AXELSCHE H COURANT Canada. Frankering bij abonnement, Axel. ZATERDAG 16 JULI 1949. 63e JAARGANG No 80 /T NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM Waardoor is Canada anders? Die vraag drong zich telkens weer bij mij op, toen ik de douaneloods verlaten had en de grote weg naar Vancouver op reed. Natuurlijk, wie een jaar ir. de Verenigde Staten is geweest, ziet direct de kleine verschillen: rode brievenbussen, overal koningskronen, lunchrooms en al die andere uiterlijkheden, waaraan de Britten in de verstrooiing zo verknocht zijn. Zeker, hier en daar duldt men een drugstore of een ander Ameri kaans snufje, maar zij worden niet in het geheel opgenomen. De mensen hier doen alles om Brits Columbia zoveel mogelijk Ie doen gelijken op Engeland. Zij zijn armer dan hun broeders aan gene zijde van de grenshun huizen zijn minder goed onder houden, hun kleren zijn armelijker, hun voornaamste stad Vancouver heeft dezelfde sfeer als Toronto, een sfeer, die ik nooit heb aangevoeld in de Verenigde Staten men waant er zich aan het eindpunt van een Engelse spoorlijn. En toch, op de een of andere manier is dit alles zeer beslist Canadees. Evenals Frans Canada is Brits Columbia veel min der gevoelig voor de sociale en culturele invloed van Amerika dan Ontario. De afzondering heeft een apart stempel gedrukt op de gemeenschap. In politiek opzicht zijn ze radicaler. Het partij-systeem, de taal van de politiek, zelfs de politieke doelstellingen zijn veel meer gevormd naar Engels dan naar Amerikaans model. Veel van deze indrukken gaan naar ik sedertdien heb ondervonden, ook op voor andere delen van Canda. Maar ondanks het zeer verbreide verlangen een Canadeese maatschappij op te bouwen met eigen litteratuur en kunst en met al datgene, wat er nu eenmaal bij behoort, wil men natio naal besef aankweken, blijft Canada toch nog alleen maar een politieke eenheid, welke zo kennelijk kunstmatig in elkaar is getimmerd, dat iedereen het onmiddellijk ziet. Canada is een natie geworden, een voudig omdat er geen andere mogelijkheid was, beklemd als het zat tussen de Ame rikaanse grens en de wildernis. Canada's industrie heeft een enorme bloei beleefd tijdens de oorlogbuitenlandse hulp heeft ervoor gezorgd, dat deze indu strie vaste grond onder de voeten hield. Evenals in de Verenigde Staten zijn de winsten groter en is de levensstandaard hoger dan ooit te voren. En toch kijken velen bedenkelijk, ais zij spreken over de economische toekomst van Canada, ln het verleden heeft het land geleefd, doordat het gelijkelijk handel dreef met Amerika en Engeland. Nu bevoordeelt men kunstmatig de Engelse markt en beperkt men de dollar- aankopen- De invoerbeperkingen uit de Verenigde Staten en de beperkingen in het reizigersverkeer over de Canadeese grens, zijn, naar plaatselijke maatstaf gemeten, drastisch en niet-populair. De Canadese landbouw moet een Europese uitlaat heb ben: papier en mineralen, gecombineerd met toeristenverkeer zijn de voornaamste inbrengers van Amerikaanse dollars. Aan kopen door Europese landen met Marshall dollars zullen de handelsbalans met de Verenigde Staten weer op een redelijk, zij het ook nog niet gunstig peil brengen, maar hiervan kan Canada geen blijvende oplossing verwachten. Ofwel de oude Britse betrekkingen moeten ongeveer even belangrijk worden als vroeger ofwel Canada moet een lang en moeilijk proces door maken van het zich aanpassen aan een nieuwe economische rol. Ik heb heel wat Canadezen ontmoet, vooral hoge ambtenaren, die zich zeer wel bewust zijn van de moeilijkheden, waarvoor Engeland staat. „Ik kan best begrijpen" zei één van hen „waarom Cripps zegt, dat wij meer van Engeland moeten kopen en er minder aan moeten verkopen. Met het eerste deel van zijn bewering zijn wij het volkomen eens. Wij hebben de goederen hard nodig en moeten Amerikaanse dollars sparen. En het Is juist om het tweede pro bleem te voorkomen, dat Canada per hoofd meer gedaan heeft voor het Europese her stel dan de Verenigde Staten. Maar kunt u ons meer verkopen, op dit ogenblik i U levert traag, uw hoeveelheden zijn te gering, uw prijzen te hoog, als de goederen komen. Dat is allemaal goed en wel, zolang er een grote vraag is, maar dat kan niet stand houden. U verkoopt hier een kleine Austin, vrij van invoerrechten voor dezelfde prijs als de Amerikanen een Chevrolet, waarop wel invoerrechten zijn betaald. Wij wensen textiel, stalen buizen, materiaal voor de watervoorziening en nog tientallen andere essentiële zaken. Als u die niet kunt leveren, kunnen wij niet eeuwig blijven wachten. Zodra onze dollar-positie verbetert, zullen de Amerikanen pressie op ons gaan uit oefenen om de invoer-beperkingen op te heffen." Gevoels- en zakelijke verbondenheid ver klaren natuurlijk, waarom niemand zich erg bezorgd maakt over de toenemende Ame rikaanse beleggingen in Canada. Er zijn trouwens heel weinig mensen, die enig idee hebben over de omvang daarvan. Vrij vaak hoort men, dat ongeveer één-derde deel van de industrie regelrecht het eigendom is van Amerikaans kapitaal. Maar er komt nog steeds meer Amerikaans geld, vooral in de Alberta olievelden en in de nieuwe ijzermijnen in Labrador, waarvan men verwacht, dat zij even rp zullen zijn als de befaamde Masabi-mijnen in Minne sota. Het is zo, dat de Amerikaanse beleg gers sterk worden aangemoedigd. Enkele leden van de C C F. (de socialistische Coöperatieve Gemenebest Federatie) denken soms vagelp aan de moeilijkheden, waar voor zij zouden komen te staan, als zij over een jaar of vijftien de macht in handen zouden krijgen en als zij dan industrlën zou den willen nationaliseren, waarin Amerl- kaaans kapitaal zit. Alleen de communisten schreeuwen, dat het land wordt uitgeleverd aan de Verenigde Staten. Veel ernstiger houdt de CC.F., die zich meer aangetrokken voelt tot de liberalen dan tot de communisten, zich bezig met het monopolie-systeem. In Canada is dit in sterke mate doorgedrongen; er zijn takken van industrie en bedrijven, die volledig in handen zijn van één corporatie, andere zp het eigendom van een kleine groep onder nemingen. quenties daarvan moeten aanvaarden, wat die ook mogen zijn. Zij nemen een houding van superioriteit aan, welke die groepen onder de Frans-Canadezen afschrikt, die liberaal denken, die een afschuw hebben van het bedrog jegens hun landgenoten. Daarom kon Monsieur Duplessis in de afgelopen zomer de provincie doortrekken met zijn leuze: „Ottawa geeft aan de vreem delingen Duplessis geeft aan Quebec". In werkelijkheid zal hij heel weinig geven aan deze arme mensen, wier gemiddeld inkomen, voedsel en huisvesting op een veel lager peil staan dan elder? in het land. De kin deren dragen kleren, zoals ik die gezien heb op Franse foto's van veertig jaar gele den. De verandering kan niet van buiten worden gebracht, maar industrialisatie en vakbeweging zijn machtige krachten, die iets te weeg kunnen brengen. „New Statesman iind Nation". De C.C.F. bevindt zich in een vreemde positie. Oorspronkelijk was het een partij van vooruitstrevende gegoede burgers, die de steun genoot van de agrarische radicalen in het westen, doch langzamerhand kreeg ze ook steun van groepen arbeiders, vootal in Ontario, waar een aantal vakverenigingen achter deze partij is gaan staan. Maar er moet nog een lange weg worden afgelegd, voor zij de politieke spreekbuis wordt van het millioen of meer leden van de Cana dese vakbeweging. Tijdens de oorlog steeg steeg het aantal aanhangers zeer sterk, nu is het teruggelopen tot ongeveer een kwart van het kiezercorps. Frans Canada. Quebec bezorgt U een schrik. Praat met een Engelse Canadees behoudens de over het paard getilde en hij schildert U een somber tafereel van een pervers reactionnair volk, arm en volkomen onder de knoet van archaïstische opvattingen en van een kerk, die vastbesloten is haar macht te handhaven en die dairom welbewust de sociale en geestelijke ontwikkeling van haar leden remt. Ge zult merken, dat dit beeld in grote trekken juist is. Toch, evenals het negerprobleem in de V.S. het probleem van de blanke is, zo is Quebec het probleem van „les anglais" evenals van „les canadiens". Zeker. Monsieur Houde, de huidige burge meester van Montreal, heeft het grootste deel van de oorlog in een interneringskamp gezeten. Zeker, hij en andere leiders heb ben geprobeerd de uitlevering te verhinde ren van graaf Jacques de Bernonville, een vooraanstaand man uit Vichy, die plotseling in Quebec opdook en die door de Fransen gezocht werd wegens oorlogsmisdaden. Zeker, de arbeiders worde i uitgebuit door politici, fabriekseigenaars en priesters. Zeker, door te hameren op deze dingen, die uitstekend voedsel vormen voor de Engelse vooroordelen, wordt de dag der emancipatie van Frans Canada uitgesteld. De geschiedenis van Frans Canada is die van Polen of Ierland. Overal waar natio nale discriminatie, verbonden met de status van een godsdienstige minderheid wordt toegepast tegen een bepaalde groep, wordt de politieke ontwikkeling van die groep geremd. Werkelijke maatschappelijke klo ven en de spanningen zijn hier misschien sterker dan elders in Canada kunnen er in Frans Canada niet voorkomen, zolang de gehele gemeenschap het gevoel heeft, dat haar status wankel is. De werkelijkheid is, dat de meeste Canadezen innerlijk weigeren te erkennen, dat hun land twee nationaliteiten omvat en dat zij de conse- Vlaggen. Zoudt u de vlag der U.N.O. herkennen, als u haar zag? Zij bestaat uit een licht blauw veld, waarop een wereldkaart is afge drukt, omgeven door olijftakken. De U.N.O. heeft meer dan 50 staten-leden, de meeste mensen weten niets van de vlaggen van deze landen allerlei verband bestaat. Er zijn vlaggen geweest, sinds de oudste tijden. Toen de Israëlieten geteld werden, werd er bevolen, dat „de kinderen Israels zullen zich legeren, een ieder onder zijne banier, naar de tekenen van het huis hunner vaderen" (Numeri 2 2). De oude Egyp- tenaren, de Syriërs de Joden hadden allen hun eigen vlag. Deze bestonden gewoonlijk uit symbolen van dieren, schepen of andere bekende of vereerde voorwerpen, in hout gekerfd of uitgehamerd in metaal en mee gedragen op een lange stok. Het ambt van bani rdrager stond in hoog aanzien. Het was gebruikelijk de standaarden van de Romeinse legioenen te bewaren in de tem pels te Rome, zoals men heden ten dage de vlaggen van de verschillende regimenten nog in de kerken bewaart. Textiel werd vermoedelijk het eerst ge bruikt voor de Romeinse „vexillum", de standaard der cavalerie. Dit was een techt- hoekig stuk stof, dat aan een houten balk hing, kruiselings vastgemaakt aan een speer. De oudste vlaggen hadden bijna steeds godsdienstige betekenis. In 1219, toen koning Waldemar van Denemarken zijn soldaten ten strijde voerde, zag hij vol gens de legende aan de hemel een kruis verschijnen, hetgeen hij opvatte als een belofte van goddelijke hulp. Van dat ogenblik af koos hij een kruis als symbool voor de nationale vlag van zijn land. Een oude Franse vlag voert de blauwe vlag van St. Maarten, die in de vierde eeuw bisschop van Tours was. Het rode kruis van St. Joris, dat eeuwen lang de Engelse nationale vlag vormde en dat nu nog altijd, samen met het kruis van St. Andries en van St. Patrick, de Britse vlag vormt, levert nog een voorbeeld van het gebruik van gods dienstige symbolen. Het is belangwekkend op te merken, dat in 1817 kapitein Frederick Marryat, de beroemde romanschrijver, voor het eerst een code voor het seinen met vlaggen ontwierp, waarop de moderne code nog altijd geba seerd Is. Tot de algemeen bekende vlagsignalen behoort het gebruik van een rode vlag als teken van muiterij of revolutie, van een witte vlag als teken van overgave. Een gele of zwart met gele vlag duidt op de aanwezigheid van besmettelijke ziekten en een groene vlag waait boven een wrak. Op de internationale conferentie, die in 1863 te Ger.ève werd gehouden, werd be sloten, dat de Zwitserse vlag met omkering van kleuren zou worden gebruikt om in oorlogstijd de plaat3 aan te geven, waar zich zieken en gewonden bevonden. Zo is dus de Rodekruis-vlag ontstaan. Er was een tijd, waarin het uithangen van een omgekeerde nationale vlag werd beschouwd als een teken van nood; was de nood bijzonder dringend, dan legde men in het midden een knoop. Algemeen neemt men ook aan, dat het strijken van de vlag wijst op overgave, dat vlaggen, die halfstok hangen op rouw dui den en dat men een ander eer bewijst door de vlag op en neer te halen. Elke nationale vlag moet van een eigen stok waaienzou men er één onder een andere hangen, dan zou dat betekenen, dat het ene land onder worpen was aan het andere. Nationale vlaggen hebben vaak een eigen naam, zoals de tricolore, de stars and stripes, en de Dannebrog (van Denemarken). De Engelse Union Jack zou eigenlijk Union flag moeten heten zij wordt pas een jack (geus), als zij wappert van de geuzenstok van een schip. ln de middeleeuwen waren er in hoofd zaak drie soorten vlaggen, de standaard, de banier en de wimpel. Legers vochten onder de standaard van de koning, een prins van den bloede of een hoge edele. De standaard verschilde in grootte en pracht al naar gelang van de rang van zijn bezitter. Hij werd niet meegevoerd in de strijd, maar werd gebruikt om aan te geven, waar de eigenaar zich bevond in het kamp of bij officiële plechtigheden. Kleinere legerafde lingen plachten te strijden onder een banier, die gedragen werd door een baanderheer zij diende 'als verzamelpunt tijden3 de strijd. Zij hadden hetzelfde heraldieke wapenbeeld als het schild. De kleinste eenheden ston den onder een ridder, wiens persoonlijke vlag de wimpel was. Zij worden niet meer in de strijd mee gevoerd, maar men kan nog banieren zien in de St. Joriskapel te Windsor boven de zetels van de Ridders van de Orde van de Kouseband. De meest bekende banier is ongetwijfeld de koninklijke, die de persoon lijke vlag van de koning is. In de volks mond, doch eigenlijk onjuist, noemt men dit de koninklijke standaard. Hij wappert boven de plaats, waar de koning vertoeft en hij vergezelt hem bij officiële gelegen heden. Een interessante vlag is die van Vaticaan stad. Dit is een geel en witte vlag met de gouden gekruiste sleutels van Petrus en de gouden en zilveren pauselijke tiara. De vlag van Bolivië bestaat uit horizon tale strepen in rood, goud en groen, die moeten aanduiden het rijk van dieren, mineralen en planten, daar de voornaamste bestaansmiddelen van het land zijnschapen teelt, mijnbouw en landbouw! Er is alle kans, dat de oningewijde dit niet direct begrijpt 1 Of neem Panama, waarvan de vlag bestaat uit ruiten in wit. rood en blauw, wit met een blauwe en rode sier, in de witte ruiten. De rode en blauwe ruiten symboliseren de liberale en de conservatieve partij, en het wit is de vreedzame eenheid, die er tussen deze beide bestaat. „Chambers Journal*. MEER VRIJHEID VOOR DE BOUW NIJVERHEID. Voortaan mogen bouwwerken, waarmede een bedrag van 500 gulden of minder is gemoeid worden uitgevoerd zonder dat voor ieder dezer werken een rijksgoedkeuring is verleend. Voor werken, waarvan de gezamenlijke kosten aai materiaal en arbeid meer dan f 500 bedragen, blijft een afzonderlijke rjjks- goedkeuring vereist. GELIJKSTELLING VAN NEDERLANDSE DIPLOMA'S IN BELGIË. In het Belgische Staatsblad is verschenen een Regentsbesluit, waarbij bet Nederlandse diploma Gymnasium voortaan toegang ver leent tot liet afleggen van examens in de faculteiten van letteren en wijsbegeerte en rechten en voor het notariaat aan de Belgische universiteiten. Ten aanzien van het Nederlandse diploma Gymnasium B geldt hetzelfde voor de natuurwetenschappen, voor het candidaats- examen in de natuur- en medische weten schappen, en voor het candidaatsexamen landbonwkundig ingenieur. Het Nederlandse ei ddiploma H.B.S. B geeft toegang tot het candidaatsexamen in de wis- en natuurkundige wetenschappen en het candidaatsexamen landbouwkundig ingenieur. EEN DWERG-WAGENTJE. Onlangs heeft een Frans ingenieur een dwerg-racewagentje gebouwd, dat een snel heid van 100 km. per uur op de race-baan kan halen. Dit auto-tje heeft een electrische motor en kan van verre door een kabel bestuurd worden. Het is van hout gemaakt en weegt 3,2 kilo; voor de constructie waren een 500 uren arbeid nodig. Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom il 1,25 Alle andere plaatsen ln Nederland en Ned. Indiö il. 1,55. Buitenland il. 2, Advertentieprijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1949 | | pagina 1