AXELSCHE if COURANT
Frankcrlng bfl abonnement, Axel.
ZATERDAO 6 AUGUSTUS 1949.
63e JAARGANG. No 85
s
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
Verschijnt iedere
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Woensdag en Zaterdag
Drukker-Uitgeefster:
Firma J. C. VINK
Adres Redactie en Administratie:
AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§
Hoofdredactie:
T. C. VINK-van VESSEM
1899 50 jaren 1949
Staatsbosbeheer.
Op 1 Augustus 1949 was het 50 jaren
geleden, dat het Staatsbosbeheer werd
opgericht. Vóór 1899 had de Staat vrijwel
geen bemoeiingen met de bosbouw, zij het
dat in het laatst van de 19e eeuw meer en
meer het besef ontwaakte, dat de Staat ook
op het gebied van de bosbouw een taak
had te vervullen. Deze erkenning was in
hoofdzaak het gevolg van het feit, dat de
duurzame instandhouding van het particuliere
bosbezit tengevolge van massale veilingen
niet langer gewaarborgd was.
In 1888 was de totale oppervlakte bos in
ons land van 231.000 ha. in 1865 tot
227.000 ha. verminderd. In die periode
vielen de jaren, dat uit ons land jaarlijks
ongeveer 200 000 vierk. M. mijnhout werd
uitgevoerd de grote kaalgeslagen terreinen,
met alle uiterst schadelijke gevolgen daarvan
stemden tot nadenken. Van verschillende
zijden werd aangedrongen op ingrijpen van
de Staat ten behoeve van de bosbouwhet
in 1893 verschenen rapport van de Commissie
welke hiertoe door de Maatschappij van
Nijverheid was ingesteld, is hierbij van grote
betekenis geweest. De eerste stap, die
dienaangaande van Staatswege werd onder
nomen, was de aankoop van circa 2700 ha.
stuifzand en heide onder Kootwijk in 1897.
Hiermede was een begin gemaakt met de
bebossing door de Overheid van aangekochte
gronden. Twee jaar later aanschouwde het
Staatsbosbeheer het levenslicht.
Van 13.000 tot 63.100 ha.
In 1899 werd het Staatsbosbeheer belast
met het beheer van ongeveer 13.000 ha.,
waarvan slechts 2200 ha. bos. Door aan
koop en door overneming in beheer van
andere staatsgronden is deze oppervlakte
in de afgelopen 50 jaar toegenomen tot
63.100 ha., waarvan 31.780 ha. bos. Deze
gronden zijn samengevoegd tot houtvesterijen
die in boswachterijen zijn onderverdeeld.
Bij de oprichting was er één houtvesterij,
n.l. Breda. Thans is dit aantal toegenomen
tot 16 houtvesterijen. Er werkt een vaste
kern van ongeveer 250 arbeidersmeer
dan 1000 arbeiders vinden er in het volle
seizoen werk. Bebost zijn in de afgelopen
50 jaren ruim 20.000 ha. op eigen en
15.500 ha. op gemeentegronden. Uit deze
cijfers moge blijken dat het beheer van de
jubilerende dienst gedurende zijn bestaan
aanmerkelijk is uitgebreid. Deze ontwikke
ling is het gevolg van tal van factorende
toenemende erkenning van het nationale
belang van bebossing van de z.g. woeste
gronden speelde hierbij wel een rol van
overwegende betekenis.
Andere functies.
Naast het beheer heeft het Staatsbosbeheer
echter tal van andere functies, die eveneens
geleidelijk een zeer belangrijke uitbreiding
hebben ondergaan. In 1907 werd bij Kon.
Besluit bepaald, dat gemeenten voor de
bebossing van haar woeste gronden tech
nische hulp en renteloos voorschot konden
verkrijgen. De gemeente Venray was de
eerste, welke van deze regeling gebruik
maakte. Thans wordt aan 58 gemeenten
renteloos voorschot verstrekt. Van de totale
oppervlakte der daarbij betrokken gronden
(18.500 ha.) is 15.500 ha. bebost.
Krachtens de Boswet van 1922 werd het
Staatsbosbeheer vervolgens een belangrijke
taak toegewezen, o.m. met betrekking tot het
toezicht op bossen van gemeente enpubliek-
rechterlijke lief amen, de bestrijding van
schadelijke insecten, de kapverboden en de
bijdragen voor instandhouding van natuur
schoon, gevormd door bossen en andere
houtopstanden. Op grond van de Boswet
werd o.a. de bestrijding van de iepenziekte
georganiseerd.
Een derde wet van grote betekenis voor
het behoud van bossen vormt de Natuur-
schoonwet van 1928, die aan eigenaren van
landgoederen de gelegenheid verschaft, in
ruil voor een verbintenis tot instandhouding
van hun bezitting, te genieten van mildere
bepalingen ten aanzien van verschillende
belastingen. Er zijn thans 611 landgoederen
met een oppervlakte van 94 710 ha. onder
de wet gerangschikt. Dank zij deze wet
geving is voorkomen, dat tal van bezitters
van landgoederen uit economische nood
zaak tot verkoop van hun bezit en derhalve
tot veiling van hun houtopstanden moesten
overgaan.
De Bodemproductiewet van 1939 heeft tot
een nog grotere uitbreiding van werkzaam
heden geleid, gezien de hieruit voort
vloeiende bepalingen, die ook op het gebied
van de bosbouw en de houtproductie van
ingrijpend karakter zijn. Het voorschrift,
dat bossen en andere houtopstanden slechts
krachtens vergunning mogen worden geveld
de verplichting tot herbeplanting en de
mogelijkheid tot het opleggen van kaplast
hadden de behandeling van duizenden
gevallen door het Staatsbosbeheer tengevolge.
De betekenis van het bos.
Het bos beslaat in ons land een opper
vlakte van ongeveer 250.000 ha., d.l.
slechts 7.6 pet. van de totale oppervlakte.
De betekenis van het bos in Nederland is
van velerlei aard.
In de eerste plaats produceert het bos
hout, hoewel de totale opbrengst, welke
zich, inclusief die van onze lanen, op niet
meer dan 750.000 kub. M. per jaar laat
schatten, slechts ongeveer 12 pet, van onze
jaarlijkse behoefte dekt. Het is dus uitge
sloten, dat wij ooit in onze eigen hout
behoefte kunnen voorzien, ook al kan de
productie van hout door ontginning en
betere verzorging enigermate worden opge
voerd. Niettemin kan de economische be
tekenis van onze bossen het beste worden
aangetoond door de industrieën, die zich
op de inlandse houtproductie hebben ge
grondvest, zoals de klompenmakerijen, de
lucifers- en tripiexindustrie en de manden
en hoepeimakerijen. Het belangrijkste is
evenwei onze mijnhoutproductie, welke
vooral in tijden van invoerbelemmetingen,
zoals b.v. gedurende de afgelopen oorlog,
van uitermate groot belang is voor de
voortzetting van ons mijrbedrijf. Verder
leveren onze bossen dwarsliggers voor de
spoorwegen, beschoeiïngshout ed. voor
waterbouwwerken, bonenstokken, klaver-
ruiters en heininghout voor onze landbouw,
voor de bouwnijverheid paal- en zaaghout
en tenslotte brandhout, welke productie
vooral in oorlogstijd moeilijk naar waarde
valt te schatten. Niet zonder betekenis is
ook de oogst van bosvruchten als boom
zaden, bosbessen en paddestoelen.
Onze bossen bieden daarnaast een voor
ons dichtbevolkte land onmisbare gelegen
heid tot recreatie. De bosrijke streken in
ons land trekken dan ook gedurende de
vacanties honderdduizenden bezoekers uit
de steden. Hieraan hebben tal van hotels
en pensions hun bestaan te danken.
Bovendien is de gezonde omgeving voor
het herstel van zieken uitermate gunstig
vooral borstpatiënten hebben in de zuivere
zuurstofrijke en stofvrije atmosfeer van onze
bossen genezing gevonden. Hier bevinden
zich dan ook tal van sanatoria. Bijzondere
betekenis heeft ook de bebossing uit het
oogpunt van werkverschaffing. Hiervoor
werd van 1918—1938 door Staatsbosb heer
ongeveer 16 millioen gulden verloo d. In
vele streken geeft het bos een belangrijke
aanvulling van de werkgelegenheid in het
landbouwbedrijf.
Voorts worden duinen en zandverstui
vingen door bos tegen verdere verstuiving
behoed. Uit het oogpunt van wetenschap
pelijk onderzoek is het bos zowel botanisch
als faunistisch van grote waarde. Zonder
de prachtige bescherming van onze bossen
zouden tal van belangwekkende dieren,
zoals het edelhert, de boommarter en de
havik reeds sedert lange tijd uit ons land
zijn verdwenen.
Bosverzorging.
Voor de instandhouding van het bos is
een deskundige verzorging nodig. Het zaad
kan door vogels of muizen worden opge
geten, terwijl de kiemplanten door het
optreden van schimmels of door onkruid in
hun ontwikkeling kunnen worden belemmerd.
Droogte en vorst kunnen insgelijks grote
schade aanrichten, insecten en zwammen
bedreigen doorlopend de enkele boom dan
wel gehele complexen en ook de wind kan
ware ravages in onze houtopstanden aan
richten. De mens zelf veroorzaakt evenwel
de ernstigste schade aan onze bossen
bosbrand, verkaveling, ontijdige velling,
diefstal van hout enz. Al deze gevaren
eisen van de bosbouwer een voortdurende
aandacht en een grondige kennis van de
oorzaken en de bestrijding. Als gevolg
hiervan is de adviserende taak van het
Staatsbosbeheer in het afgelopen tijdvak
sterk toegenomen. In vele gevallen wordt
blijvende technische voorlichting verleend
bij het beheer van bossen. De adviezen
strekken zich eveneens uit over de be
plantingen langs rijkswegen en in de
Wieringermeerpolder, het landscbapsplzn
voor de Noord-Oostpolder, beplantings- en
bebossPgsplannen voor gemeenten, waarde
schattingen voor aankoop of onteigening
van gronden, het behoud van natuurschoon
en over de landschapsverzorging, o.a. bij
ruilverkavelingen en op Walcheren.
Voorlichting.
Met het oog op de voorlichting is in het
hoofdbureau te Utrecht een museum inge
richt, dat zich op een talrijk bezoek mocht
verheugen. Gedurende de laatste oorlog
hebben de verzamelingen veel geleden.
Gelukkig is het museum thans grotendeels
hersteld, zodat het vermoedelijk binnenkort
weer voor het publiek kan worden open
gesteld.
Reeds in 1903 zijn verschillende publi
caties en platen met het oog op de voor
lichting over bomen en bossen uitgegeven,
terwijl aan vele tentoonstellingen werd
deelgenomen.
Na de tweede wereldoorlog, waarin een
belangrijk deel van onze mooiste bossen
ten gronde ging geveld werd van 1
October 1944 tot 1 Juli 1945 ongeveer 6
millioen kub. m., d.i. 2,5 midioen kub. m.
meer dan normaal en juist in de oudste en
beste bossen is het herstel van onze
bossen en lanen een belangrijke doel
stelling van het Staatsbosbeheer geworden.
De Regering stelde een crediet van 15
millioen gulden beschikbaar voor het ver
lenen van subsidies tot 50 pet. in de
normale kosten van herbebossing en her
beplanting van gedurende de bezetting
gevelde bossen en andere houtopstanden.
De Nederlandse bosbouw heeft ook inter
nationaal een goede naam vele buitenlanders
komen o"ze bossen en bebossingen be
zoeken. Er bestaat een regelmatig contact
met de afdeling Bosbouw en Bosproducten
van de Wereld Voedsel en Landbouw
Organisaties van de Verenigde Naties (FAO).
Een overzicht van deze 50-jarige periode
van bosbouw mag niet worden afgesloten
zonder nog te hebben vermeld de grote
vooruitgang, die er zowel bij de behandeling
der bestaande bossen als bij de uitvoering
van bebossingen heeft plaats gehad.
Een steeds groter kennis van de vraag
stukken, die de bosbouw beheersen, van
houtsoorten, bodem, grondbewerking, ver
pleging en zoveel meer, een steeds toege
nomen samenwerking van wetenschap en
pradijk, goed onderwijs zowel voor hoger
als voor lager personeel, hebben geleid tot
een verdere verbetering in de bosbouw.
Daardoor is niet alleen de hoedanigheid
van het bos vooruitgegaan en zijn grotere
waarborgen voor zijn behoud verkregen,
doch is ook de houtproductie opgevoerd.
De bossen, die in het afgelopen tijdvak
zijn aangelegd, geven op veel plaatsen een
prachtig beeld van wat te bereiken valt en
wettigen het vertrouwen dat ook de jongere
bossen in de toekomst en zulks zeker in
niet mindere mate, zowel in economisch
opzicht als op cultureel gebied tot het
welzijn van Nederland zullen bijdragen.
HET KOLENRANTSOEN.
Thans reeds gedeeltelijke afname.
Het Ministerie van Economische Zaken
deelt het volgende mede
Bij de aanvang van het nieuwe rantsoe
neringsjaar heeft de brandstoffenhandel een
ernstig beroep gedaan op de huisbrandver
bruikers om reeds in de zomermaanden een.
deel van het kolenrantsoen af te nemen.
Hoewel een belangrijk aantal verbruikers
hieraan heeft voldaan, zijn er toch nog vele,
die geen haast maken met het treffen van
de nodige voorzorgsmaatregelen voor de
komende winter.
Het behoeft geen betoog, dat een derge
lijke terughoudendheid stagnatie in de
regelmatige gang van de distributie tot
gevolg heeft. Dit kan met zich medebren
gen, dat belangrijke thans voor huisbrand
beschikbare hoeveelheden naar de industrie
of andere niet-huisbrandverbruikers zullen
afvloeien, waardoor gedurende de winter
maanden moeilijkheden bij de huisbrand
voorziening zullen optreden.
Het eigenbelang van de huisbrandverbrui
kers brengt derhalve mede, dat ook zij, die
nu nog geen haast maken met de afname
van een evenredig rantsoengedeelte, deze
terughoudendheid laten varen en hun
brandstoffenleverancier alsnog de gelegenheid
PRINSES IRENE WAS JARIG.
Gisteren vierde Prinses Irene op paleis
Soestdijk haar 10e verjaardag.
Evenals Haar oudere zusje Beatrix is zij
een liefhebster van paardrijden.
Op het nationaal concourshippique, dat
12, 13 en 14 Augustus te Den Haag zal
worden gehouden, zullen de twee prinsesjes
samen uitkomen in een zeer lichte dressuur-
proef, waaraan verbonden een springconcours
over kleine hindernissen, welke wedstrijd
is opengesteld voor jongeren tot 16 jaar.
geven tot aflevering. Slechts indien de
verbruikers op deze wijze medewerken,
kan worden voorkomen, dat vele Nederlandse
gezinnen in de loop van de winter met
brar.dstofgebrek te kamhen.zullen hebben.
Het ligt voor de hand, dat de aflevering
slechts kan geschieden in de soorten,
waarmede de handel wordt bevoorraad,
hetgeen betekent, dat een deel van het
rantsoen in eierbriketten en/of esskolen
dient te worden betrokken.
Tenslotte wordt er op gewezen, dat het
aanbeveling verdient, dat degenen, die
bonvrije brandstoffen wensen aan te
schaffen, hiermede eveneens vroegtijdig een
begin te maken.
K. N. A. C. VERZOEKT UITBREIDING
DER FLIKKERLICHT-INSTALLATIE.
Naar aanleiding van de ernstige ongeval
len, die zich gedurende de laatste maanden
bij verschillende zgn. onbewaakte overwegen
hebben voorgedaan, heeft het bestuur van
de KN.A.C. zich met een adres tot de
Minister van Verkeer en Waterstaat gewend.
Hierin wordt erop gewezen, dat bij Konink
lijk besluit van 9 Augustus 1922 is bepaald,
dat door de Minister van Waterstaat, voor
waarde ijk of onvoorwaardelijk ontheffing kan
worden verleend van de verplichting tot
afsluiting, indien naar het oordeel van de
Minister over de, de spoorweg kruisende
openbare weg niet diuk is en van de krui
sende weg af aan weerzijden een voldoende
uitzicht op de spoorweg bestaat.
Naar de mening van de K.N.A.C. zijn de
uitzichtnormen n.l. op 20 m. van de spoor
weg 500 m. zicht (bij locaal spoorwegen
resp. 12 m. en 350 m., gelet op de vergrote
treinsnelheden), zeer verouderd terwijl boven
dien zelfs aan deze te geringe normen niet
overal wordt voldaan.
Aangezien ook de drukte op de wegen
vergeleken met voor de oorlog, veel groter
is geworden en de intensiteit van het verkeer
aanzienlijk is toegenomen, acht adressante
het aanbrengen van bijzondere voorzieningen
dringend nóodzakelijk. Nu naar haar mening
het construëren van ongelijkvloerse kruisin
gen op de ongeveer 650 onafgesloten over
wegen in verharde wegen niet tot de finan
ciële mogelijkheden zal behoren, dringt zij
er op aan het aantal flikkerlicht-installaties
zo spoedig mogelijk uit te breiden tot het
nodige aantal. Weliswaar is deze beveiliging
niet geheel afdoende te achten, maar zij
moet toch als de meest doelmatige voor
hands bereikbare voorziening worden aan
bevolen.
Ofschoon de K.N.A.C. zich niet ontveinst,
dat de betrekkelijk hoge kosten, die daaraan
zijn verbonden in het huidige tijdsgewricht
op ernstige bezwaren zouden kunnen stuiten,
meent zij toen goed te doen met er op te
wijzen, dat sedert 1935 het motorwegverkeer
aanzienlijk bijdraagt in de kosten van het
spoorwegverkeer, en wel door middel van
minstens eenderde van de opbrengst van
de motorrijtuigenbelasting, welke bijdrage
voor 1949 op 12,5 millioen gulden is te
stellen.
PER 1 SEPTEMBER 45 TEXTIEL
PUNTEN.
Het Ministerie van Economische Zaken
deelt mede, dat met ingang van 1 Sep
tember a.s. wederom 45 textielpunten zullen
worden geldig verklaard. Te zijner tijd zal
nog bekend gemaakt worden, welke bonnen
zijn aangewezen. De aandacht wordt er op
gevestigd, dat de per 1 September aan te
wijzen punten wederom over een periode
van vier maanden zullen strekken.
Abonnements-
prijit
Lósse nummers 5 ct.
Kwartaal
abonnement
Axel binnen de kom
il 1,25
Alle andere plaatsen
in Nederland en
Ned. Indiê fL 1,55.
Buitenland il. 2,-.
Advertentie prijs
7 cent per m.m.
Inaezonden
Mededeelingen
20 cent per m.m.
Kleine Advertentiën
(maximum 8 regels)
1 - 5 regels 60 cent.
iedere regel meer
12 cent extra.