AXELSCHE H COURANT De Zeeuwse vlag is thans vastgesteld. Het einde van Veldmaarschalk Rommel, i. Frankering bij abonnement, Axel. ZATERDAQ 2 APRIL 1949. 63e JAAROANO No. 52. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM GEDEPUTEERDE STATEN RICHTTEN ZICH TOT DE BURGEMEESTERS. Het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland heeft aan burgemeesters en wet houders medegedeeld, dat het college is overgegaan tot vaststelling van een provin ciale vlag. Tóf nog toe was nimmer officieel vastge steld welke vlag de provincie voerde. Gedep. Staten schrijven daarover Van oordeel, dat deze toestand niet be stendigd behoorde te blijven, zijn wij te rade gegaan, hoe in de aldus gebleken lacune op de beste wijze zou kunnen wor den voorzien. Daarbij zijn wij er van uitgegaan» dat er een bepaald verband behoort te bestaan lussen het wapen ener gemeenschap en de vlag, die door die gemeenschap wordt ge voerd. Aangezien echter ook het wapen der Provincie hoezeer sinds eeuwen gevoerd - nog nimmer officiëel was vastgesteld, diende hiervoor de in het Koninklijk Besluit van 23 April 1919 nr. 181 aangegeven weg Ie worden bewandeld. Op ons voorstel machtigden de Provinciale Staten van dit gewest ons bij hun besluit van 3 Augustus 1948 nr. 16, aan de Minister van Binnen landse Zaken te vragen, wel- te willen bevorderen, dat de provincie Zeeland be vestigd wordt in het gebruik van een wapen, hetwelk wij op grond van de ons verstrekte adviezen, als volgt meenden te moeten omschrijven: „Een schild van goud, de schildvoet gegolfd gedwarsbalkt van drie maal twee stukken blauw en zilver, met uitkomende, naar rechts gewende, rode leeuw, blauw getongd en genageld. Het wapenschild is gedekt met een oude graven- Icoon (fleurons) en vergezeld van de wapen spreuk: „Luctor et Emergo." Bij Koninklijk Besluit van 4 December 1948 nr. 4 werd de provincie Zeeland be vestigd in het gebruik van een wapen, het welk in dit Koninklijk Besluit als volgt wordt omschreven: Golvend doorsneden I. van goud beladen met een ten halve uil de baren naar boven komende leeuw van keel, getongd en genageld van azuur; II. golvend gedwarsbalkt van zes stukken azuur en zilver. Het schild gedekt door een gouden kroon van vijf bladeren en vier paarlen en ter wederzijde gehouden door een leeuw van keel, getongd en genageld van azuur. WapenspreukLuctor et Emergo, in letters van sabel op een wit lint. De voorstellen. Nu derhalve het wapen vast was komen Ie staan konden wij overgaan tot het vast zeilen van een provinciale vlag. Wij had- din daarover bereids het advies van de Rijksarchivaris in de provincie Zeeland, als mede van de Hoge Raad van Adel inge wonnen. Verder was bij de behandeling van het voorstel nopens het provinciale wapen In de vergadering der Staten medegedeeld, dat ons College gaarne suggesties zou ont vangen en wel van de heer A. Stolk, die een vlag in overweging gaf, gevormd door negen hanen, achtereenvolgens van boven af lood, wit, blauw, rood, wit, blauw, rood, wit, blauw. Dit ontwerp kon onze instemming niet hebben, in de eerste plaats omdat een der gelijke vlag geen bepaalde Zeeuwse bete kenis zou hebben, doch veeleer associaties met de nationale vlag zou oproepen en voorts, omdat een dergelijke negenbanige vlag, als vlag van de gemeente Batavia, bereids in gebruik is. Het voorstel-Schorer. Meer kon ons bekoren een voorstel van het lid der Provinciale Staten, jhr. mr. Schorer, die in overweging gaf een blauwe vlag, waarover drie gegolfde witte banen, ieder van één zevende der vlaggehoogte en over alles in het midden, als hartschild, het ^kroonde wapen van Zeeland. Hoezeer wij aanvankelijk van oordeel waren, dat de vlag, zulks in overeenstemming met de hiervoor medegedeelde offic ële beschrijving van het wapen der Provincie, behoorde te bestaan uit zes banen achtereenvolgens en afwisselend blauw en wit, zijn wij door de beer Schorer er tenslotte van overtuigd, dat een zevenbanige vlag, als door hem voor gesteld, aanbeveling verdient. Ter adstructie mogen wij hier aanhalen, hetgeen de heer Schorer ten deze opmerkte„de reden hiervan (de keuze van een oneven aantal banen) is te zoeken in het feit, dat uitslui tend een oneven aantal banen van een vlag een werkelijk evenwichtig geheel kan maken. Dit springt reeds in het oog bij de meest voorkomende vlaggenvorm van 3 banen, welke veel meer een afgerond geheel oplevert dan een 2- of 4-banige vlag. Een en ander klemt te meer, wanneer de onder ste baan van de vlag door het even aantal banen wit zou zijn, zoals bij de door U aangegeven wijziging in het ontwerp het geval is. Alsdan komt bij het vlaggentech- nisch en aestetisch bezwaar nog de omstan digheid, dat deze onderste baan tegen de lucht, wanneer de vlag daartegen uitkomt, uit het oog raakt en niet mïer gezien wordt, vooral uit de verte. Boven- en onderkant van een vlag dienen duidelijk gemarkeerd te zijn. Het gebruik. Wij zouden tenslotte nog de opmerking willen maken, dat, naar ons oordeel, het gebruik der thans vastgestelde provinciale vlag beperkt behoort te blijven tot die fees telijkheden ais anderszins, die inderdaad een bij uitstek provinciaal karakfer dragen of waarbij de provincie als zodanig wordt vertegenwoordigd of uitgebeeld, als in optochten en dergelijke. Voor nationale feest- of rouwdagen blijve de nationale vlag het middel om uiting te geven aan de nationale gevoele s. Bij deze brief van gedeputeerden zijn overgelegd twee brieven, die het advies bevatten van de rijksarchivaris in Zeeland, om de nationale vlag te kiezen met in de middenbaan of linkerbovenhoek het provin ciale wapen, en het advies van de Hoge Raad van Adel, dat voorstelt een vlag te kiezen van vijf banen, namelijk rood, geel, blauw, wit, blauw, welke kleuren ontleend zijn aan het Zeeuwse wapen. Een exemplaar van de door Gedeputeerden vastgestelde Zeeuwse vlag wordt thans geëxposeerd bij de fa. van Benthem en jutting te Middelburg. Hij lag 600 km. van zijn post verwijderd te slapen, toen het alarmsein ging. Het was bijna ochtend, toen het bericht hem bereiktekostbare uren waren verloren. Geallieerde parachutisten, zei het bericht, daalden in Normandië, achter de kust, die hij gezworen had te verdedigen, En intussen zat hij hier thuis, in een afgelegen villa in Wurtemberg, bij zijn vrouw. Lucie Maria Rommel was er aan gewend, dat hij in. tijden van spanning plotseling thuis kwam. Hij had dit gedaan op het hoogtepunt van zijn Afrikaanse successen, vlak voor El Alamein. Men zei, dat hij zeer op haar steunde en dat hij zich vaak moest losrukken vsn de inspanning aan het front- Zij had hem over een hele reeks persoonlijke oorlogs-crises heen geholpen, zij, een grijs-achttge soldatenvrouw met een rustige stem, die Duitslands populairste, vitaalste en woeligste vechtjas leidde. Vandaag bi] het aanbreken van de dag op 6 Juni 1944 hing het lot van gans Duitsland van hem af. Vroege reizigers langs de weg uit Herr- lingen zagen een staf auto langs flitsen, er in een kleine, zware figuur met een rood hoofd en lange magere kaken. Niemand kon veldmaarschalk Erwin Rommel voor een van de andere hoge aanvoerders houden. Hij zag er eerder uit als een bokser dan ais een lid van die club van magere Pruisische veldmaarschalken met blauw bloed, waartoe Hitier hem toegang had verschaft. Hij had geen „von"; de generaals keken met misnoegen door hun monocles naar zijn lawaaiïge Zwabische manieren. Hoewel hij sinds zijn 20e jaar beroeps officier was, voelde hij zich beter thuis bij de avonturiers en woestelingen, die met de nazi's omhoog waren gekomen dan bij het klatergoud, dat nog stamde uit de tijd van het keizerrijk. Zij vormden de oude garde en vandaag moest hij tonen niet alleen tegen de vijand, maar ook tegen hen te zijn opgewassen. Het was een wanbof, dat hij op het uur-U van de vijand zover weg was. Dit zou bij andere hoofdkwartieren de indruk wekken, alsof hij weer had zitten slapen uist als bij El Aiamein. Rommel te iaatIn de woestijn was hij er trots op geweest, dat hij altijd het eerst begonhij was er midden in de nacht op af gegaan, had bij het aanbreken van de dag staf-conferenties gehouden in zijn auto en veldslagen gewonnen voor het ontbijt. Maar ditmaal was niet alleen de vijand op hem af gekomen, maar ook de verschillende Duitse hoofdkwartieren een enorme machine was gaan draaien tijdens de afwezigheid van de hoofdmachinist. Hij vloog met maximum-snelheid naar het westen en binnen enkele uren was hij op zijn hoofdkwartier, een oud kasteel in een bocht van de Seine bij St. Germain. Zijn stafchef, de bebrilde, ernstige uitge mergelde generaal Hans Speidel, die de halve nacht aan de telefoon had gezeten, verwelkomde hem. Staf-officieren bestu deerden de enorme kaart van de kuststreek tussen Caen en Cherbourg en zij gaven aan waar vijandelijke aanvallen gemeld werden. De toestand Er was maar één woord voor: onoverzichtelijk. Bevelen? Natuurlijk: tegen-aanvai, onmiddellijk, met alle macht. Dat was reeds aldoor het plan geweest: de aanvallers onmiddellijk terugwerpen in zee en verondersteld werd, dat de ijverige Speidel dit al aan het uitvoeren was. Het was Rommels plan. Hij had er zijn troepen voor getraind, hij had het terrein tien, twaalf keer geïnspecteerd en hij had gevochten tegen de weifelaars op de hogere hoofd kwartieren. De weifelaars hadden willen afwachten, zich er eerst van willen over tuigen, dat de vijand geen schijn-manoeuvre ondernam, voor zij al hun strijdkrachten op hem los lieten en dan de tijd nemen om een onfeilbare massa manoeuvre uit te voeren, die de invaller zou overweldigen, als hij reeds diep het land was binnen gedrongen. Rommel had alle argumenten voor deze voorzichtige tactiek aangehoord, maar zij hadden hem niet overtuigd. Ook Hitier was er niet door overtuigd. Zij vonden dit een tactiek van sceptici, tobbers, kleine mannetjes, ja van defaitisten. De ouder wetse generaals hadden het bijna altijd bij het verkeerde eind gehad, had Hitier hun telkens voorgehouden, hen herinnerend aan hun bezwaren tegen de inval in Polen, Noorwegen en Frankrijk. Het ging er niet om, dat zij bang waren voor de oorlog, zij waren bar.g voor risico's. Maar Rommel en Hitier leefden van risico's. Zoals zovele nazi's waren zij vroeger niets geweest en zij hadden dus niet veel te verliezen. Rommel dus moest de opvoering in het westen regisseren ofschoon formeel onder het oppertoezicht van de oude hark, veldmaarschalk Von Rundstedt. Maar Von Rundstedt was de ergste der weifelaars. Hitier wist dat. Hij had gezien, hoe die uitgedroogde oude proffesional twee jaar geleden zijn functie aan het oost front had neergelegd, omdat hq toen nog sterker weifelde. Hooghartig, kortaf, Ijzig en verbitterd in zijn superioriteit, was von Rundstedt precies het type officier, waaraan Hitler dacht, toen hij tegenover Goebbeis klaagde, dat het hoogste klatergoud in het leger hem ondankbaar en ontrouw was, dat zfl hem „bedotten* en „zijn intelligentie beledigden". Rommel was anders. (Waren al onze maarschalken maar uit hetzelfde hout ge sneden als Rommel verzuchtte Goebbeis in zijn dagboek maar helaas is Rommel de uitzondering, niet de regelEn Rommel was niet vergeten, dat jaren geleden, toen hij zelf nog maar kolonel was, belast met het bevel over het mobiele hoofdkwartier van de Führer, de hooghartige Rundstedt hem had gekwalificeerd als „de clown, die de baas speelt in het Adolf Hitler-circus*. En toch, in Hitiers omgeving had men het onaangename gevoel, dat von Rundstedt, zo onuitstaanbaar als hij was, een le-klas strateeg was. En Rommel? Hij was zo onstuimig, misschien had hij wel een controleur nodig (aan de andere kant was het goed, dat Rommel er zijn zou, want von Rundstedt was niet helemaal te ver trouwen). Het kon best gebeuren, dat die twee elkaar zouden gaan bespionneren en dat was precies wat Keitel en Jodl wilder, want dan was et alle kans, dat zij eindelijk de touwtjes in handen kregen, Tijdens de weken, waarin op de invasie werd gewacht, was het thema van von Rundstedt geweestPas op voor over haasting hetgeen bij hem wilde zeggen Pas op voor Rommel, Maar Rommeis thema, dat hij zijn kustcommandanten had inge- hamerd, was geweest: „Wij moeten de aanvallers in het water tegenhouden en al hun materiaal vernielen, terwijl het nog drijft." Hij had de maand Mei gebruikt om de kust van Normandië en Pas de Calais te maken tot een naar zijn mening onneem bare verdedigingsmuur. Hij had mijnen velden gelegd, loopgraven gegraven, tank vallen gemaakt, kustbatterijen opgesteld, kazematten en versterkingen aangebracht, versperringen gelegd op het strand onder de vloedlijn, infanterie in stelling gebracht op de klippen en pantser-eenheden zo ge- stationneerd, dat zij onmiddellijk zouden kunnen oprukken. MINDER POOT-AARDAPPELEN NAAR FRANKRIJK. Tengevolge van de ongunstige ontwik keling van de aardappelmarkt in Frankrgk blijkt het niet mogelijk de gehele voor dit land bestemde hoeveelheid pootaardappelen te exporteren. Een gedeelte der reeds afge sloten transacties, voornamelijk voor het ras Voran, Is van Franse zijde geannuleerd. Het Bedrijfschap voor Zaaizaad en Poot- goed deelt mede, dat in onderling overleg thans een regeling is getroffen, die o.m. inhoudt, dat aan exporteurs, die pootaard appelen aan Frankrijk hebben verkocht, waarvan een gedeelte niet kan worden ge leverd, een schadevergoeding van zes gal den per 100 kg. zal worden betaald. Voorts kunnen de exporteurs, resp. landkooplieden, die hierbij betrokken zjjn, op hun beurt eveneens een regeling met bun telers/ /everanciers treffen. De aandacht wordt erop gevestigd, dat volgens de „Koop- en Leveringsvoorwaar den, Pootaardappelen, Oogst 1948, voot Export*, welke voorwaarden In het koop contract met de telers voorkomen, de expor teur verplicht is de door hem gekochte partijen af te nemer. Dit neemt echter niet weg, dat het de handelaren en de teters volkomen vrij staat onderling tot een andere schikking te geraken. Kunnen de betrokkenen niet tot overeen stemming komen, dan blijft op basis van artikel i5 van genoemde voorwaarden, voor beide partijen altijd de mogelijkheid van arbitrage open. DE COLORADOKEVER-BESTR1JDINO IN 1949. In vergelijking met voorgaande jaren kan de Coloradokever-bes»rijding voor 1949, mede op grond van internationale afspraken, worden vereenvoudigd. Behoudens enkele uitzonderingen zullen voor die gebieden, welke niet of slechts sporadisch besmet zijn, geen voorbehoedende bespuitingen of be stuivingen van alle met aardappelen beteetde percelen worden afgekondigd. De uitzonde ringen hebben voornamelijk betrekking op enkele export-cefttra in het Westen vatf- Nederland. Dit neemt niet weg, dat op grond van artikH 2 der Coloradokever-wet de kever, overal waar hij voorkomt, intensief dient ie worden bestreden. De telers kunnen dit* doen op de wijze, welke hen het beste past en op het meest geschikte moment, mits men maar zorgt, dat de verdelging te allen tijde ter hand wordt genomen. Wan neer in ernstig besmette gebieden onvol doende maatregelen worden genomen, zullen daar alsnog algemeen verplichte behande lingen van het aardappelgewas worden voorgeschreven. Om te voorkomen, dat zich besmettings haarden in het gewas ontwikkelen, dienen de telers de aanplant regelmatig te contro leren, teneinde in staat té zijn de nodige bespuitingen of besluivingen tijdig te kunnen uitvoeren. Dit is van zeer groot belang, aangezien met de juiste middelen dan hei grootste resultaat wordt verkregen. AUTOPRODUCTIE IN DUITSLAND. De Volkswagenfabriek te Wolfsburg pro duceerde in 1948 19220 automobielen, waar van er 3282 werden overgedragen aan de bezettingsmachten, 4500 werden geëxpor teerd en 11.438 werden verkocht op de Duitse markt. Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indiê fl. 1,55. Buitenland fl. 2,-. Advertentie prijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentlén (maximum 8 regels) 1 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1949 | | pagina 1