AXELSCHE H COURANT Frankering by abonnement, Axel. ZATERDAG 18 JUNI 1949. 63o JAARGANG No. 72 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM itn paradijs in de woestenij. BEVLOEIïNG VAN DE SAHARA. Toen professor Justin Savornin in de zomer -Jin 1927 voor de eerste maal wees op het estaan van een ondergronds meer onder t Sahara, met behulp waarvan duizenden leuwe oasen konden worden aangelegd, thonk men aan deze fantastische theorie laar weinig aandacht. Door alle eeuwen leen is deze wildernis bezaaid geweest iet het verbleekte gebeente van mensen, lie zij door het bedriegelijke spiegelbeeld nu lokkende bronnen en schaduwrijke pal men had misleid. Was niet de geleerde irofessor in de geologie zelf het slachtoffer eworden van een dergelijke phantas magoric juist in die tijd werd de Algerijnse Sahara door een schijnbaar onafwendbaar onheil geteisterd. Oude oasen verkommer en, oude artesische bronnen droogden hngzaam op; het scheen slechts een kwestie «n tijd vóór het stuifzand de laatste spo- im van leven en plantengroei zou uitwissen. Het Franse bestuur zag zich geplaatst loor een vraagstuk met ernstige economische tn sociale gevolgen. De ruim 600.000 loestijnbewoners, wier voorvaderen sedert onheugelijke tijden in de oasen hadden twoond, zouden als gevolg onherroepelijk gaar de reeds overbevolkte kuststreek wor- ien teruggedrongen. Reeds werd er gewerkt un plannen om een millioen Arabieren iver te brengen naar Frankrijk en naar ligeria. Een toevloed van dakloze horden lou deze plannen volkomen in de war hebben gestuurd. De jaren verliepen. Meer uit vertwijfeling dan hoop besloot de Algerijnse regering een onderzoek te doen instellen naar dit onder rondse legendarische meer, waarvan irofessor Savornin met zoveel overtuiging itweerde, dat het een overblijfsel was uit oorhistorische tijden. Twee hydrologische irpedties weiden uitgezonden, maar beide [eerden onverrichterzake terug, omdat ze in technisch opzicht onvoldoende waren uitgerust, in 1937 volgde er een derde poging, en inderdaad bij Ghardaia stootte men op een schier onuitputtelijke waterbron. De volgende boringen bevestigden niet illetn, dat het meer werkelijk bestond, maar maakten het zelfs mogelijk er de omvang van vast te stellen. Het is zo groot als heel Frankrijk, en ligt tussen het Atlas gebergte in het Noordei en de Lybische woestijn in het oosten. Intussen brak de oorlog uit en als gevolg moest de exploitatie van deze ontdekking lijdelijk worden gestaaktmaar niettemin werkten de plaatselijke autoriteiten in alle stilte door aan een tienjarenp an voor het scheppen van 1500 nieuwe oasen, waarin raimte zou zijn voor anderhalf millioen ileuwe bewoners. Sedert is men zonder ophef, maar met grote energie aan de uit werking van het plan begonnen, de eerste schermutseling van wat men beschouwt als een langdurige strijd met de natuur, die naar men hoopt het voorkomen van de Sahara geheel zal veranderen. Reeds nu borrelt het water uit het onder- rondse meer naar de oppervlakte, maar Ie oningewijde staat hier toch voor een mysterie. Hoe handhaaft zich dit meer in een altijd droge streek? Hoe groot is de inhoud? Hoe kon professor Savornin weten, dat het zich daar bevond Al deze vragen heeft hij geduldig beantwoord, toen ik hem In zijn hoog boven de bocht van Algiers op een heuvel gelegen woning opzocht. Hoewel reeds zeventig jaar oud en'pas van een zware ziekte hersteld, toonde Savornin zich vol energie, terwijl hij zijn gecompliceerde tekeningen ontrolde en stoffige kaarten uit de vier hoeken van zijn studeervertrek te voorschijn haalde. De kleine baardige man met zijn enigszins gebogen gestalte, zijn grote ogen en zijn eigenaardige gebloemde werkkiel, herin nerde hij bijwijlen aan een ijverig kind, dat speelt met zijn blokkendoos. „Het eerste feit, dat men moet leren inzien*, aldus de grote geoloog, .„is het volgende. De aardkorst is voortdurend in beweging en verandert zonder ophouden. De geschiedenis ervan laat zich uit zijn luidige toestand aflezen. Maar omgekeerd kan men uit de toestand van heden soms jevolgtrekkingen maken omtrent de onder aardse geheimen der natuur. De geleerden zijn het onder elkaar en met het bijbelse scheppingsverhaal eens, dat de aarde oorspronkelijk geheel met water bedekt is geweest. Dit was ongeveer vijftig millioen jaar geleden, toen de aarde voldoende was afgekoeld om het water de gelegenheid te geven zich te vormen. In de loop van verscheidene geologische perioden stegen daarna de werelddelen boven het water uit. Elk van deze perioden had haar eigen geografische verschijnselen en haar eigen planten- en diererwereld, waarvan de sporen ook nog heden te zien zijn. In het krijttijdperk, nu rond 25 millioen jaren geleden, lag een groot deel van wat nu Europa en Afrika is nog onder water. Parijs bijvoorbeeld lag nog op de bodem der zee, zoals blijkt uit de mosselschelpen, die in de rotsachtige bodem onder de stad zijn aangetroffen. De Sahara was toen een zoetwatermeer vol vissen en reusachtige rep tielen, wier fossielen in het woestijnzand zijn aangetroffen. De versteende overblijf selen van pijnbomen bewijzen tevens, dat dit meer in een gematigd klimaat was gelegen. Toen de aardoppervlakte zich later onder de invloed van machtige convulsies opnieuw wijzigde, en er nieuwe bergruggen en hoog vlakten uit de oceaan omhoog rezen, ver dween het meer onder zware aardlagen. Zelfs nadat de mens betrekkelijk laat op aarde was verschenen, onderging de Sahara nog tal van grote veranderingen. Uit de rotstekeningen van onze pre-histo- rische voorvaderen kunnen wij besluiten, dat hier eenmaal een groot oerwoud is geweest, waarin olifanten, nijlpaarden en neushoorndieren rondzwierven. In de nieuwere, d.w z. historische tijd is de Sahara steeds droger en onvruchtbaarder geworden. Maar onder de woestijn bleef een water- laag bestaan ter diepte van ongeveer twee honderd meter. Deze loopt zacht glooiend van het Atlas-gebergte oostelijk naar de Lybische woestijn en zuidwaarts naar Frans West-Afrika. Oostelijk verzinkt zij bij de Lybische grens op een diepte van circa 1300 meter onder de aardoppervlakte. Maar elders ligt zij veel hoger, zodat zij betrek kelijk gemakkelijk kan worden aangeboord. Het water rust op een bijna ondoor dringbare bedding en verdamping is vrijwel onmogelijk. Verbinding met de zee is er niet, maar in het zuidwesten, waar zij bijna tot de oppervlakte stijgt, verliest zij niette min door de hitte van de zon jaarlijks ettelijke milliarden kubieke meters water. Maar dit verlies wordt rijkelijk goedge maakt door de toevloed van tien milliard kubieke meters uit het noorden, als gevolg van de neerslag op het Atlas-gebergte, waardoor het meer voortdurend wordt gevoed, zodat het zelfs bij intensief water verbruik niet kan opdrogen. Er is ruim voldoende voor de 1500 nieuw ontworpen oasen die, waar de druk groot genoeg is, door middel van artesische bronnen zullen wnrden geïrrigeerd, terwijl er elders van pompen zal worden gebruik gemaakt. Professor Savornin besefte voor het eerst wat er diep onder de Sahara voorviel bij zijn zwerftochten door het Atlasgebergte. Op punten, waar de bergbeken in de grond verzonken, ontdekte hij sporen van krijtlagen. Geduldig bracht hij daarna gedurende lange jaren zijn materiaal bijeen, dat hem in staat stelde de grenzen van het onder grondse reservoir vasl te stellen. En ten slotte kwam hij tot de conclusie, dai dit reservoir tengevolge van een gril der natuur nog steeds met water gevuld was, dat het meer, dat vroeger aan de oppervlakte lag, nog steeds bestond. Nu is een kleine groep technici opgrond van de onderzoekingen van Justin Savornin aan de arbeid getogen om het tienjarenplan uit te voeren. In de tot dusver waterloze hel van de Mzab-Tales is er reeds met de irrigatie van de onvruchtbare woestijnbode.m een aanvang gemaakt op een gebied, dat ruim 300 km. lang en 9 km. breed is. Hier komen 200 met palmen beplante oasen, die een soort heirweg zullen vormen door de woeslijn. Bij El Fayan is nu reeds een nieuw dorp in wording, waar een aantal met zorg gekozen inheemsen worden opge leid tot technische adviseurs voor de toe komstige bewoners der model-oasen. Aan de school ontreken nog de verdieping en het dak, maar het schoollokaal, het café en de Mohammedaanse gebedszaal zijn in gebruik. In deze prozsïsche twintigste eeuw worden al de oasen precies aan elkaar gelijk. Elk dorp wordt gebouwd om de bron, en er komen een witte moskee, een radio-station en een aantal gelijkvormige huizen. Elk gezin krijgt een hectare grond met precies 121 dadelpalmen, en in elke oase zal er plaats zijn voor tweehonderd gezinnen of naar schatting duizend zielen. Waar mogelijk worden de nieuwe dorpen met het oog op de geprojecteerde spoorweg in rechte lijn aangelegd en door een goede rijweg verbonden. Reeds nu zijn vracht auto's in de Sahara geen zeldzaamheid, ai rijden ze met het oog op de hitte gewoon lijk bij nacht. Hoofdzakelijk zullen er dadels worden gekweekt, die kunnen worden uitgevoerd. De dadelpalm draagt eerst na vijftien jaar vrucht, maar men hoopt door moderne methoden de huidige opbrengst per boom te verdubbelen. Ofschoon de Fransen de Sahara eerst tegen het einde van de vorige eeuw in bezit hebben genomen, zijn zij toch ten volle met het karakter van de inheemsen vertrouwd. Om verwaarlozing van de nieuwe oasen te verhinderen, zal de grond uitslui tend worden verpacht. Arbeidschuwe ele menten worden daardoor tot vlijt aange spoord, want wie niet produceert verliest zijn land. En daar de grond niet verkocht kan worden, kunnen eerzuchtige lieden zich niet tot groot-grondbezitter opwerken. Om de productie zo hoog mogelijk op te voeren is er een uitgebreid electrificatie- programma uitgewerkt, dat echter op het ogenblik slechts stuksgewijze kan worden uitgevoerd. Toch beperkt men zich niet uitsluitend tot het scheppen van nieuwe oasen. Boven dien zal er aan de bestaande, die op het ogenblik door gebrek aan water langzaam verkwijnen, nieuw leven worden ingeblazen. Lang heeft het geschenen of de stifjd van de mens tegen de onverbiddelijke natuur in de Sahara op een mislukking zou uitiopen. Nu schijnt echter een wonder baarlijke overwinning verzekerd. .Weltwoche." HET BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE LANDBOUW. Wat iedere landarbeider weten moet. Nu het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw in werking is getreden, is ook het ogenblik gekomen om iets meer te ver tellen over de regeling en tevens iets mede te delen over de werkwijze, die het Fonds zal toepassen om zijn doel te bereiken. Dat doel is aan de deelnemers een pen sioen te verzekeren bij ouderdom, invalidi teit en overlijden. Op 1 Mei is de deelne ming aan het Fonds verplicht gesteld. Dat houdt in, dat iedere arbeider in de landbouw zich voor de verzekering moet aanmelden en dat voor ieder wekelijks een premie moet worden betaald. Deze premie komt voor de helft voor rekening van de werk gever, voor de heft voor rekening van de arbeider. „Daar heb je het al" moppert hier en daar een ontevredene, die niet goed op de hoogte is. Wacht even! Er moet nog aan worden toegevoegd, dat met ingang van 1 Mei tevens het loon van de arbeider wordt verhoogd met het bedrag der premie, dat voor zijn rekening komt. Daar verder van deze verhoging geen loonbelasting mag worden ingehouder, omdat het pensioen premie is, blijft hei inkomen van de arbei der precies gelijk aan dat van voor 1 Mei. Het komt er dus op neer, dat de gehele regeling aan de arbeider niets kost. Hoe groot is nu de premie, die voor de verzekering verschuldigd is? Dat hangt er van af of het een jonge of een oud; arbei der betreft. Is hij lenminsle 17 jaar, doch nog niet 21 jaar oud, dan is de voor hem verschuldigde premie f 1.25 per week, ter wijl voor arbeiders van 21 jaar of ouder het dubbele, dus f 2.50 per week moet worden betaald. Jongens die nog geen 17 jaar zijn worden niet in de verzekering opgenomen. Werkt iemand niet een volle week, dan is voor iedere dag, dat hij werkt, een dag premie ten bedrage van f 0.50 (voor de ouderen) of f0.25 (voor de jongeren) ver- schuldigd- De betaling van premies wordt bewezen door het plakken van zegels op een zegel blad, dat de werkgever voor iedere arbeider aanlegt. Deze zegels zal de arbeider in het algemeen niet te zien kiijgen. Wel ontvangt hij aan het einde van het kwartaal van zijn werkgever een soort kwitantie. Dat is een gegomd strookje, waarop de werkgever heeft aangetekend hoeveel zegels en welke soort zegels hij in het afgelopen kwartaal voor de arbeider op het zegelblad heeft geplakt. Dit strookje moet de arbeider, na dat hij er zich van overtuigd heeft, dat hij het met de vorenbedoelde aantekening eens is, op de jpremiekaart plakt of- als hij de premiekaart aan zijn werkgever in bewaring heeft gegeven door deze laten plakken. Ja, de premiekaart, hoe komt de arbeider daaraan In veel gevallen heeft hij zich reeds aangemeld bij de Sociale Verzekeringscom missie (S. V. C.) in zijn district. Hij kan dan rustig afwachten, tot de S.V.C. hem in het bezit van zijn premiekaart stelt. Heeft hit zich nog niet aangemeld, dan dient hij dit in zijn eigen belang zo spoedig moge lijk te doen. Na deze verplichting iets over de rechten. Hierboven werd al aangeduid, dat er aan spraken bestaan op ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen, weduwen- en wezen pensioen. Het ouderdomspensioen bedraagt voor degenen, die van de aanvang af in de regeling worden opgenomen f 6. tot 12. per week. Dat hangt at van de leeftijd, waarop de deelnemers toetredenzo krijgen de bij toetreding bijna 65-jarigen op het 65e jaar f 6.- per week, de 46-jarigen f8.-, de 25- jarigen f 12.-. Het invaliditeitspensioen bedraagt twee derde van het ouderdoms pensioen en kan dus ten hoogst f 8.- zijn. Het weduwen pensioen, dat tot 60e jaar der weduwe wordt uitgekeerd is f 5.- per week, het wezenpen f 1.- per week voor ieder kind. Dit laatste pensioen houdt op zodra het kind zijn 17e verjaardag bereik: heeft. De hier genoemde bedragen worden ver leend in de gevallen, waarin de premie zonder onderbreking is betaald. Voor de arbeiders, die niet het gehele jaar in de landbouw werken, is de regeling anders en vanzelfsprekend, minder gunstig. Een vraag, die nogal eens gesteld wordt is hoe het zit met de rechten volgens de Invaliditeitswet. Deze staan geheel los van die uit het Bedrijtspensioenfonds. De pen sioenen, die het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw toekent, worden dus genoten naast die uit de Invaliditeitswet. Een ander belangrijk punt is, dat de arbeider over de tijd, dat de regeling terug werkt, dat is tot 1 Mei 1947, premies krijgt tegoed geschreven uit hetLandbouw- Egalisatiefonds over de tijdvakken, gedu rende welke hij in de periode 1 Mei 1947 tot 1 Mei 1949 in de landbouw werkzaam was. Deze premies komen de hoogte van zijn pensioen ten goede. De arbeider zai er daarom goed aan doen het inlichtingen formulier, dat hij tegelijk met zijn eerste premiekaart heeft ontvangen, en dat ook gegevens vraagt over genoemd tijdvak, nauwkeurig in te vullen. Een arbeider, wiens loondienst in de landbouw eindigt, behoudt zijn reeds ver kregen rechten op een ouderdomspensioen- Anders staat het met zijn aanspraken bij invaliditeit en overlijden; deze nemen een einde zodra zijn loondienst een einde neemt. Dit kan tot gevolg hebben, dat een arbeider, die zijn werkzaamheden in de landbouw voor korte tijd onderbreekt, bij zijn overlijden zijn vrouw en kinderen onverzorgd achterlaat, ook al is hij jaren lang verzekerd geweest. Daarom wordt aan de arbeider, zodra hij niet meer in de land bouw werkt, de gelegenheid gegeven zich voor het risico van invaliditeit en overlijden door betaling vih een premie van f 1, per week te blijven verzekeren, ten hoogste voor een. tijdvak van 26 weken. Wil hij bovendien het ouderdomspensioen nog ver der laten aangroeien, dan kan hij de volle premie van f 2 50 per week voor eigen rekening doorbetalen, eveneens hoogstens gedurende 26 weken. Bovenstaande uiteenzetting is slechts een greep uit het geheel. Alleen het allervoor naamste kon er in worden behandeld. Maar zoveel zal duidelijk zijn, dat, wil de zaak goed lopen, de medewerking van iedere belanghebbende dringend nodig is en dat speciaal de geregelde premiebetaling voor de arbeider van het hoogste belang is. HOOFDPIJN I Abonnement»- prij»t Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indié fl. 1,55. Buitenland fl. 2,-. Advertentie prijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. Mijnhardt Hoofdpijnpoeders. Doos 45 ct. Mijnhardt Hoofdpijntabletten. Koker 75 ct.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1949 | | pagina 1