AXELSCHE H COURANT
1
Ontstaan en ontwikkeling van
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Frankeering bij abonnement Axel
ZATERDAG 21 JUNI 1947.
61e JAARGANG No. 72
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
Verschijnt iedere
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Woensdag en Zaterdag
Drukker-Uitgeefster
Firma J. C. VINK
Adres Redactie en Administratie:
AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§
Hoofdredactie:
T. C. VINK-van VESSEM
12
90
en
let
"9
let
■ne
lel
Ir.
.90
85
,75
uren
len van
5 gereis
91 - 412
werken,
iUWlGE STRIJD TEGEN HET WATER.
II.
Een internationale ramp.
De Allerheiligenvloed van 1570 teisterde
insch Noord-Europa. De turiontginningen,
e tot dan toe een bron van welvaart voor
teland en het Waasland waren geweest,
rerden de bevolking noodlottig. De uit
dolven turfterreinen waren een gewillige
tooi van het water, daar de stevigste be
ar ddeelen door het delven aan de grond
wen onttrokken.
De moerdijken konden, bij de doorbraak
(r zeedijken, de sterke vloed niet houden,
«joelde Allerheiligenvloed zette heel de
rt ek tusschen Doel, Kieldrecht en Hulst
nder water. De sterke strooming maakte
an de Westerschelde, die tot dan toe een
aneenschakeling van kreeken en putten
m geweest, een rechtstreeksche uitweg
aar de zee. Hierdoor werd Antwerpen in
e gelegenheid gesteld zich als haven te
oen gelden.
Volgens de reisaanteekeningen van Dio-
iysos en Kardeyn van 24 Mei 1574 ver
henen in de annalen van de Oudheid-
mdige kring van het Land van Waas,
evering 1935, deel 2, konden alleen de
rare dijken van Doel, die in 1567 waren
igeworpen, den vloed weerstaan. Dezelfde
]ken omringen nu nog de polders van de
imeente.
Naarmate er beter gewerkt werd aan de
jrdere indijking, kwamen de overstroo-
lingen niet meer zoo veelvuldig voor. De
jke abdijen van Ter Duinen, Ter Doest,
ludburg, Broekburg, Baudeloo, Drongen,
t. Baafs en St. Pieters namen samen met
polderheeren en boeren een werkzaam
deel aan de indijking.
De ondergang van Saeftinge.
De volledige ondergang van Saeftinge
jou, volgens de reisnota's van De Harduijn,
liet veroorzaakt zijn door de krachten van
latuurelementen, zooals sommige geschied-
ichi ij vers en ook de legende het aangeven.
De Harduijn vermeldt, dat het dorp in
570 niet weggespoeld of vergaan is, aan-
ezien het in 1572 nog door de Geuzen
geplunderd werd. In 1584 en 1585 werden
rand de schansen van Doel en Saeftinge
bloedige gevechten geleverd tusschen de
ieuzen en het leger van de hertog van
Parma, die Antwerpen tot overgave wilden
Iwingen. Toen de Geuzen de machtige
Spaansche legerbenden niet meer konden
tegenhouden, staken zij, in 1584, de dijken
door wat de volledige ondergang van
Saeftinge tot gevolg had.
Het dorp werd door de strooming ver-
iwdgen en verzonk in de Schelde. Men
tan thans nog, bij laag tij, hel puin van de
lerzonken gebouwen waarnemen, die onge-
veer in het midden van de Schelde liggen.
Eer, oude visscher uit Vracene, die het
museum in de molen te Doel openhoudt,
wist te verklaren dat bij stormweer nog
steeds gedeelten van menschelijke geraamten
op de Schelde-oevers kwamen aangespoeld.
Ook de voorgestelde rijkdom van Saeftinge,
s zouden de paarden daar met goud he
ilagen hoeven hebben gedragen, schijnt
tolkomen uit de lucht gegrepen te zijn,
De Hardeijn schrijft in tegendeel en verklaart
poote armoede in het dorp.
Om het polderland deden zich herhaalde
malen nieuwe betwistingen voor. Het
waren niet altijd de zee of overvloedige
regens, die de landerijen onder water zetten,
maar dikwijls riep de mensch zelf het
water te hulp om het bezit van Zeeuwsch-
'laanderen aan de Franschen of Spanjaarden
e onttrekken.
In 1668 onstond oorlog tusschen Spanje
en Frankrijk. De Franschen namen Aarden-
lurg in en bedreigden Hulsteneraal. Wust,
be toenmalige bevelhebber van het Neder
landsche leger, deed de dijken van Oosten-
blij en Zuiddorpe doorsteken om de Fran
schen te verjagen. Dit had tot gevolg dat
ie Moerbeeksche polder overstroomde, de
'laandersche dijk begaf en Moerbeke onder
atcr werd gezet in 1675.
De bevolking was zoo zeer door den
jrlog verarmd, dat de gaten in de dijken
?chts in 1691 konden worden gestopt,
/an Stekene tot Zelzaete werd een nieuwe
buli dijk aangelegd, namelijk de Papdijk.
rpe gezinnen uit Zuid-Vlaanderen (Doops
gezinden), Hugenoten uit de Pas de Calais
en Picardië en Lutheranen uit Salzburg, zich
in Zeeuwsch-Vlaanderen vestigen.
Na de rampspoedige overstroomingen
werd met man en macht gewerkt om de
grond vruchtbaar te maken en weldra ver
wierf de Zeeuwsche boer een groote faam
om zijn werkkracht, durf en groote vakkennis.
Honderden jaren leefde hij afgezonderd en
leidde een teruggetrokken en onafhankelijk
bestaan. Hij voelde zich milder bedeeld
dan de houtlanders uit het Waasland,
waaruit het standsverschil in levenswijze en
kleederdracht ontstond. Het beroep ging
steeds over van vader op zoon, die met
evenveel wilskracht en toewijding het bedrijf
bestuurde en het aanpaste aan de eischen
des tijds.
Tijdens de Fransche overheersching had
een gedeelte van de bevolking te lijden van
de bezettingstroepen. De landbouwerszonen
werden als dieren opgejaagd om hun mili
taire dienstplicht te volbrengen. De boeren
moesten het grootste gedeelte van hun oogst
afstaan aan den bezetter.
Jaren van voorspoed.
In de 17e eeuw kwamen talrijke kinder-
Nieuwe overstroomingen.
Op het einde van de Duitsche bezetting
in 1944, toen de Duitschers door de ge
allieerden verplicht werden de aftocht te
blazen, werden uitgestrekte polders tusschen
Axel en Hulst en ook in Cadzand onder
water gezet. Honderden hectaren oogst
gingen verloren en tientallen hoeven werden
vernield.
De Zeeuwsche boer liet zich hierin echter
niet ontmoedigen. Hij bouwde zich eerst
een schuur en voor zichzelf een hut als
woonhuis. Onmiddellijk begon hij aan de
vruchtbaarmaking van zijn grond.
Dat hij, ondanks de groote vernielingen,
bevredigende resultaten boekte blijkt uit de
volgende cijfersin 1946 werden in West
Z.-Vlaanderen geteeld: 50.000 ton con
sumptie-aardappelen, 14.500 ton tarwe,
4900 ton erwten en bruine boonen en
129.000 ton suikerbieten, die 19.000 ton
witte suiker opbrachten. Bovendien kwamen
voor uitvoer beschikbaar9000 ton poot- I
aardappelen, 1300 ton blauwmaanzaad en
250.000 ton stroo. Alles te samen bracht
de plantaardige en dierlijke opbrengst in
bovengenoemd gewest, 29 millioen gulden op.
Al heeft de stad eenige aantrekkingskracht
op sommige Zeeuwsche boerenzonen uitge
oefend, de echte Zeeuwsche boer is op zijn
erf gebleven, om zijn leven te slijten te
midden van de kreeken, schorren en killen,,
onder een steeds wisselende, open hemel
koepel.
De post.
Een actie eischt voorbereiding
Dank zij de waakzaamheid van die
taaie, eenzame, onopvallende post kan
kan deze ongestoord plaats vinden en
kan de actie succesvol zijn.
Als een ziiverwit lint stroomt de Tjita-
roem over de vlakte, die ver weg omsloten
wordt door bergtoppen, scherp afstekend
tegen den avondhemel. Diep verscholen
onder de kruinen van klapperboomen ligt
een kampong, waar de rust door rijdende
trucs en het geknars van soldatenschoenen
op grint verstoord wordt.
In een goeboekhuisje zitten officieren,
over kaarten gebogen, de actie van morgen
te bespreken, terwijl aan den rand van
dezen kampong tientallen oogen de vlakte
afzoeken.
De oogen van de posten.
Daar staat hij nu als een standbeeld
onder een bamboestoel, de Bren op een
dqkje, de klewang in zijn bruine vuist ge
klemd. Onvermoeibaar tuurt hij over de
droge padivelden, onderzoekend kijkt hij
van de eene galangan naar de andere, want
hij weet al te goed, dat deze dijkjes goede
dekking leveren voor sluipschutters.
Rustig kauwend op zijn pruimpje kijkt
hij even op naar de maan en een diepe
zucht komt over zijn lippen.
Even denkt hij terug aan zijn Ambon,
waar de maan zoo mooi kon schijnen over
de witte stranden, aan zijn zorgelooze jeugd
en de roei wedstrijden. Een koele avond
wind blaast hem in het gezicht en ergens
begint een krekel zijn overdoovend gesjirp.
Dan klinkt plots over de heuvels het hart
verscheurende gehuil van een hond. Instinct
matig buigt hij zich voorover naar zijn
Bren en kijkt naar de richting vanwaar het
geluid gekomen is. Een lichtje bevestigt
zijn veronderstelling dat menschen met een
fakkel den heuvel afkomen. Ze zijn nog te
ver weg om kwaad te kunnen stichten en
langzaam richt hij zich weer op, terwijl hij
al gapend de muggen van zijn gezicht jaagt,
die even wegtrekken om dan zoemend hem
weer te komen plagen. Krijschend schoort
een nachtvogel over hem heen om in een
boog terug te komen en dan met lange
slagen de maan tegemoet te vliegen.
Door het donkere bladerdak gluren enkele
stralen op -zijn tijgerpak, waar een roode
hondenkop op een zwart veld zijn rechter
mouw vcsiert, terwijl een rood doekje
nonchalant om den hals geslagen herinne
ringen oproepen aan een tijd, lang geleden
in Atjeh.
Uren zijn verstreken en nop staat hij
daar als de eerste hanen met hun vleugel
geklap en gekraai de ochtendslilte ver
scheuren.
Uit een huisje, waar zijn vrienden slapen,
kronkelt heel traag een rookwolkje omhoog
en een zoete koffiegeur doet hem naar een
bakje" verlangen. Maar hij staat nog steeds
op post en zijn waakzaamheid mag niet
verslappen, want heeft niet meermalen de
practijk bewezen, dat de ochtenduren ge
vaarlijk kunnen zijn?
Dan breekt opeens aan den westkant de
hel los. Kogels fluiten over de kampong,
terwijl lichtkogels in de lucht striemen om
met een sierlijken boog ergens in de duis
ternis te verdwijnen.
Tusschen het geratel der Brens klinken
zware explosies van mortiergranaten. Man
nen rennen al vloekend naar de alarmstel
lingen en het vuren wordt heviger om
daarna langzaam af te nemen en dan plot
seling is het weer doodstil, alsof er niets
gebeurd is.
Even later klauteren tot de tanden gewa
pende mannen op trucs, motoren zoemen,
hier klinkt een vloek, daar een vroolijke
lachcommando's worden gegeven en daar
gaan ze weer het onbekende tegemoet.
In het Oosten voorspelt een vage tint de
opkomende zon, een nieuwe dag
Andjing Nica.
TWINTIG JAAR K.L.M.-PASSAGIERS-
VLUCHTEN NAAR INDIË.
De Batavia-lijn sedert van Lear Black.
Het was Zondag 15 Juni precies 20 jaar
geleden, dat de K.L.M. haar eerste Indië-
passagier vervoerde. Op 15 Juni 1927
startte van Schiphol de Fokker H—NADP
met gezagvoerder Geysendoiffer voor de
eerste passagiersretourvlucht naar Batavia.
Het vliegtuig was gecharterd door den
Amerikaanschen millionnair W. van Lear
Black, die in de jaren 1927 en 1928 een
groot aantal vluchten ondernam per K.L.M.
(in 1927 legde hij niet minder dan 70.434
km. af.)
Sedertdien groeide de luchtverbinding
met Batavia gestadig. De mijlpalen in de
geschiedenis van deze luchtlijn zullen altijd
nauw verbonden blijven met de Hollandsche
geschiedenis: de „Postduif", de „Pelikaan",
de „Uiver", wie kent ze niet? De heer
van Lear Black bleef in 1927 de eenige
passagier op de Indië-lijn, die feitelijk nog
geen lijn was. H 1928 werden de eerste
postvluchten gemaakt, eerst in 1929 bestond
gelegenheid passagiers te vervoerener
waren er in dat jaar twee. Tot en met
1939 echter het jaar waarin de tweede
wereldoorlog uitbrak, vervoerde de K L.M.
op haar indië lijn 22.459 passagiers, 784,738
kg. post en 372.976 kg. vracht en bagage.
Het aantal vlieguren bedroeg 103 928,
waarbij een afstand van 23 352.374 km.
werd afgelegd. Deze uit nationaal oogpunt
zoo belangrijke luchtverbinding werd na
den oorlog zoo spoedig mogelijk hervat,
thans door de Nederlandsche Regeerings
Lucht Transportdienst, waarvan de K.L.M.
uitvoerster is. De trotsche viermotorige
„Skymasters" dragen het opschrift „Nether
lands Government Air Transport" en onder
houden de dienst Amsterdam—Batavia met
een frequentie van vijfmaal in de week. De
dienst werd hervat op 10 November 1945.
Reeds op 25 Februari 1947 werd van
Schiphol gestart voor de 250e vlucht. De
16e Mei 1947 werd op Schiphol de 300ste
vlucht aangevangen. Sedert 10 November
1945 t.e.m. 16 Mei 1947 werden op deze
lijn 21 500 passagiers, 648.000 kg. vracht
en overbagage vervoerd; in deze periode
werd in 28.500 vlieguren een afstand afge
legd van 8 315.000 kilometer.
In het jaar 1946 werden ruim 4000 repa-
trieerenden naar Nederland vervoerd. Tot
1932 duurde de reis Amsterdam—Batavia
door |de lucht nog elf dagen, in 1936 zes
dagen en in 1939, voor het uitbreken van
den oorlog', vijf en een halve dag. Thans
reist men het traject in ruim vier dagen.
Binnenkort, wanneer de K.L.M. de dienst
met Lockheefl Constellations vliegt, is men
in twee en een halve dag in Batavia.
RADIO'S NAAR DE MILITAIREN
IN INDIË
Ofschoon de door de N.I.W.I.N. uitgezon
den artisten een groot deel van den archi
pel bereizen, blijven er toch altijd buiten
posten, die door hun te weirig talrijke
bezetting of hun te groote afgelegenheid
niet geregeld van amusement kunnen wor
den voorzien. Het zal zonder meer duidelijk
zijn, dat het op deze posten met name de
radio is, die voor het noodige contact met
de buitenwereld en de minstens net zoo
noodige verstrooiing kan zorgen. De be
hoefte aan radio-toestellen is dan ook
bijzonder groot en de N.I.W.I.N. voelt het
als een van haar voornaamste taken om in
die behoefte zooveel mogelijk te voorzien.
Zij heeft nu besloten een radio-actie in het
leven te roepen, waarbij een dringend be
roep wordt gedaan op alle plaatselijke
N.I.W.l.N.-comité's en alle belangstellende
landgenooten om zich garant te stellen
voor een of meer toestellen. Uit Indië werd
n.l. het dringende verzoek ontvangen om
op korten termijn minsters 300 radio
apparaten te zenden, waarvoor de bestel
ling door de N.I.W.I.N. bereids werd gedaan
de verscheping daarvan kan binnen enkele
weken worden tegemoet gezien. Wanneer
de plaatselijke N.I.W.l.N.-comité's of parti
culieren zich garant stellen voor een of
meer apparaten (welker prijs f 450,be
draagt) en zij daarvan opgave doen aan de
N.I.W.I.N., Koninginnegracht 26, 's Graven-
hage, worden naam en adres van de(n)
gever vermeld. Het persoonlijke karakter
van de schenking wordt hiermede verhoogd,
terwijl bovendien de gelegenheid geschapen
wordt- tot een meer persoonlijk contact tus
schen schenker en ontvanger. De N.I.W.I.N.
vertrouwt er dan ook op, dat deze radio
actie, die voorziet in een dringende be
hoefte bij de jongens in Indië, bij het
Nederlandsche volk de weerklank zal vin
den, die zij noodig heeft om een succes te
worden.
BOND HEEMSCHUT.
Commissie Stad en Dorp voor Zeeland.
Teneinde tot een regionale decentrali
satie te geraken van de veel omvattende
taak, die op haar schouders ligt, heeft de
Commissie Stad en Dorp in overleg met
het hoofdbestuur van den Bond Heemschut
elf provinciale commissies in het leven
geroepen met de bedoeling, dat deze een
gedeelte van haar last zullen overnemen.
Aangezien aan deze commissies de eisch
moet worden gesteld, dat zij voor het
meerendeel uit deskundigen bestaan, werden
in de eerste plaats de directeuren der
Provinciale Planologische Diensten uitge-
noodigd het voorzitterschap op zich te
nemen.
Voorts werd uit hoofde van zijn functie
reeds de directeur van de Provinciale Ver-
eeniging voor Vreemdelingenverkeer in de
betreffende commissie opgenomen, terwijl
de overige leden werden gekozen uit voor
aanstaande architecten en andere personen,
die op dit speciale gebied reeds hun sporen
hebben verdiend.
De provinciale commissie Stad en Dorp
voor Zeeland is als volgt samengesteld
Ir. M. de Vink, directeur Prov. Planolo
gische Dienst, voorzitterE. Smit, directeur
Prov. V.V.V., secretaris; C. Houtekamer,
secr. Prov. V.V.V Ir. H. de Lussanet de
la Sablonière, architect Rijksgebouwendienst
Jhr. L. D E S. von Bönninghausen tot Hering-
haven, burgemeester van IJzendijke en Dr.
J. J. Westendorp Boerma, bestuurslid ver-
eeniging Stad en Lande van Schouwer,
leden.
Het doel van de provinciale commissie
zal allereerst zijn het coördineeren van de
reeds bestaande activiteit van vereenigingen
op heemschutgebied in haar rayon.
Voorts zal zij ter hand nemen de vol
ledige inventarisatie van objecten wegens
architectonisch en historisch belang en
bovendien van karakteristieke- en schilder
achtige gevallen en complexen van stede-
bouwkundige importantie (o.a. dorpssil
houetten.)
Abonnements
prijs:
Losse nummers 5 ct.
Kwartaal
abonnement
Axel binnen de kom
11 1,25
Alle andere plaatsen
in Nederland en
Ned. Indié 1.55.
Buitenland fl. 2,
Advertentieprijs
7 cent per m.m.
Ingezonden
Mededeelingen
20 cent per m.m.
Kleine Advertentièn
(maximum 8 regels)
1 - 5 regels 60 cent.
iedere regel meer
12 cent extra.
30t