AXELSCHE SS COURANT
\m*\
F
7,51
3,1
3,90
*el
ZATERDAG
1 NOVEMBER 1947.
Frankeering bij abonnement, Axel.
62c JAARGANG No. 6.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
Verschijnt iedere
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Woensdag en Zaterdag
Drukker-Uitgeefster:
Firma J. C. VINK
Adres Redactie en Administratie:
AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§
Hoofdredactie:
T. C. VINK-van VESSEM
Onze onderzeedienst.
Na de bevrijding in 1945 heeft de Onder
zeedienst zijn basis van Engeland (H.M.S.
.Ambrose") naar Nederland verlegd. De
eenige plaats, die voor dit doel eeniger-
mate geschikt was, bleek de voormalige
basis van Duitsche motoi-torpedobooten op
Waalhaven te zijn. De vijand had daar een
enorme betonnen bunker ingericht met 16
bassins als onderdak voor deze booten. De
200 m lange en 70 m breede bunker be
vatte bovendien werkplaatsen en gangen
met rails. Ofschoon de bunker herhaaldelijk
door Britsche bommen van 4 ton was ge
troffen, is het massieve gevaarte met zijn 2
m dikke dak en wanden niet noemens
waardig beschadigd. De zestien „E-boat-
pens" zullen mettertijd volgens den wensch
van de Britsche Admiraliteit worden opge
ruimd, maar dan blijft er toch nog een
bruikbaar complex, vermeerderd met een
aantal barakken, over.
Wat heeft de Onderzeedienst nu van deze
basis gemaakt? Wel, om te beginnen vindt
men er de tot de sterkte behoorende onder-
zeeboolen, voor zoover deze niet in herstel
ling zijn (onze or.derzeevloot beslaat thar.s
uit Hr. Ms. „Tijgerhaai", „Zwaardvisch",
„O 21", „O 23", ,0 24" en O 27.")
Voorts is daar Hr. Ms. .Zeearend", het
opleidingsschip, een voormalig, tijdens den
oorlog door de Britsche Marine gebrokt
vaartuig van de Batavierliji, waar cursussen
in Asdic worden gegeven en waar zich de
verblijven van den Commandant bevinden.
Hr. Ms. .Buffel", die men eveneens bij
den Onderzeedienst Waalhaven aantreft, is
oorspronkelijk een der eerste schroefstoom-
schepen geweest en wordt thans gebruikt
voor het herbergen van officieren en schepe
lingen. Dit logementschip behoorde tot de
serie ramtorenschepen, die in de zestiger
jaren van de vorige eeuw werden gebouwd,
zooals ook de .Stier" en de .Schorpioen".
Ondanks zijn hoogen leeftijd is het schip
nog goed bruikbaar.
Als laatste eenheid van het .drijvende"
deel van de basis noemen wij hetplunje-
magazijn, als hoedanig een gewezen Duitsch
hospitaalschip dienst doet.
Ia het droge deel van den grooten bun
ker zijn de werkplaatsen ondergebracht.
Men treft er de accumulatorenwerkplaats,
het torpedo-atelier, de machinewerkplaats,
de electrische centrale en nog eenige klei
nere afdelingen. Aan de overzijde van den
weg bevinden zich de restanten van het
Duitsche kazerne-complex. De aanwezige
barakken zijn opgeknapt en voor huisves
ting in orde gemaakt.
Hoewel wat gumproviseerd, heeft de
onderzeedienst op Waalhaven dus een vrij
bruikbare basis. Het ligt echter in de
bedoeling van de Marineleiding Hr. Ms.
onderzeedienst naar Den Helder over te
plaatsendit zal niet eerder gebeuren dan
'eind 1948.
(Onze Vloot.)
ar. De verwachtingen
tst, van de suikerbietencampagne.
De suikerbietencampagne is momenteel in
volle gang en reeds kan een globale schat
te ting gemaakt worden van wat het resultaat
zal zijn. De vooruitzichten waren in het
begin van de zomer uitermate gunstig. Men
}er berekende, dat de oogst nog groter zou zijn
dan het vorige jaar. De campagne leverde
toen 1600 miilioen kg. bieten op. Men had
evenwel niet gerekend op de recordzomer
met zijn langdurige droogte en naar mate de
zomerse dagen in aantal toenamen, daalden
de verwachtingen. Op de droge gronden
verwelkte het loof spoedig, waarna de
bieten weer uitliepen en ook dit loof ver
welkte. Dit opnieuw uitlopen ging ten koste
van de biet. Men vreesde, dat bij neerslag
de bieten voor de derde maal zouden uit
lopen, hetgeen het gewicht van de toch al
klein geworden biet nog meer zou doen
afnemen. Steekproeven wezen uit, dat het
suikergehalte abnormaal hoog was, doch
deze verhoging (7 pet.) compenseerde niet
het verschil in kilogrammen. Bovendien
zou het suikergehalte kunnen afnemen,
indien er veel regen zou vallen.
De stand der bieten.
h 'n hÜl boorden van Zuid-Holland, Noord-
ho° Kil? en de No°rdelijke provincies stonden
ae Dieten er goed voor. Men verwachtte hier
ook een goede oogst, doch de zeer belang
rijke bietengebieden liggen in Zeeland, West-
Brabant en de Zuid Hollandsche eilanden.
Verder levert de Betuwe nog wat bieten op.
Vooral in Zeeland. West-Brabant en de
Betuwe verwachtte men, dat de opbrengst
aanzienlijk minder zou zijn dan de oor
spronkelijke ram'ng. Nu de campagne aan
de gang is, blijken de bieten van de Zuid-
Hollandsche eilanden behoorlijk van gewicht
te zijn met een redelijk suikergehalte.
Anders is het gesteld in Zeeland, waar
vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen de bieten
een slecht gehalte hebben en bovendien aan
gewicht niet meer zullen opleveren dan 80
pet. van de oorspronkelijke schatting. Op
de Zeeuwsehe eilanden is het iets beter.
Sommige gebieden leveren goede bieten met
een redelijk gehalte, andere streken daaren
tegen zeer slechte bieten met een wisselend
slecht en goed gehalte. Hier schat men de
productie op 85 pet. van de oorspronkelijke
raming.
De productie.
Al deze fac'oren in aanmerking genomen,
raamt men de totale productie van deze
campagne op 1500 miilioen kg. (dus 100
miilioen kg. minder dan in 1946), waaruit
ruim 200,000 ton witsuiker geproduceerd kan
worden- Voor onze suikervoorziening behoeft
deze verminderde productie geen gevaar op
te leveren, aangezien er op de wereldmarkt
wel enige suiker te koop is.
De eerste Kerstpakketten
in Indië.
Luitenant Derks, in de volksmond Jopie
genaamd, heeft een paar drukke dagen
achter de rug. Hij is n.1. de organisator
van het vervoer van de Kerstpakketten van
de N1WIN, waarvan de eerste zerding op
25 September j.l. met de ,Kota Inter/' van de
Rotterdamse Lloyd arriveerde.
Op luitenant Derks rust de verantwoor
delijkheid van het vervoer van de kade in
Tandjong Priok naar de Dienst Welfare in
Batavia, die voor de distributie zal zorg
dragen. Dat dit geen sinecure is, zal ieder
begrijpen, die leest, dat op het bericht:
„De „Kota Inten" is aan met de eerste
Kerstpakketten", ieder die even vrij had
naar Tandjong Priok liftte om althans een
glimp op te vangen van de begeerlijke lading.
Onder toezicht van militairen, die louter en
alleen kwamen kijken naar het uitladen van
de symbolische handdruk van overzee en de
militaire politie, die formeel met het toe
zicht was belast, werden de eerste 40.000
pakketten uit het schip gehaald door een
grote kraan.
De spanning, toen het net voor de eerste
maal in het ruim verdween, was bijna niet
om uit te houden. Allerlei gissingen wer
den gemaakt over de inhoud der pakketten.
„Zouden er weer stroopwafels in zitten
Wat zeg je? Ook een kalender?'
Verder gingen de bespiegelingen niet,
want binnen een minimum van tijd stond
ieder als dol te juichen, toen het net, vol
geladen met de bekende kartonnen dozen,
te voorschijn kwam. Niet te houden waren
de jongens, toen de eerste dozen werden
opgeladen en met rö ïtgenologische blikken
probeerden zij door de dozen heen te zien.
De organisatie klopte als een bus. Stagnatie
kwam niet voor. Onder controle van de
M P. gingen de pakketten, bij de loodsen
aangekomer, over de lopende band raar
binnen en dat was voorlopig alles wat het
publiek te zien kreeg.
De eerste zendingen etiketten zijn ook
reeds in Batavia aangekomen.
Hij is een vriend van Soekarno.
Wij staan in de belangstelling. De U.N.O.
zendt diverse waarnemers om eens uit te
vissen hoe of de zaken er hier nu toch
eigenlijk wel voor staan.
De heren, die hier in opdracht gekomen
zijn om hun licht op te steken, hebben de
zaak van alle kanten kunnen bekijken.
Luit. Gouverneur-Generaal van Mook heeft
het zo treffend gezegd in zijn radiorede
„Wij hebben niets te verbergen".
Ergens in Indië wordt door een dezer
waarnemers contact gezocht met de Inheemse
bevolking en met wie zou men dan beter
kunnen praten dan met een districtshoofd
Het blijkt, dat deze een zoon heeft, die
de Engelse taal beheerst, dus kan het gesprek
zonder een toegevoegde tolk worden gevoerd.
Het districtshoofd wedono, zegt de Javaan
is verschenen, keurig gekleed, het hoofd
gedekt met de mooie hoofddoek. Hij is
een man op jaren, vergrijsd in de dienst.
Voor de oorlog wedono in Nederlandse
dienst, is deze man gedurende de tijd dat
de Jappen hier waren, zijn dienst als districts
hoofd blijven vervullen en toen de Republiek
uitgeroepen werd, heeft hij de belofte van
trouw aan de republiek afgelegd en is in
zijn functie gehandhaafd. Hij begint te ver
tellen dat hij eerlijk wil zijn in zijn verkla
ringen en niet wil ontkennen, dat hij een
vriend van Soekarno is geweest. Hij is na
tionalist, wie zou hem dat kwalijk nemen?
Hij is immers een JavaanJava is zijn
land, dus zou het feitelijk eerder te ver
wonderen zijn als deze man geen nationalist
was. Hoe komt het dan, dat deze man
thans zijn diensten weer heeft aangeboden
aan de Hollanders
Laten we hem zelf aan het woord.
Toen de Republiek werd uitgeroepen,
waren er een ma3sa mensen die meenden
dat er met deze Republiek een betere tijd
zou aanbreken. Zij hadden onder de Jappen
een zware tijd achter de rug. Een tijd van
vele teleurstellingen. Wij kregen van de
Republiek grote brieven waarin allerlei
mooie dingen werden voorgespiegeld. Er
werden wetten bekend gemaakt, die wer
kelijk gericht waren op gemeenschapsbelang.
De uitvoering van al deze beloften werd
echter veelal opgedragen aan mensen, die
voordien nooit in het bestuursapparaat
waren ingeschakeld.
De mensen, die reeds onder de Hollanders
gewerkt hadden, deden hun best, overeen
komstig de uitgegeven wetten te besturen.
Anders was het echter met de messen die
door de Republiek werden aangesteld, vaak
ln zeer hoge functies. Deze mensen waren
er veelal op uit om zichzelf te verrijken.
Er ontstonden verschillende, los van elkaar
werkende groepen. Het land werd meer
en meer onveilig gemaakt door rovers
benden. Al met al was dit de oorzaak,
dat het volk zich af ging keren van deze
Republiek.
Ik heb verschillende malen brieven ge
schreven naar Djokja om bij Soekarno aan
te dringen op drastische maatregelen om
een einde te maken aan deze wantoestanden.
Het werd echter steeds erger. De benden
traden steeds driester op en in het voorjaar
van 1947 werd de loesland zo erg, dat ik
mijn ontslag gevraagd heb.
Ik ben en blijf nationalist, maar de afge
lopen periode heeft duidelijk bewezen, dat
het grootste deel van ons volk nog niet
rijp is voor zelfbestuur en ik heb dan ook
geen ogenblik geaarzeld om mij weer ter
beschikking te stellen van de Nederlandse
Regering.
Thans wordt geholpen zoveel als mogelijk
is. Er is grote nood, vooral wat textiel
aangaat. Er waren zelfs kampongs in dit
district, waar de bevolking in het geheel
geen kleding had en hiervoor rubbersheet
gebruikte. Ook de hygiënische toestand
was zeer slecht. Het Rode Kruis doet alle
mogelijke moeite de bevolking te helpen.
Gelukkig is de voedselpositie in dit district
goed. De bevolking, die gedurende de
actie grotendeels was giëvacueerd, keert in
massa's naar hun woonplaatsen terug en
voelt zich weer veilig.
Laat ik aan deze woorden niets toevoegen,
ze spreken voor zichzelf een duidelijke laai.
De nieuwe gebieden van Polen.
De reiziger door Polens „herwonnen
gebieden* krijgt ongetwijfeld in tal van
kerken en openbare gebouwen in Opper
en Neder-S lezië ett-lijke oude Poolsche
adelaars te zien. En onlangs heeft men in
de archieven van het museum te Jenia
Gora (Hirschberg) een doapboek gevonden
uit 1866. Dit boek is met een Poolsche
hand geschreven en bevat de volgende
woorden„Uit dit boek büjk*, dat onze
moedertaal in dit grensgebied nog niet is
verdwenen. Zij leeft hoe lang nog? Dat
weet God alleen?" Dit alles is historisch
interessant, maar even waardeloos als de
meeste van dergelijke argumenten, als het
er om gaat de rechten van een staat op
een bepaald gebied te bewijzen. Veel dwin
gender dan al de adelaars zijn de hard
nekkige pogingen van de Polen om deze
gebieden te koloniseeren.
Deze gebieden, voor een groot deel
ontvolkt, ondermijnd en verwoest tijdens de
laatste maanden van den oorlog, zijn in
opmerkelijke mate hersteld.Hetroodelegerligt
hoofdzakelijk in het Oostelijk deel van
Oost-Pruisen waarvan slechts een deel
Poolsch is en in twee districten in het
westen nabij Stettin en ten noorden en
oosten van Breslau. De oude stedentbehou-
den hun Duitsch uiterlijk; het resultaat is
een vreemde vermenging van een dood
Duitsch tooneel, waarop levende Poolsche
spelers optreden. De straatnamen zijn
Poolsch geworden, zelfs al bestaat de „straat"
alleen uit ruïnesde namen van steden en
dorpen zijn PoolschPoolsch is de taal
van scholen, kranten en winkels. De Duit
sche kerken zijn vervangen door Poolsche
R.K. kerken. En de primitieve oostelijke
boerenkarretjes hotsen en botsen nu door
de straten.
Terwijl de Polen in de afgeloopen acht
maanden gestadig naar het westen zijn ge
trokken (gemiddeld kwamen er per maand
177 000), hebben de Duitschers de gebieden
verlaten. Shds Februari 1946, toen het
officieele evacuatie-schema in werking trad,
zijn er 1.483.000 Duitschers naar Duitsch-
land gedeporteerd na hun vertrek waren
er nog 670 000 over van de meer dan
2.9C0 000, die er waren, toen de Polen deze
gebieden overnamen. Het is niet vast te
steller, hoevelen er met het terugtrekkende
Duitsche leger zijn meegegaan. Meri kan
hui aantal echter zeker schatten op een
vief miilioen. Alleen in Neder-Silez:ë, waar
de oorlog niet of nauwelijks woedde, zijn
de Duitschers gebleven.
Te Potsdam werden aan Polen toege
wezen alle Duitsche gebieden ten oosten
van een lijn loopende van de Oostzee, langs
Swinemüade, en den Oder tot aan de
Neisse en vandaar langs de Neisse tot de
Tsjechische grens. Bovendien kregen zij het
deel van- Oost-Pruisen, dat niet onder Rus
sisch bewind kwam en de streek van den
voormaligen vrijstaat Danzig. Deze gebieden
met hun groote natuurlijke en industrieele
rijkdommen worden beschouwd als de basis
voor een gezonde economische toekomst
van het land. De irdust'ie zou het over
schot der landbouw bevolking kunnen opne
men. De nieuwe kustlijn, die 450 km. lang
is (inplaats van 72 voor den oorlog) heett
al geleid tot een geheel nieuwe oriëntatie
van Polers betrekkingen met de buiten
wereld. Men zou zich kunnen voorstellen,
dat een Pool enthousiast werd, als hij be
dacht welke economische voordeelen dit
nieuwe land hem kon bieden. Maar de
gemiddelde Pool beschouwt de mijnen in
Opper-Silezië niet als het ruilmiddel in zijn
betrekkingen met andere landen. De geheele
Silezische industrie, met inbegrip van mijnen
en havens, von t het potentieele arsenaal
voor een nieuwen Duilschen aanval. Men
kan dit niet beschouwen als een idéé fixe
Franschen, Tsjechen en andere voormalig
bezette gebieden denken er precies zoo over.
Men moet bij de beoordeeling van wat
in deze gebieden tot stand werd gebracht,
rekening houden met den staat van ver
woesting, waarin Polen ze aantrof, met het
gebrek aan technici, aan voedsel cn trans
portmiddelen, het ontbreken vari een kolo
nisatieschema en de oorlogsmoeheid van de
bevolking. De vernieling van de industrie
in Opper- en Neder Silezië waar vier
vijfde van de totale industrie was gecon
centreerd was ontzettend. Vai' de 1032
grooiere fabrieken in Neder-Silezië waren
er 344 onherstelbaar vei woest; ongeveer
500 draaien al weer geheel of gedeeltelijk,
ln Opper-Silezië was 46 pet. van alle
fabrieken met inbegrip van de geheele
synthetische benzine-industrie, volledig ver
nield. In Opper-Silezië lagen alle kolen
mijnen stil, ofschoon de meeste niet bescha
digd waren. In Neder-Silezië waren 9 van
de 46 mijnen verwoest31 zijn al weer in
bedrijf.
De landbouw-toestand was nog ernstiger.
Voor den oorlog waren er 850.000 paarden
en 3 920 000 koeienna den oorlog was
slechts 3 pet. van de paarden en vijf pet.
van de koeien over. Nu zijn er weer
230.000 paarden (de Unrra zond er 22 000
54 000 kwamen van over den Boeg) en
410.000 koeien (7000 van de Unrra en
170.000 van over den Boeg.)
Volgens het ministerie van nijverheid
werkten er op 1 November j.l. 230 000
arbeiders in fabrieken, niet meegeteld dege
nen, die werkzaam waren op banken, in
haven?, bij transportbedrijven, boschbeheer,
scheepswerven en bedrijven, die niet recht
streeks onder het ministerie ressorteerden.
In de betrekkelijk weinig beschadigde
steden langs de Tsjechische grens is de
N
Abonnements
prijs:
Losse nummers 5 ct.
Kwartaal
abonnement
Axel binnen de kom
fl 1,25
Alle andere plaatsen
in Nederland en
Ned. Indië fl. 1,55.
Buitenland fl. 2,-.
Advertentieprijs
7 cent per m.m.
Inaezonden
Meaedeelingen
20 cent per m.m.
Kleine Advertentiën
(maximum 8 regels)
1 - 5 regels 60 cent.
iedere regel meer
12 cent extra.
ruwe huid: Puroi 30 ct.
PUROLIN (verfijnd product
voor de vrouw). Doos 40 ct.