AXELSCHE IS COURANT
Als de schoonmaak
HOEST
Frankering bij abonnement, Axel.
ZATERDAG 19 MAART 1949.
63e JAARGANG No. 48.
N
y
V
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
Verschijnt iedere
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Woensdag en Zaterdag
Drukker-Uitgeefster:
Firma J. C. VINK
Adres Redactie en Administratie:
AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§
Hoofdredactie:
T. 'C. VINK-van VESSEM
Door de mist naar Schiphol.
Fluittonen, wijzers en lampjes brengen
de viiegtuigen binnen.
Schiphol heeft slecht weer. Laaghangende
wolken worden door een gure zeewind over
de hangars en gebouwen gejaagd en van
lijd tot tijd doet een motregenvlaag de
enkele personen, die zich op het platform
bevinden, huiverend in de kraag van hun
overjas wegduiken.
Maar op de houten tijdelijke verkeers
toren aan de rand van het platform heerst
nu volop activiteit; het luchtverkeer gaat
door en nu het weer zo slecht is, moeten de
aankomende machines stuk voor stuk wor
den binnengeloodsd.
Ergens boven de wolken klinkt motoren
geronk; een K.L.M.-vogel vliegt daar op zoek
naar de thuishaven. Op de toren zit de
verkeersleider met zijn staf en luistert in
zijn microfoonhij hoort de stem van de
gezagvoerder, die zich aan hem meldt
„Hallo Schiphol, hier K.L.M. Baker Peter,
over
De verkeersleider antwoordt hierop
„Hallo K.L.M. Baker Peter, hier Schiphol,
over 1"
Het wachtbaken.
De gezagvoerder geeft nu aan de ver
keersleider zijn positie, hoogte en snelheid
op, waarna deze hem de nodige gegevens
beireffende windrichting, grondzicht, te
gebruiken landingsbaan, wolkenhoogte e.d.
mededeelt.
De PH—TBP is echter niet de enige
machine, die zich op dit moment in de
lucht bevindt; er cirkelen in de wolken
boven Schiphol nog enige vliegtuigen rond,
die allemaal willen landen. Daarom geeft
de verkeersleider aan iedere machine een
landingsbeurt; nummer één mag landen,
terwijl nummer twee wordt gedirigeerd naar
het zg. wachtbaken, dat ten noorden van
Amsterdam, in Buikslont, is opgesteld. Hier
moet dï machine op 300 meter blijven
cirkelen. Een volgende moet op 600 meter
rondjes maken, terwijl elk volgend vliegtuig
hier bovenop „gestapeld* wordt, met 300
meter tussenruimte. Ook de PH—TPB krijgt
dns van de verkeersleider een bepaalde
hoogte aangewezen, waarop hij voorlopig
moet blijven cirkelen.
Natuurlijk wordt dit systeem niet altijd
straf gehandhaafd; een toestel, dat weinig
benzine over heeft of waarvan de beman-
ming al een lange reis achter de rug heeft,
of dat om een andere reden snel moet lan
den, krijgt op verzoek voorrang. Wanneer
vliegtuig no. 1 geland is, laat de verkeers
leider vliegtuig no. 2 driehonderd meter
lager komen en vervolgens de hele „stapel"
één voor één 330 meter zakken. De onderste
machine kan dan gaan landen.
Signalen, wijzers en lampjes.
Schiphol is uitgerust met verschillende
bllndlandings-installaties en de meeste
moderne verkeersvliegtuigen kunnen van al
deze installaties gebruik maken. In de regel
berusten deze systemen op het uitzenden
van radiogolven, die aan boord van het
vliegtuig worden ontvangen.
Op het instrumentenbord van de PH—
TBP bevindt zich een kiein, rond instru
ment met twee wijzers erop, een horizon
tale en een verticale. Deze wijzers reageren
op de ontvangst van een horizontaal en
een verticaal veld, die door de zender op
de grond worden uitgezonden. Wanneer
beide wijzers loodrecht op elkaar staan,
volgt de machine de juiste dalingsbaan,
maar wanneer een van beide wijzers uit
slaat, moet de gezagvoerder bijsturen. Dit
landings-systeem heet in de vliegwereld
I.L.S. (Instrument Landing System).
De vlieger in de PH-TBP heeft nog een
ander middel om zijn landing zonder zicht
op Schiphol uit te voeren. Hij zet een
koptelefoon op en hoort daarin een onaf
gebroken fluittoon; dat is voor hem het
bewijs, dat hij op de juiste koers voor de
landingsbaan zit. Wanneer hij hiervan
afwijkt, hoort hij aan de ene kant een reeks
punten en aan de andere kant een reeks
strepende vlieger kan dus aan deze sig
nalen horen naar welke kant hij moet
sturen om weer op de goede koers te
komen. Om zijn afstand van het begin van
de landingsbaan te weten te komen, behoeft
hij alleen maar op een paar lampjes op het
instrumentenbord te lettenop 3 km. van
de landingsbaan staat het zg. voormerk-
baken, dat in de koptelefoon een zg. floep-
toon geeft en op het insrrumentenbord een
rood lichtje doet branden. Op 300 meter
voor de landingsbaan staat het zg. hoofd
merkbaken, dat hetzelfde effect in de kop
telefoon veroorzaakt en %een groen lampje
doet branden. De vliegers kennen dit laatste
systeem als SBA (Standard Beam Approach).
Het derde op Schiphol gebruikte sy3teem
werkt mef een zg dwarspeiler, die aan de
hand van door de telegrafist van het vlieg"
tuig uitgezonden signalen de positie van
het toestel ten opzichte van de landings
baan bepaalt en die langs radiotelefonische
weg aan de vlieger doorgeeftdaardoor
weet deze hoeveel hij van zijn koers afwijkt
en hoewel hij dus moet bijsturen. Dit
laatste systeem heet QDM- QGE-systeem.
Zonder zicht geland.
De gezagvoerder vèn de PHTBP kiest
nu een van deze drie blindlandings syste
men uit, welke hij voor zijn landing wil
gebruiken: dan richt hij zich tot verkeers
toren om te vragen of dit systeem in
gebruik is. Als de verkeersleider hem dit
bevestigd heeft, kan de landing beginner.
Op de aanwijzingen van de instrumenten
en op de fluittonen in de koptelefoon glijdt
de KL.M. vogel door de wolkenmassa naar
baan 23 op Schipholde rode en groene
lampjes flitsen aan en uitde ogen van de
gezagvoerder zijn onafgebroken op zijn
instrumenten gericht. Het hoofdmerkbaken
laat zijn floeptoon horen de baan is dus
bijna bereikt. Nu nog even doorzakken. Een
paar laaghangende wolkerflarden schieten
langs het cockpitraam. dan ziet de vlieger
vlak voor zich een glinsterende betonvlakte
baan 23 van Schiphol.
Een paar tellen later hxiet de PH—TBP
naar het platformde instrumenten en
landingsbakens hebben de zilveren vogel
behouden op het nest binnengeloodsd.
Rimboe-trappers.
Uw handen onooglijk maakt,
PUROL» maakt ze weer spoedig
gaaf en zacht. Doos 30 60 ct.
DIT JAAR EINDE DER VLEES
DISTRIBUTIE.
In Heerde heeft minister Mansholt ge
sproken op uitnodiging van de Bond van
Kleine Bieren over „de landbouwpolitiek
bezien in het'licht van de ecoiomische
unie". Daarbij wees hij op het grote belang
van de Marshall-hulp voor de landbouw.
Het ligt in het voornemen in het a.s.
voorjaar voor de tijd van drie jaar een
bacon-contract met Engeland li te sluiten,
dat een jaarlijks stijgende export naar dat
land betekent.
Door vergroting van de varkensstapel zal
niet alleen dit jaar de vleesdistributie kun
nen worden afgeschaft, maar zal ook de
prijs voor varkensvlees omlaag kunnen gaan.
BEDELBEDRIJF.
In Rome zijn onlangs niet minder dan
25 000 bedelaars geregistreerd. De helft
hiervan bestond uit kinderen tussen 5 en
12 jaar. Deze kleinen worden er door hun
ouders op uitgestuurd of aan een zekere
„organisatie" uitgeleend door welke zij
worden „afgericht" en van portieken en
huisdeuren uit worden gecontroleerd. Een
kind „met aanleg" verdient op deze wijze
voor de directeur der organisatie een bedrag
van gemiddeld 1200 lire per dag, waarvan
de ouders 500 lire uitbetaald krijgen.
HET AUTOPARK.
De K.N A.C. raamt het aantal motorrij
tuigen medio Maart op 237.850, dat is
ongeveer evenveel als op 1 Mei 1940 aan
wezig was. Het aantal personenauto's wordt
geschat op 83.000 (104 000 in 1940), het
aantal bussen op 4850 (4700), het aantal
motorrijwielen inclusief driewielers op
79.000 (71.500), het aantal vrachtauto's enz.
op 71 000 inclusief 12 000 landbouwtractors
(resp. 55 000 en 3000). Het aantal perso
nenauto's is dus nog 20 procent minder
dan voor de oorlog.
Rode Hoestpoeders van Mi jnhardt
Rusten jongens Nauwelijks zijn deze
woorden uitgesproken, of de patrouille lost
zich op en maakt ieder, uitgezonderd de
wachtposten, het zich zo gemakkelijk
mogelijk.
Er wordt gevraagd hoe iaat het is en als
Bart, de patrouille-commandant, hen ver
telt, dat het nu twaalf uur is, wordt gauw
uitgerekend hoe laat zij hun eindpunt kun
nen hebben bereikt en hoeveel kilometertjes
ze er nou wel op hebben zitten.
Even blijft het dan stil, enkelen trachten
nog wat achtergebleven druppeltjes thee
uit hun veldfles le halen om hun droge
lippen wat vochtig te kunnen maken. Dan
komen de tongen los en worden er
voor zover hun droge keel dat toelaat
enkele opmerkingen gemaakt.
Wat zullen we eten straks als we thuis
zijn? vraagt een Zeeuw. Hij schijnt altijd
honger te hebben, want steeds komt hij
hierop terug. „Nou, heeilijke Zeeuwse
aardappelen met eén lekker slukje vlees,
en-...." „houdt je mond", snauwt hem ech-
ter de Zeeuw toe, „jij altijd met je gijntjes."
Ds ander haalt zijn schouders op, en begint
een gesprek met Bart: Jouw Annie weet
toch wel hoe ze Zeeuwse aardappelen
klaar moet maken, hé? Bart lacht eens en
begint voor de zoveelste maal over de
kookkunst van zijn vrouw en nogmaals
krijgen ze een uitnodiging om straks, als
ze gedemobiliseerd zijn, een dagje bij hem
thuis te komen, zodat ze het zelf kunnen
ondervinden.
Ja, dat doen ze zeker, trouwens ze hebben
het zijn vrouw ook al moeten beloven,
want bijna de gehele sectie correspondeert
met haar. Zij kent de jongens van de
sectie net zo goed als haar man, die nu al
twee jaren met hen optrekt.
Nedat de tien minuten rust om zijn,
wordt opgebroken en gaat het verder. Ze
vorderen slechts langzaam, want de rimboe
van Sumatra kan men nu niet bepaald een
wandelpark noemen. Zo nu en dan wordt
deze wel even afgewisseld door een ladang
of een alang-alang veld, maar uiteindelijk
komt men toch steeds weer in de rimboe
terecht.
Broeierig heet is het hier, en de zak
doeken, die zij om hun hals gebonden
hebben, zijn drijfnat van het voortdurend
transpireren. Zo nu en dan bewijst een
luid gekraak in de struiken, dat er een of
ander dier voor hen op de vlucht is gesla
gen. Veel aandacht wordt hieraan echter
niet geschonken en ze doen enkel nog wat
moeite om de zwiepende takken te ontwij
ken, die hun het rechtoplopen belemmeren.
Als ze dan weer eens een ladang over
steken strekken ze hun ruggen en lopen
even ongedwongen. Verademing brengt het
echter niet, want hier schijnt de zon weer
ongenadig op hun koppen, en de ogen
doen pijn aan als ze naar de grond kijken,
die schijnt te trillen van de hitte.
Dan eindelijk, als ze al beginnen te
wanhopen, Bart even willen vragen nog
een korte rust te nemen, draait deze zich
om en kondigt aan dat ze er zo zullen zijn.
Met een laatste krachtsinspanning, hun
ingegeven door het besef dat ze nu het
eindpunt bereikt hebben, worstelen ze zich
door het laatste stukje rimboe, dat hen nog
scheidt van de weg. Hier zullen ze straks
opgehaald worden door de wagen van een
post, die in de nabijheid ligt. Dit was afge
sproken.
Als ze de weg bereiken bemerken ze dat
ze nog een half uur moeten wachten.
Intussen is de zon schuil gegaan achter een
grore donkere wolk. Regen jongens, zegt
Bart en hij strekt zich languit op de berm,
met zijn hoofd op zijn lege veldfles.
Het duurt niet lang of de regen stroomt
uit de lucht, zodat ze in korte lijd drijfnat
zijn. Veel kan hun dat niet schelen en zij
bliiven in dezelfde houding liggen, zoals zij
zich neer hebben laten vallen. Het is een
verfrissing, na die halve dag door de rim-
bor getrapt te hebben.
Dan springt echter onze Zeeuw toch op
en rukt een paar grote bladen van de bomer,
waarvan hij een trechter maakt, die hij in
de hais van zijn veldfles schuift. Ziezo,
benne benieuwd of ik niks te drinken
krijg. Met een brede grijns, trots op zijn
pienterheid gaat hij zitten met de fles tus
sen zijn knieën, zodat hij iets van de neer
stromende regen in zij l primitieve trechter
kan opvangen.
Even hebben de anderen toegekeken,
maar dan volgt men toch alras zijn voor
beeld, en glunderend kijken ze elkaar aan
als ze na tien minuten een mondvol water
uit hun fles kunnen nemen.
Het is een eigenaardig tafereel daar aan
die kant van de weg. De natte kleren
plakken aan hun lichaam, ze. kunnen elkaar
nauwelijks onderscheiden door het gordijn
van de regenval. Zo hurkend met de fles
tussen de knieën pogen ze wat water op te
vangen om hun dorst te lessen.
Zo moest je moeder je eens zien, zegt
er een, en hij denkt even hoe bezorgd deze
vroeger kon wezen. Dan komt de wagen
hen ophalen en ze weten niet hoe vlug ze
op de wagen kunnen komen.
Het is alsof ze nu pas zijn gaan voelen
dat het regent.
OP NAAR HET AVONTUUR!
Er worden sinds 1948 beurzen voor
studiereizen uitgereikt aan leerlingen van
de hoogste klassen der Franse lycea. Deze
leerlingen worden door hun eigen kamera
den gekozen, welke keus door de leraren
wordt bekrachtigd. En deze beurzen bieden
de jongelui van vijftien jaar niet alleen de
gelegenheid om zo maar eens een reisje
te maken, maar het is het echte avontuur
dat hen wachl, met alias wat dit woord
aan onbekends, aan moeilijkheden en zelfs
beproevingen inhoudtmaar het zijn beproe
vingen die hun geest rijker zullen maken
en hun karaktervastheid zullen geven.
De jongen, die de beurs krijgt, moet er
aileen op uitgaan naar een min of meer
verafgelegen streek. Hij kiest een onder
werp dat hij speciaal zal besluderen en
waarvan hij na zijn terugkomst verslag zal
uitbrengen. Hij moet met een klein bedrag
toekomen en. moet minstens een maand
wegblijven. De reis moet door hem alleen
gemaakt worden en wel te voet, per filets
of in een kano. Hij is geheel vrij om zelf
zijn route in Frankrijk of in het buiienland
te bepaler.
Zo had in 1948 een jongen het idee om
Tende en Brigue, die pas sinds kort Frans
grondgebied waren geworden, te gaan be
studeren. Acht jongens trokken naar Enge
land. Eén ervan bleef zelfs 3 maanden in
Schotland. Vier bezochten Nederland, één
Duitsland, drie Zwitserland, drie Italië, twee
Spanje, drie Noord-Afrika. Eén jongen is
zelfs tot aan de Niger gekomen, waar hij
de irrigatiewerken bestudeerde en twee zijn
er naar Zweeds Lapland gegaan.
Het avontuur is dus nog niet dood in
deze eeuw van mechanisatie. Hulde aan
de Universiteit, die de mogelijkheid schiep
om de droom tot zwerven, die in elk
jongenshart schuilt, te verwezenlijken.
SCHOMMELING IN BELASTINGEN
EN ACCIJNZEN.
Minister Lieftinck heeft Woensdag in de
Tweede Kamer een en ander verteld over
de fiscale problemen, ontstaan na en door
de Haagse Benelux-conferentie. Hij behari-
delöe verder de unificatie van delaccijnzen
op gedistilleerd, benzine en van de belas
tingen. In het algemeen zullen de Rege
ringen streven naar een verdere aanpassing
van de belastingstelsels, inzonderheid op
die onderdelen, waar de concurrentiever
houdingen in belangrijke mate worden beïn
vloed door de belastingheffing.
De unificatie van de accijnzen brengt voor
Nederland met zich mee
Gedistilleerd: f 1.55 per liter (van 50
perc.) hoger.
Benzine71/, cent per kg. hoger.
Suiker: 187* cent per kg. lager.
Belasting op personenauto's van de duur
dere klasse wordt iets verhoogd, de omzet
belasting gaat eveneens omhoog, terwijl de
ondernemingsbelasting omlaag gaat.
STEEDS MEER PRIJZEN VRIJ.
Het ligt in de bedoeling de gortpellerijën
binnenkort op aanvraag van grondstoffen
te voorzien, zodat van schaarste geen sprake
meer zal zijn. In verband hiermee is de
maximumprijsregeling voor gort opgeheven.
Ook voor Nederlands bier bij verkoop in
fust en fUssen Is de prijs vrij gelaten.
rtoonnements-
prijs:
Losse nummers 5 ct.
Kwartaal
abonnement
Axel binnen de kom
fl 1,25
Alle andere plaatsen
in Nederland en
Ned: Indië fl. 1,55.
Buitenland fl. 2,—.
Advertentie prijs
7 cent per m.m.
Ingezonden
Mededeelingen
20 cent per m.m.
Kleine Advertentiën
(maximum 8 regels)
1 - 5 regels 60 cent.
iedere regel meer
12 cent extra.
Doos 45 Ct.