AXELSCHE COURANT r NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-V LAANDEREN. Londen 1946. J Het vischseizoen geopend. H 60e JAAROANQ. No. 71. Verschijnt elke Woensdag en Zaterdag. ZATEFDAG 1 JUNI 1946. Frankeering bij Abonnement Axel. V_ Drukker-Uitgeefster: Firma J. C. VINK AXEL Adres Redactie en Administratie: Markt 12 AXEL T. C. Hoofdredactie: VINK - van VESSEM 1 Juni is telken jare de groote dag voor eiken sportvisscherhet visch seizoen wordt dan geopend. Reeds bij het eerste ochtendgloren kunt u de trouwe hengelaars dan vinden aan den waterkant. Ze zitten er langs de boorden van het open vischwater, langs leidingen en kreeken, soms heele reeksen lang, soms ook eenzaam pn rustig tusschen het wuivende riet. Men ziet er zitten met fonkelnieuwe tuigjes en voorzien van een uitrusting, waaraan zelfs een vouwstoeltje niet ontbreekt, maar men ziet er ook anderen met een oud snoertje aan een stok, die betere dagen gekend heeft. Echter, het zijn allen sportvisschers, ze trol- seeren weer en wind, regen en zonne schijn en het is verheugend te kunnen constateeren, dat al het modern com fort volstrekt geen invloed heeft op de grootte van de vhngst. Want, als de visch niet bijt, dan kan ook het beste tuig hieraan niets veranderen. Nu zijn er velerlei meeningen omtrent de weers gesteldheid, het aas, enz. Elke vis- scher houdt er de zijne op na en we zullen hierop dan ook niet verder in gaan een feit is evenwel, dat hoe slechter de vangst is, hoe drukker hierover onderling .gedebatteerd" wordt aan den waterkantVrijwel nimmer word» dan ook de goede stemming van den waren sportvisscher bedorven aan den waterkant. Bij andere sporten is dat wel eens anders 1 Daarom is de ware sportvisscher eigenlijk dan ook een gelukkig mensch als men hem aan zijn sport overlaat en ook een bij zonder geduldig mensch, hetgeen zij, die zeiden of nooit aan hengelen ge daan hebben, Waarschijnlijk het best zullen begrijpen. Hoe het zij, de hengelsport is een mooie en rustige sport, een echte sport voor ons waterrijke land. Het is niet voor niets dat ons land vanouds een land van visschers isonze wateren bevatten wel vijfden soorten visch, waarop men met succes kan hengelen. Al die visch kan men verdeelen in vijf hoofdgroepeneen hengelaar vischt n.l. op „witvisch", op baars, op paling, op snoek of op karper. De .witvisch" (klein en groot) lokt altijd het grootste aantal liefhebbers naar het water. En als u nog nimmer of slechts weinig hebt gevischt, begin dan niet meteen met op snoeken of karpers van zestien pond uit te gaan, maar probeer eerst uw krachten eens op de „witte". Dat biedt ook meer variatie en vergt niet zooveel van uw geduld. Een tochtje langs den waterkant onder de geroutineerde visschers kan den beginneling ook heel wat wijzer maken. Ofschoon de meest vermaarde „hengel-autoriteiten" het blijkbaar nooit heelemaal «s zulleu worden, het is al een oude wijsheid, dat uit de bot sing der meeningen de waarheid wordt geboren. Luister dus aandachtig naar den wijzen raad die u langs de visch- wateren kunt opdoen. Doch als u verstandig bent, hengelaar in den dop neem dan een hengel en pro beer het zelf eens. Moge het een goed „vischjaar" worden voor onze trouwe hengelaars, oud en jongl Axel. J. D. Freekenhorst. ii. Wat is eigenlijk Londen? Waar begint, waar eindigt het Men krijgt er geen hoogte van. Men verbeeldt zich, Londen uit te zijn en komt dan weer in een nieuwe stad. En dat is dan wèèr Londen. Neen, er is niet één Londen. Er zijn er eigenlijk drie, welke om het kringen om elkaar heen liggen. Het geheel Is slechts te begrijpen uit het ongelooflijke conservatisme der Engel- schen, die met alle geweld aan eeuwen oude gebruiken en' instellingen vast houden en daarvan slechts in het uiterste geval iets laten schieten. De eigenlijke stad Londen, de z.g. City, is niet veel gr^oter dan een plaats als 's-Hertogenbosch of Maastricht en zij heeft minder inwoners dan Middel burg of Vlissingen, want zij bestaat slechts uit kantoren. Haar wethouders, de z.g. .aldermen" allen geldmag naten wonen tientallen kilometers buiten haar grenzen, in de voorsteden of nog verder. De City was reeds vroeg in de ge schiedenis een .stad", dat is dus een gebied hetwelk a h.w uit het leen Van een of anderen graaf of baron is ge sneden en rechtstreeks onderhoorig is aan den vorst, terwijl het zich door muren mag doen omgeven. Rijk en machtig als zij was, heeft de City den Engelschen koningen vele voorrechten afgedwongen. Zoo mogen b.v. in ge wone tijden eigenlijk geen militaire colonnes gewapend door de City trek ken, maar zij moeten het geweer in elk geval naar den grond gericht houden als bewijs van vredelievendheid- (Daar op zijn weer enkele uitzonderingen, b.v. voor het detachemnnt der Konink lijke lijfgarde, hetwelk de wacht be trekt in de Bank van Engeland en daar reeds eeuwen onthaald wordt op wijn en biefstuk). Zelfs de Koning mag niet zonder meer de City betreden hij mocht er met zijn leger de vrije burgers eens willen overweldigen en hij moet aan de grens der stad (dat is dus tegenwoordig midden in Londen) met een bepaald ceremoneel toegang verzoeken. Zoodra hen die is verleend, is de burgemeester dT City, de bekende Lord Mayor, gerech- tigf, onmiddellijk na hem rangte nemen, vóór den Prins van Wales en den Eersten Minister, die overigens 's Ko- nings eerste en tweede onderdaan zijn. De stad wordt nog op middeleeuw- sche wijze bestuurd. B stuur en recht spraak zijn nog in één hand, zooals bij ons schout eu schepenen zoowel bestuurders als rechters waren. Wel iswaar is er tegenwoordig voor de zware misdrijven een speciale rechtbank maar aan het principe mocht niet ge tarnd worden en eiken morgen zit de Lord Mayor dan ook nog als kanton rechter naar Engelsche gewoonte ook als rechter van instructie. Gezeten in een hermelijnen toga .hoort" hij zooals de Engelsche term luidt de gevallen en daarmede is de situatie precies gekenschetst. De griffier eeti\ rechtsgeleerde ondervraagt de getuigen en leidt feitelijk het onderzoek, terwijl natuurlijk ook de advocaten voor de vervolgende pa-tij (dat behoeft niét de Officier van justitie te zijn) den verdachte vragen stellen. Zoo zag ik den Lord Mayor eens een oud vrouwtje berechten, dat door den .dood van haar man van de kook was geraakt en den vorigen avond dronken op straat was aangetroffen. Hij had niet veel aandacht voor haar overeen klerk hield hem stapels stukken ter teekening voor, er wachtte nog een vooronderzoek van een be langrijke rffectenvervalsching en.... om 12 uur moest hij weer op de beurs zijn. En met het heerlijke gebrek aan dogmatiek dat den Engelschman ken merkt, sprak hij, steeds maar stukkan teekenend, zijn vonnis uit.Voor dezen keer zal ik u laten gaan. Ik hoop u hier nooit weer te zien." Dat is de City. Om deze stad heen Is nu in den loop der eeuwen een aantal voorsteden verrezen, waarvan een enkele, b.v. de regeeringswijk, Westminster volledige stadsrechten verkreeg en ook den titel .City* draagt, terwijl vele andere slechts .borough" heeten. Deze ge meenten zijn volkomen in elkander ge bouwd: tijdens een busrit van een kwartier passeert m^n er zeker drie of lende provincies van Engeland, of zoo als men het daar noemt, in verschil lende graafschappen. Het was duidelijk dat hier een over koepeling moest komen. Stond b.v. het Britsche Rijksmuseum in brand, dat ligt in Holoorn, dan kon de brand weer van Westminster die een kilo meter verder gestationneerd is zeg gen .dat ze er maling aan had". En zoo was het op elk gebied. „Welnu", zeide men in het einde der vorige eeuw, .dan snijden wij deze heele steenklomp van 24 gemeenten uit de graafschappen, waarin hij ligt en maken er een apart graafschap van". Goed. Maar bij een graafschap be hoort een graaf. Nu hebben de Engel sche graven in hun graafschap wei niets meer te vertellen, maar tenslotte zijn ze er altijd nog, van vader op zoon. Dat is eenmaal zoo en zoo lang die graven niemand bijten, verandert men dat niet. Maar nu speciaal een nieuwen graaf uit den grond stampen, die óók weer niets te zeggen heeft dat is toch wel wat al te mal. Dan maar iets nieuws. Dan maken we een administratief graaf schap van een graafschap zonder graaf. Zoo kregen we de „Administrative County of London bestuurd door een raad, de z.g. .London County Couticil", in de wandeling genoemd de „L.C.C." Hij verzorgt o.m. de brandweer, het ziekenvervoer, de trams, de autobussen en de ondergrondsche spoorwegen. Tijdens den oorlog heeft hij (er is een sterke socialistische meerderheid) nog talrijke gebieden van sociale zorg tot zich getrokken, zoo exploiteert hij nu talrijke volksrestaurants. Dat is dus Londen nr. 2de County. De volgende keer nog iets over Londen nr. 3de Metropolis. Mr. Jacob Fidnkel. China in de laatste 10 jaren. De terugkeer van de regeering van Tsjang Kai Sjek naar Nanking, de oorspronkelijke hoofdstad van de Chi neesche Nationaiisten vormt als het ware de bekroning van acht jaren ver zet tegen de Japansche agressie. Yoor de Japanners die de campagne tegen China in 1937 beraamden zou een nederlaag van de nationalistische legers in Nanking de val van de Nationalische regeering beteckenen en een overwinning vqor Nippon. Maar voor de Chinfeezen beteekende de Japansche aanval op Nanking dat er behoefte was aan een grootere natio nale eenheid. Op deze wijze diende Japan's oprukken in de stad in Nov. 1937 tot een vereenigende kracht en een stimulans tot verzet in plaats van den wil van het Chineesche volk te breken. Nog maar negen jaren tevoren was Nanking aangewezen tot hoofdstad van het nieuwe Nationalistische China. In 1928 was de zetel van de regeering verplaatst van de hoofdstad Peking uit de dagen van voor de revo lutie, naar Naninkg, het centrum van het „Nieuwe China", hetgeen de eerste phase aangaf van China's éénwording. Maar de roof van Nanking in 1937 diende tot nog grooter vereenigende kracht. 7 Juli 1937 wordt aangenomen als de datum voor het begin van den Japanschen aanval op China. Vijf maanden later begonnen de Japanners hun strategische opmarsch naar Nan king, met de verwachting op een snelle overwinning. Aannemende dat de ruggegraat van den Chineeschen weerstand gebroken zou zijn als zij de zetel van de regeering veroverden zoowel als de handelsstad Sjanghai, rukten de Japansche troepen op onder leiding en bescherming van hun lucht macht. Toen zij de muren van de stad bereikten legden zij deze onder een voortdurend bombardement van de artillerie en van uit de lucht en ten slotte heschen zij de vlag van de Rijzende Zon boven de puinhoopen. En toen volgde een orgie van plunde ring, van vernietiging, zoowel van menschenlevens als bezittingen. Er vielen meer dan 20.000 dooden in de stad en de meeste gebouwen waren in ruïnes veranderd. Toen het duidelijk werd dat Nan king niet behouden kon worden trok de Chineesche Nationalistische Regee ring voor den eersten keer naar het Westen, naar Hankau, 300 mijl ver der, op 16 November 1937. Zij begon nen hun exodus te voet, met boot en trein en truck en zij namen alles mede, dat de zwaar beladen koelies maar konden dragen. En terwijl de Japanners in Nanking met hun zuiye- rings-operaties bezig waren begon de Centrale Regeering in haar nieuwe hoofdstad te functionneeren en werden de Chineesche legers opnieuw gefor meerd. Binnen minder dan een jaar echter deden de Japanners een nieuwen aan val op de Nationalistische Regeering en de tweede groote regeerings-uit- tocht vond plaats. Deze „trek" voerde de nationalisten nog eens duizend mijlen verder het binnenland in.Er was een bijna volledig gebrek aan transportmiddelen of moderne facili teiten van iederen aard. Tsjoengking had zelfs geen spoorweg, ofschoon er een klein vliegveld was. Ondanks deze tweede „overwinning" faalden de Japanners toch ten aanzien van hun hoofddoel, namelijk om de regeering van Tsjang Kai Sjek ten val te brengen. „5 Augustus 1938", aldus schrijft de correspondent van The Christian Science Monitor, „is de datum waarop de verhuizing van Hankau naar Tsjoengking als voltooid wordt be schouwd. Tegen dien tijd had de Hankow Herald, het eenige dagblad in de Engelsche taal in dit gebied, zijn persen naar Tsjoengking overge bracht." Niet lang daarna hernieuwden de Japansche bommenwerpers hun pogingen om de Chineesche regee ring weer aan het „trekken* te zetten. Doch onvervaard door de primitieve toestanden van de stad, ondanks de hitte en den mist, zware en veelvul dige bombardementen en het optrek ken van den vijand naar het Westen, waren de Chineezen in staat aan Tsjoengking vast te houden gedu rende de rest van den oorlog. Deze maand naar Nanking terug- keerende na een afwezigheid van acht jaren trof de Chineesche nationalis tische regeering de stad in weinig beteren toestand aan, wat comfort betreft, dan Tsjoengking. De regee- ringsambtenaren keerden naar de republikeinsche hoofdstad terug, als ze geluk hadden, met gecharterde vlieg tuigen, of als zij minder geluk hadden, aan boord van jonken, die door de woeste stroomversnellingen van de Jangtse-rivier trokken. Personeel, ar chieven en uitrusting van verschil lende Chineesche regeeringsbureaux in Tsjoengking komen nog steeds de Jangtse-rivier afzakken in ieder be schikbaar rivier-vaartuig. Doch de zetel van de regeering is grootendeels zeer primitief. Voortdu rend worden er kudden schapen, gei ten en varkens door de straten ge dreven. Er zijn geen trams en de eenige autobussen zijn leger-trucs. De correspondent van The Chris- tcience Monitor, Gordon Walker, schrijftVoor den gemiddelden regee- rings-ambtenaar is Nanking weinig minder dan een nachtmerrie. Na twee weken op de onstuimige Jangtse- rivier te hebben gedreven, wordt hij met zijn gezin op den oever van de rivier bij Nanking aan wal gezet. Geen ander vervoermiddel vindende dan een rickshaw, wandelt hij naar het gebouw, waarin zijn regeerings- bureau is ondergebracht, met zijn per soonlijke bezittingen op zijn rug of in een rickshaw, die naast hem voort gesleept wordt. Als hij in het centrum van de stad aankomt, komt hij al spoedig tot de ontdekking, dat hotels Korte Berichten Koos Koen komt op beide Hilversumsche zenders voor de micro foon met een grooten luisterwedstrijd ten bate van „Volksher stel". Zaterdag 1 Juni 21.30 uur, wordt deze wedstrijd uitgezonden. Vele prijzen, w.o. 50 fietsen met banden, huishoudelijke artike len, levensverzekerin genpolissen, boeken en tijdschriftabonne menten zijn ter be schikking gesteld door Nederlandsche firma's. De opbrengst van den wedstrijd komt aan de bewoners der geteis terde gebieden, ex- onderduikers en andere oorlogsslachtoffers ten goede. Een zekere P. v. B. uit Alphen was al zeer vroeg in den och tend met paard en een platten, leegen wagen op weg naar Tilburg, toen hij werd aange sproken door een een zamen agent, die blijk baar om een praatje verlegen zat. Op de vraag van den politie man, waar hij heen ging, antwoordde B., dat hij putringen ging halen. Toen de wagen gepasseerd was, zag de agent een tipje van een jutezak tusschen de planken van de „leege" wagen steken. Hij trok aan het ttpje en trok 2400 meter elastïek uit den dub belen bodem van den wagen. B. werd de rest van zijn boodschap bespaard. Paard, wa gen en elastiek werden in beslag genomen. o— Toen prins Bern- hard vernam, dat in Zwitserland sportvlieg- tuigen worden vervaar digd, gaf hij dadelijk den wënsch te kennen, met een van deze toe stellen te vliegen. Aan dit verzoek werd vol daan. De prins begaf zich naar het vliegveld Beipmoos bij Bern en maakte tot drie keer toe een rondvlucht boven Bern, waarbij hij een keer het vlieg tuig zelf bestuurde, in gezelschap van bonds raad Celio, die daar mede blijk gaf groot vertrouwen in de vlie gercapaciteiten vanden prins te hebben. o— ZONDER BON. Thee- en koffiepot ten mogen met ingang van 1 Juni door han delaren aan verbruikers worden afgeleverd zon der inlevering van pun ten voor serviesgoed. Met ingang van 27 Mei kunnen lucifers zonder bon in den detailhandel worden Abonnement!* prij» Lotte nummert 5 ct. Kwartaal abonnement AXEL binnen de kom fl. 1.25 Alle andere plaatieD il. 1.55 Advertentieprijs 7 ct per m.m. Ingezonden Mededeelingen 15 ct per m.m. Kleine AdvertentlAn (maximum 8 regelt) 1 5 regels 62 ct. iedere regel meer 12 ct. extra dienstaanbiedingen 52 ct. .V uUü.ql U-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1946 | | pagina 1