet mocht
worden vernietigd. De zaak werd gesepo
neerd, maar als de kapitein beboet was,
zou de bemanning de boete voor hem heb
ben betaald.
Een oude zeerot zal fluiten, als het
windstil is, want dan roept hij de wind,
maar hij doet het vooral niet te hard, want
anders zou het wel eens kunnen gaan
stormen. Toen er nog zeilschepen waren
placht de bemanning bij een lange periode
van windstilte weheens een kat over boord
te gooien, want volgens zeggen zit er storm
in de staart van een kat. Maar men zou
hiervoor nooit een zwarte kat gebruiken,
want zwarte katten brengen op zee geluk.
Vooral tijdens de eerste wereldoorlog was
er een geweldige vraag naar zwarte katten
als scheepsmascottes.
In menig geval is het bijgeloof van de
zeeman alleen maar erger dan dat van de
landrot. Een zeeman heeft een felle afkeer
van Vrijdag de 13e. Zelfs oceaan-reuzen
wachten liever tot vijf minuten over twaalf,
dan dat ze op Vrijdag de 13e uitvaren.
Het bijgeloof, dat Vrijdag ongeluk brengt,
wordt wel eens aan godsdienstige oorzaken
toegeschreven, maar in het verleden was er
ook wel een practische reden voor. Vrijdag
was een vastendag en de bemanning van
een schip, dat op die dag wilde uitvaren,
had dus niet de minste kans „er eentje te
nemen op de goede afloop". En dat was
in die dagen van lange, vaak eentonige en
gevaarlijke reizen toch wel wenselijk.
Vooral aan de noordoostkust van Engeland
Abonnements
prijs:
Losse nummers 5 ct.
Kwartaal
abonnement
Axel binnen de kom
fl 1,25
Alle andere plaatsen
in Nederland en
Ned. Indié fl. 1,55.
Buitenland fl. 2,
Advertentie prijs
7 cent per m.m.
Ingezonden
Mededeelingen
20 cent per m.m.
Kleine Advertentiên
(maximum 8 regels)
1 5 regels 60 cent.
iedere regel meer
12 cent extra.