AXELSCHE COURANT
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Munitie en landmijnen bedreigen
ons en onze kinderen.
V.
J
60c JAARGANG. No. 82
Verschijnt elke Woensdag en Zaterdag. ZATERDAG 13 JULI 1946.
Frankeering bij Abonnement Axel.
Drukker-Uitgeefster:
Firma J. C. VINK AXEL
Adres Redactie en Administratie:
Markt 12 AXEL
Hoofdredactie:
T. C. VINK van VESSEM
Men slaat de krant op en leest een
kort bericht. .Hedenmorgen vonden
drie jongens in een weiland een pro-
ectiel. Zij gingen er met steenen naar
gooier. Het projectiel ontplofte. De
12-jarige J. was op slag dood, zijn
wee vriendjes zijn met zware ver
wondingen naar het ziekenhuis ver
voerd."
Men ergert zich over de roekeloos
heid, men ergert zich over de overheid
die zoo laksch is en al dat gevaarlijke
wapentuig maar liggen laat, nu al ruim
een jaar. En men neemt zich v<x>r,
de kinderen te waarschuwen maar ach,
hier in de buurt zal wel niets liggen
en mijn jongens zijn verstandig genoeg...
Punt één. Die „laksche overheid"'.
Die is heelemaal niet laksch, integer-
deel. Er is een aparte militaire af-
deeling voor het ruimen van munitie
en mijnen.
120.000 ton munitie
Bij de bevrijding werden er in ons
land 120.000 ton munitie aangetroffen.
Plus ongeveer 1200 bommen, die in
den grond staken en niet ontploft waren.
Hoeveel is dat, 120.000 ton? Dat is
20.000 zeer groote vrachtauto's, trucks
met opleggers, afgeladen vol. Daar
onder waren niet-gebruikte Engelsche
en Canadeesche voorraden, ergens langs
een weg achter het front gezet. Daar
onder waren voorraden Duitsche muni
tie in opslagplaatsen. Daaronder waren
ook, en lang niet alleen in de gebieden
waar gevechtshandelingen geweest zijn,
verloren projectielen, verstrooid over
een heideveld, in een bosch. En over
het geheele land lag deze erfenis van
den oorlog verspreid, hier veel, daar
weinig, maar overal loerde de dood.
Die dood loert nog 1 Want nog lang
niet alles is geruimd. Naar schatting
is er thans 40 50.000 ton, oftewel
ruim een derde van de in ons land
achtergebleven munitie opgeruimd.
Ongeveer 600 van de 1034 gemeenten
in ons land zijn „schoon*, d.w.z., men
hoopt het. Want er zijn gemeenten,
waarvan de burgemeester al twee, drie
keer heeft verklaard dat er geen munitie
mper te vinden was e« toch kwam er
dan later nog een briefje naar de Op
ruimingsdienst, dat er weer wat ge
vonden was.
Thans is men zoover, dat er per
week een 1200 tot 1400 toi munitie
geruimd wordt. Alweer een heel
getal. Maar deel het eens op de ruim
70,000 ton die nog geruimd moeten
worden en men komt tot de conclusie
dat er nog meer dan een jaar mee
heen gaat eer ook de laatste gemeente
des lands „schoon" wordt verklaard.
En daar komt nog iets bijhoe
anger het duurt, hoe moeilijker het
werk wordt. In het begin was het
eenvoudig genoeg: hier en daar laigs
de wegen van dat gedeelte des lands,
waar gevechtshandelingen waren ge
weest, stonden stapels muni'ie. Men
kon de vrachtauto's een, twee, drie
volladen. Maar thans nadert men met
het opruimen de gebieden, die den
dienst de meeste moeite zullen geven
Gelderland, vooral de Achterhoek, en
Overijsel. Want daar ligt de munitie
verspreid, in boschjes, op heidevelden,
in wat is daar het systeem Voetje
Voor voetje de terreinen afzoeken. Dat
vraagt tijd, heel veel tijd.
En onderdehand vinden kinderen
Mojectielen en spelen ermee en wor-
len dood of zwaar gewond gevonden
En onderdehand experimenteeren
zelfs volwassenen, die toch waarachtig
wijzer moesten zijn, op de stomste
manier met deze gevaarlijke projectielen
waarvan zij niets afweten en garandee
ren zich zoo een plaatsje in de krant
onder gemengd nieuws
Waar blijft de munitie, die gevonden
wordt
Ergens in Zuid-Limburg komt een
jongen de politie waarschuwener ligt
een granaat. De politieman gaat kijken.
granaten. Een seintje naar de munitie-
ruimers. Die komen zoo spoedig mo
gelijk. Nu gaat het erom: is de mu
nitie nog vervoerbaar Een pantser
vuist die maanden in het land gelegen
heeft en stijf onder de roest zit, durft
men niet meer te vervoeren, een uit
geworpen, maar nooit geëxplodeerde
bom waarvan de ontstekingsinrichting
verwrongen is, al evenmin en zoo zijn
er meer gevallen, waarin men het pro
jectiel „ter plaatse tot ontploffing
brengt".
De projectielen zijn in de meeste ge
vallen echter wel vervoerbaar. Dan
worden zij (voorzichtig, voorzichtig
naar een centraal depot gebracht. En
in zulk een depot ligt allerlei soort
gevaarlijk tuig, dat daar niet blijven
kan maar verder vervoerd moet worden.
Munitie waaraan veel koper zit,
wordt naar de Artillerie-inrichtingen
aan de Hembrug vervoerd. Daar wordt
het koper er af gehaald. Prachtige
grondstof voor onze industrie die over
niet al te veel koper beschikt en die
het dankbaar accepteert.
Munitie waarvan de springstoffen nog
bruikbaar zijn, wordt naar de Spring
stoffenfabriek te Muiden gebracht en
leeggeblazen. De springstoffen kunnen
daarna voor andere doeleinden worden
gebruikt.
De rest g^at in zee. Zeven binnen
schepen vervoeren de munitie van de
depots naar Hoek van Holland, Anna
jacoba of het Zijkanaal F van het
Noordzeekanaal. Daar gaat de zaak
in landingsvaaituigen en ergens in de
Noordzee rrrtoverboord. Weer
een berg oorlogstuig minder.
De mijnopruiming.
Gelukkig bestaan van de meeste
velden kaarten van de Duitschers.
Reeds in Parijs, lang vóór de capitu
latie der Duitsche troepen hier te
lande, vonden de geallieerden een
aantal kaarten van Duitsche mijnen
velden in ons land en bij de capitu
latie werden de kaarten der overige
velden door den Duiischen bevelheb
ber in Nederland overgedragen. En als
die kaartjes nu maar kloppen, dan
kunnen de mijnen geruimd worden.
Kloppen zij altijd Neen.
Langs de kust, in de duinen, waar
mijnen in 1942 en 1943 werden ge
legd, waar men er, al werkende aan
den Atlanlikwall, rustig den tijd voor
nam, is de zaak goed in kaart ge
bracht. Maar in de gebieden waar
gevechtshandelingen hebben plaats ge
had, in het Zuiden des lands, in de
B tuwe. zijn de kaarten haastiger,
onnauwkturiger gemaakt. En in de
laatste fase van den oorlog lfgden
de terugtrekkende Duitsche troepen
hier en daar, bijv. langs den Gelder-
schen IJssel, mijnenvelden die heele
maal niet in kaart gebracht werden.
Dat zijn de gevaarlijksten.
De geallieerden begonnen al spoe
dig na de invasie West-Europa van
mijnen te zuiveren. East Noord-
Frankrijk, toen België, daarna Neder
land, zij karteerden de velden, aan de
hand van Engelsche stafkaarten, die
zij bundelden in boeken. Boek It.e.m.
Vlll ligt in Frankrijk en België, in
boek IX begint Nederland Zeeuwsch-
Vlaandcren en Walcheren. Die kar
teering moest soms haastig geschieden.
Er werd in dien tijd hard gevochten,
bij Arnhem bijv. Daardoor werden
fouten gemaakt, die thans het werk
bemoeilijken.
S nds maanden is de mijnopruiming
overgenomen door de Nederlanders.
Dat wil zeggenDuitsche krijgsge
vangenen ruimen, Nederlanders leiden
het werk en houden toezicht. Een
veld, dat geruimd is aan de hand van
de kaart, d.wz. een veld waar alle
mijnen teruggevonden werden die op
de kaarten nauwkeurig staan aange
geven, krijgt een certificaat, geteekend
door den Nederlandschen commandant
en den Duitschen ploegchef. Een
boer, die na die ruiming zijn land
nog niet vertrouwt, kan bij Landbouw-
herstel aanvragen, dat de zaak ge-
gevangenen het land met tractoren.
Daarbij gebeurden nog wel eens onge
lukken, daarom worden die tractoren
tegenwooidig met lange leidsels be
stuurd zoodat, als er nog een mijn
explodeert, alleen de machine en niet
de man verongelukt.
Het is de bedoeling, dat de Duit
schers niet al te lang meer aan het
ruimen blijven. Men is thans zoo ver,
dat controlewerk de hoofdzaak ge
worden is en dat moet binnen afzien-
baren tijd worden overgenomen door
Nederlandsche soldaten.
Er liggen nu nog mijnen 1
Wil dat nu zeggen, dat men er zoo
ongeveer is met de ruiming van mij
nen Helaas, neen.
Er zijn er een dikke 200.000 ge
ruimd. Maar het staat vast, dat er nog
vele mijnen liggen, zelfs in velden die
al doorzocht zijn.
Want het zijn gemeene dingen, die
landmijnen. Het is gebeurd, dat een
land met detectors afgezocht werd, op
verzoek van den boer daarna geploegd
werd, schoon werd verklaard en....
toch nog een mijn bleek te bevatten,
die den boer, toen hij voor het eerst
ging eggen, het leven kostte. Het is
gebeurd, dat op een nauwkeurige
kaart van een mijnenveld achttien
mijnen stonden aangeteekend en dat
er twintig geruimd werden. Gevaar
blijft, en daarom geven de mannen
van de mijnopruiming nooit een garan
tie voor een geruimd terrein. Men
neemt bij het betreden altijd risico.
En waarom kan men niet met 100
zekerheid ruimen?
Ten eerste wijst een detector, waar
mede de mijnen opgespoord worden,
geen mijnen aan als die dieper dan
30 cm. onder den grond geraakt zijn.
Dat kan in de duinen gemakkelijk
gebeuren door stuivend zand. Ten
tweede zijn er, zooals gezegd, wel
eens op een terrein meer mijnen
aangetroffen dan op de kaart stonden.
Ten derde is met ploegen niets te
bereiken in bosschen, heidevelden,
wegbermen. Ten vierde zijn er mijnen,
die op de kaart staan en ondanks
alle moeite niet <eruggevonden worden.
Waarom niet? Zij kunntn in den oor
log geëxplodeerd zijn, zij kunnen ge
ruimd zijn door de boeren zelf, door
vrijwillige burger-mijnruimers, zooals
die kort na de bevrijding optraden.
Of de Duitschers of de Engelschen
kunnen een veld al geruimd hebbe.,
in de oorlogsdagen, zonder dat zij die
ruiming hebben aangeteekend op de
kaarten.
En daarom, ook al zegt men thans
dat alle bekende mijnenvelden geruimd
zijn, men wil daarmee nog lang niet
zeggen dat men klaar is want juist
die onbekende zijn gevaarlijk. Men
kan alleen zeggen, dat men van den
zomer nog zoover hoopt te komen,
dat het Noorden des lands, Friesland,
Groningen, Drente en de Wadden
eilanden, geheel mijnenvrij zijn.
Maar er zijn nog heel veel verdachte
gebieden. Want dit werk gaat met
zooveel risico gepaard. Gesteldop
een Duitsche kaart ligt een mijnenveld
aangegeven, 100 m achter een bepaalde
boerderij. Een ploeg gaat daar aan
het werk en keert na zekeren tijd tem?,
rapporteert: Niets te vinden. Dooreen
der vele genoemde oorzaken kunnen
die mijnen inderdaad al weg zijn maar
zij kunnen ook ergens anders liggen,
de kaart kan fout geweest zijn. En
dan moet er weer en weer gecontro
leerd worden en het is ermee als met
de munitie-opruiming: dat vraagt tijd,
zeer veel tijd.
Systematisch is men begonnen na de
bevrijding, eers< dieselden te ruimen
waarvan men aan de hand van Duitsche
kaarten alle gegevens had. Dat is
thans gebeurd. Nu gaat het erom, de
niet of niet goed in kaart gebrachte
mijnen te vinden, nu gaat het om het
controlewerk. Zeer belangrijk werk,
dat nog veel tijd zal vragen. Werk,
waarvan het leven van vele menschen
af kan hangen.
zijn, niet komen aan dingen die er ver
dacht uitzien en de terreinen mijden
waar landmijnen zouden kunnen liggen.
Het heeft niets met flinkheid of helden,
moed te maken, ergens een duinterrein
in te trekken dat door de mannen van
de mijnopruiming nog niet definitief is
bewerkt, evenals het alleen maar dom,
oerdom is, te gaan experimenteeren
met een gevonden granaat.
Ouders, wijst de kinderen er op,
hoe gevaarlijk al dat oorlogstuig is,
zoo gevaarlijk dat zelfs bevoegde des
kundigen er uiterst voorzichtig mee
om plegen te springen. Wijst hen
erop, want de dood loert in velden
en bosschen, in akkers en duinen. En
de rubriek gemengd nieuws in de
dagbladen is zoo langzamerhand waar
lijk wel dikwijls genoeg gevuld ge
weest met berichten van dergelijke
ongelukken
De huidige prijzen van
groenten en fruit.
Het groenten- en fruitprijzenprobleem
is momenteel een der grootste vraag
stukken, die om een oplossing vragen.
Producenten, handel en consumenten
hebben over dit onderwerp zeer uit-
eenloopende meeningen en het is niet
gemakkelijk om tot een voor alle erbij
betrokken partijen bevredigende op
lossing te geraken.
De heer G. W. Beunder, Hoofd van
de Economische afdeeling van de Di
rectie van den Tuinbouw, besprak
Maandag 8 Juli j.l. dit onderwerp in
de Rubriek ten behoeve van den
Landbouw, verzorgd door de Afdeeling
Voorlichting van het Ministerie van
Landbouw, Visscherij en Voedselvoor
ziening.
Spr. memoreerde den tijd van voor
den oorlog, toen de Nederlander over
het algemeen zijn groenten en fruit
tegen te lage prijzen heeft kunnen
koopen. Het tuindersbedrijf moest toen
met„regeeringssteun op de been worden
gehouden. Het vergelijken van de
prijzen van voor den oorlog met die
van heden heeft dus geen enkelen zin.
In de oorlogsjaren werden de prijzen
aan een maximum gebonden in verband
met de heerscher.de schaarschte. Wan
neer deze verdwijnt, zal ook onder de
zaii. geleide economie de prijzen
worden vrijgelaten.
Het vrijgevén der prijzen berustte
evenwel op de volgende overwegingen.
Er kon verwacht worden, dat de periode
van schaarschte voorbij zou zijn, ge
zien de toen bekende omstandigheden.
Groenten en fruit zijn zeer moeilijk te
binden aan distributiebepalingen en
het stelsel van maximumprijzen oefent
een ongunstigen invloed uit op de
kwaliteit van het product en op de
spreiding van de teelt. Bovendien zou
een deel van het kostbare controle- en
distributie-apparaat kunnen worden in
gekrompen. De prijzen zijn dus vrij
gegeven, doch er wordt nauwlettend
op toegezien, hoe deze zich gedragen.
De heer Bunder is echter van mee
ning, dat het hoog oploopen van de
prijzen voor een belangrijk deel is te
wijten aan het publiek zélf. Men moet
tegenover de eerste prijzen een meer
afwachtende houding aannemen er. er
niet direct op les stormen.
Vele groentenhandelaren zijn hun
„kijk op de markt" kwijt, omdat men
te lang gewend is geweest aan een
manier van zaken doen, die met handel
niets te maken heeft. De handel moet
ten aanzien van zijn inkooppolitiek
weer de noodige voorzichtigheid in
acht paan nemen. De tuinders zullen
er goed aan doen hun bedrijven te
perfectionneeren, omdat zij het op den
duur moeten hebben van een goeden
oogst, een goede kwaliteit en een
rationeele teelt.
Spreker eindigde met er nadrukkelijk
op te wijzen, dat het prijspeil door de
overheid wordt gevolgd en dat zij niet
zal aarzelen wederom prijzen vast te
Korte Berichten
Als de omstandig
heden niet al te zeer
tegen werken zal Don
derdag 18 Juli a.s. in
IJmuiden de Noorder-
sluis, die de Duit
schers in September
1944 getracht hebben
onherstelbaar te ver
nielen, in gebruik wor
den genomen. De ope
ning zal geschieden
door den directeur-
generaal van den rijks
waterstaat ir. W. J. H.
Harmsen in aanwezig
heid van een aantal
officleele gasten.
De opening valt
samen met de binnen
komst van het vlagge-
schip van Amsterdam,
de „Oranje", dat dan
voor de tweede keer
na de bevrijding naar
Nederland komt en ook
nu weer repatrieeren-
den aan boord heett.
—o
De „Gazet van
Antwerpen" deelt mee,
dat binnenkort een ge
regelde dienstjtusschen
Antwerpen en Indone
sië door de s.m. „Ne
derland" en de „Rot-
terdamsche Lloyd" zal
worden onderhouden.
Omstreeks half Juli
zal de „Saparoea"
lading innemen te
Antwerpen, met be
stemming voor Tand
jong Pandan, Batavia,
Soerabaja, Balikpapan
en Tarakan.
—o—
Een aantal Ne
derlandsche meisjes,
die ongeveer een week
in Engeland vertoefd
hebben en aldaar op
Engelsche rantsoenen
geleefd hebben, zijn
bljj naar Canada te
kunnen gaan, om zich
daar met hun Cana
deesche echtgenooten
te vereenigen.
Een der Nederland
sche meisjes vertelde
aan een Engelsche
journalist, dat het En
gelsche voedsel een
tonig en weinig aan
trekkelijk is. „Wij heb
ben in Nederland veel
meer verscheidenheid
en veelmeer te eten",
vertelde zij. „Wij heb
ben ons hongerig ge
voeld, sinds we in
Engeland arriveerden.
Waarom kan men in
Engeland geen fruit of
delicatessen krijgen
o—
Zondag werd de
21-jarige ongehuwde
M. v. B., uit Zwijn-
drecht, soldaat van de
3e compagnie T. B. B.,
die in de Arsenaal-
kazerne te Bergen op
Zoom op wacht stond
door een kogel uit een
stengun getroffen en
gedood. De mogelijk
heid wordt niet uit
gesloten geacht dat hij
zijn stengun te hard op
den grond heeft gezet
ten gevolge waarvan
deze is afgegaan.
Het lijk is in beslag
genomen. Een nader
onderzoek wordt in-
Abonnements-
prtj»«
Lom* ounuBonv 9 at.
Kwartaal
abonnement
AXEL binnen de kom
25
Alle andere plaatsen
il. 1.55
AdvertentlepriJ:
7 ct per m.m.
Ingezonden
Mededeellngen
15 ct per m.m.
Kleine Advertentién
(maximum 8 regels)
1 5 regels 62 ct.
iedere regel meer
12 ct. extra
dienstaanbiedingen
52 ct.