AXELSCHEII COURANT ILL E Frankeering bij abonrement Axel. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere ZATERDAG 19 JULI 1947. 61e JAARGANG No. 80 VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie: T. C. VINK-van VESSEM ei Bir, 1 niet. 21, De Nederlandsche textiel nijverheid. linds het Jaar 1830 hééft de textielnijver- j zich in Nederland belangrijk uitge- id en sedert vele jaren bood zij een me werkgelegenheid aan de arbeidende lolking. Zoo waren in het jaar 1938 in ial ongeveer 780)0 arbeidskrachten (ad- iistratief personeel niet medegerekend) de textielindustrie werkzaam. Nog dui- jiker treedt de belangrijkheid dezer ustrie voor Nederland naar voren, wan- men weet, dat laatstgenoemd aantal ?erirhl 15 pet. uitmaakte van het totaal aantal «Hals elders, werkzaam in de geheele Neder- tdsche industrie. De belangrijkste centra voor de katoen- linnennijverheid zijn te vinden in Twente wel vnl. in de plaatsen Enschede, Hen- [p, o, Borne, Almelo, Oldenzaal, terwijl eruit wis de Geldersche Achterhoek en Noord- bemant en Zeeuwsch-Viaanderen dienen te irden vermeld. icitvedDe kunstzijde-industrie concentreert zich, ker, kiitde spinnerijen betreft, in Arnhem, Ede, imegen en Breda. Het grootst aantal ondernemingen op het bied van de wolnijverheid bevindt zich en rond Tilburg en overig Noord-Bra- nt, waarbij ook Leiden en Veenendaal belangrijke centra moeten worden be bouwd. Voor de tricotage-industrie zijn geen paalde centra aan te wijzen. Deze fabrie- 11 bevinden zich zeer verspreid over ons IN Onmiddellijk na de bevrijding in Mei 145 bevond de Nederlandsche industrie •h in een toestand van ontreddering, loorzaakt door het oorlogsgeweld en door of en plundering van den bezetter. Ook de textiel-industrie had zwaar gele- hetgeen blijkt uit de volgende cijfers, oor oorlogsgeweld werden buiten bedrijf steld ca. 8 pet. van de katoenspinnerlj-capa- eit ca. 5 pet. van de katoenweverij- paciteitca. 33 pet. van de kunstzijde- ,aciteit. ten ontstellend gebrek heerschte op ieder irein. Nederland beschikte noch over ilenvoorraden, noch over grondstoffen, achines ontbraken geheel of gedeeltelijk, transportwezen was gedesorganiseerd, arbeidskrachten waren verstrooid (gede- iirteerd, in militairen dienst of noodge- nongen in andere functies werkzaam, enz) Dat binnen beerekkelijk korten tijd de rtiel-industrie zich in aanzienlijke mate ■eft hersteld, is voor een groot deel te inken aan het in snel tempo wederop- leren der kolenproductie, waardoor de lergie-voorziening belangrijk verbeterd trd, aan het uitermate snelle herstel van tt transportwezen, doch zeker riet in de iatste plaats aan het vele werk, dat door utiel-fabrikanten zelf werd verricht. :e productie in de verschillende sectoren (droeg, volgens de laatst bekende gcgS" ens, op 1 April 1947, uitgedrukt in pro- tnten van de producten in de jaren 1938- 539 Kunstzijdespinnerijen 95, katoenspinnerijen katoen-, kunstzijde-, linnen- en jute- itverijen 70, brei-, tricot- en kousemndu- rie 22, wolspinnerijen 160, wollenstoffen- everijen 101, wollen deken-weverijen 118, infectie-industrie 53. Hieruit blijkt duidelijk, dat de wolspin- tiij zich wel zeer gunstig ontwikkeld heeft, twijl meer wollen dekens dan in 1938 erden geproduceerd. Bij de kunstzijde-sector doet zich, in 'eenstelling tot de katoensector, de omstan- ieheid voor, dat de spincapaciteit grooter dan de weefcapaciteit. Nederland heeft lus een aanzienlhk overschot aan kunst- ijden garens, dat ook geëxporteerd wordt. )it bete 'kent een belangrijke deviezenbron. Vóór de oorlog moest, als gevolg van een (kort aan spincapaciteit, een belangrijk wantum katoenen garens worden ingevoerd. )c invoer is nu minder dan vroeger, aan- ezien de exporteerende landen deze garens node kunnen missen. Bovendien is de uidige productie van de katoenspinnerijen og niet op het peil van 1938. Een en ider is oorzaak van een lage piodudie jn de katoenweverijen. ItYtï®/Geconstateerd kan worden, dat textiel nog hn schaarsch artikel is. In hoofdzaak ligt kit aan de achterstand in de voorziening, die in te halen valt. in de laatste oorlogs uren kon de bevolking practisch geen textiel koopen. Bovendien ging tengevolge van oorlogsschade heel wat textiel verloren» zoodat op de dag der bevrijding een groot deel der bevolking niet meer trxtiel bezat dan de kleeren die men aan had. En die verkeerden dan nog in een toestand, die dringend om vervanging riep. In 1938 bedroeg de waarde van de textiel- export ca. 100 millioen gulden, hetgeen neerkomt op één-zesde gedeelte van de totale industriëele export. O/er 1946 bedroeg de totale waarde van de textielexport ca. 93 millioen gulden, een ferentage van ruim 22 pet. uitmakend van de totale industrietle export. Het belang rijkste was de u tvoer van kunstzijden garens. Hiervan werd in 1946 in totaal voor ru'm f 20 millioen uitgevoerd, dus bijna een kwart van de totale textielexport. Voorts werden uitgevoerd tapijten, gordijnstoffan e.d. terwijl van de artikelen, waaraan de bevolking groote behoefte had, slechts geringe hoe veelheden werden geëxporteerd voor het onderhouden van de relaties met vropgere afnemers. Duitschland gedeporteerd. Als volwassenen kwamen we terug. Dat harde leven maakte ons rijp. Wat wisten we vroeger in Neder land eigenlijk van de wereld af. We hadden gewoon ons levenlje geleefd. Er werd voor ons gezorgd op allerlei gebied en we behoefden alleen maar den mond open te doen en le slikken.... Voor de ouders van die jongens zal het feit, dat hun zoons nog weer anders zijn geworden, geen ver rassing meer zijn. Toch zal de verandering na de twee Indische jaren nog grooter zijn dan na tw-'e jaren Duitschland. Immers Neder'and en Duitschland zijn Westersche landen, maar Indië is een Oostersch land. (Wordt vervolgd.) 4EL.I VERZORG UW HUID I Tegen zonnebrand, stuklopen, door zitten, schrijnen, smetten en ter verbetering der huidPurol of Purolin. Door 't creme-karakter is Purolin geliefd bij de vrouw voor zichzelf en voor de baby. Ouders vragen zich al Een militair in Indië antwoordt. IV. Van al de in ons vorig artikel opgesomde belevenissen ontvingen de achtergblevenen brieven, dikwijls met foto's, maar zij ont vingen geen grafik met kurve, waardoor de veranderingen, die zich geleidelijk vol trekken in het innerlijk van den jongen, worden weergegevenDe meeste jon gens kunnen daar niet over schrijven, of zij beseffen de verandering niet eens, dié zich bij henzelf voordoet, of zij willen er met over schrijven- Beseft gij, familie in Nederland, dat er iets met den jongen is gebeurd? Ook al bespeurt gij dat niet zoo uit z n brieven. Om het maar eens echt op z'n Hollandsch te zeggen: Al die nieuwe dingen, vreemie ervaringen, angst, teleurstelling en schoon heidsmomenten gaan hem niet in z'n kouwe kleeren zitten. Zijn betrekkelijk enge Hollandsche ge- dachtenkringetje is voorgoed doorbroken. De tropenjaren hebben z'n denken ruim baan verschaft en hem een overvloed aan bontgevarieerde gedachten gegeven. Neder land beteekent voor de meesten niet meer alles en ook in de toekomst zal Neder land niet alles meer voor hen beteekenen. Uw jongens zijn anders geworden. Dat hebben sommige ouders eigenlijk nooit verwacht en nu ontstaan er vage angstgedachten en voorgevoelens. Onbewust wordt het woord s 1 e c h te r gedacht voor het woord anders. Maar dan zijn de ervaringen er om te zeggen, dat Uw zoon niet slechter is geworden als hij terug komt, maar alleen a n d e r s, door hetgeen hij in de wereld daarbuiten meemaakte. Beseft terdege het verschil tusschen deze beide woorden. Anders wil niet zeggen slechter. Integendeel, a n d e r s zal in vele gevallen beteekenen beter. Een aal moezenier zei eens„Een jongen, die goed het leger ingaat, komt er als een beter mensch uit" en dat is zoo. Beter wil dan zooveel zeggen als gelouterd, ge kneed, gevormd door het leven. Maar van zelfsprekend is hij dan ook a n d e r s ge worden. De ouders hadden hem weer liefde vol in hun bescherming willen nemen, hem weer willen vertroetelen en hem weer hun wijze vermaningen op het hart w Hen druk ken. Maar de zoon is twee jaar lang zelf standig geweest en hij heeft het niet merr noodig, dat vader en moeder hem bescher men. En de achtergeblevenen moeten dit leeren begrijpen om teleurstellingen te voor komen.... De ouders, wier zoons gedurende den oorlog in Duitschland hebben vertoefd, hebben reeds een verandering geconstateerd toer. hun jongens terugkwamen na de be vrijding Een van deze jongens zei toen„Ik ben twee jaar ouder in leeftijd geworden, doch veel meer wat levenservaring betreft. We hebben versteld gestaan van heel veel din gen, die we nooit hadden durven of kunnen gelooven. Als kinderen werden wij naar De „Edam" aan het woord. Buiten brandt de zon op de wachtende vliegtuigen. Boven het betonnen platform trilt de lucht. In de beschermende schaduw der machtige hangar, staat een luchtreus. Een paar mannen in groezelige overalls werken zwijgend. De motorkap wordt ver wijderd en een wirwar van buizen en lei dingen wordt zichtbaar. Ergens onder de vleugel staat een groep menschen, klein afstekend. Daar klïhkt de stem van de rondleider: „En hier, dames en heeren, ziet U een ander type K.L M.-vliegtuig, de DC-4. Dit is nu het toestel, dat twee keer per week naar Montevideo vliegt in slechts drie dagen; eens in de 14 dagen vliegt het in twee et malen naar Zuid-Afrika en tot voor kort in 37 uur naar Curasao. Deze kist is 28,53 m lang, 8,40 m hoog en de afstand tusschen de vleugeltips bedraagt 35,35 m, dus aardig uit de kluiten gewassen. Er kunnen 44 passagiers in en een bemanning van 8 9 koppen. Als het geheel de lucht ingaat weegt het 33 ton, die zich met een snelheid van 330 km per uur door de lucht begeven. Als dit toestel spreken kon, zou het veel kunnen vertellen." Als het spreken konmaar waarom zouden wij onze verbeelding niet een oogenblik de vrije teugel laten en het woord geven aan deze Flying Dutchman" „Mijn geboorteplaats is Santa Monica, ergens onder de stralende Californische heme'. Ik hoorde, dat ik de K L.M. a's baas zou krijgen. Mijn collega's, die in lange rijen naast mij stonden, vertelden dat ik dan nog niet zoo beroerd af was. En zoo kwam ik Zaterdag 12 Juli was het precies een jaar geleden boven Schiphol. Een vreemd gedoe was het daar beneden. Midden in het vlakke groene land, aan de rand van een groote stad, een houten doro met vreemdsoortige gebouwtjes. Het had iets weg van een goudzoekers kamp in Klondike. Het lieve leven begon Vliegen 1 Eerst korte afstanden, dan langere trajecten, maar nog steeds was ik de DC-4 PH-TCE. Toen werd er een wapen oo mijn neus geschilderd, met het woord „Edam" eronder. Op een mooie zomerdag, het was 12 Augustus, werd ik weer naar buiten gesleept, Op het platform stonden veel menschen. Mooie vrouwen in Edimsche costuums. Mannen met ronde kaasjes en muziek. Een flesch met bruiserde champagne kletterde tegen mijn neuswiel. De muzikanten speelden. Een meneer in een zwart pak wenschte mij vele voorspoedige reizen toe en de vrouwen in hun mooie kleeder drachten gingen aan boord. Ik liet hun Edam zien vanuit de lucht. Mijn eerste groote vlucht was 6 October. Dagenlang was men bezig geweest mijn motoren na te zien. ik maakte de openingsvlucht naar Zuid- Afrika. Parmeniier bracht mij erheen. Naar het Tunis van de helle kleuren ovei het sprookjesachtige Sardinië en de Middel- landsche Zee, blauw als de hemel. De Saharaéén groote broeierige zandbak. Op 3000 m hoogte op weg naar de bran dende einder: Kano. De heuvels waren tot lange schaduwen geworden door de schuin invallende zon. De passagiers keken naar beneden, hier en daar weerkaatsten de kristallen van de witte zoutvelden het zon licht. Het zicht bij Kano was slecht. Wat lager hadden de zandstormen de lucht heiig gemaakt. Na KanoLeopoldville. Wouden en nog eens wouden, die haar geheimen niet prijsgeven, ook niet vooj mij, die er ronkend overheen vloog. De Victoria Falls. Schuimend en bruisend stortten de watermassa's zich naar beneden. Het einddoelJohannesburg lag niet ver meer af. Een dame nam het gastenboek, dacht even na en schreef glimlachend, het boek op haar knieën Die vlug in die „Edam, voel so glad [soos n kans Ons kom daar vinniger as die [vinnigste hasie, Die passagiers trek almal 'n vrolike fasie En ek is so blijek gaan terug na [mijn basie. Het blauwe boek verhuisde naar een heer, die de heele Sahara lang had liggen slapen, weggedoken in zijn stoel. Hij zette zijn bril op en in gelijkmatig schoolmees terhandschrift verscheen er „Vroeger in 1846 ging men per trekechuit van Amster dam naar Edam in twee dage»1. Nu in 1946 gaat men per „Edam" van Amsterdam naar Johannesburg in twee dagen. Waar voor hulde." In Johannesburg kreeg ik rust. Enkele dagen. Toenterug met 44 nieuwe pas sagiers. Richting Schiphol, weer naar het land van de groene rechthoeken en steeds zag ik weer nieuwe dingen. Toen kwam mijn eerste reis raar Zuid- Amerika. Er waren veel Spaansch en Portu- geesch sprekende^passagiers aan boord- Over Frankrijk en een stukje Spanje naar het prachtige Lissabon. Vandaar in één ruk naar het warme zondoorstoofde Dakar en toen over den Oceaan naar den oosthoek van het kleurige Zuid-Amerika. Midden in den nacht kwam ik er aan, beschenen door het licht van schijnwerpers. Er kwam een andere bemanning aan boord, die me ver der naar het einddoel zou brengen. Eenzame moerassen, afgewisseld met uitgestrekte, massieve wouden. Gsen hui zen, geen teeken van leven, kilometers en en kilometers ver. Dan naar Rio, de witte moderne stad. Wolkenkrabbers als wijs vingers omhoogstekend. Het machtige „Sui kerbrood", de toegangen beheerschend. Om de stad wazige bergen. Verder weer, naar Montevideo. Een groot gedeelte over het vlakke land, dat me even aan Nederland deed denken, ofschoon ik maar weinig huizen en heele- maal geen molens kon ontdekken. We vlo gen door naar Bueno3 Aires over de breede, modderige grauwe La Plata. Aan de over kant ontelbare lage huizen, duizenden dan sende lichtjes in het onmetelijk groote- Buenos Aires, ds grootste stad, die ik nog gezien had. Zoo bleef ik vliegen Zuid-Afrika, Zuid- Amerika, soms kortere routes. Steeds nieuwe bemanningen, soms weer oude bekenden. Menschen van alle mogelijke landsaarden vervoerend op de snelst denkbare manier door de vrije lucht Op een goeden dag: Cura9K>. Via Schotland in de avondschemering over den Atlantischen Oceaan. Ik vloog rustig brommend boven het tot een grillig berglandschap omgetooverd wolkendek. Van Cander naar New-York was met veel meer dan een stapje. Als een wazige lichtvlek lag de millioenenstad beneden me. Van New-York naar het Zuiden, naar Curasao. In acht uur. Vliegveld Hato met zijn lux ïeuse stationsgebouw, waar ik door enthousiast zwaaiende "menschen werd be groet en ik trots het rood-wit-en blauw uit de stuurhut liet wapperen. Dezelfde drie kleur, die daar aan den vlaggemast hing om me te verwelkomen. Of ik ook ii Batavia geweest ben Rome Cairo-Bagdad-Basra-Kuachi-Ca'cutta- Bangkok-Singapore naar Batavia, aan de andere zijde van den aardbol Het zou een lijvig boekdeel worden ,als ik alles moest vertellen. Eu nu sta ik weer even in de hangar op het g^ede oude Schiphol en ik denk terug aan het vele mooie, dat ik in het afgeloo- pen jaar heb gezien. Vijftien maal den afstand der aardomtrek heb ik alles bij elkaar tot nu toe afgelegd. Ik heb er een klein steentje toe bijdragen de menschen, onverschillig van welke natio naliteit of aard nader tot elkaar te brengen Een taak, die ik nog vele jaren hoop te vervullen." NIEUWE ZOMERZEGELS Gedurende het tijdvak van 1 Augustus tot en met 30 Sept. a.s. zullen, evenals dit vroeger het geval was, op de postkantoren zomerzegels verkrijgbaar worden gesteld, met een toeslag boven de frankeerwaarde die ten goede zal komen voor de helft aan sociale en voor de helft aan culturele doe leinden. Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indië il. 1,55. Buitenland fl. 2, Advertentie prijs 7 cent per m.m. Ingezonden Meaedeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1947 | | pagina 1