AXELSCHE15 COURANT Zeeuwsch-Vlaanderen Frankeering bij abonnement Axel. ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1947. 61e JAARQANG No. 96. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: C. VINK-van VESSEM Kernstrook tusschen België en Nederland. GUNSTIGE LIGGING VOOR INDUSTRIËELE ONTWIKKELING. de G. In „De Industrie", het orgaan van hoofdgroep „Industrie", schrijft dr. J. F. M. de Meyer uit Amstelveen een interes sant artikel over „Zeeuwsch-Vlaanderen en de industrialisatie van Nederland". Het betreft hier eigenlijk een voordracht, welke dr. de Meyer zou hebben gehouden voor het departement Zeeland van de Mij. voor Nijverheid en Handel, welke niet kon door gaan wegens zijn vertrek naar het buiten land. Het artikel, waaraan wij de belangrijkste gedeelten ontleenen, stelt de totstand koming van de Nederlandsch-Belgische economische .unie voorop. Het verslag van de gedachtenwisseling, gehouden op het laatste congres van de Maatschappij voor Nijverheid en Handel te Middelburg, geeft de indruk, dat men sprekende over de industriëele ontwikkelingsmogelijkheden van Zeeuwsch-Vlaanderen, voornamelijk regio nale kwesties, zooals die van de vlas- en textiel-industrie, op het oog heeft. Deze, alhoewel opzichzelf interessant en belang rijk, zijn van geen revolutionnaire beteeke- nis voor de streek en voor ons land. Men moet het vraagstuk in ruimer verband zien, binnen het kader van de groeiende samen werking tusschen Nederland en België. Deze houdt wijde perspectieven in voor Zeeuwsch-Vlaanderen, dat daardoor na een geïsoleerd stukje Nederland bezuiden de Schelde geweest te zijn, een kernstrook wordt tusschen beide genoemde samen werkende landen. De huidige arbeidsschaarschte drijft be paalde industrieën tot disoclatie naar het Zuiden; vooral Brabant en Limburg trek ken de aandacht. Dit gebied bevat een helling en de top van de West-Europeesche geboorte-overschotheuvel. Ook voor de toekomst gaat de belangstelling uit naar deze dichtbevolkte gebieden. De Belgische industrie komt naar de Kempen verlaat de uitstervende Borinage. Hierbij speelt echter niet alleen het arbeidsvraagstuk een rol, maar vooral de verkeerspositie van genoemd gewest in de nabijheid van Antwerpen en de nieuwe kolenvelden. Dit geldt ook voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Ligging. De schrijver benadert de mogelijkheden, welke Zeeuwsch-Vlaanderen voor de indu strialisatie van ons land biedt, vanuit de geografische ligging en uitrusting van dit gewest. Gent en omgeving, Antwerpen en het verderop gelegen gebied Noordelijk en Zuidelijk van het Albert-kanaal, Noord- Brabant en de Kempen, Zuid-Limburg en het Luikerbassin, dit alles vormt de econo misch vooral industrieel belangrijke middenmoot van de Nederlandsch-Belgische economische unie. De meest natuurlijke aan- en afvoerwegen van dit gebied naar zee ter deelneming aan het wereldverkeer loopen door het Albertkanaal en het kanaal van Gent naar de Schelde. In de door deze wegen gevormde driehoek ligt Zeeuwsch- Vlaanderen. Ziedaar in het algemeen ge schetst zijn gunstige ligging. Verkeerswaaiers. De verkeerseconomische outillage bekij kend, zien we allereerst de breede toegangs- en afvoerweg van de Scheldemond, die tot aan Terneuzen geen enkele hindernis biedt, zelfs niet aan de grootste zeeschepen, het geen van de geheeie Scheldemond, als vaarweg naar Antwerpen, niet gezegd kan worden. Van Terneuzen af, stroomopwaarts, is de Schelde in elk jaargetijde zonder gevaar bruikbaar voor binnenvaartuigen van elk type. Stroomafwaarts, b.v. indien men de positie van Viissingen bekijkt, is dit geenszins het geval. Van Terneuzen uit naar het Zuiden, dwars door de streek zelf, leidt het kanaal naar Gent, waarop aan sluiten de boven-Schelde en de Lye, opgaand tot het Noord Fransche rivieren en kanalennet en bevaarbaar voor schepen van 200 tot 300 ton. Vanaf Gent, via de Zuidgrens van Zeeuwsch-Vlaanderen, vor men de kanalen naar Zeebrugge over Mal- degem en Brugge, met de veitakkingen naar Sluis en de Braakman, een secundaire verkeerswee. Oostwaarts van Gent is de Schelde bevaarbaar voor groote binnen schepen en leidt zij via Dender, Rupel en het zeevaartkanaal van Brussel tot in het waternet van de Borinage. Dit is de eerste verkeerswaaier, die zich ontplooit van Ter neuzen uit. De tweede bestaat uit de hoofdtak Schelde tot Antwerpen, waarop aansluitend het Albertkanaal met zijn vertakkingen diep Nederlandsch- en Belgisch Brabant in tot de Zuid Limburgsche en Luiksche industrie gebieden. De derde leidt via de Schelde en het kanaal door Zuid-Beveland naar het Hol- landsch Diep, de Maas en den Riji met hun vertakkingen. Wat het iandverkeer betreft, Zuid- en Oostwaarts leidt de spoorweg, aansluitend op het dichtvertakte net van België en West-Europa. Noordwaarts voert geen spoor, daar ligt de watergrens der Schelde. Door de aanleg van een spoorlijn van Hulst naar Perkpolder met aansluitende wagonferry naar Kruiningen zou langs die kant een oplossing te vinden zijn, die betrekkelijk goedkoop is, daar de ferryhavens en instal laties reeds aanwezig|zijn. De autoverkeers-situatie is door de tot standkoming van de moderne veren te Breskens en Perkpolder en de tunnel van Antwerpen verbeterd. Rest nog de aanpas sing der wegen aan de moderne eischen. In principe zijn deze wegen aanwezig. Uitgaande van de geschetste gunstige ligging toetst de schrijver Zeeuwsch-Vlaan deren aan de diverse vestigingsfactoren. Gunstig voor industrieën. De vindplaatsen van verschillende grond-, hulp- of krachtstoffen in Duitschland, in België en Engeland, raakten de laatste decennia uitgeput, kwamen tengevolge van de verbeterde verkeersmiddelen in een ongunstiger positie of raakten door veran derde kwaliteitseischen in het gedrang. De uitvinding van nieuwe producten, waarvoor de oude industrielanden niet zelf de grond stoffen bezaten, maakte de import van deze noodig; de bevolkingsaanwas en de indu striëele ontwikkeling van verschillende landen maakten voedsel-importen wensche- lijk. Kortom, er ontstond een stroom van ertsen, steenkool, oliën, granen en vele andere stoffen, die de oude industrielanden Engeland, Duitschland, België en Frankrijk binnenkwam of verliet. Een industrie, gele gen aan de door dezen stroom gevolgden weg kan daaruit putten onder gunstige voorwaarden. Daar het hoofddeel van dezen stroom in Zuidelijke richting gaat of daar vandaan komt, ligt Zeeuwsch-Vlaanderen aan de meest Zuidelijke invalspoort beneden het Kanaal zeer gunstig voor de vestiging van industrieën, die massale hoeveelheden grondstoffen uit die bewusten stroom willen verwerken. Reeds vroeger wees de schrijver in dit verband op de mogelijkheden voor de zware ijzer- en staal-industrie te Sluiskil. België en Duitschland importeerden mil- lioenen tonnen ijzererts uit Spanje en Marokko, die via de Schelde en de Rijn binnenkwamen; beide landen exporteerden steenkool, die evenzoo over zee werd ver scheept op deze laatste basis ontstond de cokesfabtiek te Sluiskil, op de eerste zal waarschijnlijk Arbed een ijzer- en staal bedrijf te Selzaete stichten. Indien er geen grens lag tusschen Selzaete en de Schelde zou er voor Arbed reden zijn om nog wat dichter bij de .zee te komen. De verder gaande exploitatie van de mijnen in de Kempen brengt de krachtstof naderbij, niet alleen in den vorm van steenkool, maar ook in die van gas en electriciteit, daar de mijnen steeds meer de leveranciers daarvan worden. Het complex cokesfabriek-azote- fabriek te Sluiskil kan eveneens de basis vormen voor een verdere energievoorziening aan zich in de nabijheid vestigende be drijver. Afzet naar het buitenland. Ook voor den afzet naar hel buitenland ligt Zeeuwsch-Vlaanderen gunstig, vooral voor veredelende bedrijven, die de grond stof van overzee aanvoeren en het product exporteeren. In dit verband denken wij, naast de uitbreidingsmogelijkheden der be staande cokes- en azotefabriek, aan de kansen van olieraffinaderijen, fabrieken van asphaltproducten, graanproducten, zware ijzer- en staalproducten, chemische-, hout en steenkool-derivaten. Voor den afzet in eigen omgeving ligt Zeeuwsch-Vlaanderen in het centrum van Nederland—België, met direct achter zich de groote bevolkings agglomeraties van Gent, Antwerpen en Brussel. Actie-dag. Een onzer verslaggevers maakte een actie-dag mede, een actie-dag, zoals er zovelen verglijden in het huidige leven van de Nederlandse soldaat. Zijn verslag volgt hieronder. 04.26 uur: Het ratelt ergens in je zenuwen. Het prikkelt je zo, dat je spieren zich spannen. Je steunt op je elleboog en ziet door de klamboe. Wat doet die gele schemer in de kamer? Zet eerst die wekker af. Vier minuten voor half vijf. Dat is waarde wekker die afliep en de lamp die bleef brandeneruit. Als een automaat doe je de bewegingen naar kraan en kam, naar camouflage-pak en laarzen, naar koppel, veldfles en jungle- hat. Revolver op de heup. Op instinct ga je door het donkere huis, trap af, hoek om, zaal in, tot waar de deuren moeten zijn van de galerij. De spijkers van je zolen knarsen op het marmer bij elke stap. 04.55 uur: De na-nacht is ivoor, gevuld met vloeiend licht. De schijn van de maansikkel vlekt aan de stammen van de laan en op een muur die zich verschool onder een dak. In de loomte van de vallei veegt hij wat diepte in een bos en wijst de gevels van ieder huis tegen de helling. Door de naaldenvacht van de tjemara's hijgt een zucht alsof de huid van de aarde de koelte voelt die komen zal. 05.40 uur: De driesprong is een snij punt van flitsen en geronk. Traag trekt motor na motor op, dansen de lampen nadeJbij, schuiven de wagens in de bocht. Uit tegengestelde richting steken twee koplichten toe, een jeep stuift weg. Aan de andere kant schieten de lichten van boom tot boom, stoppen stuk voor stuk. Ergens schuren ijzeren banden over steen. Je voelt de wentelingen van de motor in het trillen van je hand. Achter je schakelt iemand terug, voor je remt een ander af, een ordonnans dreunt larigs, een uitlaat knalt. In de kruisende lichten zie je soldaten komen en gaan. Efkens bidden, zegt de stem op de weg„Onze vader, die in de hemelen zijl," terwijl de stem in de wagen verder praat. „Karei, Karei, Karei, Karei, einde-zoek-en atstem-oproep, stemt nu af. Dan zegt ergens een besliste stem „Grote Beer staat gereed bij post MP", is het een toverspreuk? De duizeling om je heen valt stil, alle lichten staan gericht langs de driesprong, motor na motor ronkt moe in dezelfde regelmaat, de colonnes schuiven aan elkander, het convooi is gestart. 06 35 uurDe dag gaat open op de brug. De wagen zwaaide door de schemerbochten in de uithoek van de stad, schoot over het bandjirkanaal en rolt nu op de weg recht naar de zon. Het is een verrassing de Oengaran te zien staan achter een velden- vlakte die te diep is voor het oog. De ochtend tipt al aan zijn rose kammen, terwijl de nacht nog in zijn paarse plooien ligt. De zon wijst in het heuvelgroen de witte huizen. 08.20 uurWe hurken tegen een aarden wal, de rug naar de zon en het doel. De ogen knipperen in het licht, dat spiegelt in de kali. Geen schaduw. Ze turen naar de smalle sluis, de schakel in ons pad van de overkant tot hier. Geen schaduw. Ze turen naar de afgeknapte weg in het ge barsten bruggenhoofd. Geen schaduw. Ze turen naar de carrier aan de overkant, verzakt en geblakerd, wat dwalende rook kruipt eruit en vervliegt hulpeloos. Zonder schaduw. Twee mannen vouwen in het gras de punten van een dekzeil tot elkaar. Twee mannen zetten een draagbaar af. Twee mannen tillen de last en stappen naar de open deuren van de Rode Kruis wagen. De deuren dicht. De stofwolk waarin de wagen verdwijnt, zeurt na over de weg. Zonder schaduw. Uit het verschiet barst een salvo los, giert naar en over ons verder, slaat achter ons in. Een, twee, drie, vier. Het batterij- vuur dat de tweede phase opent. 12.12 uur: Zodra je weet binnen het vuurbereik te zijn van de tegenstander, schiet een zonderlinge drift in je los. De vermoede aanwezigheid van één sniper is voldoende. En toch, hier in de middag van Java op het open veld voor Demak, val je onverbiddelijk binnen het vuurbereik van de zon. Je neemt de salvo's van de derde artillerie-beschieting die de laatste phase opent in je op. En waren er geen wisse lingen in begroeing of beschouwing van het voorterrein, dan tisch verder gaan. Maar de zwarte bosrand krult. De Hij seintBrand, het bevel van de vorenLooppas zou je bijna automa- rook die daar uit de verkenner cirkelt rond. De staf-operator seint actie-commandant naar De drift slaat plotseling boven de zonne-druk uit. In vlagen en stoten van geweer en mitrailleur rennen we over een schuttersput en weggesmeten uniformen, door een slokan en struikengroei, over een zandpad en een hek, langs een verlaten warong en een gesloten hut. „Tegenstander verlaat de stad", meldt de verkenner, „vlucht overhaast naar hetoosten". Onze eerste pelotons verspreiden zich aoor de kampongranden en veertig minuten na het bevel voor de stormloop is Demak bereikt, schoongeveegd en afgezet. 14.50 uur: De ruimte is leeg en vierkant Dubbele glazen deuren ter weerszijden. Het licht schuift over de tegelvloer, want het wordt door buitengalerijen afgedempt. De achterwand, die je in zijn voile omvang overziet, speelt een toverachtig spel. Donker dof hout met een gloed als vuur, dat na smeult onder de as. Wie is de man, die hier met zijn vrouwen en kroost zijn gebeden zegde? Zag de verkenner ook hem naar het oosten vluchten In elk geval staat zijn thee nog warm onder de muts in de woon zaal en achter deze wand staat een stuk van het K.N.I L. Het stuk dat ons beschoot toen Semarang nog een vesting was. Daarom eten wij voldaan onze boterham in de voorgalerij. 17.00 uur: Het kan de ingang zijn van een volkstuin of een padvinderskamp. Een poort van bamboe waarop alleen „welkom" ontbreekt. Een aarden pad met stenen middenbaan loopt recht vooruit. Het leven moet hier stil zijn en content. Tenminste, ais de bewoners de schrik van onze storm loop al te boven zijn. De man, die op de stoep van zijn hut zit te suffen, droog als het hout van zijn huis, heeft onze brens niet eens gehoord. Een kleine jongen staat on- verveerd tegen het hek, zijn buikje zo bol dat het hemdje net niet tot de navel reikt. Als je hem aankijkt, brengt hij het saluut, je streelt langs zijn kin. Het hele straatje zag dat. Een stramme tani met grijze stoppels om de oren lacht voldaan, groet met een zwaai van zijn zonnehoed en een buiging. Tabeh toean, zegt een meisjes stem. Maar als je lacht, draait ze zich verlegen weg. Drie jongens met sprietende bakkebaarden knikken alle drie en steken de hand omhoog. Dat doe ik ook. Waren het hun schoenen of uniformen die je van morgen op de weg hebt gezien? Het is een schuchter straatje en hier loopt het schuchter in een voetpad uit dat tussen de bamboestoelen doodloopt in het open veld. Door de schaduwspleet zie je een vlakte van padi en hemelblauw. Maar het is tijd terug te keren over de stenen van het pad iedereen groet nu met plezier naar de poort en de weg waar het minder schuwe of meer-nieuws- gierige deel van de buurtbevolking zich vergaapt aan de soldatendrukte rondom ons stafkwartier. 19 30 uur: Als je een halve cirkel gloei ende sigarettenpunten ziet daar, waar de gevangenen moeten hurken in het gras, vraag je aan de wacht: „Gaf je Lucky Strike of Graven A?" Hij antwoordt: Cresta, want die roken ze liever, en als ze roken kan ik ze tenminste zien. Het is wat je noemt aarde-donker. De vorm van het stafgebouw dat alweer verlaten is kan je onderscheiden, maar het is een dode muur ln de nacht. In die nacht wachten wij de veertig laatsten sedert onbepaalde tijd op vervoer dat ergens voor een brug in reparatie opgehouden wordt. Het is zo donker dat iedereen bleef zitten waar hij zat, toen de schemer viel in de nacht. Je hoort een woord, soms hier, dan daar. Je ziet wat sigarettenvuur. Hoor je dat goed Een guitaar-accoord Ja. Het tokkelt er gens waar een groepje zit. Wie nam zijn muziekdoos mee op actie Het neuriet o ;give me my homehet gonst, en uit het geneuriede zingt een stemwhere seldom is heard Alsof de nachi zich in Demak verwonderde, zo vloeit een rose weerlicht over weg en gazon. Het flakkert tastend in de bomen. Laait de brand weer op? Wij kijken in de richting van de gloed. Daar zwiepen de vlammen uit een reeds vernield huis. Luister: gehinnik en een hoefslag die op stenen slaat. Het stampt uit het donker op je toe. Het hakkelt on- s Abonnements prijs r Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indië fl. 1,55. Buitenland fl. 2, Advertentieprijs 7 cent per m.m. Inaezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1947 | | pagina 1