»4 AXELSCHE W? COURANT IAN 9 rER ste ster) UZEN ers. g el. Frankeering bij abonnement Axel. ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1947 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere 61e JAARGANG No. 94 VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM L L a]n djm[i j n. XEL. de politionele operaties van de riandse troepen bleken de republikein- strijdorganisaties weinig of geen partij onze mannen hier en daar een sniper, en mitrailleurpost die nog even bleef i, maar over het algemeen zagen zij helemaal niets van de tegenpartij. rr len, zij hadden* te maken met andere itonen Standers mijnen en versperringen. in 1 tot kamer- rraag voor alen gewi gemene ïmber Sepf. in A W Bureau n mitrailleurnest, dat plotseling vuur uitbraakt, kun je zien. Je kunt er dekken, stelling nemen, het aanvallen let opruimen. Maar een landmijn zit s onder den grond, en* als je weet anvraag|een weg ondermijnd is, .weet je nog niet altijd, waar die mijnen zich en ics bevinden, gewone, 8om8 js een^weg reeds lang in gebruik men, door alle mogelijke troepen, is er druk verkeer van aan- en afvoerwagens, erie, stafofficieren en plotseling, op een Is, waar niemand dit verwacht scheurt vegdek open, en een of ander voer- maak't een rare schuiver, waarna het waardeloos langs den kant van den moet worden achtergelaten, lenant Bob van Hees, uit de Minerva- te Amsterdam en ik reden van Batavia Cheribon. i den Noord, over een weg die pas .opengelegd" en waar sinds een dag twee voertuigen van allerhande soorten rneuzen langs daverden. 'e reden alleen, niet in colonne met :r.n en gezien de mogelijkheden langs n weg, deden we het in een scoutcar. morgens vroeg waren we vertrokken, over een zeer slechte weg nabij dji en Bekassi, die uiteen was gereden inencarriers en andere rupsvoertuigen, en daar een brug die was opgeblazen uvangen door een bailey-brug. Op een re plaats een aarden wal, als versper- dwars over de weg gelegd, en gedeel- opgeruimd. Hoe verder we ons van verwijderden, hoe beter de weg Het aantal kapotgeslagen bruggen af ;en de coupures en versperringen i hoe langer hoe verder uiteen. 'elijk was het geheel afgelopen. We ::i de laatste versperringen door en we i dat ons een goed wegdek wachtte Iribon. Bob loosde een zucht, strekte gouden i den, kneep vergenoegd in zijn stuur )y s zelf pte zijn gaspedaal naar beneden, elooning dook de koepel in, om de band van Bureau -wning mitrailleur, die door alle gehos stoot min of meer „door elkaar lag" Ja! e mogelijke munitietrommels, die van f aals waren geraakt, goed te leggen, I. -.„ir, gal onhandig en vrij warm plekje in nFIp me ruimte. VAUL f een thuis, Bram 1" riep Bob boven ;c?aver van de motor uit. r jawel. Links voor den wagen klonk rtQ" "laverende knal, en stukken rubber van 1 crband vlogen om mijn oren. Ik greep 14 Sent dgrepen van de browning, klaar om ltoot vuur te geven. r er was geen tegenstander, alleen een landmijn. e Bob die klap op zijn stuur had ivangen, is me niet duidelijk geworden, r mde voorzichtig af, om geen brokken s:ken, en vijftig meter verder stonden it:l. ker voorband volledig aan rafels, rechterband lek, stuurinrichting uit z'n cr, remtrommel kapot en alle remolie den aan flarden gereten band ge- d. Nu zijn banden van scoutcars wel lvrij. in dien zin, dat, als je een tcrkogel of een vuurstoot uit een lichte aiileur er op krijgt, er niet veel gebeurt, r dit was een beetje al te „brat.* e motor mankeerde niets. Als wegwee we flenzen kregen met een^paar ban- zouden we, niet al te snelrijdend, in r geval Cheribon kunnen bereiken. t eerste voertuig dat langs kwam,Jnam :'..t van ons mee. :t ging wel niet tot Cheribon, maar ch!en kon dit bericht wel worden over men. Voor de rest gingen we wachten tapen. Toen we honger kregen hielden weer een voertuig aan. Of de heren eetbaars bij zich hadden. We boften, het was een wagen van „Welfare." ::en van rantsoenen, een blik melk, tlik leverpastei en cigaretten bereidden o: s voor op de dingen die komen Drinkwater of thee had het voer- et aan boord. In de volgende wagen we met dit doel aanhielden, zat een Generaal. Die had thee bij zich, en we kregen een veldflesch en wat vriendelijke belangstelling. Hij zou zijn best voor ons doen en zo mogelijk bericht doen sturen naar Cheribon. Even later kwam een^pionierwagen den weg afzoeken naar mogelijke landmijnen. Een technische ploeg kwam met twee scoutcarwielen, maar van een ander lype wagen dan de onze. Zij was gestuurd door den Generaal. De wielen pasten niet, en de ploeg ver dween, om ons even later een blik thee en een pan rijstepap te brengen. Daarna werd het donker. Ergens klonk schieten. Geweren, pisto len, ook automatisch vuur. Er zat dus nog wat in het terrein. Een wagen, die langs kwam, meldde twee brandende fabrieken en een drietal rode lichtkogels die gezien waren. Bob draaide het voertuig mei zijn achterwielen op de berm, zodat het hele geval schuin stond. Dan konden we met de browning zo nodig het terrein in vuren. De bren haalden we eruit, om de achter kant te dekken. En dus was onze scoutcar veranderd in een „pillbox", waar we om beurten de wacht betrokken. Tien uur des avonds kwam hulp. Het bleek, dat ons bericht pas tegen den avond in Cheribon was aangekomen. Laat in den nacht kwamen we thuis. Slaperig, moe, suf. Alle landmijnen ver vloekend. de in- Ulegaal immigrant. (Uit een artikel in „The new Statesman and Nation". Wij zelf zeggen niet, dat wij illegaal zijn wij gebruiken dezelfde uitdrukking als onze eigen menschen, de Joden in Palestina, die spreken over immigranten zonder pas. Ik kan niet alle bijzonderheden vermelden van onze reis naar het vaderland, want ik kwam met een boot, die er in slaagde ongezien de kust te bereiken. Verschillende booten werden aangehouden, maar ondanks het feit, dat wij door vliegtuigen gesignaleerd waren, slaagden wij er in ongemerkt door de controleposten heen te komen. Evenals de Enzo Sereni droeg onze boot den naam van een der Palestljnsche Joden, die tijdens den oorlog met een speciale opdracht achter de linies uitgeworpen, gevangen genomen en terecht gesteld werden. Wat mijzelf betreft, ik ben 21 jaar en ik kom oorspronkelijk uit Wit-Rusiand. Toen de Duitschers kwamen, verdwenen al mijn familieleden. Wij gebruiken deze uitdruk king, omdat wij niet willen zeggen, dat ze dood zijn. Alleen één zuster en ik ont kwamen wij sloten ons aan bij de partisanen. Ik heb van de Sovjets een onderscheiding gekregen. Na den oorlog ging ik terug naar mijn geboortestader was niet één Jood over. ik kon het er niet uithouden. Daarom trok ik naar Polen en daar ontmoette ik in een van de groote steden een aantal Joden, die wiiden probeeren naar Palestina te komen. Enkelen van ons gingen gezamenlijk op pad. Mijn zuster wacht nog, die probeert het later. Wij stapten in den trein en toen wij bij een grer.s kwamen, zeiden wij, dat wij Grieksche vluchtelingen waren, op weg naar ons vaderland, want als wij gezegd hadden, dat wij Joden waren, hadden ze ons niet doorgelaten. Eén van ons kende een beetje Grieksch ;j,hij deed het woord, de anderen zwegen. Het gelukte. Hl Wij reisden door verschillende landen. Aanvankelijk hadden wij nog wat geld daarna werden wij „displaced persons". In groote steden gingen wij op informatie uit en daar kwamen wij in contact met anderen, die ook. op een of andere manier naar Palestina .wilden. De bijzonderheden kan ik niet meedeeler, maar wij slaagden er in een boot te pakken te krijgen. Met zijn 250-en hokten wij op een klein schuitje. Toen ik het voor 'teerst zag, dacht ik, dat ik er nooit levend af zou komen. Ik weet iets van schepen, eu dit was zoo'n oud wrak geval, dat ik overtuigd was, dat wij er nooit de Middellandsche Zee mee zouden kunnen oversteken. De hangmatten in het ruim hingen zo dicht op elkaar, dat ieder die in zijn mat ging liggen op zijn benedenbuurman terecht kwam. En wij moesten voortdurend in onze hangmatten blijven liggen, eenvoudig omdat er geen ruimte was. Beneden ont brak alle sanitairdus gingen wij om beurten naar het dek. Ook eten deden wij aan dek, in groepjes van tien. Wij moesten de groepjes wel klein houden, want wij mochten niet riskeren, dat men ons zou waarnemen en zou ontdekken hoeveel man er wel aan boord waren. Wij hadden blikjes {eten, maar heel weinig water. Ons rantsoen be droeg ongeveer een-achtste liter per dag. Aangezien wij zo weinig te drinken hadden, aten de meesten van ons weinig. Er zijn er geweest, die gedurende de 12 dagen van de reis geen hap naar binnen hebben gekregen. In het begin was iedereen zeeziek. Zelfs zij, die in concentratiekampen gezeten hadden, zeiden, dat het daar niet zo erg was geweest en tochals wij het nog eens moesten doen om in Palestina te komen, zouden wij het weer doen. Het schip lag heel slechthet rolde zo gemak kelijk, dat wij als wij naar dek gingen goed moesten opletten, dat er vijf man aan elke kant stondenanders zouden wij zijn omgeslagen. Aan boord ontbraken de meest gewone instrumentener was slechts één klein reddingboolje. Er waren niet vol doende matrozen en daarom werd mijn hulp ingeroepen. Elke dag stond ik vier uur aan het roer. Het ergst werd het op de tiende dag. Niemand van ons dacht, dat wij de toen woedende storm zouden overleven. De kapitein was vast overtuigd, dat wij er aan gingen; hij nam de fles en wachtte dronken op het ogenblik, waarop het schip in tweeën zou breken en wij allemaal voor de haaien zouden zijn. Telkens als er een golf over ons heensloeg, dachten wij dat het mis ging. Wij probeerden te voorkomen, dat het schip middendoor zou breken door de stuurhut te stutten met olievaten, ten einde zo een centrale massa te verkrijgen. Het was bijna niet doenlijk die vaten te versle pen, terwijl het schip rolde en stampte. Met de ene hand moesten wij ons op de een of andere manier vasthouden, terwijl wij met de andere moesten proberen de vaten centimeter voor centimeter verder te rollen. Maar wij zetten door en dit is misschien ons behoud geweest. Tijdens de storm werden wij gesignaleerd door verkenningsvliegtuigen; twee bleven de gehele dag boven ons hoofd cirkelen. Maar zelfs ondanks het feit, dat wij meen den te zullen verdrinken, bleven wij ervoor zorgen, dat zij niet ontdekten, dat wij ille gaal waren. Wij doken weg en verborgen ons als de machines laag over kwamen. De volgende nacht bereikten wij de kust van Palestina. Wij waren het contact met alle ontvangst-groepen kwijtgeraakt. Daarom besloten wij een poging te doen op eigen gelegenheid aan land te komen. Intussen geraakte de schuit vast op een zandbank. Wij zetten onze enige reddingboot uit en probeerden enkele vrouwen, die er heel slecht aan toe waren aan land te krijgen. Maar de zee was nog ruw en de boot kantelde. Velen van ons sprongen te water om de meisjes te redden. Die nacht, in het zicht van de haven, verdronk een van haar. De mensen hadden naar ons uitgekeken en ondanks het feit, dat wij op de verkeerde plaats de kust bereikt hadden, ontdekten zij ons en kwamen ons te hulp. Maar ook zij beschikten op deze plek niet over boten daarom zwommen zij naar on3 toe en hielpen velen van ons van boord. Daarop werden er touwen gespannen tussen het schip en het strand, zodat ook zij, die niet konden zwemmen aan wal gebracht konden worden. Zodra wij allen op het strand stonden, werden wij over het land verdeeld. En nu zijn wij thuis. Churchill en de karper. Na de val van Frankrijk werd er door het gehele land een moed gevende fabel gefluisterd. Die fabel bewijst, dat Frankrijk vertrouwen bleef houden in het koppige volk aan gene zijde van het Kanaal. Het verhaal luidt als volgt: ln Juli 1940, toen Engeland alleen stand hield tegenover de vijand, nodigde Hitier Churchill uit voor een geheime conferentie in Parijs. Churchill kwam per vliegtuig en werd naar Fontainebleau gebracht, waar Hitler en Mussolini hem ontvingen aan de oevers van de beroemde karpervijver. De Führer liet geen tijd verloren gaan: „Dit is het wat ik u te zeggen heb, Chur chill. Het is uit met Engeland. Teken dit stuk, waarin ge erkent dat Engeland de oorlog verloren heeft en morgen is het vrede in geheel Europa". „Het spijt me", antwoordde Churchill rustig, „maar dat kan ik niet tekenen. Ik erken niet, dat wij de oorlog verloren hebben". „Belachelijkriep Hitler met zijn vuist op tafel slaande. „Kijk dan toch naar de feiten Churchill nipte aan^zijn thee. „In Enge land," zei hij, „lossen wij een meningsver schil op door een weddenschap. Wilt ge er een met mij aangaan Wie verliest, geeft toe. dat hij de oorlog verloren heeft." j „Waarom wedden wij vroeg de Führer achterdochtig. „Ge ziet die karpers in de vijver? Nu, laten wij wedden, dat degene, die er het eerst één vangt, zonder vistuig, beschouwd wordt als overwinnaar". „Aangenomen", hapte Hitier en hij schoot zijn revolver leeg op de dichtstbijzijnde karper. Maar het water wijzigde de kogel baan en de karper zwom lustig veider. „Jouw beurt, Musso", bromde Hitier. „Ze zeggen, dat jij uitstekend zwemt. Bewijs 't". De Duce trok zijn kleren uit en nam een duik, maar hoe hij zijn best ook deed, de karpers ontglipten hem telkens. Eindelijk kwam hij hijgend op de kant, zonder karper. „Nou jij, Churchill", brieste Hitier. „Ver toon je kunsten eens!" Kalm nam Churchill zijn theelepeltje en ging naar de rand van de vijver. Hij schepte een lepeltje water en gooide het achter zich leeg. Zoo schepte hij door. Hitier stond met open mond te kijken. „Wat voer je in vredesnaam uit?" vroeg hij ongeduldig. „Het zal lang duren," antwoordde Chur chill, gestadig doorscheppend, „maar wij zullen de oorlog winnen." Voor de Kerstboom in de rimboe. Ondanks het ontbreken van sneeuw en ijs zullen enige duizenden grotere militaire een heden in lndië zich met Kerstmis in hun cantine of militair tehuis een typische Kerstsfeer kunnen scheppen. De Niwin heeft n.l. duizend grote dozen Kerstboomversierselen aangekocht, waarmee een paar duizend bomen van flinke af metingen naar goede traditie kunnen worden „opgetuigd". En al zal het dan geen Hollandse den of spar zijn, die met de pieken en ballen, de kaarsen en klokken wordt versierd met deze attributen, het engelenhaar en de „echte" rijp zal de Indische tjemara ongetwijfeld een waardig plaatsvervangster zijnMet de „Sumatra", die op 20 September a.s. naar Batavia vertrekt, zullen de dozen worden verscheept en zij zullen vroeg genoeg op de buiten posten arriveren om daar, mét de Niwin- Kerstpakketten, die de militairen allen zullen ontvangen, een stukje Hollandse Kerstsfeer te brengen. PRINSES JULIANA EN DE PRiNSESJES BEZOEKEN VUURWERK. Heel stilletjes zijn Prinses Juliana en haar drie oudste dochtertjes Maandagavond naar het Scheveningsche vuurwerk ge komen. Vlak voor het begin van dit laatste vuur werkfestijn van dit seizoen reed een hof- auto voor het Kurhaus aan het Gevers Deijnootplein en vrijwel ongemerkt gingen de Prinses en de Prinsesjes door het hotel naar het terras, vanwaar zij het kleurige vuurspattende feest goed konden volgen. Slechts enkele van de vele duizenden, die zich in het overvolle Scheveningen bevon den hebben iets van dit Prinselijk bezoek gemerkt. Het behoeft nauwelijks verteld te worden dat de Prinsesjes Beatrix, Irene en Margriet zeer genoten hebben. Een wit olifantje, dat oranjevuur uit zijn bewegende slurf spoot en vroolijk met zijn staart wap perde, bleek een der grootste attracties tusschen de vele gekleurde stukken en de tallooze vuurpijlen. Het sluitstuk, een por tret van H.M. de Koninginjn wit vuur met een oranje-versiering aan weerszijden, werd door de Prinsesjes direct als de beeltenis van Haar Grootmoeder herkend. Het publiek gaf met luid applaus uiting aan zijn waar deering voor dit slotstuk. Snel en vrijwel ongemerkt zijn Prinses Juliana en haar drie oudsten na afloop van het vuurwerk weer uit Scheveningen verdwenen. L Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom il 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indiè fl. 1,55. Buitenland fl. 2, Advertentieprijs 7 cent per m.m. Ingezonden Meaedeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. ills V001 n Axel eek be- [jhoude lelasting a Ing ver reen te

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1947 | | pagina 1