AXELSCHE COURANT v NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Z E E U W S C H-V LAANDEREN. De Zeeuwen onder de palmen. 60e JAARGANO. No. 2. Verschat eilce Woensdag en Zaterdag. ZATERDAG 5 OCTOBER 1946. Frankecring bij Abonnement Axel. J Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK AXEL Adres Redactie en Administratie: Markt 12 AXEL Hoofdredactie: T. C. VINK - van VESSEM V Convooi naar Malta. Wij vonden een onzer stadgenooten, die gedurende den geheelen oorlog op de Nederlandsche koopvaardij vloot heet! dienst gedaan, bereid hier over enkele gebeurtenissen te vertellen. Hier volgt het relaas van een der tallooze tochten Nadat generaal Montgomeiy in zijn snelle opmarsch half November 1942 Tobroek en Benghazi had bezet, waardoor de luchtmacht voldoende steunpunten verkreeg om convooien te kunnen beschermen, werd door de Admiraliteit besloten Malta ook vai- uit Alexandrië uit zijn maandenlange isolement te verlossen. Ons convooi bestond uit een voor- raadschip en een tanker, geëscor teerd door een kruiser en dertien destroyers, terwijl „Coastal Command van ae R.A.F. zorgde voor de be schutting van uit de lucht. Tot Benghasi werd gedurende twee dagen ongeveer de kust gevolgd. Van daar begon de overtocht, die twee en een halve dag duurde. De rest van de Noord-Atrikaansche kust was toen nog in Duitsche handen. De Spitfires bleven hier achter, omdat zij een te kleine actie-radius hadden, zoodat de vloot nu verder tot Malta voor zichzelt moest zorgen. De reis was tot nog toe tamelijk vlot verloopen. Veel waarschuwingen, wat dieptebommen en af en toe een luchtaanval, die echter steeds op - Hinken afstand door de Spifires werd afgeslagen. Tot eigenlijke aanvallen op het convooi kwam het niet, daar voor waren we te goed beschermd en in Malta lag een slagvloot klaar om, zoodra een ltaliaansch eskader het zou wagen een aanval op ons te doen, deze te onderscheppen. De overtocht was niet zoo rustig. De derde dag werd 's middags in het convooi door een Wellington-bom menwerper een duikboot ontdekt en deze werd direct door dieptebommmen gedwongen aan de oppervlakte te komen. Ze heesch de witte viag en toen de Wellington laag over het water scheerde om te kijken of het een Duitscher of een Italiaan was, werd het vliegtuig direct beschoien. Dit beteekende meteen het einde, want twee Engelsche destroyers, die zich op een afstandje klaar nielden, scho ten de duikboot In minder dan een minuut in brokken. Even na zonsondergang probeerden de moffen nog eens met vliegtuigen en alhoewel ze dezen keer wel door drongen, gelukte het hun toch niet een treffer te plaatsen, omdat de lucht afweer te goed was en ze te hoog moesten blijven om zuiver te kunnen richten. Een duikbommenwerper kwam on danks de goede afweer in duikvlucht met ratelende machinegeweren op ons neer. Zijn bommen misten echter net, alhoewel een schampbom ons een paar gebroken ledematen en een maand reparatie bezorgde. Zelf werd hij echter door ons in brand geschoten. Hij stortte brandend vlak naast ons schip neer. 's Nachts werden we opgepikt door een eskader uit Malta, wat ons door de mijnenvelden naar binnen loodste en den anderen ochtend voeren we, toegejuicht door een groote menigte, de haven van het zwaar verwoeste Valetta binnen. Het eerste convooi uit het Oosten was binnen en Malta was voor goed uit zijn isolement verlost (In een volgend nummer hopen we een ander arttikel van dezen stad genoot te plaatsen). die verlichting moeten brengen in de moeilijkheden voor den Nederlandschen land- en tuinbouw, komt dan ook zeker emigratie van een groot aantal boeren zoons in aanmerking. Gezien het groote tekort aan arbeidskrachten, is de emi gratie van landarbeiders thans nog niet urgent te noemen. Ten behoeve van de boeren dient echter wèl een actieve emigratie-politiek te worden gevoerd. Uit bovenstaande overwegingen is op 15 Juli 1946, op initiatief van de Stichting voor den Landbouw, opge richt de Centrale Stichting Landbouw- emigratie, gevesiigd te Den Haag, Raamweg 26. In deze Stichting werken evenals in de Stichting voor den Landbouw de drie centrale land bouworganisaties en de drie land' arbeidersbonden samen. Het doel van de nieuwe stichting is a. Bestudeering van onderwerpen, welke samennangen met landverhuizing en emigratie van Nederlandsche boeren en landarbeiders. b. Wanneer en waar noodig be vordering van de hierboven bedoelde landverhuizing en emigratie. dat medewerking wordt verleend om nog dit jaar vier a vijfhonderd boeren zoons als volontair op Fransche boer derijen te plaatsen. De gegadigden kunnen zich bij hun landbouworgani- sat\e aanmelden. De binnengekomen aanmeldingen worden door dezeorga- nasUies nader bezien en via de Cen trale Stichting doorgegeven aan het lnstitut Rural te Parijs. Dit Institut zorgt hierna voor de plaatsing. Deze geschiedt, hetzij direct op een boer derij, hetzij via een organisatie-cen trum. De drie centrale landbouw organisaties in Nederland zijn n.l. bezig emigratie-centra in Frankrijk te vormen, waar boerenzoons een vooi- opleiding ontvangen. De jeugdige emigranten kunnen zich op deze wijze aanpassen aan het Fransche milieu. Eén van deze centra is reeds in werking en gevestigd te mogelijkheden bestaan voor Neder landers, die minder kapitaalkrachtig zijn. De besprekingen over deze zaken verkeeren in een vrij vergevorderd stadium. Het is bekend, dat velen uitzien naar het oogenblik, waarop zij naar deze landen kunnen vertrekken. Alles wordt in het werk gesteld om dit oogenblik spoedig te doen aanbreken. Vooraf meeten er echter voldoende waarborgen zijn, dat men een rede lijke kans van slagen heeft. Emigratie. Er bestaat in Nederland voor het vraagstuk van de emigratie zeer veel belangstelling; in het bijzonder is dit het geval op net platteland. Het mag als algemeen bekend worden ver- A v ondersteld, dat het platteland te kampen teft met een groot overschot aan gerenzoons, Als één van de factoren. Het practische werk van de Stichting. De Stichting heeft in de eerste plaats nagegaan, welke emigratie-mogelijk heden in Frankrijk aanwezig zijn. Hiertoe heboen eenige bestuursleden van de Stichting dezen zomer een bezoek aan Frankrijk gebracht. Op deze reis is geconstateerd, dat in Frankrijk zeker mogelijkheden voor Nederlandsche emigranten uit den agrarischen sector aanwezig zijn. Weliswaar legt een nieuwe Franscne pachtwet aan vreemdelingen bepaalde hindernissen in den weg, doch des ondanks schijnt de Fransche regeering niet ongenegen Nederlanders toe te laten Bovendien is uit gesprekken met ver schillende Nederlandsche boeren, die reeds jaren in Frankrijk gevestigd zijn, gebleken, dit deze nieuwe Fransche pachtwet in de practijk niet nood zakelijk nadeelig voor Nederlandsche emigianten behoeft te zijn. Wel moeten de emigranten zich in Frankrijk veel ontzeggen, waarop zij in Nederland prijsstelten. De huis vesting is b.v. lang niet van dien aard, zooals wij die hier te lande gewend zijn. Bovendien mist men thans nog de intensieve voorlichting, welke in Nederland aan land- en tuinbouwers wordt geboden. Daarbij moet er ter dege rekening mee worden gehouden, dat men op de Franscne landbouw bedrijven zwaar te kampen heeft met het groote gebrek aan arbeidskrachten. Ondanks dit alles bleek het echter voor diverse buitenlanders onder wie vele Nederlanders mogelijk, een behoorlijk bedrijf in Frankrijk te verwerven en dit rendabel te exploi- teeren. Na het bezoek aan Frankrijk, heeft het bestuur der Stichting besloten tot oprichting van een Fransch filiaal te Parijs, het lnstitut Rural Franco Naer- landais. In het bestuur van dit lnsti tut Rural hebben ook eenige leden van den Bond van Nederlandsche boeren in Frankrijk zitting, zoodat men ver zekerd is van de medewerking van personen, die met beide beenen in de practijk staan. Aan het secretariaat van het Institut Rural zijn vertegen woordigers van de drie Nederlandsche Centrale Landbouworganisaties ver bonden, die op deze wijze in Frankrijk de belangen van de aangesloten leden in Nederland behartigen. Uiteraard wordt ook aan de niet-georganiseerden boer of tuinder hier te lande alle medewerking verleend. Dit alles betreft dus het practische werk. Zoodra met de Fransche Over heid onderhandeld moet worden of andere zaken op officieel terrein ter sprake komen, wendt ons Institut Rural zich tot den vertegenwoordiger van de Stichting Landverhuizing Nederland, die te Parijs zetelt. De Nederlandsche Overheid heeft, zboals bekend, onlangs doen weten, Chevreuse. Vele Nederlandsche boe renzoons hebben van deze voorop leiding reeds geprofiteerd en brengen thans het geleerde in practijk. Bovendien heeft de Nederlandsche Regeering onlangs aan de Stichting Landbouw Emigratie een belangrijke taak opgedragen ten aanzien van de emigratie naar Frankrijk door ouderen. Er is n.l. officieel toestemming ver leend, dat een beperkt aantal boeren hier te lande, die zich in Frankrijk willen gaan vestigen, hun inventaris mee mogen nemen, uitgezonderd de in Nederland na den oorlog geïmpor teerde machines. Men moet hiertoe in de eerste plaats aan kunnen toonen, dat men ervaren landbouwer is, terwijl voorts het bewijs moet worden geleverd, dat men in Frankrijk inderdaad een be drijf heeft gepacnt. Een en ander zal moeten blijken uit de door de orga- nisatie's in Nederland en Frankrijk overgelegde verklaringen. Het is duidelijk, dat op deze wijze een belangrijke steun wordt geboden aan de emigranten, die zich in Frank rijk willen vestigen. Deze steun is te noodzakelijker, nu tusschen Nederland en Frankrijk ten behoeve van de emigranten nog geen deviezen-regeling of een crediet-overeenkomst is tot stand gekomen. Wanneer men hier te lande over de noodige financiën be schikt, is men momenteel dus nog niet in staat om deze in Frankrijk op zijn bedrijf aan te wenden. Intusschen wordt er met klem bij de overheid op aangedrongen, dat in deze leemte snel voorzieningen zullen worden ge troffen. Met de regeling van de inven- tans-meename zal de Centrale Stich ting Landbouw Emigratie aan diverse emigranten reeds een belangrijken dienst kunnen bewijzen. De eerste dertig aanvragen zullen juist één dezer dagen ingewilligd kunnen worden. Iedere z.g. „wilde" emigratie moet ten sterkste worden ontraden. Hieruit zijn al te veel ongelukken voortge vloeid. Speciaal ten aanzien van Frank rijk is dit nog al eens voorgekomen, ook na dezen oorlog. Nu de land bouworganisaties de emigratie krach tig ter hand heeft genomen, melde zich iedere belanghebbende bij zijn eigen organisatie. Dit is op de eerste plaats een persoonlijk belang van den emi grant, doch daarnaast ook een alge meen Nederlandsch belang, daar wij in Frankrijk Nederlandsche boeren en tuinders moeten plaatsen. Mislukkin gen schaden onze zaak. Eén van de bezwaren tegen emi gratie naar Frankrijk is ook nog, dat voor de overname van een Fransch landbouwbedrijf en dit heeft al gauw de grootte van 100 ha. en meer veel kapitaal is vereischt. Al zou dit kapitaal, wanneer er een deviezenregeling is tot stand gekomen, ook uit Nederland kunnen worden meegevoerd, toch is op deze wijze slechts emigratie door betrekkelijk kapitaalkrachtige agrariërs mogelijk. De Centrale Stichting Landbouw Emigratie heeft hiervoor wel degelijk oog. Wij treffen thans dan ook voor bereidingen voor vestigingen vanfilia- l«n in andere landen, waar goede Vanuit onze rustige Zeeuwsche dor pen zijn de jonge mannen in het leger gekomen en daar het hoe langer hoe duidelijker is geworden, dat de wereld eigenlijk toch maar klein is en de grootste afstanden ineengeschrompeld zijn tot uitstapjes, was het heel ge woon dat onze jongens naar Oost- indië trokken. De eerste schrede is nu gezet in een vreemde wereld. Gepakt en gezakt met opvattingen en inzichten thuis, in den familie-kring, school en kerk opgedaan, stonden we nu in een om geving, die er een andere wereldbe schouwing op na houdt. Het is een experiment en meteen een proef op de som, want in een niet-Christelijke wereld zou blijken wat de Christelijke (hetzij Katholieke, hetzij Protestantsche) overtuiging van onze jonge mannen waard zou zijn. We zijn nu een half jaar op Java. Er is veel geschreven over onze jonge soldaten; ik heb gelezen dat onze jongens „niet omkijken naar een meisje*. Lezer U gelooft dat niet, wees gerust, ik ook niet. Die jonge knapen zijn geen houten klazen of uitgedroogde bokkingen, integendeel het zijn opgroeiende menschen met warm bloed, menschen die voor een deel dikwijls nog in de moeilijke jaren zitten en die althans zeker hun over gangsjaren doorgebracht hebben in een tijdsgewricht waarin het abnor male normaal werd geacht en waarin de opvattingen omtrent zedigheid en zedelijkheid zoo niet -verdraaid, dan toch vertroebeld werden. Vormt het soldatenleven in het alge meen geen gunstige bodem waarop het godsdienstige leven kan tieren, dit geldt nog te meer voor een troep te velde. En toch moet het mogelijk zijn ook hier als goed Christen te leven, maar dan zal het heel dikwijls een nieuwe wijs moeten zijn op het oude Heilige thema. Je jongen komt uit een dorp veilig neergelegd tus schen beschuttende dijken, bescher mende gewoontes vlochten een veilige sfeer rond zijn jonge leven, omgeving, familie en kennissen waartusschen je jongen zich dagelijks bewoog vormden een Christelijke dampkring en kweek ten ook, het is niet te ontkennen, in bepaalde mate een menschelijk opzicht wat echter ook opvoedkundige waarde heeft. Hij is in een uniform gestoken, opgetild uit een vertrouwde gemeen schap en geplaatst in een voor hem zoo goed als onbekende wereld. Daarbij komt dat je jongen hier in Itidië dikwijls leeft onder groote span ningen. Ik noodig U uit om mee op patrouille te gaan. Zoo, dat camou flagepak staat best; hier een paar handgranaten in je zak, een patroon in de kamernee laat die helm maar thuis, dat houd je niet uit onder de tropenzon. Neem dit petje, een dood gewoon groen boere-petje. Je loopt mee voorop, waar is nou de vijand Je ziet niets dan struiken en boomen. Plotseling kraken eenige schoten, als een steen val je neer in de sawah- modder. Je snuffelt naar dekking want het gaat om je leven, ze willen je kortweg doodschieten. Je eerste impuls isblijven liggen als een blok, maar je moet vooruit; elke vezel staat ge spannen, je sluipt verder, de dood zingt zijn sinister lied over je hoofd een kameraad naast je wordt gewond, ze hebben jouw, Jouw kameraad in VERLAGING VAN BEPAALDE PRIJZEN. De regeering schijnt van plan te zijn, met als uitgangspunt een prijsverlaging met wel licht 10 pet., een zoo danige verlaging zoo veel mogplijk te be werken ten aanzien van die goederen, die algemeen in het gezin gebruikt worden. Wij noemen textiel, aardewerk, huishou delijke artikelen, een voudige meubels, een voudig behangselpa pier, schoenen, wasch- middelen, brandstoffen en dergelijke. Daarnaast zal de regeering de noodige maatregelen treffen le. opdat de bedoelde goederen in zoodanige hoeveelheden zullen worden voortgebracht, dat de thans bestaande schaarschte aanmerke lijk zal verminderen; 2e. opdat die goede ren aan bepaalde eischen van kwaliteit zullen voldoen. Met deze maatrege len zal gepaard gaan dat men voor andere producten (meer tot de rubriek weelde- goederen behoorend) de prijzen zooveel mogelijk zal gaan los laten. Om echter te voorkomen, dat de fabrikanten zich dan vooral op aanmaak daarvan zullen gaan toeleggen, zal men van overheidswege bij de toewijzing van grondstoffen er voor zorgen, dat de fabri kant gebonden zal zijn om daarvan verreweg het grootste percentage voor de vervaardiging van algemeene ge bruiksgoederen aan te wenden. Hebben wij het wel dan zouden de maat regelen met 15 Oct. ingaan. (n.r.c.) Plannen voor „Vrijen Griekschen Staat" verijdeld. Constantin T saldaris de Grieksche eerste minister, heeft in een brief bekend gemaakt, dat de regeeringsplan- nen van gewapende groepen in Grieken land tot het stichten van een vrijen Griek schen staat ln het belangrijkste centrum van Griekenland zijn verijdeld. In den brief, die hij aan Sophoelis, den Griekschen leider der republikeinsch- liberale partij, heeft gezonden, schrijft Tsal- daris, dat de regeering bewijzen heeft van het bestaan van deze plannen. Tsaldaris ver schilt van meening met Sophoelis ten aanzien van de op lossing van het vraag stuk der activiteit van i gewapende groepen. 1 Tsaldaris schrijft, dat na de zuiveringsope- raiies tegen deze groe- j pen de vreedzame op. lossing moet volgen. Abonnements prijs Losse nummers 5 ct. Kwartaal abonnement AXEL binnen de kom 1.25 Alle andere plaatsen fL 1.55 f Advertentleprlj» 7 ct per m.m. Ingezonden Mededeelingen 15 ct per m.m. Kleine Advertentién (maximum 8 regels) 1 5 regels 62 ct. iedere regel meer 12 ct. extra dienstaanbiedingen 52 ct.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1946 | | pagina 1