AXELSCHE Mi COURANT Nederland heeft het laagste sterftecijfer ter wereld. Rubber-wonderen. Kapitaal en kapitalisten. Frankering bij^abonnement, AxeJ. ZATERDAG 26 FEBRUARI 1949. 63e JAARGANG No, 42 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM Hebt u ooit een ei zien stuiten? Het gezelschap journalisten en fotografen, dat voor een torenhoog gebouw in New-York stond, had het zeker nooit gezien. Geamuseerd keken zij, hoe iemand van de elfde verdie ping een ei liet vallen. Maar ineens ston den zij met open monden; het ei raakte de grond, brak niet, maar stuitte ongeveer 8 meter omhoog, waarna het werd opge vangen door een grijnzende geleerde. Het kleine zwarte vierkant, waarop het ei was neergekomen, bestond uit een fan tastische nieuwe soort rubber, die men voor nuttiger doeleinden kan gebruiken dan voor het spelen met eieren. Misschien redt deze rubber u op een goede dag het leven. Er was een tijd, waarin rubber rubber was en niets anders. Maar de moderne geleerden hebben Aladdins chemische won derlamp gewreven en zij hebben een ont zagwekkende verscheidenheid aan nieuwe materialen gemaakt. Men past rubber reeds toe in 35.000 verschillende vormen en toch vertellen chemici in de grote rubber-labora toria u met een glimp van genoegen in hun ogen, dat dit pas het begin is. Zij streven er naar de wereld zachter, rustiger en vei liger te maken dank zij een substantie, die in meer dan één richting rekbaar is. Bekijk die rubber, waarop het ei terug stuitte eens onder de microscoop, dan blijkt, dat de chemici hier een rubbersoort hebben gemaakt, welke per kubieke duim 250.000 met stikstof gevulde blaasjes bevat, waar door deze cel-rubber de vorm aanneemt van alles, waarmee zij in aanraking komt en waardoor zij tegelijk een dusdanige druk uitoefent, dat de gevolgen van elke zware slag geneutraliseerd worden. Dit nieuwe materiaal kan op alle moge lijke wijzen gecruikt worden. Auto-ontwer pers zien reeds mogelijkheden om hierdoor duizenden mensenlevens te behoudenook vliegtuig-ongelukken zouden veel minder ernstige gevolgen kunnen hebben. De rub ber wordt gebruikt ais vloerbedekking in de boksers-ring; men beschermt er kostbare instrumenten mee tijdens het vervoer en men gebruikt ze zelfs al onder vruchtbomen tijdens het plukken van het fruit. Men zou zo zeggen, dat een land, dat in 1947 erin slaagde twee en een half milliard pond rubber te gebruiker, toch wel volle dig van tubber moest zijn geworden. Maar hiermee zijn de geleerden het geenszins eens, warH nu zij er in geslaagd zijn rubber in alle denkbare kleuren te fabriceren, streven zij er naar dit product te laten concurreren met plastic. Natuurlijk hebt u wel eens gekleurde rubber gezien, maar toch nooit in die kleu ren, waarin de geleerden het graag zouden brengen. De moeilijkheid was nl. tot voor kort, dat sterke rubber zwart is. Dal is zo geweest sinds 1919, toen een onderzoeker ontdekte, dat, als ge tijdens de bereiding koolzwart aan rubber toevoegt, die rubber eindeloos veel sterker wordt. De directe betekenis daarvan was, dat elke autoband duizenden mijlen meer kon lopen. Maar de zo bewerkte rubber bleef zwart of grijs. Het ging er nu om, een wit of kleurloos middel te vinden om de rubber te ver sterken. Toen kwam de electronen-microscoop, die het mogelijk maakte te ontdekken, hoe het kwam, dat koolzwart rubber zo veel sterker maakte. Het kool i wart werd onder de microscoop onderzocht en ook de struc tuur ervan werd door de onderzoekers bekeken. Toen zij die structuur kenden, gingen zij op zoek naar iets wits, dat dezelfde structuur had. Zij onderzochten tal van materialen, tot zij eindelijk terecht kwamen bij aethyl-silicaatdat was door zichtig koolzwart. De hiermee behandelde rubber behield dus haar natuurlijke kleur en nu kon men ze in elke gewenste tint verven. De productie van dit wonderbaarlijke witte roet is nog in een embryonaal stadium, maar het zal niet lang duren of men ziet rubber-artikelen in dezelfde scala van kleu ren als plastic. De rubber-tovenaars hebben ook ontdekt, hoe zij u het leven kunnen veraangenamen. Er was een rubber-chemicus, die stond te kijken, toen zijn vrouw pannekoeken bakte. Toen die pannekoeken zo gezellig stonden te rijzen, schoot er ineens een idee door hem heen. Het beslag rees, omdat de gist millioenen blaasjes koo'dloxyde losmaakte. Zou iets dergelijks mogelp zijn met rubber Hij vergat de pannekoeken en holde naar zijn laboratorium, waar hij proefdeeg van latex begon te maken. Hij gebruikte daar voor een doodgewone roomklopper. Hij probeerde het ene beslag na het andere en telkens als hij een nieuw deeg beslagen had, bakte hij het zorgvuldig. Eindelijk had hij een rubber-pannekoek met millioenen kleine blaasjes, die gevulcaniseerd werden tijdens het bakken. Hij mysterieuze materiaal was licht, buig zaam en taai, maar de chemici waren nog niet tevreden. Die kleine blaasjes waren nu allemaal afgeslotenals zij eens open zou den blijven, zodat de lucht er in kon door- diingen en er uit kon ontsnappen, met andere woorden, als die super-zachte rub ber eens kon ademen De onderzoekers experimenteerden verder en het gelukte. Zo ontstond de sponsrub- ber, het ideale materiaal voor bekledingen matrassen. Naar alle waarschijnlijkheid hebt u onwetend al menigmaal op een stoel met sponsrubber-bekleding gezeten. Het grote voordeel van dit materiaal is bovendien, dat het nooit in elkaar gaat zitten. Zo behoeft ge dus geen last meer te hebben van kuilen en bobbels, als ge zit of ligt, maar nu vonden de rubber-deskun digen moest u ook nog het schokken tijdens het rijden bespaard worden. Ergo kunnen we rubber veren maken, die alle schokken opvangen? jaren lang bleven de geleerden zeggen„Het moet mogelp zp rubber veren te maken", maar het lukte nietde rubb r liet zich niet winden. Men kon rubber-stootkussens vervaardigen, maar geen rubber-veren? Eindelijk zei één van de geleerden„Maar waarom proberen wij niet eens of ae kracht van de schok het rubberkussen niet zelf tot een veer wil draaien Zij probeerden het en het gelukte En zo kwamen er rubber-autoveren, die beter dan enige stalen veer kan opvangen, voor die de carosserie van de auto kan bereiken. Het klinkt heel eenvoudig! Zeker, maar er is jaren gezwoegd en gezucht, eer men de juiste soort rubber had gevonden en de juiste toepassing ervan. Ook met de autobanden hebben de chemici zich bezig gehouden. Het zou buitengewoon plezierig zijn, als men een lichtlopende luchtband kon maken, die men nooit behoeft op te pompen en die nooit lek kan worden. Geen ventiel kan zo wor den vervaardigd, dat er niet enige lucht door ontsnapt, maar men kan ook geen binnen banden maken zonder ventiel, want ook door- de rubber heen ontsnapt altijd wel wat lucht. En danals zo'n band zonder ventiel eens een lek kreeg, wat zou men dan moeten beginnen Maar als je nu eens een band had, die was opgevuld met een speciaal soort zachte vloeibare rubber, die ogenblikkelijk in elk gaatje, veroorzaakt door een spijker of ander voorwerp, zou lopen? Drie jaar lang expe rimenteerde een groep chemici, voor zjj eindelp tevreden waren over de lek-vrije band. Met die band hebben zij gereden over wegen vol sppers, over planken, waar de spijkers verticaal uitstaken en er gebeurde niets. Zij schuurden met hun banden langs trottoirs op een wijze, welke iedere automo bilist de haren ten berge deed rijzen, want zij wilden weten, hoe erg zij de ban den konden mishandelen, eer de vloeibare rubber het opgaf. En toen eindelijk kondig den z aan, dat zij „de volmaakte* band hadden gevonden. Die volmaakte band zal binnen afzienbare tijd in de handel worden gebracht en dan zal het waarschijnlijk niet zo heel lang meer duren, of het woord „binnenband" wordt een historisch begrip. De rubberproductie ter wereld is vol doende zou die te groot worden voor het huidige gebruik, dan weten de geleerden nog wel raad. Zij kunnen de rubber ook nog op andere wijzen gebruiken. Er bestaat al rubber, die men schier oneindig kan rekken naast rubber, die helemaal niet rekt, Er is rubber, die zacht is als dons of hard als een plank. Er is rubber die stuit en rubber, die muurvast hlijft liggen, waar men ze neerwerpt. Er is rubber, die electriciteit geleidt en rubber die isoleert. Er is rubber, die kleeft en rubber, die gegarandeerd niet kleeft. Onderzoekers hebben al gemaakt: rubberverf, rubberbehang, rubberkleding (en die ziet er nnders uit dan uw rubber-regen jas 1) Om kort te gaan, rubber is niet langer rubber, het is een voor-alles-bruik- baar, dat ons leven veraangenaamt, verge makkelijkt en beveiligt. (Coronet). Wij geloven, dat de wrevel tegen het kapitaal heel wat minder zou zijn, indien het publiek niet leefde in de gedachte, dat het kapitaal inhaerent is, aan enkele mensen. Het is nu eenmaal een gangbare opvatting geworden, dat enkele kapitalisten duizenden arbeiders uitzuigen. Weinigen beseffen, dat de tijd, dat enkele mensen eigenaar waren van een grote onderneming, voorbij is. De meeste ondernemingen van grotere omvang zijn naamloze vennootschappen, welker kapitaal bestaat uit ter beurze verhandel bare aandelen. In vele bedrpen zijn er veel meer aandelen en aandeelhouders dan werknemers. Bijgevolg liggen de feiten zo; dat vele ondernemingen meer eigenaren hebben dan werknemers. Juist een inflatieperiode, als waarin wij nu leven, brengt met zich mede, dat mid delgrote zaken, die tot dusverre familie ondernemingen waren, grote kapitaalbe hoeften hebben en niet meer uit eigen kring de middelen kunnen opbrengen, die nodig zijn om het bedrijf te financieren. Alle grote ondernemingen, die ons land kent, zijn als eigendom van één man begonnenzij eindigen als de eigendom van duizenden aandeelhouders. Maar daarmede is men er nog niet. Vele ondernemingen hebben obligatieleningen uitstaan of hebben geld geleend van zgn. institutionele beleggers, instellingen als spaarbanken, pensioenfondsen, verzekerings- fcndsen. Dat geld is niet van die bedrijven of fondsen. Het bij deze instellingen gede poneerde geld is afkomstig van duizenden kleine spaarders, tienduizenden verzekerden, e.d. Door middel van het geld, dat hun spaarbank of de fondsen der arbeidsverze- kering aan de bedrijven leenden, zijn zij indirect kapitaalverstrekkers aan die indu striële ondernemingen geworden, die bij de spaarbanken en fondsen geld hebben ogge- nomen. Men beschouwt gemeenlijk de beurs als het symbool en het bolwerk van het Kapi talisme. Nu heeft onlangs drs. W. J. van de Woestijne democratisch socialist en dus zeker niet te verdenken van kapitalis tische smetten in de „Groene" een artikel geschreven over „Het kapitaal van de niet-kapitalisten". waarin hij becijferde, dat de beleggingen van de institutionele beleggers (sociale fondsen, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschapppijen, spaarbanken enz.) per 31 December 1947 bedroegen 11.360 millioen gulden. Op dezelfde datum bedroeg de gezamenlijke beurswaarde van alle op de Amsterdamse beurs genoteerde aandelen 5 580 millioen gulden. De schrijver concludeerde: „Globaal genomen is dus het kapitaal van de niet-kapitalisten dubbel zo groot als van de aandeelhouders." Wij zouden hieraan willen toevoegenvan de institutionele beleggers weten wij zeker, dat hun geld aan de grote massa toebehoort, terwijl van de aandeelhouders nog geenszins vaststaat wie van hen onder de kapitalisten gerekend moeten worden en wie als kleine luiden kunnen worden beschouwd. Zo is het, bijvoorbeeld een feit, dat ook een f 250 millioen aandelen zich in handen bevindt van de institutionele beleggers. Moeten wij nog meer duidelijk maken, dat „het kapitaal" niet van enkelingen is, maar dat ons gehele volk, dikwijls zonder het te weten aan die kapitaaiverstrekking medewerkt, de een direct, de andere indi rect, de een voor grote bedragen, de ander voor kleine sommen. Maar zij allen hebben eenzelfde belang. Want als de verzeke ringsmaatschappij geen rente over haar kapitaal zou maken, zou de verzekering voor de toekomst een onmogelijkheid wor den. Wie het kapitaal wil aantasten, moet wel weten wat hij doet. Hij ontneemt niet alleen het bezit van de zgn. kapitalisten, hij breekt tevens de werkgelegenheid af en bovendien snijdt hij in eigen vlees, omdat zijn sociale verzekering en zijn zorg voor de oude dag berusten op het bestaan zowel van kapitaal als van rente. Welvaart en werkloosheid. Ons land staat voor de keuze tussen welvaart en werkloosheid. Willen wij welvaart, dan moeten wij de kapitaalvor ming bevorderen, niet om daarmede het belang der „kapitalisten" te dienen, maar om de arbeiders meer machines te kunnen geven en hen zo in de gelegenheid te stellen meer te verdienen. Men kan niet industrialiseren zonder eerst kapitaal te vormen; men kan geen werkgelegenheid scheppen zonder kapitaal. En het mooie Is, dat als het kapitaal is gevormd, de werknemers er de grootste profijten van trekken. Daarom is de fabel van de man, die de kip met de gouden eieren slachtte in deze tijden zo leerzaam. Wij kunnen wel ons best doen het kapitaal te vernietigen, wij kunnen wel uit wanbegrip verlangen, dat het kapitaal worde verdeeld, maar als wtf dat doen slachten wij de kip, omdat wij in wezen niet het kapllaal maar de werkgele genheid vernietigen. De cijfers van de loop der bevolking van Nederland in 1948 zijn zeer belangwekkend in het kader van de demografische ontwik keling van ons land. Hieronder volgen de voornaamste cijfers over het afgelopen jaar, met ter vergelijking de overeenkomstige gegevens voor 1947, 1946 en 1935—'39. '48 '47 *46 '36/'39. (per 1000 Inwoners). Huwelijken Geboorte w.o. eerst geborenen sterfte 90 25 3 7.2 7.4 10,2 27.8 8.4 8,1 11.4 8.0 30.2 20.3 8.2 59 8,5 87 De huwelijks- en geboortecijfers ligggen op een aanzienlijk hoger peil dan voor de oorlog, al is ook duidelijk een achteruit gang zichtbaar tegenover de zeer hoge cijfers na in de eerste twee jaren na de bevrijding. Terwijl de daling van de geboor ten van 1946 op 1947 geheel voor tekening komt van de achteruitgang van het aantal later geborenen, daar het aantal eerstge borenen een stijging te zien geeft als gevolg van het grote aantal huwelijken in 1946, is van 1947 op 1948 teruggelopen van het aantal geborenen, gelijkelijk verdeeld tussen eerst- en later-geborenen. Sterftecijfer: 7,4. Het sterf te-cijfer van 7,4 per 1000 inwo ners is het laagste cijfer, ooit in Nederland waargenomen. De daling van de sterftekansen, in het bijzonder in de oudere leeftijdsklassen, welke zich na de oorlog heeft voltrokken, was in 1947 nog onvoldoende tot uiting gekomen door de strenge koude in de eerste maanden van 1947. In 1948 is nu een laagtepeil voor het algemene stertecijfer per 1000 inwoners bereikt, hetwelk een record is voor alle landen en alle tijden. Het laagste sterfte cijfer in enig land was tot dusver waarge nomen in Nieuw-Zeeland voor de blanke bevolking in 1932 en 1933 met 8,0 per 1000 inwoners. Het sterftecijfer van 7,4 per 1G00 inwoners is enerzijds te danken aan de lage sterfte-kansen, anderzijds aan de gunstige leeftijdsopbouw der bevolking van Nederland In vergelijking met andere landen met goede hygiënische toestanden zijn de oudere leeftijdsklassen waaruit het grootste contin gent der overledenen voorkomt, naar ver houding in de bevolking van Nederland minder talrijk. „Veroudering." Gezien de voortschrijdende veroudering der Nederlandse bevolking lijkt het niet waarschijnlijk, dat het cijfer van 7,4 per 1000 inwoners in de komende jaren wordt geëvenaard. De gemiddelde leeftijd van de inwoners van Nederland bedraagt thans circa 30 jaar en 9 maanden. De sterfte van kinderen beneden 1 jaar was in 1948 zeer gunstig en bedroeg 28,5 per 1000 levendgeborenen, tegenover 33.1 in 1947. Het sterftecijfer van 28,5 per 1000 levendgeborenen is het laagste, tot dusver in Nederland geregistreerd. De cijfers voor Zweden en Nieuw-Zeeland liggen echter nog lager, in beide landen bedroeg de zuigelingensterfte in 1947 25 per 1000. Het inwonertal tot 1 Januari 1948 tot 1 Januari 1949 van 9.716 000 tot 9 870 000. Eind 1249 of begin 1950 zal de 10.000.000 worden bereikt. De nationale reclasseringcollecte in 1948 heeft opgebracht f. 274.577 netto. Abonnements prijs s Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen ln Nederland en Ned. Indlé fl. 1,55. Buitenland fl. 2, Advertentie prl]i 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentièn (maximum 8 regel») 1 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1949 | | pagina 1