AXELSCHE «5 COURANT AXELSCHE H COURANT 1 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD r VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Frankeering bij Abonnement Axel ZATERDAG 24 MEI 1947. 61e JAARO. No. 65 NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD Verschijnt iedere Drukker-Uitgeefster Firma J. C. VINK VOQR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Woensdag en Zaterdag Adres Redactie en Administratie: Hoofdredactie: AXEL Markt 12 Postbus 16 Tel. 56§ T. C. VINK-van VESSEM Wegens het Pinksterfeest verschijnt aanst. Woensdag de Axelsche Courant niet. De volks- en woningtelling op 31 Mei a.s. En het geschiedde in diezelfde dagen dat er een gebod uitging van den Keizer Augustus, dat de geheele wereld beschre ven zoude worden. Lucas 2:1. Nu in het laatst van deze maand wederom een volkstelling zal worden gehouden, is het niet onaardig eens na te gaan. hoeveel volkstellingen in de geschiedenis reeds gehouden zijn. Het juiste aantal is niet na te gaan, maar het hierboven aangehaalde gedeelte uit den Bijbel spreekt reeds van een volkstelling aan het begin van onze jaartelling en reeds ver daarvoor (plm. 3000 jaar voor Christus) vinden wij reeds melding gemaakt van volkstellingen, gehouden ten behoeve van den bouw van de Egyptische pyramiden. Ongeveer 700 jaar later blijken ook de Chineezen een volkstelling te hebben ge houden. Ook bij de Joden, en in Medië en Perzië, alsmede onder Pericles in Athene, treft men beschrijvingen van de bevolking aan. In de Middeleeuwen en later wordt ons in oude kronieken verhaald van volkstellingen in verschillende steden en landen, bijv. in 1415 in Danzig, in 1473 in Straatsburg, In 1571 in Saksen, in 1701 in Engeland, in 1748 in Duitschland, in 1749 in Zweden, in 1701, 1770 en 1789 in Frankrijk, in 1816, 1825 en 1831 in België, enz. Ook in ons land zijn reeds van oudsher tellingen gehouden. In het begin alleen door de steden, bijv. 1481 in Leiden, later in de 17e en 18e eeuw trekken verschillende gewesten deze werkzaamheden lot zich. Gewestelijke tellingen zijn gehouden in 1809, 1811, 1814 en 1815 in Gelderland, in 1815 en 1822 in Noord Brabant, in 1815 in Zeeland, in 1815 en 1826 in Friesland, in 1815 in Groningen, in 1818 in Drenthe, enz. Wat was nu het doel van deze tellingen Soms betrof het de distributie van levens middelen, bijv. graan ten tijde van Psam- meticus, een Lybisch koning en in 1473 in Straatsburg. Andere malen had het weer een geheel ander doel. In Frankrijk waren tijdens de omwenteling bevolkingsregisters ingevoerd. Het decreet van 19—22 Juli 1791 „relatif a l'organisation d'une police municipale* en de wet van 10 Vendémiaire en IV „sur la police inférieure des communes" legden daartoe den grondslag. Deze voor schriften hebben gedeeltelijk als richtsnoer gediend bij volkstellingen in ons land. Na 1789 zijn in Nederland ten behoeve van de politie, den krijgsdienst en de geld middelen meermalen tellingen gehouden. De eerste algemeene telling vond in 1795 tijdens de Bataafsche republiek plaats en diende tot informatie van de Commissie der Nationale Vergadering en van het geheele volk van Nederland bij het overwegen der te ontwerpen constitutie. De gouverneur van de prov. Groningen regelde bij circulaire van 22 Juli 1814, dat alle mannelijke ingezetenen, die den vollen ouderdom van 17 jaren op 1 Januari 1814 bereikt hadden en die van 49 jaren niet te boven gingen, moesten worden geregistreerd, met vermelding speciaal van hunne relatie toi de landmilitie, schutterij of landstorm. Dat deze regeling geheel onvoldoende was, moge blijken uit het feil, dat de overige mannen en de vrouwelijke ingezetenen niet werden geregistreerd. Deze regeling werd in 1815 gewijzigd in dier voege, dat in een apart register laatst bedoelde groepen van personen ook zouden worden geteld en verder bijgehouden. De bevolking sfond destijds zeer wantrouwend tegenover deze registratie, want zij bracht slechts lasten (bijv. belastingen) mede. Deze telling liep geheel op een mislukking uit, ook al omdat zij slechts in een bepaalde provincie werd gehouden en niet landelijk. Ongeveer 10 jaren later (1825 eri 1826) werd in Zeeland een telling gehouden, die ook de woningen bevatte. We lezen in deze regeling dat alle woonhuizen met een doorloopend nummer moesten worden ge kenmerkt. Dit nummer moest nu in olieverf ter grootte van 50 sirepen op de post van de deur of op een andere zichtbare plaats aan de voorzijde van de woning worden aangebracht. Daar ook deze telling niet landelijk gold, gaf ook zij geen juist beeld van de bevolking. Een algemeene wettelijke regeling kwam eerst ,in 1829 tot stancf toen de regeerinq zelf bij Korr besluit van 3 September 1829, Stbl 57, het initiatief nam om in het geheele land een volkstelling te houden. Dit Kon. besluit had ten eerste tot doel rm tot de inrichting van gemeentelijke bevolkings registers te geraken en ten tweede een doel, dat uit de overwegifigen van dit besluit blijkt, nl. „In aanmerking nemende da*, zonder een nauwkeurige volkstelling de statistieke op gaven weinig zekerheid opleveren, alzoo de bepaling van het juiste getal der inwoners van een land tot grondslag behoort te worden genomen van alle verdere t aspo- ringen dienaangaande", en „dat er in het Koninkrijk der Nederlanden tot heden toe nog geen algemeene eenparige en overal gelijktijdige volkstelling, volgens bepaalde voorschriften, heeft plaats gehad, en dat het, uit hoofde van de gedurige aanwas der bevolking, van belang is een dergelijke maatregel te doen plaats hebben en van Ujd tot tijd te dienen hervatten*. Deze telling heef» toen plaats gehad raar de toestand op 1 Januari 1830. Dat men de a.s. volkstelling de 12e Alg. Volkstelling noemt, wordt du'delijk, indien mpn weet, dat er in 1829. 1839,1849,1859, 1869, 1879. 1889, 1899, 1909, 1920 en 1930 tellingen zijn gehouden. In de meeste landen wordt de volkstelling gehouden op het einde van het jaar, eindi gende op 0 of in het begin wan het jaar, eindigende op 1, soms bovendien nog in elk jaar, waarvan het jaartal sluit met het cijfer 5. Nederland telde lot 1910 op het eind van hel jaar, eindigende op een 9. Teneinde gegevens te verkrijgen, die beter vergelijkbaar zijn met die van andere landen, werd bij de wet van 26 April 1918, Stbid. 270 bepaald, dat in het vervolg geteld moest worden op het einde van een afgerond tiental jaren. In 1940 werd tengevolge van de oorlogsomstandigheden geen volkstelling gehouden, terwijl deze telling volgens de Memorie van Antwoord in de plaats zal treden van de telling van 1950, zoodat de volgende telling in 1960 zal worden gehouden. Het mosselenseizoen geëindigd. Het mosselenseizoen is op 26 April ge sloten. De mosselkweekers, handelaren en exporteurs kunnen terugzien op een seizoen, dat alleszins bevredigende resultaten heeft opgeleverd. De kweekers voerden ongeveer 35 mil- lioen kilogram mosselen aan. De mossel- inleggerijen namen 4 millioen kg. af, 20 miUioen kg. werd uitgevoerd naar België en 9 milllioen kg. naar Frankrijk. De Neder landsche handel nam anderhalf millioen kilogram op, terwijl de rest naar andere landen, waaronder Engeland, werd uitge voerd. De uitvoer naar België en Frankrijk is zeer vlot verloopen. Wel heeft de ver zending ernstige stagnatie ondervonden als gevolg" van de langdurige vorstperiode. Frankrijk had meer kunnen opnemen, indien onzerzijds vroeger in het seizoen met de verzending begonnen had kunnen worden. Direct valt hierbij in het oog, dat de Nederlandsche bevolking slechts een naar verhouding klein gedeelte van den aanvoer heeft geconsumeerd. Of dit nu te wijten is aan het feit, dat mosselen een nogal bewerkelijk gerecht vormen, of dat andere factoren he.t gebruik nadeelig beïivloeden, is moeilijk te zeggen. Een feit is, dat ge durende den oorlog het mosselenverbruik in Nederland aanmerkelijk grooter was dan dan thans. Het vleeschtekort werd met visch en mosselen aangevuld. Nu vleesch weer in ruimere, mate dan gedurende den oorlog beschikbaar is, ondervindt de visch- en mosselenconsumptie daarvan den terug slag. De mossel heeft evenwel een hooge voedingswaarde. Het vleesch bestaat uit 11 tot 15 pet eiwit, anderhalf tot drie en een half pet. vet, 3,6 tot 7,4 pet. kool hydraten en 1,7 tot twee en en half pet. asch. Deze asch is rijk aan calcium, fosfor en ijzer, terwijl ook de vitaminen A, C en F in aantoonbare hoeveelheden aanwezig zijn. Alleen al om deze voedingswaarde verdient de mossel meer gegeten te wor den. Bovendien vergete men niet, dat de mosselkweeker in de oorlogsjaren het Nederlandsche volk aan een gezond en goedkoop voedingsmiddel h"eft geholpen. Hij verdient het niet, dat dit bij uitstek Nederlandsche product min of meer ver geten wordt. Hij heeft het al moeilijk genoeg gehad. Vele schepen vielen ten prooi aan den bezetter en keerden na de bevrijding niet terug. In den winter van 1944/45 kon hij tengevolge van de oorlogshandelingen langs de Oosterschelde zijn perceeien niet bewerken, zoodat de vijand van den mos sel, de zeester, vrij spel had en zijn buik kon voleten met het mosselvleesch, dat daar voor het grijpen lag. De naweeën van den oorlog deden zich ook dit seizoen gevoelen. Het tekort aan schepen kon eerst langzamerhand worden inpehaaid. Gelukkig is de aanvoer van mosselzaad uit de Waddenzee zeer ru'm geweest, onge veer 30 millioen kg. Dit belooft voor de toekomst een vrij normaal verloop van het seizoen. Ook over de schade tengevolge van de langdurige vorstperiode is men optimistisch gestemd. Het zal wel mee vallen Men moet niet denken, dat de mossel kweeker tusschen twee seizoenen stil zit. Eind Mei gaat hij met zijn schip naar de Waddenzee, om er op mosselzaad, dat daar in het wild op de banken groeit, te visschen. Dit mosselzaad stort hij op zijn perceeien in Zeeland, waarna zijn werk, het kweeken begint. De perceeien moeten schoongéhouden worden van vuil. wier en vooral van zeesterren. En in September komt het geheele bedrijf weer op volle toeren, want „R" in de maand mossel- maand. raren. Met hetoprich- rerkrijgen van subsidie Ook leerlingen en oodig. De geschikte r. P. Lefeber. Hij was net ervaring en een tig. 4 Juni 1935 ging Sept. 1937 ging hij n rust, want hij wist, is, die overblijft voor let Bestuur der Land- rom de aanwezigheid hoogen prijs, et 2 klassen met 39 2 jaar geleder, op 4 ïr. Lefebtr de schooi r. Booij, die wel een meemaakte van de r de Zeeuwsche klei, hoogte Dit is het geval wanneer het %uig zich ongehinderd door lucht- %omingwi volkomen gelijkmatig voort beweegt oto 6 km. boven zeeniveau (ruim 1000 m, hdtoger dan de top van de Mont een stralende zon. uaarooven ae wooraen: „en zija God onderricht hem van de wijze, Hij leert hem." (Jesaja 2826.) Boven het podium hing een Axelsch wapen, geflankeerd door de jaartallen vierde in de kosten. Ook de psirv°enten Axel, Zaams'ag, Terneuzen G. P. vaWs*- gen het hunne bij. Daa P. O., beiden con leerde jongens verlie- hans bijna 70 leerlin- llen op tot nog meer- chool dan tot dusver, thans in het centrum 0 jaar was dhr. joh. erwijl spr. deze functie in de bezettingsjaren van vreemde smetten. Landstand betrad de jaar landbouw-onder- groiidslag. Daardoor d en beseffen dat alles ier. Dan is en wordt }laus.) i zenuwen een door het Hoofd der ir. K, Booy. :t bestuur met deze is alle begin moeilijk, en dhr. P. ie Feber, eens iets. Landbouw- n bij wijze van proef. de offtcieele opening daarna een overzicht eur en exterieur der rlieten de eerste ge- de school. Zoo ging de school had steeds -am in 1929 een kink zich geen leerlingen ging dat weer beter. 68 leerlingen, zen dag vuor 12 jaar ïemoreerde zijn eerste candidaten werd hij waren toen vele auto- bied van landbouw- besturen enz. Dhr. ie levensloop. De over jas voor hem een teer ram dhr. ie Feber nog ol. Op 5 September onvergetelijke vriend, der aan den steen op dankbaarheid door de en. spr. uitvoerig enkele ngaande belevenissen b veel met de jongens Booy. „Mooie, maar ngen". boer-zijn zien in het Want wat baat het de heele wereld gewint ;ijn ziel met tchoolbestuur en cht was steeds, goed. tal van provinciale en te mogen begroeten, igden van velschillende f en de leerlingen, ;rs en inzonderheid wij dank verschuldigd heeft geleid en tot oge God ons werk ten tot heil van onze aus). volgde de van de Commissaris Koningin, die zijn gelukwenschen uitsprak met dit jubileum. Ook het provinciaal bestuur heeft het nut van landbouwonderwijs ingezien en öiok éontribuanten, z Jr,p. Genietroepen te subsidie toegekend. Abonnements prijs Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom Advertentieprijs 7 cent per m.m. Ingezonden Meaedeelingen 20 cent per m.m. Abonnements prijs: Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement Axel binnen de kom fl 1,25 Alle andere plaatsen in Nederland en Ned. Indië il. 1.55. Buitenland fl. 2, Advertentie prijs 7 cent per m.m. Ingezonden Mededeelingen 20 cent per m.m. Kleine Advertentiën (maximum 8 regels) 1-5 regels 60 cent. iedere regel meer 12 cent extra. •i' net rruvmciaai ucoiuur zurguti vuur een a

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1947 | | pagina 1