nnuMPon n^nim m onze Voor Japor Kledi SCHOENWERK. llin/l OA AAA II JAC. J. V MENS EN DICTATOR Nieuwsl im A| fii „Z o n d v 1 o e du, een spel uit het Land van Axel. BET ADRES voor Uw 4 Ook Schoenen, Pantoffels un Sandalen ZONDER BOW op MAANDAG 22 MAART in Hotel „Des Pays Ras" te Terneuzen. Dochters, onderdoer in is e Uit onze omgeving. AXEL. R.K. T00NEELVEREENIQ1NQ „THALIA". Première van Anloon Coolen's „Kinderen van ons Volk*. Het was sinds lang bekend, dat „Thalia* dit werk in studie had, waarvoor gezien de betrekkelijk zware opgave en de groote bekendheid die dit stuk heeft een even redige belangstelling niet misplaatst was. Antoon Coolen, die naast dit werk o.m. in „De rauwe grond" en „Peeiwerkers* zoo zeer het Brabantsche leven en milieu wist weer te geven, dat reeds voor den oorlog een Duitsche uitgave „Brabanter Volk, het licht zag, heeft ook hier bij de première van bovengenoemd werk op derde Paaschdag het publiek via onze voortreffelijke dilet tanten een geslaagd beeld gegeven van het Brabantsche volk in zijn dia'eet, zijn ge woonten en gebruiken, zijn godsdienstzin. Het R.K. Vereenigingsgebouw was dan ook nagenoeg gevuld met een vrij gemengd publiek. Beknopte inhoud. De boerendochter Marie Verberne, die 2 minnaars heeft en in dit opzicht niet tot een definitieve keuze kan komen, doet op aandrang van haar ouders en advies van den pastoor tenslotte een beslissenden stap en zij verkiest den meer gereserveerden Godefriedus van den Breemortel boven den meer onstuimigen Giel Sleegers. Het jonge boerenechtpaar vestigt zich op de hoeve „De Kraayenberg", doch de teleurgestelde boerenzoon Sleegers kan Marie niet verge ten en als hij bij zijn nieuwe buren een enkele maal op bezoek komt, wekt de brutale houding van Giel de verontwaardi ging van Godefriedus op. Marie verdedigt haar onschuld tegenover haar manzij ziet Giel liever niet meer op de hoeve. Gode friedus uit bedreigingen tegen den indringer. Tijdens een zwaar onweer komt Giel onder voorwendsel van te schuilen op de boer derij en zoekt de genegenheid van Marie, die hem afwijst. De echtgenoot komt binnen en in zijn woede grijpt hij den indringer aan. Na een korte worsteling valt Giel dood ter aarde. De moordenaar komt in de gevangenis. De oude Sleegers Giel's vader heeft in zijn haat op slinksche wijze de „moordhoeve" gekocht om de familie v.d. Breemortel te treffen. Dp betoog kracht van den pastoor mag niet baten en als het gebroken echtpaar v.d. Breemortel bij den pastoor binnenkomt, spuwt hij op den grond. De parochianen willen een feest comité voor het priesterjubileum van den pastoor. Deze beslist, dat de koop van de hoeve ongedaan moet worden gemaakt en Godefriedus en de oude Sleegers in het comité zitting moeten nemen. „Als ik er na 50 jaar niet in geslaagd ben, het eerste gebod van het Christendom te doen zege vieren, dan geen feest." Tenslotte weet de geestelijke de veete te beslechten. De oude Sleegers ed Godefriedus komen in het feest comité en tenslotte uit de geestelijke in een alleenspraak zijn diepe vreugde en stille dankbaarheid over zijn resultaat. Onze dilettanten wisten de Brabantsche sfeer vaak door een juiste articulatie van het dialect goed te benaderen. Vooral droeg tot de juiste milieu-schildering bij de hoeren kamer met de fraaie wandborden op de schouw en het Brabantsche landschap op den achtergrond, een uitnemende gelijkenis van de hand van dhr. C. B. Antheunis alhier. 1^56 Sub-ia Door de regie van dhr. Ach. v.d. Linden werd de première een avond van onver deelde tooneelbekoring en die „Thalia's uit stekende krachten tot levende figuren uit het Brabantsche volk maakte. Van de vele prachtige scène's willen wij noemenhet gesprek tusschen het echtpaar Verberne en hun dochter met den pastoor, de maaltijd met den echt-Brabantschen kout van Doruske Timmer, Giel Sleegers in zijn poging de vrouw te veroveren, Godefriedus in zijn woede om de bedreiging van zijn jong geluk, de oude koppige Sleegers in zijn haat tegen de moordenaar van zijn zoon. Dhr. Ach. v.d. Linden die wel een kleine rol was toegemeten viel door prachtig aangevoeld spel en tot in de details verzorgde mimiek weer bijzonder op. Ook zijn broer als de pedante en hoog hartige schoolmeester gaf een zeer geslaagde vertolking. Verder gaven in de groote rollen ook de heeren de Kort en Maas resp. als boer Verberne en Godefriedus een goede bijdrage. Dhr. v.d. Berg als de oude Slee gers boeide door zijn zijn prachtcreatie van den stijfhoofdigen, van»haat vervulden boer. Zooals altijd, kweten de dames van Maale en Mattheeuws ditmaal als moe der en dochter Verberne zich op hun bekende sublieme wijze van haar taak. Deze en de verschillende kleinere rollen gaven tezamen het publiek een blik in boerenleven en -volk in Brabant. Zij zijn daarin wèlgeslaagd, „Thalia" presenteerde een goede première. Pastoor Geerts sprak een kort openings- en slotwoord. SCHETS VAN HET BOERENLEVEN UIT DEN BEZETTINGSTIJD. Voor een goed bezette „Centrum"-zaal brachten „De Ghesellen" van Hulst jl. Woensdagavond dit stuk van boeren- koppigheid en Godsvertrouwen, van haat tegen den onderdrukker en diens inun datie-plannenEen prachtige schets uit ons Axelsche boerenland van D r s. Louis Lockefeer te Hulst. E ndelijk een eigen streek-stuk 1 Van den stuggen Axelschen boer, met geheid Calvi nistische beginselen, en gehecht a3n oude inzettingen, met een onuitroeibare liefde voor de polders, voor de landerijen, die zijn voorouders met dezelfde levensopvat tingen reeds bewerkten en bewoonden, mat een hart, dat warm klopt voor de vrijheid en het recht van Nederland, dat bukken moet onder het zware Duitsche juk 1 En dit ons zoo bekende gegeven vertolkt door goede tooneelisten in Axelsch costuum, sprekend in Axelsch dialect, in een stijl volle hoerenkamer met „kopstoelen", foto's van bekroonde paarden aan den wand. en de groote Bijbel op de „schouwe", waarin baas Verplanke van „Doornhof' met gepas- ten eerbied leest om kracht te putten voor den donkeren tijd van 1943. En op den achtergrond het silhouet van den watertoren, die heel bet Land van Axel beheersebt..... Aantrekkelijker milieu schildering is voor ons, Axelaren, moeilijk denkbaar. Dit brachten „De Ghesellen' van Hulst onder leiding van Drs. L. Lockefeer, die hiermede op het Zeeuwsch tooneelconcours te St. Jansteen vè -uit den eersten prijs behaalde, met Jan Picavet als het Vlaam- sche ventertje Sjefke Lampers, die winnaar van den spelersprijs werd. Het land moet op bevel van den bezetter geïnundeerd worden en de ingenieur van het waterschap, Versteeg, heeft een plan ontworpen, waardoor honderden hectaren vruchtbaar land voor bevloeiïng gered kun nen worden. Boer Jacob Verplanke is een fel tegenstander van deze inundatie-plannen. „Een Zeeuwsche kop is hard", zegt hij. „Ons dreigt de zondvloed*. Henk Versteeg, de ingenieur van het waterschap komt op „Doornhof" en bespreekt met baas Ver planke de inundatie-plannen, poor over reding tracht hij Verplanke voor zijn ideeën een afwateringskanaal met beschermende dijkjes, in het belang van la dbouw en voedselvoorziening te winnen. De jonge ingenieur een „stads-meneer* meent het goed. „Ik hou van dit land, van die harde boeren-koppen en de stugheid van den grond. Elke boerdcij lijkt wel een burcht." Jacob Verplanke volhardt echter in zijn koppigheid. „Ik moet van jullie plannen niks hebben, collaborateur.' Hij wijst Versteeg de deur. En de boer leest op plechtstatige wijze voor zijn gezin een toepasselijk gedeelte uit de Bijbel (Genesis 6 vers 17 e.v.v.) Het conflict wordt versterkt door de verhouding tusschen Verpanke's dochter Jannie en den jongen waterschaps ingenieur, die in romantische bewoordingen als„prinses Doornroosje van Doornhof" zijn liefde verklaart die door de knappe boerendochter wordt beantwoord. Versteeg komt weer op bezoek en als hij den kop- pigen boer nogmaals over zijn plannen spreekt, welke reeds in uitvoering zijn, ver biedt baas Verplanke in ondubbelzinnige bewoordingen den omgang met zijn doch ter. De ingenieur waarschuwt voor ver denkingen inzake vernielingen aan de inun datie. De dochter houdt vol, dat zij van Versteeg houdt, haar vader slaat haar in 't gezicht. De boerin wijst Verplanke op zijn onbuigzaamheid en poogt alles in het rechte spoor te houden. De zorgen op den „Doornhof" stapelen zich op. De zoon Marien Verplanke vrijt met Koosje Dees, een boerendochter, die door haar moderne levensopvattingen niet past in de ouder- wetsche sfeer der Verplankes, zij vindt haar verloofde al even koppig als zijn vader. Jannie Verplanke ontdekt dat haar broer Marien tezamen met Jan den Hamer van „Sashof" Versteeg hebben gemolesteerdzij begrijpt nu ook waar de saboteurs aan de inundatie moeten worden gezocht. Boer Verplanke kropt alles op; het conflict groeit bij hem tot een obsessie, zulks vooral als het afwateringskanaal toch wordt gegraven door zijn land, waartegen hij zich steeds met al zijn boerenkoppigheid heeft verzet. Jannie is plotseling verdwenen en het nood weer steekt op over het Land van Axel, storm en slagregen, gepaard met donder en bliksem teisteren de polders er breekt op verschillende plaatsen brand uit. Boer Verplanke ziet hierin de vloek van het water, die gaat over het Zeeuwsche land en over het heele volk. Hij steekt de dijk door en het water vernietigt een groot gedeelte van zijn oogst, die rijp te velde staat. Ziji zooi Mirien noemt hem gek doch de oude Verplanke zegt„De Zond vloed komt over mijn land, door mijn land geen dijk." De trots van den boer brok kelt later langzaam aan afhet blijkt, dat hij zich in de menschheid heeft vergist: „Ze geven je gelijk, maar tenslotte laten ze je alleen staan." Verplanke eet nu geen kruimel brood meer van eigen tarwe, ter wijl hij vropger het beste graan uit den polder had. Toch spoort hij zijn dochter aan Versteeg op te geven. „Boer bij boer", zoo hnbben mijn vader en mijn grootvader ge daan en zoo hoort het." De moderne boe rendochter Koosje Dees komt in een kwa den reuk te staan als „moffenmeid" doch later blijkt dit maar een afleidingsmanoevre ten gunste van haar verloofde Marien en diens vriend Jan den Hamer van „Sashof' die ondergedoken zijn. Versteeg moet uit wijken naar Engeland ea de oude Ver planke begrijpt hem nu volkomen hij geeft hem zijn laatste sigaren. Sjefke Lampers, een Belgische ventertje, dat de boerderijen afreist met smokkelwaar, die voor de bege leiding der ondergedokenen zorgt en voor Jannie als „postillon d' amour" was opge treden, brengt Versteeg vanaf Drieschouwen door de „binnenwegelkes" naar Lokeren. Jannie vindt troost bij haar moeder en de oude dienstbode Mientje. De doorgestoken dijk is weer hersteld en Verplanke heeft zijn geloof i- de menschen weer terugge kregen. „Wij gaan weer opbouwen", zegt hij tot vrouw en dochter. Het stuk eindigt met het Goddelijk woord tot Noach na den zondvloed. Ter verduidelijking diene, dat de auteur voor den aanvang mededeelde, dat de in dit stuk voorkomende namen geen verband houden met gelijkluidende namen van levende personen. Het gegeven voor dit stuk wasde inundatie, welke zooveel leed over het land van Axel bracht en net inun datie-plan van ir. Drok te Terneuzen. Van *de „Ghesellen", die in dit stuk de Axelsche sfeer goed wisten te benaderen, was Jan Koene een waardig vertolker van AXEL - Magrette N 73.' Nog uit voorraad leverbaarOriginele STIJF- STROOERWTEN, Originele ADELAAR-, ZONNE- EXPRESHAVER EERSTELINGEN A 2835, voorgekiemd. AANVANG 8 UUR n.m. Kaarten, voor leden k f 0,50 verkrijgbaar 's avonds aan de zaal. 1 k.on I I i i j 1 .1 I I

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1948 | | pagina 2