AXELSCHE jfj COURANT i 18 \xel Frankeering bij abonnement, Axel. ZATERDAG 17 JANUARI 1948 62e JAAHGANG N^. 30 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM Kerstfeest der eenzamen. Kerstfeest op de buitenpost. Van binnen Üj de samenstelling van het feestpro- mma is er al rekening mee gehouden, het vroeg in den middag zal gaan enen. Die regen zal in deze maand gaan ihouden tot 's avonds laat. Sommige ds-onderdeelen van onze Brigade-groep )ben kans gezien een cabaretprogramma elkaar te draaienanderen hebben een eciaal filmprogramma. Er zijn bijzondere ferkdiensten, met groen en bloemen. Onder Ie jongens zijn er, die enkele van die loemen neerleggen op het graf van een imeraad, terwijl ze nog even blijven rond walen tusschen de koele, houten kruisen, iet een hart vol verwarde gedachten. Won- erlijk zacht en vredig lijkt hier de dood De buitenpost is zooals vele buiten- losten te klein om iets te organiseeren. )e middelen zijn er wel voor, want de l.A.0. schijnt alles te kunnen tegenwoordig, naar het zit ergens anders op vast. JWe hebben het wel geprobeerd vanzelf, lar het ging niet. Reken maar uitWe >n met z'n twintigen, zonder de drie in i hospitaal. Vier man zijn fouragerijden, blijven een nacht weg. Blijft: 16 man. r gaat vanaféén wachtcommandant en man. Wordt: 11 man. Er is gisteren ding uitgedeeld aan de bevolking. Om voorkomen dat dit zooals eerder, door T.R.l. gerampokt wordt, moeten we nog avond patrouille loopen. Laten we er i kleine van maken, zeg 6 man. Dan jft: 5 man. De Rooie lag vanmorgen te ien, dat zijn bed er van schudde. Die zal iet Kerstmis nog wel van de kaart zijn net malaria. Rest4 man. Neen, het loont le moeite niet. We zullen een feestmaaltijd tomakenaardappelen, biefstuk, spinazie- it-blik en vruchten op sap toe, Joost hangt zijn sten aan een spijker naast n klamboe, nadat-ie 'm heeft afgedroogd. trekt hij zijn pakean uit, doornat van n drenzenden regen en laat zich even eoedecll'erover °P z1n velclbed zakken. Een uur of een etmaal later draalt |j zich om.... hwah..,. zoo'n slaap, wat was er AES k weer voor bijzonders. Oh ja, kerstfeest. lij gaat overeind zitten haalt zijn handen ST. oor zijn haar. Hij wou toch wel even het kerstverhaal ben. 't Is rustig op de kamer nu, de lideren slapen nog. Maar het zakbijbeltje zenit in zijn kitbag die nog in de stad ligt. lit is zijn eerste kerstfeest dat hij niet eerderiuis viert. Moeder las dan altijd Lucas 2 raart isen wikkelde Hem in doeken en legde en bodem in de kribbe, omdat er voor Hem kunnenjeen plaats was in de herberg. En er waren ir 50 gr herders in diezelfde landstreek, die's nachts kaartede wacht hielden." Net als Bolle nu, gaat het door hem leen. Qek zooals je je heeie stukken uit le bijbel nog herinnert. Tien jaar is het iu geleden, dat je heele stukken van buiten eerde, 's Maandagsmorgens op weg naar chool. Wat had het je toen eigenlijk wei- ilg te zeggen. En het is nog maar iets neet dan een jaar geleden, dat hij op een lebatavond van de club, strijk en zet vast- lield dat het zwakheid was, dat heele 'hristendom. Als je het alleen niet meer :on, dan ging je naar de kerk. 'n Soort van 'lucht. Dat de dominee dat nou niet «greep 1 Nu zit je hier op een buitenpost. Op 'tg naar lndië en tijdens de eerste maan- en hier op Java merkte je toch wel dat I alle omstandigheden niet zoo maar in Ie hand hebt. Kogels en zoo. Je werd je ewust, te leven ln een nuchtere wereld en anuit een nuchtere waarheid, waaraan ezer dagen een A.A.T.-chauffeur vorm gaf et de woorden Het kan wezen dat al die duizend mijl, Slecnts voeren naar eene plek, God, wees dan de anderen thuis nabij Als het schot door de voorruit tekt. IVni/ Zo° het toch? Maar je deed toch een liVUped werl{ jjier, dat zag je alle dagen om heen. Dan zou God je toch ook wel ^hermen? God zou dat, wat wij hier P°en, toch wel erg edel en mooi vinden. Toen was Jaap gesneuveld, zijn beste ''lend hier. Hij was der beroerd van ge- "eeit, Er moest dan toch iets niet in orde En nu loop je patrouille, dag in, dag uit. 1,8 je niet af en toe verlof kreeg naar de 'ad, waar je overigens ook met je ziel ie o. onder je arm loopt, zou je er een klap van meekrijgen op den duur. 't Was net of God hier niet/komen kon, op de buitenposten. Voor de schijnheiligheid is het leven hier te grof, te zeer teruggedrongen tot primaire voorwaarden, en de sentimentaliteit is net zoo ver weg als Holland. Nee, voor de buitenposten moesten ze Kerstfeest maar afschaffen. Je bent hier veel te moe om naar God op te klimmen, en te smerig. Hij was net zoo ver gekomen, dat hij zich wilde laten wegzinken in een gemakkelijk cynisme. Dan ben je gelijk overal vanaf. God trok zich toch niks van je aan. Ja zeg nou zelf.... Toen was de facteur gekomen, met een groote gele enveloppe. Aan korporaal J. te Velde, drie-drie-zooveel R.I., legernummer 25 06.01 004 veldpost Batavia. Zeker iets van dienst, over z'n kostwinnersvergoeding, waar hij nu al drie maanden op wachtte. „Hieroo" zei de facteur, die komt van boven Amsterdam weg, .Nagekomen met de post. Een grammefoonplaat met de Kerse- mis. Boffert!" „Je liegt et!" was hij opge stoven. „Mot je weer bruine armen halen bij de korporaal van de week?" Maar het was zoo. „Thuisfront. Voorzich tig s.v.p.", stond er op de enveloppe links, en aan den anderen kant „Niet vouwen, Grammofoonplaat". De Rooie moest nog een gramofoon- koffertje hebben staan, maar ze hadden er niets aan, want er waren geen platen bij. Hij zou gelijk vragen of-ie het even gebruiken kon. De Rooie vond het goed. Die vond vandaag alles goed. Met alleen een pèndèkje aan lag hij te zweeten. Ga je gang maar, had hij gezegd. Die malaria valt wel mee. Lang zoo erg niet als de vorige keer. „Neem 'm maar even mee naar je kamer alleen. Toch een aardige vent, die Rooie. Hij zou een fleschje limonade uit de canttne halen straks. Voorzichtig zette hij een sleepnaald op het kartonnen plaatje. Wonderlijk, was dat zijn moeder? Ja, dat was d'r atem, dui delijk. „Jongen", zei ze, „elk jaar hebben we samen Lucas 2 gelezen. Ga je er ook dit jaar even rustig bij zitten „En dit zij U een teeken. Gij zult het Kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in de kribbe Eere zij God in den hooge en vrede op aarde voor de menschen des wel- behagens"„Ja," had hij gezegd toen het uit was, „Eere zij God". Toen had hij het fleschje limonade gehaald voor den Rooie en was zich gaan verkleeden voor den feestmaaltijd. Aardappelen, biefstuk, spinazie-uit-blik, met vruchten-op-sap toe. Het was bar gezellig geweest. Maar hij had zich al vrij vroeg teruggetrokken om een lange brief aan zijn meisje te schrijven. Drie brief formulieren aan één stuk waren het geworden. Bij het nalezen had hij er zich zelf over verbaasd, dat hij geschreven had „Dit was mijn eerste Kerstfeest waar Jezus werkelijk naar mij toe kon komen. Ik hoop, dat jij ook nog eens in de eenzaamheid komt te zitten." Marshall in burger. Toen George Catlett Marshall op 21 Januari 1947 beëdigd werd als minister van buitenlandse zaken der V.S, schudden vele mensen in vele landen het hoofd. Alweer een generaal, die zich met de buitenlandse politiek ging bemoeien en nu kwam hij nog wel terecht op de allerhoogste plaatsEr waren toch al veel te veel generaals in de Amerikaanse diplomatie. Zou dit op den duur niet leiden tot een te sterk overwicht van het „uniform* en zouden hieruit niet allerlei botsingen met een vooruitstrevende democratische politiek voortkomen Van Marshall wist men op dat moment eigenlijk heel weinig af. Hij was een be langrijk strateeg en militair leider, de schepper van de gecombineerde Brits-Ame rikaanse generale staf, hij was de man, die krachtdadig en met succes r— gevochten had voor het plan in Noord-Frankrijk te landen en niet in de Balkan, zoals Churchill gewild had. Aanvankelijk had Marshall helemaal niet geschitterdhij was niet eens in het nette Westpoint opgeleid, maar op de tweede rangs militaire academie in Virginië. Toen hij 36 jaar was, werd hij op de Phiiippijnen gestationneerd. Op dat ogenblik kreeg hij zijn grote kanshein werd opgedragen on middellijk een verdedigingsplan voor Manila te ontwerpen. Het plan, dat hij indiende, bezorgde hem een snelle bevordering en de faam een militair genie te zijn. Twee jaar later, in 1918, stond hij als kolonel in Frankrijk en had de leiding van de be roemde operatie, waarbij, als voorbereiding van het grote offensief der Entente, een half millioen man met hun uitrusting heimelijk van de Maas naar voren werden geschoven. Generaal Pershing benoemde hem tot adju dant, doch hij kon niet voorkomen, dat Marshall na de oorlog verdween in de duisternis der militaire sleur. Een groot bedrijf bood hem een zeer goede betrekking aan, maar Marshall bedankte met de karak teristieke opmerking: „Ik ben soldaat." Het zou twintig jaar duren, eer dit woord weer werkelijk betekenis kreeg. Op 1 September 1939 benoemde Roosevelt met voorbijgaan van een 35 oudere gene raals Marshall tot chef van de geneiale staf. Het levenswerk van Marshall rust op twee pijlershet omzetten van het onbe tekenende Amerikaanse leger in vredestijd in een geduchte strijdmacht en de conceptie ener „globale" strategie der geallieerden. Maar maakten deze prestaties hem nu ge schikt voor de hoogste diplomatieke plaats Zou de man, die zichzelf als soldaat be schouwt, opgewassen zijn tegen het spel der intriges, dat altijd in de buitenlandse politiek gespeeld wordt; zou hij soepel genoeg zijn om te voorkomen, dat precaire internationale situaties zich onnodig toe spitsen Zeker, Marshall had heel wat diplomatieke ervaring: sinds 1941 had hij alle belangrijke besprekingen der geallieer den bijgewoond. Te Teheran, Jalta, Pots dam had hij veel geleerd, waarvan hij nu profijt zou kunnen trekken. Doch het be langrijkste was wellicht, dat hij het eerste jaar na de capitulatie in China had gewerkt als speciale gezant van Truman met de opdracht te bemiddelen tussen kwomintang en communisten. Dat was een netelige opdracht geweest en er was geen succes behaald, maar voor Marshall was het een leerschool, welke de 65 jarige verjongd had en die hem het meesterschap bezorgd had. Het uitstekende, zeer beknopte rapport over het mislukken zijner Chinese missie, bevat één der helderste en meest doordachte ana lyses van de verwarde toestanden in China, die het Witte Huis ooit ontvangen heeft. Als wilde hij toekomstige critici reeds gerust stellen, kwamen in dit rapport de volgende woorden voor„Hoewel ik als soldaat spreek, moet ik zeggen, dat ik de militaire invloed ten zeerste betreur. Door het over wicht der militairen treedt de zwakheid van het civiele bestuur des te duidelijker aan de dag". En nu na bijna een jaar waarin zich gebeurtenissen van wereldbetekenis als de conferenties te Moskou en Londen en de aankondiging van het Amerikaanse plan tot hulpverlening hebben afgespeeld denken wij er niet meer aan, dat Marshall 45 jaar lang soldaat geweest is wij zien hem alleen als staatsman van ongewoon formaat. Misschien is zijn meest karakteristieke trek wel zijn stemeen ailerminst militair, buigzaam geluid met een veelheid van nuances, als men alleen van een toneel speler verwacht. Gewoonlijk spreekt hij gemakkelijk, met overwicht en humor, maar wanneer het er om gaat weifelende toehoorders te overtuigen, legt hij in zijn stem een prangende ernst en een bijna suggestieve kracht. Vanzelf komen zijn gedachten-associaties, want hij heeft niet alleen ongelofelijk veel gelezen, maar hij denkt ook logisch en tegelijk met fantasie. Bovendien heeft hij helemaal geen behoefte zich te laten gelden of „de baas te spelen". Integendeelals Marshall zich in een nieuw probleem moet inwerken, kost dat het gehele departement menig zweetdruppeltje, want dan wordt iedereen, die iets van dat pro bleem afweet, ontboden en doet de hoogste chef niets anders dan vragen, steeds maar weer vragen. Marshalls weetgierigheid en zijn bevattingsvermogen kennen dan een voudig geen grenzen. Vóór de conferentie te Moskou betrad de ene deskundige na de andere Marshalls kamerdeskundigen op het gebied van Duitsland en Oostenrijk, maar ook op dat van industrie, landbouw, stra tegie er werden landkaarten en statistieken, grafische voorstellingen enz. binnengebracht en vier weken lang verdiepte Marshall zich van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in de economische problemen van Midden- Europa. Urenlang voerde hij besprekingen met mensen, die misschien in aanmerking kwamen om hem te vergezellen naar Moskou. Hij wilde zelfs een overzicht hebben van de weersgesteldheid in Moskou ten einde te kunnen beslissen, wat voor ondergoed, hij moest meenemen „Dat is geen mens meer 1", zuchtte aan het einde van zulk eer, werkdag eens zijn volslagen uitgeputte en bezwete secretaris. Maar één kleine episode uit die dagen bewijst, dat Marshall ook snel en instinctief kan beslissen. John Foster Dulles had Marshall het standpunt der republi keinen uiteengezet inzake de onderhavige kwesties. Toen de bespreking was afge lopen en Dulles zijn jas aantrok, keek Marshall hem ineens scherp aan en zei spontaan„Ik zou graag willen dat u meeging naar Moskou". En zo gebeurde het ook. Op veel van wat Marshall doet valt het volle licht, maar één van zijn opmerkelijkste prestaties voltrekt zich in stilte. Pas veel later zal men de volle betekenis daarvan kunnen verstaan. Dit is de reorganisatie van het ministerie van buitenlandse zaken en van de buitenlandse dienst. Van ouds her zijn deze twee in Amerika stiefmoeder lijk bedeeld; Amerika had geen ambities op buitenlands gebied en dus had het ook geen grote buitenlandse dienst nodig. Tot 1946 toe, b.v. was de salariëring van ambassadeurs en gezanten van dien aard, dat alleen rijke en eerzuchtige lieden zich de weelde konden veroorloven een dergelijk ambt te bekleden. In verband met de rol, welke Amerika thans in de wereldpolitiek speelt, was het dringend noodzakelijk, dat althans de ergste misstanden op dit gebied uit de weg werden geruimd. Daartoe werd in 1946 een nieuwe wet op de buiten landse dienst aangenomen. Nu kwam het er echter op aan de juiste mensen op de juiste plaatsen te zetten en dit is iets, waarop Marshall zich vanaf de eerste dag van zijn ministerschap met geweldige ener gie heeft geworpen. Marshall, de onvermoeibare werker, is tegelijk kunstenaar in het besteden van zijn vrije lijd. Hij komt weinig op recrpties en andere ontva' gsten, maar er gaat bijna geen avond voorbij, of hij zit een uur of twee met een boek bij de haard of praat wat met zijn vrouw. Hij rijdt paard, tennist e t kanoot en werkt in zijn tuin niet alleen om fit te blijven, maar ook omdat hij zijn vreugde heeft aan de kleine simpele dingen des levens. Het liefst vertoeft hij samen met zijn vrouw op zijn boerderij „üodona Manor* bij Leesburg. Toen hij die boerderij verliet om in zijn be roemd geworden rede te Harvard het „Marshall-plan" aan te kondigen, keerde hij zich nog even om en zei schouderophalend „Nu zal ik nog wel minder lijd voor mijn tuin krijgen.". gevatte WAT DOET U MET UW KOLENBONNEN. Met deze vraag richten de Nationale Monumenten Commissie en de Nationale Inspanning Welzijnsverzorging lndië (N1WIN) zich tot het Nederlandse voik. Zoals men weet, wordt binnenkort begonnen inet de terugbetaling van het geld, dat bij de aan koop van kolen teveel is betaald. Op twee bonnen van de kaart TA 707 krijgen gezins hoofden in totaal vier gulden terug, terwijl een bon van de kaart TB 707 kamerbewo ners recht geeft op f 2,40. Deze terugbetaling geschiedt aan de post kantoren. Men krijgt dus op deze bonnen geen brandstof, doch alleen geld. Dit heeft de N1W1N en de Nationale Monumenten Commissie geinspireerd tot een grote actie ten bate van monumenten, nagelaten betrek kingen van slachtoffers van oorlog en bezet ting en van de militairen overzee onder het mottoMaakt uw kolenbonnen tot warmtebronnen voor hen, die op hun post stonden en staan. Met instemming van de officieële autoriteiten sporen beide organisa ties alle landgenoten aan, het geld van de bonnen te besteden aan het bovengenoemde doel. In een drukwerkje, dar alle Nederlanders dezer dagen zullen ontvangen, viridt men alle gegevens over de wijze, waarop men aan deze actie kan deelnemen. De inzen ders van de bonnen ontvangen de bekende certificaten voor twee, drie of vijf vierkante centimeters Damterrein. Abonnements prijs Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen ln Nederland en Ned. Indië fl. 1,55. Buitenland fl. 2, Advertentie prijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. is/V», 6 cOchcts30ct

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1948 | | pagina 1