AXELSCHE SE COURANT i if K =Sm Frankeering bij abonnement. Axel. ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1947. 61e JAAROANG No. 98 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM Tot aan de Residentiegrens. van de eerste Al baar. I 1 Er moeten ten slotte grenzen zijn ras het maar om de order Staakt het vuren lit te voeren. Het getuigt van kracht, dat re een weloverwogen plan op elk moment an uitvoering kunnen stoppen, maar een die van Medan tot Soerabaja is tenslotte een stoelendans En ieder moet weten hoe {ter hij kan gaan. Vandaag is dit tot de grens van de resi- entie Semarang, westelijk van Kopeng. Het plan voor een tocht naar dit gebied eeft niet veel mogelijkheden. Het doel dat loet worden bereikt en bezet de kam pong Wates is een bergpas tussen de lerbaboe en de Telemojo. Er gaat maar én grote weg van Salatiga zevenhonderd neter omhoog naar het kruispunt dat op lertienhonderd meter hoogte de wegen iaar het westen beheerst, naar Grobag en ria Kopeng naar Magelang. Al zou het iele trappensysteem van sawahvelden tegen de bergen zijn opgebouwd tot een Sieg- riediijn, die weg moet worden vrijgemaakt. :r wordt dus een breed plan uitgewerkt, met een middenformatie van twee compag- lieën rechts en links van den weg, met een derde compagnie die over een omweg van drie uur via kampongpaden zal naderen lit het Noorden langs de Telemojo en een vierde compagnie die hetzelfde zal doen uit het Zuiden langs de Meibaboe. De tegenstanders zaten naar onze opmars langs de weg te kijken als buitenlandse attache's bij een manoeuvre in de hei, Aaar de kampongpaden, die veivloekte, nee, die gezegende kampongpaden speel den vandaag in onze kaart. Toen de hoofd macht, de twee middencompagnUën, nog buiten het schootsveld van de vijandelijke wapens was, zette de Noordelijke com- >agnie vanuit kampong Padanan de opmars n. De Zuidelijke compagnie naderde even eens. Het artillerievuur dat gewoonlijk de actie opent, bleef achterwege, al stond de aatterij van den vroegen morgen tot de late middag vuur-bereid. Maar de verken ner naïever dan ojit cirkelde boven de hoofden van de verdedigers van Wates en de jagers scherper dan ooit sneden zigzag over zijn stellinggebied. Waarschijnlijk was de tegenstander van daag intelligenter dan gewoonlijk, combi neerde. hij de show langs de weg met de aanval uit het N lorden, de dreiging uit het Zuiden en de luchtactiviteit en begreep hij dat je ook het sterkste punt niet kunt behouden bij een vierzijdige druk. Hij trok zich tijdig terug, maar liet achterblijvers in onze handen. Wel werd zijn vlucht tijdens onze bezetting zo overhaast dat hij Kopeng verliet voordat wij order kregen verder te gaan tot deze plaats. Onze tocht tot het hoogtepunt aan de residentiegrens van Semarang ten Westen van Koreng werd dan ook een patrouille zonder wereldschok kende bijzonderheden. Daar de actie verliep volgens de plannen I- letterlijk en waarachtig kregen de bijzonderheden op andere terrein meer waarde dan hen toekwam. Zoo stond een jijzondere staf-figuur in de belar gstellir g van een ieder die voorbijtrok of zich aan sloot. Hij sukkelde eerst als „sloeber" mee, een verband om zijn voorhoofd, een lap om zijn been. In de eerste kampong kreeg lij een Japansche pet, in de tweede een jundel gevonden documenten, in de derde een kapotte karabijn. Het was Martoredjo, de gevangene, die mijnen legde in ons gebied en nuttige gegevens kon verschaffen n ons actie terrein. Ook hadden we te doen met de burger- kip, die in Moedjo was gesneuveld op de berm van de weg. De nette pemoeda-juffrouw, die met een fatsoenlijke eerste-hulpploeg werd gearre steerd, compleet met rode-kruis-vlag en medicijnkist, prikkelde onze geestdrift toen haar tas bij onderzoek een serie hand granaten bleek te bevatten. De l.D.-officier in de schemer van een verdachte woning werd ontvangen met een „Tabeh toean" dat hij niet direct kon loca- liseren, lachten we vierkant uit, toen we de blanke papegaai, die hem aldus begroette op de schouders zagen van een soldaat. Ook het paardje, bont gevlekt, dat op line benen de actie-commandant over de gazons rondom het zwembad van Kopeng droeg, trok onze stille bewondering. Drie dagen en nachten leefden we nu van uur tot uur met de gedachteHoe nemen we dit strategische punt We nemen het vier uur na den aanvang phase, zonder eigen verlies. Nu lopen we tussen cypressen en sparren. Wilde rozen geuren langs de weg- De anjer bloeit hier en de lelie. In de bloem bakken kijken begonia en Oost-Indische kers. We zien wel de grondige afbraak van de buitenverblijven in Kopeng en de liederlijke verwoesting van hotels en paviljoens maar over de verwilderde gazons en terrassen zien we de bloesem, en de vergezichten die langs de bergen lokken naar de wolken om de top, door de dalen naar het moeras, over de heuvelkruinen naar de vlakte. Zeker, nadat we de troep die in de kam pong bij de driesprong de bezetting had betrokken, een goede wacht hadden ge- wenscht, zagen ook de colonne die was opgereden met uitrusting en fourage, en de mannen van de genie die bij bruggen en tankvallen sjouwden en spitten en de wagen met het rode kruis die gewonden op zou halen van de kampong en T.N.l. Morgen komt het volk van Wates terug. Overmorgen draagt het zijn vruchten naar de passar in Silatiga. Daarna heeft het zijn kampongleven zoals het dat sedert mensen heugenis deed. Hato, het Schiphol West-Indië. van Een kronkelende autoweg leidt van Willemstad, de hoofdstad van Curasao, naar het acht kilometer verder gelegen vliegveld Hato. Een enkele maal passeert men een cactusdal met tientallen negerhutten. Op verschillende plaatsen ziet men in de verte de zee, waarin het felle zonlicht flikkerend weerkaatst. Na de laatste bocht heeft men onverwacht in de diepte een mooi uitzicht op het strand, smal en grauw, met daarvóór de startbanen van het vlieg veld, waarop verscheidene zilverglanzende vliegtuigen staan. De geschiedenis van de burgerluchtvaari op Curasao dateert van 22 December 1934, toen de Fokker „Snip" der K.L.M. na een geslaagde vlucht over de oceaan met gezagvoerder Hondong, tweede bestuurder Van Balkom, navigator-marconist Van der Molen en werktuigkundige Stolk op het vliegveld Hato landde. De Fokker werd vervolgens van de ingebouwde extra-benzine tanks ontdaan en 19 Januari 1935 vloog hij de eerste luchtdienst in West-Indië: een geregelde verbinding tussen Curasao en het nabij gelegen eiland Aruba. Meeraere vlieg tuigen kwamen per schip over de oceaan en het West-Indisch bedrijf der K.L.M. groeide snel. Gedurende de oorlogsjaren leverde het een belangrijke bijdrage voor de Geallieerde oorlogvoering. Gedurende het eerste kwartaal van 1947 vervoerde het West-Indisch Bedrijf ruim 15.000 passagiers, werden ruim 4000 vlieg uren en een afstand van meer dan 1 000.000 km afgelegd. Deze cijfers geven een dui delijk beeld van de omvang van het lucht verkeer in West-Indië. Ook het vrachtver voer is zeer belangrijk. Dagelijks voeren K L.M.-vliegtuigen meer dan een ton verse groenten aan uit Miami, waarmee tegemoet gekomen wordt aan het zeer grote groente-tekort dat op Curasao heerst. Sedert 1 Maart 1947 heeft de luchthaven de beschikking over een nieuw stations gebouw, dat geheel aan de eisen van de moderne tijd voldoet. Behalve de kantoren der K.L.M. zijn hier agentschappen van verscheidene buitenlandse luchtvaartmaat schappijen gevestigd, voorts de stations dienst, vliegdienst, radiodienst, vluchtcontrole en weerberichtendienst. In een ruime hall vindt men het passagiersrestaurant met bar en een gecombineerde boek-, parfum- en delicatessenwinkel. Het vliegveld Hato heeft een startbaan in de richting W.N.W.O.Z.O., die ruim èén kilometer lang is en wegens de heersende winden het meest in gebruik is. Voorts is het voorzien van moderne installaties voor het landen en opstijgen bij nacht, terwijl ook de radio-peilinstallaties en navigatie hulpmiddelen aan hoge eisen voldoen. Er zijn twee hangars, beide 200 ms in opper vlakte. De werkplaatsen zijn modern ge outilleerd voor onderhoud en reparatie van vliegtuigen en motoren. Het stationsgebouw is zoals gezegd ,zeer modern ingericht. Inkomende en uit gaande passagiers worden in aparte lokalen behandeld. De verschillende administratie kantoren kunnen berichten wisselen door een systeem van pneumatische buizen, terwijl gesprekken kunnen worden gevoerd door „teletalk" en telefoontoestellen. Het vervoer van bagage en vracht van en naar de vliegtuigen geschiedt snel en gemakkelijk door een stelsel van liften en een onder aardse gang. Hieruit blijkt, welk een grote aanwinst het nieuwe stationsgebouw is voor het luchtverkeer in West-Indië in het alge meen en voor Hato in het bijzonder. De statistieken wijzen uit, dat Hato het regenrijkste plekje is van het eiland Curasao. Het kan in de „natte moesson" voorkomen, dat men bij zonneschijn uit Willemstad vertrekt, in een tropische regen op Hato aankomt en enkele uren later bij terugkomst in de hoofdstad bemerkt, dat hier geen druppel is gevallen. Het klimaat van het eiland is echter dermate droog, dat men niet behoeft te vrezen voor langdurige on bruikbaarheid van de luchthaven door aan houdende regens. De straatweg van Willemstad naar Hato verkeert in uitstekende conditie, zoals trou wens alle wegen op het eiland, zodat het wegvervoer van en naar het vliegveld, uitermate geriefelijk en zonder stagnatie verloopt. Het Engelse vrouwenleger. In Oxford Street een van de drukste verkeerswegen van Londen staat een werfbureau, niet voor mannen, maar voor vrouwen. De talrijke foto's, die de meisjes naar binnen moeten lokken, verheerlijken niet de dienst met wapenen, doch die met spade, schoffel en melkemmer. Want op dit moment wordt het lot van Engeland niet langer bepaald aan de oorlogsfronter, maar aan het arbeidsfront in eigen land. „Arbeid of armoede" staat met enorme letters overal te lezen. Wij moeten met inspanning van alle krachten arbeiden of honger lijden. Dat is de betekenis van deze bittere leuze. Gebrek springt het land naar de keelgebrek aan dollars, gebrek aan kolen, gebrek aan arbeidskrachten. Engelano moet al zijn werkkrachten mobi liseren, wil het voordat de Amerikaanse en Canadese credieten zijn uitgeput, op eigen benen kunnen staan. In deze geweldige krachtsinspanning, die men overal in Enge land door alles heen bespeurt, vervult ook de vrouw een belangrijke rol. Men heeft de vrouwen opgewekt weer in de fabrieken te gaan werken, maar te veel pressie wil men hierbij niet uitoefenen, omdat men hiervan de terugslag op het geboortecijfer en het gezinsleven vreest. Men beperkt zich dus tot het aanmoedigen van vrijwillig halve dagen werken, iets waartoe menige huisvrouw, die met haar geld niet uitkomt, gaarne bereid is. In de landbouw kent men echter al sinds vele jaren een instituut, dat zich op prachtige wijze handhaaft: het vrouwen-plattelandsleger. Op een dag heb ik de commandante van Surrey vergezeld op een inspectietocht. Het eerste bezoek gold een enorme tuinderij. Met de auto reden wij tussen velden radijs en rhabarber door. Hier waren groepjes Engelse jongens aan het werk, daar waren Duitse krijgsgevangenen bez'g en ginds werkte weer een groep.... nee, dat zijn geen mannen, ook al leek het uit de verte even. Het zijn meisjes, die er in haar khaki broeken en dito blouses met grote gummilaarzen ongetwijfeld mannelijk uitzien. Maar uit de hoofddoeken wapperen geper manente haren ei onder het zweet en stof zien wij nog de verzorgde opmaak. Al twee maanden werken de meisjes het zijn er een stuk of twintig aan de rhabarberoogst. Zij werken als duivels want er bestaat een premiestelsel en zij vinden het eigenlijk helemaal niet prettig gestoord te worden. Al twee maandenverveelt haar dat niet gruwelijk? Tot mijn grote verbazing is er niet één, die deze vraag bevestigend beantwoordt. En toch zijn dit geen stoere boerendochters, maar stads meisjes, die tot voor kort op kantoor of in een winkel haar dagen hebben doorgebracht. Maar niet één heeft spijt, dat zij haar werk voor de tuinbouw verwisseld heeft. (Bij de plaatsing der meisjes wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met haar per soonlijke omstandigheden en verlangens). De meisjes wonen, tenzij zij op een boer derij zijn ingekwartierd, in aparte tehuizen, soms met 10 tot 15, soms ook met 100 tezamen. In die tehuizen gaat het vrolijk toe; de meisjes leven goedkoop, want het leger zorgt voor voeding en kleding en de soldij kan dus geheel voor spaarpot of plezier gebruikt worden. Die soldjj is goed30 gulden per week. Nee, zij ver langen allerminst terug naar kantoor, de meesten zijn van plan langer te blijven dan het jaar, waarvoor zij getekend hebben. Ik sprak zelfs met een zeemansdochter, die al drie jaar in dienst is. Velen willen blijven tot zij trouwen. Doen zij dat, dan hebben zij nog een extra voordeel, want het platte- landsleger heeft de beschikking over 16 bruidstoiletten, welke aan de oud-gedienden voor de grote dag worden geleend. „Maar ik begrijp het toch niet goed", zet ik tegen één van de meisjes, „in Zwitserland zien wij precies het omgekeerde, daar willen de meisjes niet weten van huis- en boerenwerk en trekken ze allemaal naar kantoor of winkel. Zijn de Engelsen heel anders?" Hef ideale Laxeermiddel „Misschien is de oorzaak wel, dat de kantoren in Zwitserland schoner zijn dan in Londen", was het slagvaardige antwoord. Na de tuinderij bezochten wij een veeteler, die ons vol trots zijn koeien liet zien. „Mijn stalmeisje is van uitstekende familie", zei de boer vol trots, „ze is minstens even ontwikkeld als u en ik". Ik knikte eer biedig. „Zij is een kunstenares", ging hg voort, „een oogenblikje 1" Hij was het huis al in gedraafd en hij kwam terug met een groot schilder^ onder de arm. „Dit is haar lievelingskoe", zei hij. „Na het werk gaat Betty naar een avondcursus, waar zij tot schilderes wordt opgeleid". Het schilderij, was gemeten naar Engelse maatstaven, lang niet slecht. „Ik zou geen melkers meer willen hebben", vervolgde de boer. „Zij behandelen de koeien veel te ruw. Hoe beschaafder een meisje is, des te beter is zij voor het stal- werk, zij behandelt de dieren veel humaner." Het stalmeisje gaf evenals zovele andere meisjes, die wy later nog bezochten, inder daad blijk van een veel hogere ontwikkeling dan de gewone landarbeidsters. Zij had niet zozeer ter wille van het geld dienst genomen in het plattelandsleger als wel, omdat zij het gevoel had, dat zij in de grote strijd van haar land om ztyn toekomst niet afzijdig mocht blijven. Tijdens de oorlog was zij nog kind, zij wenste nu op minder romantische, maar meer productieve wijze te dienen, zoals haar oudere zusters gediend hadden. Een ander stalmeisje had als tekenares op een architectenbureau gewerkt. Tijdens de kolen crisis in de afgelopen winter was dit bureau gesloten. Zij vond het melken beslist niet vermoeien der dan het tekenen, (waarbij men er om moet denken dat dit bedrijf sterk gemecha niseerd was, zodat machinaal gemolken werd.) Natuurlijk beperkt het werk van het plattelandsleger zich niet alleen tot rhabarber plukken en koeien verzorgen. Vooral de meisjes, die op een kleine boerderij te werk worden gesteld, Ieren het gehele bedrijf kennen. Zij kunnen de zorg voor het pluimvee op zich nemen of op een tractor klauteren om zaai- of maaimachine door de akkers te trekken. (Die Weltwoche.) De automobiel-industrie in de Vereenigde Staten. Ware het niet dat er thans in Amerika het grootste tekort aan staal heerscht sedert het einde van den oorlog, dan zou de Amerikaansche automobiel-industrie in staat zijn haar productie tot een record van alle tijden op te voeren. De onlangs gegeven loonsverhoogingen hebben ongeveer 150 millioen dollar aan den jaarlijkschen loon- staat der industrie toegevoegd voor fabrieks arbeiders, doch door de prijsverhoogingen (waartoe nu alle voornaamste maatschap pijen, met inbegrip van de Studebaker, zijn overgegaan) worden deze uitgaven gedekt. Het aantal te werk gestelden in deze industrie bedraagt thans ongeveer 1.000.000. Hierbij zijn 825,000 fabrieksarbeiders. De automobielfabrikanten, met de grootste personeelsbezetting van alle ttyden en uit gerust met de meest moderne apparatuur voor nieuwe modellen, zijn nu in staat om een uiteindelijke jaar-productie van zes en een half millioen wagens te bereiken, doch de benoodigde onderdeelen komen In een langzamer tempo binnen dan verwacht werd in verband met een tekort aan staal, in het bijzonder wat betreft plaatstaal. N Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indië fl. 1.55. Buitenland fl. 2, Advertentieprijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiön (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. UI

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1947 | | pagina 1