AXELSCHE COURANT®,
AXELSCHE COURANT
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
ZEEUWSCH-VLAAND EREN.
DE ANNEXATIE.
DORP IN DEN POLDER.
De C.O.ö. n vrij Nederland.
Overdenkingen in W. Z-Vlaanderen.
No. 78
WOENSDAG 20 JUNI 1945
59e JAARGANG
No. 77
ZATERDAG 16 JUNI 1945
59e JAARGANG
J
Drukker-Uitgeefster:
Firma J. C. VINK AXEL
Adres Redactie en Administratie:
Markt 12 AXEL
Hoofdredactie:
T. C. VINK van VESSEM
Is het niet beter de werkelijkheid
onder oogen te zien.
S,
JVS.
Abonnement»
f AdvertentleprlJ»
I 7 ct Der m.m
Abonnementi-
prij«.
Losse nummers S ct.
Kwartaal
abonnement
AXEL binnen de kpm
il. 1.25
Alle andere plaatsen
il. 1.55
f Advertentieprijs
7 ct per m.m.
Ingezonden
Mededeellngen
15 ct per m.m.
Kleine Advertentlën
(maximum 8 regels)
1 - 5 regels 62 ct.
Iedere regel meer
12 ct. extra
dienstaanbiedingen
52 ct.
Bij herhaling heeft de minister van Buiten-
ndschea Zaken, mr. Van Klef fens verklaard,
iat de Nederlandsche Regeering zich het recht
Dorbehoudt, om door het annexeeren van
Juitsche gebieden compensatie te vragen voor
le enorme verwoesingen, die de Duitsche over
weldiger in ons Vaderland heeft aangericht.
Hiermee heeft Mr. van Kleffens het vraagstuk
er annexatie zelf aan de orde gesteld. Hij
eft daarbij te kennen gegeven, dat een defi
nitieve beslissing van de Nederlndsche regee-
ing mede afhankelijk zal zijn van den wil van
iet Nederlandsche volk. Feitelijk heeft de mi-
lister hierdoor het Nederlandsche volk opge
roepen óm zich een oordeel te vormen over de
.•erschillende aspecten van het annexatie-
raagstuk. Voorop staat dan, dat voor Neder-
and het verwezenlijken van annexatie van
Duitsch gebied niet indentiek is met een im-
jerialistisch streven om bij gelegenheid van
len ineenstorting van het Duitsche Rijk gebieds-
ïitbreiding te verlangen. Dit streven is een uit
le barre noodzakelijkheid ontstaan recht om
ichadevergoeding te verkrijgen voor al hetgeen
ins ontnomen en van ons vernietigd is. Ne-
lerland heeft natuur- en internationaal-rechte-
'ijk de plicht en het recht om schadevergoeding
eischen, schadevergoeding voor de veelal
roodeloos en daardoor misdadig veroorzaakte,
ïitgestrekte inundaties, schadevergoeding voor
le vele in puin gelegde Nederlandsche steden,
ichadevergoeding voor de industrieele goederen
en kunstschatten, die ons ontstolen werden;
schadevergoeding ten slotte vcor het feit, dat
ii« bankbiljetten-circulatie met eenige milliarden
is gestegen, met al den aankleve van dien.
Het is ten eenenmaal onmogelijk, dat het
hans grootendeels in puin gelegde Duitschland
)ok maar een behoorlijke fractie kan vergoeden
van al de materieele en moreele schade, in ons
land veroorzaakt. Overigens is het totaal van
leze schade op zijn beurt weer een zeer klein
deel van wat Duitschland zou moeten vergoe
den aan alle andere Europeesche landen, die
door het oorlogsgeweld hebben geleden. Daar
om kunnen wij door Duitschland alleen door
het annexeeren van Duitsch grondgebied wor-
';n schadeloos gesteld. Een meermalen ge-
.oord bezwaar tegen annexatie, dat wij daar
door gemakkelijk in een revanche-oorlog zou
den kunnen worden meegesleept, is vanwegen
de continentale oorlogen, die in den modernen
tijd gevoerd worden, gemakkelijk te weerleggen.
In den laatsten wereldbrand hebben wij 'allen
zelf aan den lijve ondervonden, dat ook een
and, dat de strengste neutraliteitspolitiek hand
haaft en gedurende langeren tijd geen territo
riale ambities heeft gekend, laat staan verwe
zenlijkt, in een oorlog van continenten ook ge
heel tegen zijn zin wordt meegesleurd, zelfs bij
het in acht nemen van de grootst mogelijke
politieke voorkomendheid ten opzichte van zijn
naburen. Daarom is het bezwaar van een re
vanche-oorlog vobr den modernen tijd weinig
of geenszins steekhoudend. Maar er is boven
dien nog een ander, internationale kant aan dit
probleem, die juist voor annexatie pleit. Bij
meer dan een van onze Geallieerde bondgenoo-
ten is n.l. uitdrukkelk en ondubbelzinnig de
wensch naar voren gebracht, dat men Duitsch
territior verlangt. Niemand minder dan Gene
raal de Gaulle heeft in het begin van dit
''•ar gezegd, dat Frankrijk militair voor goed
vasten voet aan den Rijn moet krijgen, van hët
eenejajnde tot het andere.
Welpu, een permanent militaire bezetting
an het Rijnland, met alle politieke en econo
mische gevolgen van dien, mag en moet ons
Zelf niet onverschillig laten. Immers, daar waar
geen Nederlandsch gebied wordt gevormd, zal
een andere macht verrijzen. In dit laatste ver
band zij nog opgemerkt, dat wij een onder
scheid meenen te moeten maken tusschen een
gebied, dat geheel bij Nederland moet worden
ingelijfd en een gebied, dat als Nederlandsche
invloedssfeer is te beschouwen. M.a.w. wij
vragen om uitbreiding van territoir en daar
naast het verkrijgen van invloedssferen.
De annexatie zelf dient te geschieden over
de geheele lengte van onze Oostgrens, omdat
de naast deze oostgrens gelegen gebieden aan
de zeer verschillende economische en industri
eele behoefte, zooals van landbouwgrond, ko-
lenproductie, houtproductie e.d. kunnen voor
zien. Wanneer wij ons nader bezinnen over de
omstandigheden, waaronder wij het te an
nexeeren gebied wenschen te verkrijgen, dan
kan men zeggen, dat het de wensch van de
talrijke voorstanders van annexatie is, dat het
grondgebied gehéél of nagenoeg geheel zonder
Duitsche bevolking aan ons land moet worden
overgedragen. In ons eigen kleine land mag
geen minderhedenprobleem worden geschapen.
De regeering heeft hierbij vóór alles rekening te
houden met het feit, dat ons land na België het
dichtst bevolkt is en dat zoodoende het be
volkingsoverschot naar nieuwe Nederlandsche
gebieden moet worden afgevoerd. Hierbij is
het nijpend gebrek aan landbouwgrond voor
meer dan een provincie te verdisconteeren.
Wat ten slotte de gebiedskeuze betreft, het
gebied, dat voor annexatie in aanmerking komt,
dit is, zooals gezegd, in ieder geval een strook
Duitsch grondgebied langs de gehééle Oost
grens.
Sommige zijn van meening, dat men te be
ginnen met het Zuiden de grens ten Oosten
van Maastricht pal Oostwaarts zou kunnen
doortrekken tot aan den Rijp bij Keulen; dan
zou de Rijn de grens vormen aan het gebied
bij Kleef. In dit uitgestrekte gebied bevinden
zich echter tal van steden, die geheel of groo
tendeels in puin liggen. Het is wellicht daarom
goed ons te beperken tot een kleinere strook.
Men zou voor dit doel de grens -te beginnen
in het Zuiden bij de Provincie Limburg kun
nen doortrekken Oostwaarts tot het gebied van
Aken. Vervolgens zou deze grens in Noorde
lijke richting ten Westen van München-Glad-
bach kunnen loopen tot aan de Zuidgrens van
het Oude Gelder en Kleef; verder Oostelijk van
Berken in Noord-Oostelijke richting naar de
Zuidgrens van Bontheim tot aan de Eems en
van hieruit Noordwaarts ovenwijdig aan deze
rivier tot Oostelijk van Leer en Nordeney. Dit
gebied omvat ongeveer slechts 10.000 Km.2 en
kan een beolking van 1H millioen herbergen.
Deze eisch, die in alle opzichten slechts een
minimale eisch is, en een grondgebied van V/2
maal de provincie Gelderland omvat, zij hier
dus met alle voorbehoud aangegeven en is af
hankelijk van factoren van internationaal-
politieken aard.
Samenvattend kan men zeggen, dat Neder
land het recht heeft, om Duitsch gebied te an
nexeeren op grond van h§t feit, dat Nazi-
Duitschland oris land in dezen laatsten wereld
oorlog onschuldig heeft betrokken en dat het
bewust en veelal geheel noodeloos onnoemelijk
veel materieele en moreele schade heeft be
rokkend, waarvoor Nederland op geen ander
wijze vergoeding kan verkrijgen.
Daarom rust op onze generatie de uitermate
verantwoordelijke taak om niet alleen uit de
ruines op te bouwen, maar ook ons land veili
ger te stellen voor een betere toekomst.
Zelden slaat voor een volk een meer histo
risch uur als dit, waarin wij leven. Onze ge
neratie heeft dit historische uur te verstaan en
die daden te stellen, die gesteld moeten worden
voor den op- en uitbouw van een sterk en
vergroot Nederland!
Ik dank U.
Kapt. Dr. KESSEN. (H.N.)
Eindhoven, 2 Juni 1945 A N.P.-ANETA).
Nu de oorlog in uitgestrekte gebieden in de
provincies Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
en Gelderland honderden boerderijen en ge
heele dorpen vernield heeft, doet zich uiteraard
de vraag voor welke richtlijnen straks bij den
wederopbouw zullen worden gevolgd. Er leven
te dien aanzien bij planologische en cultuur
technische diensten reeds bepaalde plannen, die
alle uitgaan van de vooropstelling, dat ge
streefd moet worden naar een opbouw, die de
oude planologische indeelingen geheel los laat
en die volkomen verantwoord is, zoowel uit
landbouwkundig als uit stedebouwkundig op
zicht.
Het beginsel, dat voorop staat, is, dat de
boerderij midden op het land thuis hoort. Wan
neer men thans op de platte gronden de lig
ging der verwoeste boerderijen ten opzichte
van het bijbehoorende land vergelijkt, dan is
het zonder meer duidelijk, dat een herbouw op
dezelfde plaats economisch niet verantwoord
zou zijn.
In een door den Limburgschen Planologischen
Dienst voorgestaan agrarisch bestemmingsplan
wordt bovendien als eisch gesteld, dat voor
elk type te restaureeren boerderij een minimum
grondoppervlak zal worden beschikbaar ge
steld, dat ondeelbaar en onvervreemdbaar van
de boerderij is. Bovendien wordt hierin voorop
gesteld, dat deze grond in een of hoogstens en
kele perceelen zal zijn samengevoegd, waar
middenin de boerderij zal worden gebouwd.
Voor niet-landbouwers zou ten plattelande een
maximale oppervlakte van het bouwterrein
moeten worden gesteld. De overheid zou vol
gens de opvatting van den dienst niet haar
medewerking mogen geven aan herstel van
boerderijen, die zoo klein zijn, dat ze econo
misch geen bestaan kunnen bieden. Eventueel
grondgebrek zou moeten worden gecompen
seerd door ontginningen en door verdeeling van
grootgrondbezit.
Deze nieuwe denkbeelden, die in de ver-
wóeste gebieden in praktijk kunnen worden ge-
bradht, hebben in 't noord-oosten van Noord-
Brabant reeds vasten vorm aangenomen. Daar
heeft namelijk een stichting „Dorp in den
Polder", waarvoor het kapitaal voor twee
derde door de overheid en voor de rest door
boerenorganisaties verstrekt is, plannen ont
worpen voor den heropbouw van het volkomen
verwoeste dorp „Het Wild dat tot nog toe
langs den Maasdijk was gebouwd. Vele dorpen
op dezen Maasdijk zijn verwoest en zij zullen
daar niet meer mogen worden herbouwd. Zij
zullen thans in den polder worden geprojec
teerd. De stichting heeft een plan ontworpen,
waarbij 10 a 12 hectaren voor de dorpskern
zijn gereserveerd, terwijl de boerderijen ge
bouwd zullen worden op de nieuw verkavelde
gronden. Het ligt in de bedoeling, dat de ge
meente alle gronden overneemt, ze opnieuw
doet verkavelen en daarna weer uitgeeft aan
de oude eigenaren, mits deze inwonende boe
ren zijn.
Er zijn in cultuurtechnischen kring plannen
om op dergelijke wijze ook in andere getroffen
gebieden tewerk te gaan, doch een moeilijk
heid daarbij is, dat de bestaande Ruilverkave-
lingswet hiervoor te traag werkt. Er is thans
een verordening in voorbereiding, welke de
procedure vergemakkelijkt.
Den Haag, 7 Juni. Als resultaat van de be
sprekingen, welke dezer dagen in Den Haag
gehouden werden tussen het bestuur van de
Vakgroep Goederenvervoer en de leiding van
de Centrale Organisatie voor het Beroepsgoe-
derenvervoer langs den weg in bevrijd Neder
land, (C.O.B.) is besloten tot een opgaan van
de Vakgroep in de C.O.B. die als vrije en naar
meer democratische beginselen opgezette vak
organisaties reeds kort na de bevrijding van
het Zuidelijk deel van ons land werd opge
richt, als een meer gecentraliseerde voortzetting
van de oude organisatie met dezelfde naam,
welke reeds voor de bezetting van ons land
bestond.
ltlén
H®1«)
t.
»er
gen
Na de bevrijding van de Oostelijke provin
cies sloot ook dit deel van ons land zich bij
de C.QJB. uw.
In de betrekkelijke korte tijd van haar be
staan heeft de nieuwe organisatie vooral in
het Zuiden des lands op energieke wijze bijge
dragen tot een snelle en efficiente oplossing
der vervoersproblemen.
Waar het transport in onze huidige volks
huishouding een wel zeer belangrijke plaats in
neemt, mag het feit, dat de eenheid van Orga
nisatie thans is gewaarborgd van groot belang
worden geacht.
De leiding van de C.O.B. berust thans bij
een uit beide organisaties gecombineerd be
stuur, dat echter slechts voorlopig is en straks
door verkiezing zijn definitieve vorm zal ver
krijgen.
Overal ontevredenheid, geen lust tot arbeid,
doorzicht in de toestand. Bij de meeste men-
schen leeft het idee, dat spoedig de tijd van
overvloed van vóór 1940 zal terugkomen. En
nu blijkt, na zooveel maanden van bevrijding,
dat van eenige snelle verbetering inzake de
voorziening van voedsel, kleeding enz. geen
sprake is. Dit is niet bevorderlijk voor de
goede verstandhouding. De voorlichting uit
Londen is wel te Optimistisch geweest.
Iedereen kan zien, dat we arm zijn. Alles
is door de Duitschers verwoest of medegeno
men. In jaren is door het meerendeel der be
volking geen productieve arbeid verricht. Het
eenigste, wat ons overblijft, is onze arbeid. En
de lust tot arbeiden is in de oorlogsjaren er
niet beter op géwordén.
Het leven is veel duurder geworden, de loo-
nen zijn met 25 pet. verhoogd. Gepension-
neerden, renteniers en anderen, die vaste in
komens uit bezittingen hebben, gaan een moei
lijke tijd tegemoet. Grondstoffen dienen uit het
buitenland te komen tegen credieten. Wordt
van regeeringswege niet ingegrepen, zoo' wor
den door de schaarste aan goederen de prijzen
dermate opgeschroefd, dat alles vast moet
loopen. Én hoe komt de regeering aan de
daarvoor benoodigde gelden.
Daarom is het verstandig de werkelijke toe
stand onder oogen te zien. Dat zal mede
helpen de ontevredenheid te onderdrukken.
Wat zijn dan de feiten?
le. Nederland is arm, totaal leeggeplunderd.
2. Nederland bezit geen grondstoffen voor
de fabrieken. Deze dienen tegen credieten te
worden aangevoerd.
3e. Door de oorlogshandelingen zijn zoo
danige verwoestingen aangericht, dat in geen
jaren sprake is van een normale toestand.
4e. Alleen door onze arbeid, in het begin
ons eenigst kapitaal, kunnen we langzaam
vooruit komen.
5e. Door het verlies van Indië kan in de
eerste jaren geen sprake zijn van eenige weel
de.
Samengevat komen we tot de nuchtere wer
kelijkheid, dat, ondanks alle geschrijf van een
heid, optimisme en een spoedig economisch
herstel, het slechts mogelijk is door noeste, pro
ductieve arbeid er langzaam weer boven op te
komen. De overheidsorganen dienen het voor
beeld te geven. Het parool, dat uitgegeven
moet worden, is, begin bij Uzelf zonder onte
vredenheid en morren het werk te verrichten,
dat Uw handen vinden om te doen. Zoo kan
in samenhang weer een nuttig geheel worden
opgebouwd.
Niemand van ons heeft deze akelige toestand
gewild. Gezamelijk moeten we er weer onder
uit. Laat ieder bij zichzelf beginnen en het niet
alleen van de regeering of van anderen ver
wachten. Dat leidt zeker tot teleurstelling. Al
leen God kan uitkomst geven. Het is een
schrale troost, maar de eenigste en Juiste weg.
imaal per
erschool te
aan de
verking te
-Zeeuwsch
le eilanden,
rorden me
iheid daar-
L
nente com-
te vergade-
mst, welke
L de Putter
iaag
e ker, die
is aange-
sde
de Casu-
Holland
in overval
n Blokzijl
lukt, doch
veld. Het
de avond
pergebied
Juitschers,
i en zelfs
'Or mijnen-
fij houden
>eschikken
:dsel. Op
vordt her-
(ANP.)
;sc <e
nt, is het
nde har I-
1 zijn, on-
)ten in de
waarmede
tal-majoor
ht, bij het
De gene-
et geheel
ar beiden
H.N.
in.
H.M. de
:n om t.z.t.
landschen
n zin des
Ig gevend
Koningin
1.000 over-
hting 1940
ei lenigen
lappeiijke
van per
bezetting
enlandsch
;eldt voor
vel aabe-
i Minister
'inter ten
schikbaar
igend be-
:daan.
iteerd.
t Schirach
Hij zou
ht toen er
gepleegd,
ld te om-
)ultschers
V, A.j
Er wacht ons een zware en verantwoordelijke
taak.
Alleen door SAMENWERKING EN EENS
GEZINDHEID van alle goedwillende bedrijfs-
genoten zal het mogelijk zijn te komen tot een
i i ifB vu*
een dagelijksche „ontspanning", om'savonds
naar trein en tram te rennen, in de hoop,
da* weer dwangarbeiders uit Duitschland
zullen afstappen, wat dan natuurlijk voor
familie en bekenden een groote vreugde is,
toer organisatie een stem uit. net voor
zitterschap en het secretariaat worden door
ieder der drie organisaties bij toerbeurt vervuld,
met dien verstande, dat een organisatie niet te
gelijkertijd het voorzitterschap en het secreta
riaat voor zijn rekening neemt.
I unaniem
het aftre-
iagd. De
.rouckère,
van Hit-
:n, dat in
rin Hitier
wenschen
ringen te
telegram
telegram,
sjaar een
ling.
(A.A.)
ETA). In
n, volgens
stelt de
intematio-
e onder-
tst in het
arv-cn bij-
nt het lot
de gealli-
logen toe
laten, aat er nog twi,«gaande iets,
dat met zekerheid vastgesteld diende te worden
Velen in Duitschland en in de krijgsgevangen
kampen gelooven og, dat Hitier niet dood is,
en dit werkt ais een a ansporing op wat er nog
van het nazi-dom over is.