AXELSCHE SS COURANT Fiankeering bij abonnement, Axel. ZATERDAG 7 FEBRUARI 1948 62e JAARGANG No. 36. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredacties T. C. VINK-van VESSEM De teelt van vlas. adlorede van den heer Ir. J. I. C. Butler, Directeur van het Nederlandsch Vlas instituut te Wageningen, op 2 Febr. Gaarne zou ik een oogenblik Uw aar- acht willen vragen voor de-enkele aspec- en van de viasteelt, die thans in het bijzon- er onze belangstelling verdienen. Ik wilde lamelijk met U behandelen de vlastrek- machines en de' onkruid- en insectenbe- Irqding in het vlas. Het trekken van vlas n de bestrijding van onkruid waren vroe- ier zeer arbeidsintensief. Toen op ons ilalleland een ernstig tekort aan arbeids machten ontstond, heeft dit tot vele moei- ijkheden aanleiding gegeven. De vlasteelt moest daardoor de laatste jaren worden ingekrompen. Het gebruik van vlastrek- machines en de pogingen het onkruid op iandere wijze dan door wieden de baas te blijven, hebben hierin verandering gebracht. Sedert de bevrijding zijn reeds een groot mul vlastrekmachine3 ingevoerd en we mogen gerust zeggen, dat ze over het alge meen goed voldoen. Natuurlijk heeft men ir op'sommige plaatsen en vooral in iet begin nog wel eens mee gesukkeld, laar meestal ging het na verloop van tijd, adat men de machine beter had leeren ;ennen, veel beter. Men moet nieuwe nachine» nu eenmaal altijd goed leeren ;ennen vóór men er ten volle profijt van an trekken en dit is ook met de vlastrek- nachine het geval. Velen hebben nu al wel door ervaring eleerd, dat het gewas goed rijp moet zijn dór het met de machine getrokken kan mden. is het vlas nog te groen, dan is gevaar groot, dat de trekriemen slippen het gevolg, dat het vlas in de machine iijft steken. Dit leidt weer tot extra slijtage van de machine en beschadiging van het vlas. Hetzelfde krijgt men, wanneer het vlas nog nat is, b.v. 's-morgens vroeg of na een regenbui. Men zal verstandig doen het vlas eerst wat te laten opdrogen. Ik weet, dal dit voor velen midden in de oogst- drukte wel eens moeilijk is. Er heerscht dan een zekere drang alles zoo gauw moge lijk van het veld te krijgen. Vooral bij het nachinaal vlastrekken zou ik U willen waarschuwen dit niet te forceeren, maar cf e wachten tot het gewas rijp en droog is. J voorkomt daarmee onnoodig oponthoud door reparaties en beschadiging van het vlas. Is het vlas erg zwaar gegroeid, uan het in vele gevallen aanbeveling ver dienen iets langzamer te rijden. Geef in loo'n geval de machine of de mar/ die het vlas moet scheiden, voldoende gelegenheid het goed te verwerken. Het is in de prac- Ijk wel gebleken, dat men in die omstan digheden vooral bij gebruik van een tractor gauw geneigd is te snel te rijden. Van veel belang is ook de spanning van de trekriemen. Bijzonder strak gespannen tiekriemen kunnen aanleiding gever, tot beschadiging van het vlas en extra slijtage ran de riemen. Zijn ze te weinig gespannen, dan kan het vlas er tussendoor slippen. Hen moet dit door ervaring leren, in elk val verdient het aanbeveling de spanning regelmatig te controleren, ik wil deze raad- gevingen over het gebruik van de vlastrek machines besluiten met vooral uw aandacht e vragen voor het onderhoud van deze machinesn.l. het regelmatig schoonhouden, regelmatig smeren en het ontspannen van de trekriemen na het gebruik. tiWanr.eer men enige ervaring met het ge bruik van deze machines heeft opgedaan en met overleg te weirk gaat, kan men er zeer goed werk mee verrichten, dat in geen enkel opzicht voor het tegenwoordige hand werk behoeft onder te doen. Het is dan ook een groot geluk voor de vlasteelt, dat juist in deze jaren, nu het handtrekken op grote schaal haast ondoenlijk is, de vlastrek machines zo veel verbeterd zijn, dat ze het oude handtrekken geheel kunnen vervangen, ik zeg misschien te veel, wanneer ik zou [opmerken dat ze het geheel kunnen ver vangen. Er kunnen n.l. omstandigheden b.v. wanneer het vlas zwaar ge- 'ogerd is en kris kras door elkaar heen ligt - dat het onmogelijk is met de machine te >.c<fken. Een dergelijk gewas vormt echter an uitzondering. We kunnen er trouwens -if ook wel iets aan doen om dit te voor- tomen, n.l. door niet te royaal met stikstof Ie zijn. Meestal zal dit ook de kwaliteit van het vlas ten goede komen. De neiging om met de st'kstof de opbrengst zo hoog mogelijk op te schroeven, is bij vlas trou wens altijd gevaarlijk. Wanneer het immers eenmaal gaat legeren, kan de waarde ge makkelijk tot de helft terugvallen. Nu ook het trekken van dergelijke percelen nog meer extra moeite kost dan vroeger,is dit nog een reden te meer liever een halve baal te weinig dan een halve baal te veel stik stof te geven. De ervaringen, die we met de verschil lende lypen van vlastrekmachines hebben opgedaan, hebben geleerd, dat twee ver schillende iypan in Nederland goed voldoen, n.l. de kleine en de grote machine. Van de kleine kunnen in alphabetische volgorde genoemd worden de merken Barth, Depoortere, Soenens en Velda, van de grote Clayes en Leterme. Wij hebben de indruk dat de individuele boer een kleine vlastrek- machine het beste zal bevallen, terwijl de grote machines meer aangewezen zijn voor coöperatief gebruik of voor loontrekkers. De constructie van de vlastrekmachines liet direct na de bevrijding nog wel iels te wensen over. Dit is ondertussen echter veel verbeterd. Velen zouden graag zien, dat de kleine vlastrekmachines van een bindapparaat waren voorzien. Inderdaad geeft het machinaal binden nog een extra arbeidsbesparing. De moeilijkheid is echter, dat de schoven, voor ze in het bindapparaat gaan, zeer lastig van het andere vlas te scheiden zijn. Er is nog geen apparaat gevonden, dat dit met goed resultaat vol komen automatisch doet. Dit scheiden dient dus door een man te gebeuren. Het beste is deze man aan de voorzijde van de tafel te plaatsen, dus bij de top van het vlas. Hij rijdt dan achteruit op de machine mee. Van verschillende zijden is het idee ge opperd, deze man met zijn voet door middel van een pedaal het bindapparaat te laten bedienen. Hij kan het dan laten werken op het moment, dal hijhet vlas gescheiden heeft. Mijns inziens moet dit gemakkelijker en beter werken. Bij de meeste machines zal het niet moeilijk zijn een dergelijke verbetering zelf door een dorpssmid te laten aanbrengen. Men heeft reeds heel wat ervaring met de bind appa raten op de vlastrekmachines opgedaan. De bezwaren zijn reeds voor een groot deel overwonnen. En hoewel het machinaai binden nog niet voor 100 pet. af is, ben ik er van overtuigd, dat ook dit probleem over enkele jaren volledig zal zijn opgelost. Inmiddels zijn de thans geleverde machines met een bindapparaat reeds zeer goed bruikbaar. Alle fabrikanten van kleine vlas trekmachines schijnen dit jaar van plan te zijn deze machines indien men zulks wenst met een bindapparaat te leveren. Hiermee wil ik van de vlastrekmachine afstappen om nog iets over dé onkruid- bestrijding te zeggen. Om van het tijdrovende handwieden af te komen, zijn vele boeren er toe overgegaan het vla3 op 16 a 20 cm. rijenafstand te zaaien, zodat het machinaal geschoffeld kan worden. Wij hebben de invloed van deze rijenafstand op opbrengst en kwaliteit na gegaan. De conclusie hiervan is, dat deze gemiddeld lager zijn dan wanneer op 8 cm. rijenafstand gezaaid wordt. Wanneer het dus niet noodzakelijk is met het oog op beschikbare arbeidskrachten, is dit niet de ideale wijze om vlas te zaaien. Een andere mogelijkheid is tegenwoordig de chemische onkruidbestrijding. Alleen de D.N.C -pre paraten zijn echter voor onkruidbestrijding in vlas bruikbaar. Men mag geen hogere concentratie gebruiken dan 0,25 pet. Dit is de helft van de concentratie, zoals die voor granen gebruikt wordt. Een volledige uitroeiing van het onkruid verkrijgt men hiermee niet, maar het is goed mogelijk het onkruid zo'n duw te geven, dat het vlas er gemakkelijk boven uitgroeit. U moet echter niet denken, dat de chemische onkruidbestrijding hit wieden geheel kan vervangen. Ook hier geldt, evenals bij de grote rjjanafstand, dat het alleen als noodmaatregel toegepast mag worden, n.l. wanneer het wieden te veel lijd in beslag zou nemin. In dit verbaud wil ik nog even wijzen op de mogelijkheid aardvlooien en thrips beide belagers van de jonge vlasplantjes met chemische middelen te bestrijden. Uit verschillende proeven is gebleken, dat thrips met succes bestreden kan worden door be stuiving met z.g. 666-producten. Men heeft ongeveer 25—40 kg. per ha. nodig al naar gelang de lengte van het vlas. Meestal is het voldoende een brede rand van het perceel speciaal de Noord- en Oostrand hiermee te bestuiven. Zodra u deze kleine onweersbeestjes in uw perceel vindt, moet u onmiddellijk met de bestuiving beginnen. Zo nodig dient het la!er, wanneer er een nieuwe invasie komt, herhaald te worden. Tegen aardvlooien bestuive men met Agrocide I of Gesarol- poeder, in hoeveelheden van 25 kg. per ha. Daze korte uiteenzetting kan ik samen vatten in de conclusie, dat de moeilijkheden, waarmee de vlasteelt enige jaren geleden door gebrek aan arbeidskrachten te kampen had, thans grotendeels overwonnen zijn. Men denke slechts aan de vlastrekmachine en de mogelijkheden het onkruid op andere wijze dan door handwieden te lijf te gaan. Voeg daarbij de over het algemeen goede prijs, die de laatste jaren voor strovlas en lijnzaad gemaakt is, en de voordelen die dit gewas nog heeft als een ideale dekvrucht voor klaver en in sommige streken als nuttig winterwerk voor de arbeiders, dan mogen we verwachten, dat de teelt zich in de komende jaren weer zal uitbreiden. Onze nationale vlasindustrie, die thans met een ernstig tekort aan strovlas te kampen heeft, kan dit weer nieuwe moed geven. Ook de vlasindustrie in België heeft zich de laatste jaren slecht kunnen bevoorraden. De Nederlandse boeren behoeven dus niet bang te zijn, dat wanneer de teelt zich sterk zou uitbreiden, ze met hun vlas zullen blijven zitten. Al zou de oppervlakte vlas in 1948 2x zo groot zijn als vorig jaar, dan nog zou de Nederlandse en Belgische vlas industrie tezamen niet volledig bevoorraad zijn. Mede in dit verband is de conclusie, dat de vooruitzichten voor de vlasteelt gunstig zijn, alleszins gerechtvaardigd. Aan den eenen kant erbij aan den anderen kant eraf. (Van onzen financiëelen medewerker.) Een der nijpendste financieële problemen van na den oorlog is die van de vergoe ding voor de geleden oorlogsschade. Ons land telt tienduizenden personen, die op de een of andere manier hun eigendommen geheel of gedeeltelijk door oorlogsgeweld teloor zagen gaan. En men kan niet zeggen, dat de sedert dien door de overheid ge troffen vergoedingsmaatregelen iedereen tevreden hebben kunnen stellenAan den eenen kant was de vergoeding in ver houding tot de geleden schade dikwijls laag en aan den anderen kant was het voor den doorsnee burger haast geen doen zich door de vele en ingewikkelde voor schriften heen te worstelen. Voor deze be zwaren is dan ook nu een geheel nieuw wetsontwerp ingediend, dat geheel breekt met de vroegere beginselen. Het nieuwe ontwerp, een samenvatting van de oude, verspreide bepalingen, gaat nu uit van het principe, dat de minst draag- krachtigen alles, de beter gesitueerden een gedeelte vergoed krijgen. Hier mee, zal, volgens minister Lieftinck, totaal een bedrag van ca. 2 mil'ard gulden extra gemoeid zijn. Extra, want onder het oude stelsel was voor oorlogsschade reeds drie milliard uitgetrokken. Men mag du3 ver wachten, dat dit nieuwe besluit in breede kringen met vreugde zal worden begroet. Daar is dan in de eerste plaats de bepa ling dat voor zelfbewoonde panden (voor zoover het kleinere woningen betreft) alles zal worden vergoed. Als grens is gesteld f 5000 voor woonhuizen of bedrijfspanden en f 8000 voor combinatie daarvan. De bil lijkheid van deze regeling springt dadelijk in het oog. Vroeger kreeg iedereen een evengroot deel van de schade vergoed. Dit vindt men nu onbillijk. Want, zoo zegt de regeering, op die manier betaalde de kleine man eigenlijk een deel van de schade der beter-gesitueerden, die profiteerend van de Rijksvergoeding hun eigen kapi taal niet behoefdep aan te spreken. Daarom is thans bepaald dat zij, die iets te missen hebben, een gedeelte daarvan maar aan eigen schade moeten besteden. We krijgen dus niets anders dan een „afkappen van kapitaaltoppen, welke op anderen worden overgeplant. Het spreekt vanzelf, dat we ook bij dit systeem ontevredenen overhouden. Doch dit is niet zoo erg. Het geld moet immers ergens vandaan komen en men kan toch moeilijk verlangen dat de massa van niet- bezltters hiervoor moe! opdraaien. Neder land is als land in zijn geheel armer geworden. Uiteindelijk moet dus dit door het volk gedragen worden. Niet zoo, dat elk een even groote portie krijgt, welke de kleine man naar verhouding veel zwaarder op de schouders zou drukken, maar naar draagkracht. De billijkheid e i s c h t dat. Weg pijn-Weg griep Sanapirin Maar de belasting is onbillijk! Met een evenredige verdeeling der lasten zijn we er nog niet. Die twee milliard extra moeten ergens vandaan komen. Zoo als te begrijpen van den belastingbetaler. We krijgen nl. een huu>belasting op niet- getroffen panden (opbrengst f75000 000 per jaar), een extra personeele belasting van 15 millioen per jaar, idem voor ver mogensbelasting en inkomstenbelasting van resp. 10 en 15 millioen gulden per jaar en tenslotte een verhooging der omzetbeiastiag van niet minder dan f115 millioen per jaar Men kan niet zeggen, dat deze extra belastingen nu speciaal de meergegoeden zullen treffen. Omzetbelasting bijvoorbeeld raakt de geheele massa en zeker de kleine man, die toch al groote moeite heeft om van zijn loon rond ie komen. Niet zoo dat elk een even groote portie krijgt de kleine man krijgt dan immers naar verhou ding een grootere last op zijn schouders maar het moet raar draagkracht verdeeld, want uiteindelijk zal toch de huurder dit extra-geld moeten opbrengen. De nieuwe wet komt dus hierop neer, dat aan den eenen kant geld wordt toege stopt, wat er aan den anderen'kant weer wo dt afgehaald. We zijn benieuwd wat de Tweede Kamer er van zegtv. A. Amerikaanse afsluitbomen en waarschuwingslichten. PROEVEN BIJ DE NED. SPOORWEGEN. In 1947 werden de afsluitbomen van overwegen 248 keer aangereden. Dit is een cijfer dat te denken geeft. Zodra de bomen dalen, is het wegverkeer wettelijk verplicht te stoppen. De 248 keer dat de overwegbomen het moesten ontgelden, lag de schuld juridisch dus bij de wegge bruikers. Dit neemt niet weg, dat de spoorwegen alles in het werk zullen stellen om het aantal aanrijdingen zoveel mogelijk te voorkomen. Algemeen kan worden ge constateerd, dat het verkeer op de weg in verhouding tot voor de oorlog aan veilig heid heeft ingeboet. Er waren in 1947 zelfs automobilisten, die geopende overweg bomen aanreden, hetgeen toch wel wijst in de richting van, op zijn zachtst gezegd, onachtzaamheid. De spoorwegen kennen voor de oplossing van het overwegprobleem, want het is inderdaad tot een probleem uitgegroeid, een radicaal middel, n.l. het geheel laten vervallen van gelijkvloerse kruisingen van belangrijke wegen met de spoorweg. De spoorweg moet dan zoveel omhoog worden gebracht, dat de verkeersweg er onder door kan worden geleid of omgekeerd. Dat dit een kostbare geschiedenis wordt, spreekt vanzelf. De Spoorwegen hebben de kosten om slechts voor de allerbelangrijkste wegen deze oplossing toe te passen, beraamd op 75 millioen gulden. Weliswaar komt slechts een deel van deze kosten ten laste van de Spoorwegen. Ook het Rijk, de provincies en de gemeenten dragen hiervan een deel. Over het algemeen zijn de finantiële posities van deze organen echter niet rooskleurig. Begrijpelijkerwijs kan op het ogenblik aan een dergelijke uitgave dan ook niet worden gedacht. De onbewaakte overwegen zullen voor zover dit mogelijk is en voor zover dit verantwoord is tegenover de kosten van de technische inrichting, worden beveiligd door automatische flikkerlicht-installaties. Van de 42 tijdens de oorlog beschadigde installaties van het model zoals bij Steenwijk het eerst werd gebruikt, zijn er 40 hersteld en weer in gebruik genomen. Twee nieuwe instal- 11 laties werden in werking gesteid, één bij Rijswijk en één bij Zalné. Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indiê fl. 1,55. Buitenland fl. 2, Advertentieprijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. Ruim meer dan 30 jaren lang is een zeer gewaardeerd geneesmiddel. Prijs per koker 3 25 tabletten 40 ct. In

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1948 | | pagina 1