AXELSCHE M>COURANT r Fraukpertng hij abornpmcnt, Axd. ZATERDAG 24 JANUARI 1948 62e JAARGANG No. 32 Frankeering bij abonnement, Axel. WOENSDAG 21 JANUARI 1948. 62e JAARGANG No. 31 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM Brieven oogsten brieven. Llneke is bang, dat haar brieven het verlangen naar .thuis" tezeer zullen stimu leren. Vooral rond de Kerst- en Nieuwjaars dagen schreef zij. Waarschijnlijk is haar bij het overlezen van wat zij ditmaal aan mij schreef, opgevallen, dat zij er echt „in" was. Ze beschreef de donkere dagen voor Kerst mis en hoe die op haar inwerkten. Vanuit haar kamer aan een der Amster damse grachten wilde zij ons laten meeleven met de sfeer der Sinterklaas-inkopen, ver tellend van etalage's en zoekende mensen, veel mensen, die er wèl en niet aan deden. En nu is het haar vrees, dat wij er niet tegen konden, omdat zij wel weet hoeveel moeite wij moesten doen om erin te ge raken, er aan te geloven, dat dit Kerstdagen waren, ondanks beestig veel groen om ons heen, ondanks het onvoorstelbare sneeuw, terwijl je onder de hete zon of lauwgutsend water door rode modder baggerde. Ik heb teruggeschreven, dat wij naar haar beschrijvingen verlangen. Onder meer omdat haar vertellen mij inspint in de sfeer, waardoor ik juist deze dagen omgeven wilde zijn. Misschien geef ik hierin wel een beetje te veel aan het sentiment toe. Doch wat doen wij dan anders, als wij b.v. met een soort honger naar de post grijpen, naar het contact van week tot week. Ik geloof niet, dat velen van ons iets als een twijfel voelen tussen het oude en het nieuwe vaderland. Al zal het wel zo zijn, mis schien, voor mensen die hier vóór de oorlog een bestaan hebben opgebouwd en nu, terug in Nederland aan het vaderland blijken te zijn ontgroeid; terwijl zij zich de goede kanten van dit Indië-in-normale-doen als aantrekkelijk herinneren. Maar zo staan w ij niet, vooralsnog. En zonder aan deze zijde van de oceaan te worden gebonden, lees ik met zekere wellust wat Lineke schrijft. „Toen wij de schouwburg uitkwamen, bleek de stad gesluierd in een glanzende mist.... Het Leidseplein blinkt van glin sterend vocht onder het licht der lantaarns. „Theo zei, dat het beroerd weer was, zette zijn kraag op en slenterde de Leidse- straat in. Wij kruisten de Prinsengracht, een wonder van neveligheid. Theo zag er niets van en wilde zo vlug mogelijk naar huis, waar het haardvuur knapperend be haaglijkheid zou geven. Ik genoot. De lucht, die je inademde was frischvan duizend kleine druppeltjes vochtigheid, Boomen waren zwartglanzend nat, met fijne waterdiamantjes op elk verdikkinkje. En er was het geluid van mist, die in kleine druppeltjes van de takken tikkelt Dat is in de groote dierbare stad van Amsterdam. En ook in mijn dorp maakt de mist fijne grijze sluiers in deze dagen. Ze hangt aan -je wimpers, en als je de oogen half dicht doet, flonkeren er kleurige lichtjes. Of wellicht vleit zich sneeuw mollig, koel en ontstellend blank oyer de daken, op de riggels wijd op het vlakke land rond dat dorp in Nederland. Als zij daarvan schrijft, terwijl zij in een trein tusschen de carillons van Dam en St. Jan door het land glijdt, het vlakke land, dat blank en stil de dagen rond Kerstmis draagt, dan gaat er iets op mij over van die sfeer, die ik mij voor de Kerstviering wenschte. Hoe snel heeft men thuis niet de ver keerde en verwrongen stemming uit je zin nen gepeuterd. Je wilt dat nietZeker voor deze dagen niet....En het viel toch niet mee je met hart en ziel over te geven aan dit vrede feest, toen bij het versieren der cantine het naderhand bevestigde be richt binnendrong, dat twee makkers ge sneuveld waren en dat de luitenant in het hospitaal de Kerstdagen doorworstelde met de in zijn hoofd rondtollende gedachten aan een wanhopige ontsnapping. Je stond te denken aan die andere com pagnie. Omdat je wist niet te mogen stil staan bij het moment, waarop je die knauw kreeg, ging je samen een beetje gehaast over tot het repeteeren van de liedjes, die het pretentieloos koortje op Eerste Kerstdag wilde zingen. En daarna gingen er nog 2 patrouilles uit om de lucht zuiver te houden. Eindelijk heb ik kans gezien om een drage lijke feestbrief naar huis te schrijven.... 't Was alsmaar niet gelukt. Van schilder tot brandweer commandant. Jan van der Heyden vond de brandspuit en de straatlantaarn uit. De 12e Januari 1673 brak er te Amster dam een brand nit. Op zichzelf was dat niet zoo bijzonder en die brand zou dan ook sedert lang in het vergeetboek zijn geraakt, ware het niet dat op die datum voor het eerst de slang-brandspuit werd toegepast, die door Jan van der Heyden was uitgevonden. In de middeleeuwsche steden was brand één der meest-gevreesde rampen. Men stond vrijwel machteloos tegen het vuur en de houten huizen vormden een gewillige prooi voor het gretige spel der vlammen. Ter bestrijding had men over vrijwel geen andere middelen de beschikking dan wat emmers, die in een gracht gevuld werden, van hand tot hand gingen en in het vuur werden leeggestort. Gewoonlijk kwamen de emmers half-leeg bij den brand aan en als het een omvangrijke brand betrof, kon men door de hitte de vuurhaard niet eens be reiken. Het meest effectieve middel om een groote brand meester te worden, bestond dan ook in het afbreken der belendende panden. Een radicaal middel, d$t soms nog niet eens bij machte bleek de ramp te stuiten. In de kronieken der Middeleeuwsche steden komen dan ook met hardnekkige regelmaat de verslagen van groote branden voor. •Om het gevaar zooveel mogelijk te be zweren, werden overal strenge keuren uit gevaardigd. Open vuren moesten op een bepaalden tijd gedoofd worden, zelfs was het in sommige steden niet geoorloofd om op bepaalde lijden licht te onsteken. Brand was en bleef een dreiging, de roode haan was de slapende vijand, die op de meest onverwachte oogenblikken ontwaakte Het groote wapen: de brandspuit. De eerste sporen van de brandspuit vindt men omstreeks 1500 in Duitschland. Het was toen nog maar een zeer gebrekkig instrument. Feitelijk was het een vergroote glazenspuit, die beurtelings het water aan zoog en wegperste. Het voordeel was dat dat het water in de vuurzee werd geslin gerd en de blusschers niet hun huid be hoefden te verschroeien. Nadeelen waren de logge bouw, de veranderlijke, afgebroken straal, die bovendien niet te richten was. Het prae-type brandspuit stond boven dien opgesteld in een bak, die door met emmers aangedragen water gevuld moest worden. Amsterdam had zich in 1654 een dergelijke „brandspuit" aangeschaft. Niet temin bleef de brandweer nog zeer primi tief en grootendeels in handen van eenige gilden, die met deze taak speciaal waren belast Toen kwam er een schilder- Die schilder heette Jan van der H yden. Hij was een Gorkummer van geboorte, maar verhuisde al spoedig naar Amsterdam. Hij was een tijd lang leerling van eeh glas schilder, maar men weet niet precies wie. Sommige kunsthistorici noemen Jacob van Uift. Hoe dit zij: Jan van der Hty Jen schil derde stadsgezichten, soms ook boschge zichten en een enkele maal een stilleven. Zijn werk minitieus uitgevoerd en fijn van stemming, vindt men nu nog terug in de hoofdstad, in Rotterdam en in Den H^av. En onderwijl hij schilderde, gaf hij blijk ook belangstelling te bezitten voor een heel ander métier: techniek en werktuigbouw kunde. Hij werd de „uitvinder van de brand spuit." Het ging met de brandspuit als met vele andere uitvindingen van groote beteekenis de één bouwde voort op het werk van den ander. Jan van der Heyden combineerde twee pompen, vond een oplossirg voor den wateraanvoer, waardoor het gesleep met emmers verviel, en wist tenslotte met het inbouwen van den zg. windketel de straal constant te houden. Vergeleken bij het moderne materieel was de brandspuit van jan van der Htyden maar een primitief bouwsel. Zijn tijdgenoo- ten waren er evenwel verrukt over. Tenslotte brandweer commandant. Jan van der Heyden was een ontwikkeld en bereisd man. Hij kende België, de Rijn streek en Engeland. Niet onwaarschijnlijk is, dat hij op deze reizen een nieuw idee opdeedde straatlantaarn. De straatverlichting was destijds ook een nogal veronachtzaamde kwestie en de tijd wa3 voor een diep-ingrijpende herziening rijp. Jan van der Heyden vond dan ook gehoor bij de bestuurderen der Amstelstad. De schilder werd belast met het toezicht op het brandwezen en de straatverlichting, een nogal eigenaardige cumulatie van be trekkingen voor een schilder Maar hoe ook, door zijn toedoen was de brandweer in een nieuwe fase gekomen en de dankbaarheid van het nageslacht vond uiting in het feit, dat één der drijvende brandspuiten van de Amsterdamsche brand weer (die met een „waterkanon" zijn uitge rust) trotsch den naam voert van dezen pionier: Jan van der Heyden. „QUEEN MARY" IN VLIEGENDE STORM OVER DE ATLANTISCHE OCEAAN. De „Queen Mary" is Zaterdagavond met 1432 passagiers aan boord 37 uur over tijd te New York gearriveerd ten gevoige van een storm, die volgens de gezagvoerder één der smerigste stormen was, die hij ooit heeft meegemaakt. Het schip werd, toen het zich 700 mijl van Noord-Amerika bevond, gedwongen 80 mijl bezuiden de koers te gaan varen, om het centrum van de storm te ontlopen. De gezagvoerder sprak van kolossale zetëi met golven van 12 tot 15 meter hoog. Niettegenstaande deze vliegende storm lag het schip nog zo vast, dat er geen kopje of schoteltje gebroken is. belemmerd. De schroef is ons convooilje op de deine prooi in het mach- ior naad en dekzeil, s is alles weer vergeten, bij. Zorgeloos lachen ze ich over den effen water- nofoon schettert, ende buitenpost gaan som- Schipper Deenen is den jeweest, maar toch is hij De vorige avond nog wat gepraat. Nu sta ik aan Ik kom je nog wel eens :mbang."Deenen lacht. mt weer op. erd kilometer verder, ij, maar vóór Maart, want iten." oogenblik, demobilisatie, i van vele jongens nu de >nd toeven kersen eten uit zijn heer- Fen wrijf ISTRIBUT1E-ARTIKELEN 4DER BON. streng wordt gestraft. nwinkels te Sas van Gent veek op een avond zeer oende met veikoopen van ron aan Russische schepe- veg waren met hun schip raar Gent (België) en in ouden bij de kanaaisluizen. ter met haar man werden irapt, toen zij met een 6- let onderhandelen waren paren schoenen, stonden op de toonbank mderhandelingen werden Russisch gevoerd (de tr had deze taal geleerd een havenstad met inter nen van de Prijsbeheer- azen die de winkel waren en blijkbaar ook Russisch n het gesprek afgeluisterd. die onraad vermoedde, isen den volgenden dag waarna de schoenen wee: i verdwenen. ambtenaren echter zeer hand van' hetgeen zij ge- de winkelierster en haar nis te brengen van hun met schoenen. Zij ver enen tegen een prijs die dan de geoorloofde. Deze zij voor de bon, die de met hadden, Ze bekenden tigtal schoenenbonnen te voor f5,— per stuk van landelaren. den Tuchtrechter voor de leze verdachten 173 paar heele winkelvoorraad) in c- GEWONDE SOLDAAT. wil natuurlijk graag een woning hebben, maar zijn moeizaam vergaaïdo spaarcenten óf in een beter soort noodwoning steken, Iöf bij het bouwen van een solied huis tijn kapitaaltje te zien bevriezen, daar voelt hij niets voor. .Financieringsregeling 1947" ziet er op het oog aantrekkelijk uit. Maar de praktijk blijkt voor de massa toch te onvoordeelig. Geen wonder, dat er nog zoo weinig wordt gebouwd verlenen, waar dit gebruikt wordt voor de Nederlandse kiezers van de Geleide Econo mie en ter versluiering van de werkelijke onbevredigende gang en stand van zaken. Zomin als Amerika er iets voor gevoelt Rusland door credieten te steunen, zomin zullen op den duur landen, die een vrije economie voorstaan er veel voor gevoelen de Geleide Economie in Nederland tot hun nadeel met hulp en steun in het leven te houden. vet. „Ik lust graag rijst", zegt hij, „maar zoo'n bordje petatten smaakt als oliebollen op Oudejaarsavond". Het mooie is voorbijDonkere wind strepen oyer de rivier. De zon verdwijnt en dan wordt alles grauw. De regen plenst.... De avond valt. Bedden zijn er niet aan boord. Ieder zoekt zich een zoo beschut mogelijk plekje. Maar de regen striemt en an de NIWIN-actie voor irsinstaüaties, bestaande uit ijf luitsprekers, honderd een gramofoon met pick- lef en een microfoon, is door de N1WIN aan het 50 ste Veldhospi taal, dat op 23 Januari per S. S. „Waterman" naar Padang vertrekt, een dergelijke instal latie, compleet met radio, ter beschikking gesteld. Het hospitaal werd tevens uitgerust met een hoeveelheid gramofoonplaten en een bibliotheek. Ook hei 51 ste Veldhospitaal en het 30 ste en 31 ste Basishospitaal, die binnenkort vertrekken, zullen van een com plete versterkersinstallatie worden voorzien. Z' *N Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indië fl. 1,55. Buitenland fl. 2,—. Advertentieprijs 7 cent per m.m. Ingezonden Meaedeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. y J judheid van neus. borst weg met DOOS 6ÓCT1

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1948 | | pagina 1