AXELSCHE SE COURANT De geschiedenis der „berenning". Frankeering bij abonnement Axel. ZATERDAG 28 1UNJ 1947 ri* iaapmanm"; m,. 74 Frankeering bij abonnement Axel WOENSDAG 25 JUNI 1947. 61e JAAROANO No. 73 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Drukker-Uitgeefster Firma J. C. VINK Adres Redactie en Administratie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ Hoofdredactie T. C. VINK-van VESSEM 1. AARDENBURG IN 1672 Van de eens zoo rijke en nnchtige stad „Rodenburgh" zooals Aardenburg vroeger genoemd werd, met een belangrijke haven, omvangrijke handel en later als weidbekind bedevaartsoord, was in 1672 practisch niet veel meer over. Na de verovering door Prins Maurits (1604) werden de vesting werken veel verkleind, daar de Prins van meening was, dat de uitgebreidheid der wallen en bolwerken te veel troepen voor bezetting eischten, dan met het gewicht van de plaats in overeenstemming was. De bezetting van Aardenburg bestond uit 7 compagniën onder commando van com mandeur Joan Cau, die tijdens de berenning niet in Aardenburg aanwezig was. Van deze 7 compagniën bleet er slechts één over, gecommandeerd door Vaandrig Elias Beeckman. De Burgerwasht, in 1658 opgericht, telde in 1672 twee compagniën, n.l. ,'t Witte Vaandel" en «'t Blauwe Vaandel". Iedere compagnie telde 83 manschappen. 2. HET TERREIN VAN DE STRIJD. De hevigste gevechten werden geleverd voor de Landpoort, op de z.g. halve maan, die hiervoor was aangelegd ter meerdere beveiliging van de poort. De Landpoort stond ongeveer in het midden van de Land- straat (tegenwoordige). Op een gedeelte van de buitenwerken van de halve maan is tegenwoordig de Algemeene Begraafplaats gelegen. Aan weerszijden van de Laid- poort lagen twee bolwerken, n.l. het Oost- bolwerk en het Oranjebolwerk. Het Zuid- bolwerk. waar het herdenkingsopenluchtspel wordt opgevoerd, is thans een plantsoen, genaamd «Het Verloren Kostje". 3. DE VOORGESCHIEDENIS. Na eerst de Triple-alliantie tusschen Nederland, Engeland en Zweden, door poli tieke intrigues te hebben verbroken, ver klaarde Lodewijk XIV van Frankrijk op 7 April 1672, tesamen met Engeland, de oorlog aan de» Vereenigde Provinciën. In Mei daaropvolgend verklaarden ook de Bisschop van Munster en de Keurvorst van Keulen de oorlog. Deze oorlog kwam voor Neder land geheel onverwacht. De gevolgen hier van bleven niet uit. Op 25 Juni 1672 stonden de vijandelijke legers reeds in de omgeving van Utrecht, Orsey, Rijnberk, Emmerik, Doetinchem, Arnhem, de Schen- kernschans, Wageningen, Rhenen, Doesburg. Zutphen, Enschedé, Almelo Grol. Deventer, Zwolle, Kampen, de Ommenschans, al deze sterkten en steden waren in handen van de vijand, sommige vrijwel zonder slag of stoot, lafhartig overgegeven. Uit deze tijd stamt de spreuk#,De bevolking was redeloos, de regeering was radeloos en het land was reddeloos". Zeer somber zag het er voor de Nederlanden uit. Ook in Aardenburg kwamen de zorgen spoedig. 16 April 1672 kwam in de stad het "bericht, dat 6' van de 7 compagniën moesten vertrekken en dat de wallen zoude worden gesloopt, teneinde de vijand geen gelegenheid te geven zich te nestelen tegen over de belangrijke vestingstad Sluis. De Magistraat vergaderde onmiddellijk de vol gende dag en besloten al het mogelijke te doen, om de ontmanteling, te voorkomen en versterking van het garnizoen te verkrijgen. De 18» April reisden de twee burgemeesters naar Middelburg om de medewerking van de Staten van Zeeland te verkrijgen. De commandeur Cau, die in Sluis was, werd bezocht. Met diverse verzoekschriften voor zien togen schepenen en burgpmeester naar Den Haag, om de?e kwestie m.t de Staten Generaal te bespreken. Uit de archieven blijkt, dat er veel reizen moesten worden gemaakt, veel raderen in beweging moesten worden gebracht vooraleer op 3 Juni de afgezanten met een goeden jeinduitslag, wat betreft de ontmanteling, konden terugkeerer. Versterking echter werd niet gezonden, hoogstens een belofte, dit punt nog nader te bezien. Zoo stond Aardenburg er voor, toen de reeds eenige dagen loopende geruchten, als zouden de Franschen in aantocht zijn, vas- teren vorm aannamen. Zoodra de poorten der stad 's avonds gesloten waren, werd de Magistraat bijeengeroepen, om te beraden wat hun te doen stond, daarbij bijgestaan door de vaandrig Elias Beeckman, die we gens afwezigheid van commandeur Cau het bevel over de soldaten voerde. Tijdens de vergadering wordt een bode uit Gent in de stad binnengelaten, die een belangrijk be richt brengt van Jan de Cuyper, oud Aar denburger, die in Gmt woonde. De brief deelt mede, dat 6 tot 8 duizend Fransche soldaten zijn doorgedrongen tot Deijnze en het op Aardenburg gemunt hebben. Wel licht komen ze nog dezelfden nacht. Dit bericht brengt ontsteltenis teweeg. Eenige schepenen spreken over de zwakke bezetting, de overmacht van de vijand, en overwegen of overgave weilient niet het beste is. Elias Backman echter wil daar niet van hooren en gesteund door de moe dige taal van burgemeester Peurssen en schepene Roman, weet hij zelfvertrouwen aan te wakkeren. Allen sluiten zich aan bij het besluit zich plichtsgetrouw te ver dedigen. De onrustig geworden bevolking is op de Markt samengestroomd. Vanaf het bordes van het stadhuis maakt burgemeester Peurs sen de brief bekend. De reeds opgeroepen Burgerwacht en de burgers worden door het manhaftige voorbeeld van de Magistraat en Beeckman aangemoedigd en belooven allen de stad te .zullen helpen verdedigen. In middels komt een bericht uit Sluis van commandeur Scotte, dat de brief van Jan de Cuyper bevestigt. Over het zenden van versterking wordt eentir niet gesproken. Men was nu overtuigd alleen te staan en alles zelf te zullen moeten doen. Onmid dellijk gaat men aan het werk. D» Burger wacht bezet de wallen. 30 soldaten bezet ten de Oostpoort en de Zuidpoort. Ook de vrouwen en kinderen hielpen moedig mee, waarbij Margaretha Sandra, de vrouw van schepene Roman, zich bijzonder onder scheidde. Zij droegen kruit en kogels naar de wallen, braken de straatsteenen uit en maakten van pannen, ketels, poken, ket tingen enz. schroot voor de kanonnen. De klok werd stilgezet, naar het voorbeeld van Sluis. Het stadje maakte zich klaar voor de strijd. 4. HET EERSTE GEVECHT. Middernacht was reeds voorbij. De 26 Juni 1672 was aangebroken en in spannirg wachtten soldaten en burgers de komende dingen af. Om ongeveer twee uur hoorden de wachten gprucht op S.nedekensbrugge. Veronderstellende dat net de aanrukkende Franschen waren, richtte de constabel het kanon op dat punt en gaf vuur «Doe begon March, den onversdelijcken crijghgodt, sijn helsche fuerien te openen, door de Fransche trommels te doen roeren ende de trom petten te doen Dlaesen, ende met haere benden op de stadt langhst de passagie van Smetjesbrugge". De Franschen stormden vooruit in de richting van de Landpoort en bereikten de buitenversterkingen van de halve maan, zoo genoemd naar den vorm, die dit verdedi- gingsvoorwerk bezat. Het vuren werd steeds heviger en daar het daglicht begon door te breken, konden de Aardenburgers beter richten, zoodat veel vijanden het loodje moesten leggen. Aan een dergelijke warme ontvangst hadden de Franschen niet gedacht. Het aanhoudend goedgerichte vuur deed hen den terugtocht aanvaarden. Deze aanval was afgeslagen tot groote blijdschap van de Inwoners. Eenige Fransche soldaten vluchtten i i de op de buitenversterkingen staande schuren. Door 8 soldaten en 8 man van de Burgerwacht werden ze eruit verdreven en de gebouwen in brand gesto ken, zoodat ze den vijand niet meer van dienst zouden kunnen zijn. Bovendien braken ze de Smedekensbrugge gedeeltelijk af, zoodat de vijand geen kanonnen tot voor de stad meer kon brengen. De vijand legerde zich in de Biezen, een gehucht bij Aardenburg. De stadsbewoners begrepen dat een tweede aanval zou volgen, die veel heviger zou zijn. De Magistraat vergaderde op het stadhuis ter bespreking van den toestand. Wat nu, verdedigen, of overgeven? Verschillende vrouwen waren iJthg geworden en ook bij de mannen was de moed gedaald. Vaandrig Beeckman en Peurssen echter spraken mannelijke taal en wilden over een overgave niet spreken. Veel schepenen en notabelen sloten zich bij hen aan. Gesterkt door het voorbeeld van hun overheid beloofden allen elkaar getrouw te zullen verdedigen! De vrouwen en kinderen werden in de gelegenheid gesteld desgewenscht de stad te verlaten. Ook eenige laffe mannen vertrokken. «Terwijl de poorten nu open waeren, liet men vrouwen en kinderen, die begeerden uyt de stadt te gaen, daeruyt; daeronder dat al mede eenighe mans uytslopen, ende n van te voren uylgeslopen waeren, die de brouck ront stonden ende in haere wam- baizen een vrouwenherte droeghen". De soldaten en de Burgerwacht verlieten de wallen niet. Vrouwen en kinderen en de Mennonieten, die geen wapenen mochten dragen, brachten brood en bier naar de wallen. Kogels, kruit en schroot werden aangebracht. Boomstammen werden op de wallen gesjouwd, om die zoo noodig op de aanvallers te laten neerrollen. 's Avonds omtrent 6 uur kwamen veertig soldaten uit Retranchement, als Versterking gezonden door de commandeur van Sluis, onder bevel van vaandrig Vaneveldt, terwijl twee wagens met munitie uit Sluis binnen kwamen. Deze kleine hulp vergrootte de moed der burgers. Ondertusschen werd het leger der Fran schen steeds versterkt, waardoor het aan groeide tot circa 9000 man, onder com mando van den Graaf de Nancre. Daar tegenover stonden in de stad 112 soldaten en 2 compagnieën van de Burgerwacht van elk 93 man, tesamen ongeveer 300 verde digers. Op de wallen stonden 9 kanonnen, doch slechts 4 waren bruikbaar. Hoeveel moed was er niet voor noodig, om het tegen een 30-voudige overmacht aan te durven V. Het tweede gevecht. De geheele namiddag had men de Fran sche troepen zien heen en weer trekken, als voorbereiding op hun aanval, s Avonds was alles rustig, onnatuurlijk stil, zoowel in wordt een bestrm- ipend voor de gropte tegoeden. In groote rop neer dat houders di deze geblokkeerde moeten aanwenden om n aanslagen in oude igens aanwasbelasting ng ineens te voldoen, i zij d»arna aanwenden elegenheid te stellen ingplicht te voldoen, n zij geblokkeerd te- irden omzetten. GORGING rand, stuklopen, irijnen, smetten, ering der huid n. Door'tcrême- olin geliefd door r zichzelf en de „noe iger mijn zoon in Indië is, des te sterker ik den indruk, dat hij steeds meer gaat tanderen. Hij vertelt nu bijv. dingen in brieven, waar hij vroeeer nooit over •praten. Ik kan het onbestemde gevoel r niet meer kwijtraken, dat mijn zoon, fjong als hij is, bij zijn terugkeer heete- los van zijn ouders zal zijn". Ongetwijfeld zullen meer ouders hun dachten hierover laten gaan. Misschien -bben zij de gedachte aan de mogelijkheid, hun Jan, Kees, Piet of Klaas veranderd ju kunnen zijn als hij thuiskomt, steeds resse weer overgegaan op gamelan en spel. De ouderen, meer achteraf, nog juist be schenen door het spaarzame lamplicht, laten hun aandacht niet afleiden maar hebben hun omgeving volkomen vergeten door de span ning van het spel. Stilletjes kom ik van achter een der huizen te voorschijn; stilleijes, om deze menschen niet in hun spel te storen, maar ook om zelf ongestoord van dit heerlijk primitieve tooneeltje van deze diepgeboeide menschen ie kunnen genieten. Waarom moet ik nu ineens aan Anton Pieck denken? Zou hij van dit tooneeltje net zo'n juweel kunnen VERLENGD. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend ter verlenging van de machtiging ten aanzien der geldzuiveiing. De strekking van dit wetsontwerp is de machtiging te verlengen met een termijn van een jaar, daar de 'geldzuivering nog niet geheel vol tooid is. Zoodra het wetsontwerp vermo gensheffing ineens van kracht zal zijn geworden, zal worden overgegaan tot de afwikkeling van de geldzuivering, welke dan, naar de minister van financiën vertrouwt, binnen een jaar haar beslag zal krijgen. NTIE MET ONZE OVERZEE. irieven die iedere dag i de Club Nederland- lam binnenkomen, mag net de Jongens in Indië 'Stelling verheugen, ten uit het aantal mili- de afgeloopen maanden meisje, vrouw of burger adopteerd, n.ml. 15000. ot eer van allen die in i van de jongens in de veraangenamen gezegd niet bij schrijven alleen geregeld pakjes, tijd- terwijl vele foto's over momenteel reeds zoo werk van de Club, dat it Indonesië te groot is geheel aan te kunnen Club langs dezen weg loliandsche meisjes om rresponderitie te melden. Den door ten briefkaart ie zenden aan oe Ciub Singtl 320 te Am- Dor oe est. -o— WRlfK GAAT MAG MEENEMEN. an, is er tusschen de rlandsche regeering een komen, volgens welke Ierland kunnen reizen ran vierhonderd gulden sche bezoek naar Ne- ikelt, zal er voor de ïheid bestaan zich naar onder medeneming van cs overeenkomende met lezoekers betreffen, die lenen, studiedoeleinden eling willen reizen, als >enoegen willen reizen, 'r buiten. Daaivoor be ding. ie bezoekers, reizende Are bepalingen zouden jn aangekomen. -o— )OT SCHEEPS. de Atlantische Oceaan beth kost ruim f 900.— ongeveer f 200per dag'550—600 gulden tweede klasse en f 425 toeristenklasse. Enkele cijfers Het 'schip meet 83673 tondertig ton van deze waterverplaatsing komen voor rekening van de verf, die op de huid gesmeerd is. De «groote wasch" bestaat uit 10.000 stuks voor 2315 passagiers. Meubels21000 stuks, Tapijten10 mijlen. Een wandeling over dek, rook-, eet- en andere zalen, 5 kilometer, 15000 passagiers wachten op een reisje, 10000 maaltijden per dag. Dekken, zalen, gangen, zijn in hoofdzaak blauw ge verfd, de lievelingskleur van de echte Koningin Elisabeth. Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indië il 1,55. Buitenland il. 2, L TT Advertentie prijs 7 cent per m.m. Ingezonden Meaedéelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1 - 5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. HtilljlW..,, bvai iiJULUCi 9LU1CC1

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1947 | | pagina 1