Dina Maria f Distributiedienst. Bezoekers van den Overkant. „Herrijzend Nederland" Heden overlt en kalm in h ziekenhuis 1 onze geliefd Moeder, B?h Grootmoeder, M' j'iffrc geb. I in den ouder ruim 81 jaar, Uit aller P. DE HULL Schoo Evacuatie-fdi Zust Sint Ja 7 April 1945. Eenige en a kenrisge Heden overle Diaconiehuis vliet", na e durig en gedragen lijd innig geliefde noote in den ouder 77 jaar. Axel, 9 April A. A. DE BOp 17 April a onze geliefde en Grootoude ij EDUARD Tl Ben ANNA VAN Bhun 50-jarig te vieren. Bnog lang mogen blij ve Hwensch van dankbare Kinderen en Kleinkinderen. Westdorpe, April 1945 Ingezonden Stukken 1 Wes Sm bladen. Boekhandel FIRMA J. C Markt VINK, 12, Axel. aw ui oiaa oeiasi zien ook gaarn? met het doorgeven van advertentie's aan ande re bladen, zonder eenige prijsverhooging. Deze recepten worden iedere week in de kranten gepu bliceerd. Perstdienst Voedselcommissariaat. ccu ui iwee Kamers ot Woning, door evacuées, klein gezin. Bij voorkeur Axel, Zaamslag of Sas van Qent. de leerlooierijen. Veel huiden worden met de kadavers in den grond gestopt, vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen, waar nog geen ophaaldienst van kadavers is ingesteld door den Destructor Zeeland. Nadrukkelijk wordt den veehouders verzocht om de kada begraven w opkooper oi geleverd. D< kan geen gi plicht met i wordt vermi storven en c uit de ontruimde gebieden. Paarden. Door verkoop op de voorwaarden, vervat in het Inundatie-contract, zijn deze tijdelijk in eigendom overgegaan van gebruikers, die door verschillende omstandigheden een tekort aan De in 1945 geboren lammeren blijven bij de moeders. Bij teruglevering zal een opfokver- goeding worden gegeven van: f 10,- per maand voor de le en 2e maand f 7,50 per maand voor de 3e en 4e maand if 5-- oer maand ver zij dat niet reeds gedaan hebben, ten spoe digste, in elk geval binnen een week na deze publicatie, schriftelijk melden bij bovenge noemd bureau. Zij dienen een afschrift over te leggen van de laatste door hen naar Den Haag DIENS Bureai Omstreeks publiceerd, Bureau We gesteld Dhr. te Goes (zi d.d. 25 Janu v.h. Distric rijen). Hierbij 'ki bovenvermel als vertegen' en Zuid-Be\ en West Ze aangesteld I te Sluiskil. Voor Tho Dhr. H. Ve Landbouwhe ZEM1 Evenals v tigde zemele beschikbaar Dit mengs hoeve van aangetast tej per Ha. Ve de Plaatselij diend, ondei zemelen te 1 De bonnei strekt en or worden gezo fabriek „Zee delsvereenigi gen bericht i Met nadri mengsel, bes en een kleur dient er dus niet tot zich ALGEMEI DE V DIENS Mededeeling Evacuee's, die zich uit West Zeeuwsch- Vlaanderen of elders, in Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen gevestigd hebben, cienenzichte vervoegen bij den plaatselijken distributie- dienst van hun evacuatiegemeente, teneinde een meldingsformulier af te halen, ter ver krijging van een nooddistributiestamkaart met inlegvel. Deze meldingsformulieren moeten vóór 21 April 1945, volledig inge vuld, bij den distributiedienst worden inge diend. Gedislocaliseerden, die niet opgenomen zijn in het bevolkingsregister van één van de gemeenten in West Z.-Vlaanderen, moeien eveneens een meldingsformulier afhalen en dit na invulling bij den distributiedienst van de gemeente van tijdelijke vestiging indienen. Gedislocaliseerden, die niet meer in het bezit van een T. D. met bijhehoorende I. V. zijn, dienen dit aannemelijk te maken door overlegging van politierapporten en derge- lijken, Een bewijs van inschrijving in het ver- blijfs- of evacuatieregister dient te worden overgelegd. Bij invulling van het meldingsformulier dient er op te worden gelet, dat onder woongemeente wordt verstaan de gemeente van inschrijving in het bevolkingsregister en onder evacuatiegemeente de gemeente waar betrokkene thans verblijft. Voor elk gezinslid dient een meldingsfor mulier le worden ingevuld. De Inspectie voor de Distributie. DISTRIBUTIEKRING HONTENISSE. Petroleum voor stalverlichting. De bonnen voor petroleum voor stalver lichting voor de maand April 1945 kunnen worden afgehaald op de plaatselijke Distri butiekantoren van 10-14 April a.s. Nieuwe aanvraagformulieren behoeven niet te worden ingediend. De Distributiedienst. (Buiten verantwoordelijkheid v. d. Redactie) Hulp Boven de Rivieren. Als laatste avond meent ons comité iets bijzonders te moeten aanbieden. Wij zijn er in geslaagd U te kunnen laten zien een film, waarin is vastgelegd de verwoesting van onze Provincie en tevens wordt getoond wat er reeds aan de wedei opbouw wordt gedaan. Verder zijn wij er in geslaagd ons de medewerking te verzekeren van musici, wier naam borg staat voor goede kunst. Met zorg zijn stukken gekozen, die ook dm leek een genotvol uurtje zullen bezorgen Wij krijgen ook nog zang van dhr. Cor Schijve, die bekende liedjes zal voordragen, terwijl allen u't volle borst zullen kunnen meedoen aan de volkszang. U ziet een avond waarin U kunt genieten van het gebodene en waarin U zelf ook actief kunt medewerken aan het we'slagen. Wij rekenen op een volle zaal er moet veel voor ons eigen, nu nog verdrukt, volk worden bijeengebracht. Het comité Axel. WIJ HEBBEN GEZAAID. M. de Redacteur! Naar aanleiding van het artikel „Wat zult gij zaaien" in Uw courant van 7 April j.l., het volgende: Dat het niet opgaat om de grondbezitters, pachters, landarbeiders en bewaarders van den oogst alleen aansprakelijk te sollen voor de voeding van onze medeburgers boven de rivieren. Mijns inziens moet elke burger van bevrijd Nederland zijn geheele krachten daaraan geven op welke plaats hij ook ge steld is, door in zijn vak zooveel arbeid te geven als maar eenigszins mogelijk is, om zoodoende meer arbeidskrachten voor den landbouw vrij te maken. Dat er misschien enkelen volgnr.s het artikel te ver zijn gegaan met de vlasuitzaai is niet de reden van de stapels geld, maar wel het oorspronkelijk vrij laten van het zaaiplan door onze overheid en de zeer weinige werkkrachten, die voor de landbouw komen en daardoor hun boerderij niet be hoorlijk kunnen bewerken. Wat gezaaid is moet nu ook eenmaal, verzorgd worden. Was geld de drijfveer geweest, dan had men aardappelen gepoot, die meer opbrengen. Wat denkt men van een boerderij van 50 h.a. met één of twee man personeel Elke goede boer zal een zaaiplan opmaken, hoe hij met de minst mogelijke kosten, de hoogste geldelijke opbrengst van z'n bedrijf zal krijgen. Elke zaken- of ambachtsman vraagt zich toch ook steeds af of hij voor aleer hij een zaak begint, een koop of ver koop afsh'it, er geldelijk voordeel bij heeft. Of denkt geachte schrijver soms, dat een boerderij een instelling van liefdadigheid is, die eerst gaat vragen hoe kan ik mijn medeburgers voeden en de financiering op de tweede plaats stelt. Een boerderij is een zaak net zoo goed als b.v. een meubelzaak, die ook zijn artikels niet beneden inkoops prijs kan verkoopen. Och geachte schrijver het is weer de boer die het loodje moet leggen, want daar draait bovengenoemd schrijven t''ch steeds rond. Denk nog eens aan najaar 1944, loedeboer met zijn getrouw gebleven personeel alle waardeering voor deze merschen) de suiker bieten na vele weken strijd tegen sneeuw, koude, nv'dder en regen op de fabriek heb ben gekregen. Bedenk even dat gij het nu zonder suikei zou moeten doen a's den boer en zijn personeel zich niet zoo geweldig voor een karig loon hadden ingespannen. Hoe U hei ook bekijkt, het menschehjk voedsel moet nu eenmaal groeien op moeder aarde met Gods zegen en onder toezicht van den boer. Dus geachte schrijver wat meer waar deering voor eikaars moeilijkheden (verkee-de elementen zal men overal aantreffen) en niet te veel liefde tot ons zelf. Dan zullen wij gezamenlijk met Gods hulp deze ontzettende tijd wel te boven komen^ H^MER 'O' Melk, boter en eieren. Als een groep H.B.S.-ers zich de moeite getroost om de bevolking van onze ?tr^ek eens wat ontspanning te bezorgen, is dat zeer prijzenswaardig. Maar als zi] het zgn. hoogere eischen stellend publiek van lei- neuzen ontloopen en in een plattelandsge meente als Axel hun tenten opslaan, getuigt dit er niet van dat zij ooit hebben gehoord van hetgeen I rof. W- Schennerhorn schreef in Wii Boeren" „Prullen zijn prullen, voor een" boer en een professor beide''. ^"t'eernd aan De Boerengemeenschap Maart 1945.) Doch' zand hierover en laat ons tot en met punt 7 genieten van het programma der Comedianten, en van punt 8 verwaf'en-d het een of andere geestige grap gaa' worden. Maar hoezeer anders komt het uit. Een slons van een boerenwijf en een meid vormd n de hoofdschotel, haar in d oogen en linksche handen gevend. Verder lette, lijk en figuur lijk zoo zwarr als roet. En nu geachte H B.S.-comedianten, late we eens even alle comedie varen. Meent ge werkelijk met „Melk, boter en eieren de waarheid te benaderen? En meent gewer- kelijk met de opvoering ervan de bevolking van onze streek een dienst tebe^1]zF"hh Er zijn boeren die zwarte handel hebben gedreven, maar er zijn ook 1handela™.., ambtenaren en arbeiders die hetzelfde heb ben gedaan. En wat deed de man d.e den boer in verleiding bracht door het bied en van ontzettend hooge prijzeni? En meenen de comedianten nog steeds dat dIe'tijd nte voorbij is waarop men de platteland!nevo1 king het kind van de rekening kon laten zijn Nu geachte comedianten, die tijd 'S voorbij Een boer en "ok een boerenarbeider laten zich niet meer met modder gooien, tr zou misschien straffeloos met zwarte en andere modder gegooid kunnengorden, ^s niet tie zijn. enorme hoeveelheden etenswaren boerderijen naar de stad verdwenen tegen normale prijzen, een duidelijk antwoord gaven op de vraag of de boeren hun P'ich hebben gedaan of niet (Alleen ,n Axe volgens deskundige schatting een 111 Én totslot aan de comedianten deze vraag Meent ge op een dergelijke manier gehoo temoeten geven aan de oproep van onze Landsvrouwe? Meerdere malen heeft Z een beroep gedaan op den vernieuwings der jongeren. En dit slaat oók en vooral hierop, dat boer. professor, naar en middenstander en ook gij ".B.b. ers, allen gezamelijk moeten arbeidm tot welzijn van ons Vaderland. En ook een avond van comedianten moet dit groote doel d'Dank aan de Redactie voor de plaatsing. Namens boeren en burgers van goede wil, M. DE FEIjTER. Onder deze titel plaatst het Londense ..Vrij Nederland" een artikel, dat wij iets verkort, hieronder laten volgen: „Om den toestand in. het bezette gebied goed te begrijpen en te kennen, zoudt U menschen moeten spreken uit alle lagen der bevolking en allemaal!" Onze bezoeker, een Nederlander, die onge veer twee weken geleden nog in onze hoofd stad was, vervolgt dan: „Het water stijgt en snel. Maar men kan alleen voor zichzelf bepalen, waar het staat: of het de enkels overspoelt, of aan de lippen staat. Als het nog hooger komt, kunt U het heelemaal niet meer vertellen: dan spreekt alleen een beetje versche aarde van het drama, dat be- zetting heet". „Nee er is niet een bepaalde lijn te trekken. De maatschappij is een pyramide. En nu is het eigenaardig, dat niemand bepalen kan, op j welke plaats van de pyramide hij zich bevindt. Bijvoorbeeld, indien we de maatschappij in i klassen verdeelen, dan kunnen we vaststellen, I dat de arbeiders op de basis zitten, de ambte naren, onderwijzers, zakenlui, enz., op de vlak ken en de „groote man" aan den top. Wat dus J geworden eten. beteekent, dat de arbeiders de volle zwaarte van de bezetting zouden moeten voelen en dus de verdrinkingsdood nabij zijn. En dit is niet het geval. De klassen zijn zoo door elkaar gegooid, dat heel vaak blijkt, dat diegene, van wien aangenomen kan worden, dat hij onderaan moet staan, in werkelijkheid nog niet zoo'n slechte plaats inneemt. De mid denmoot, is zwaar naar beneden gezakt en staat er wel heel slecht voor, in het bijzonder de ambtenaren, onderwijzers en kleine zaken lui. Het gebeurt wel eens, dat een arbeider nog voorraad bezit, terwijl de dominee uitsluitend van de bonnen moet leven „Weet U, het allereerste, wat we kunnen missen als kiespijn is de verkeerde voorlichting, die in propaganda van slechten smaak ont aardt. Laat men volstaan met de feiten en niet in de pers en vooral in de radio met verhalen aan komen dragen, die een verwrongen voor stelling scheppen. Neemt U bijv. de verhalen over de honderden, die langs den weg sterven. Men gaf daar een verhaal van alsof men over de lijken stappen moest om een wandeling te maken.. We wenschen geen propaganda^ la Hilversum, doch zuivere voorlichting. En daarom: laat men zich tot de naakte feiten be palen". „Kunt U ons een algemeene voorstelling ge ven van het huidige bestaan in het bezette. Nederland?" „Zooals ik U al zei: daarvoor zoudt U alle menschen uit bezet gebied moeten vragen. Maar ik kan U wel een beeld geven van het dagelijksch leven, die U een ongetwijfeld juisten indruk zullen verschaffen van het be staan in het Westen des lands. Hierbij wil ik me tot de naakte feiten be palen, en trachten deze niet-tendentieus voor te stellen. Allereerst Amsterdam: een zeer bevriend medicus uit de hoofdstad deelde mij mede, dat van de tien pas geboren kinderen er acht ster ven. Dit betreft bepaalde wijken. Van een tweeden medicus uit een totaal andere, „beter gesitueerde" buurt luidde het cijfer: zes op tien. Dit is het ontzettende beeld van Amster dam". „En het sterftecijfer voor de ouderen?" „Dat ;s niet te geven, daar hiervan nage noeg geen statistieken bestaan. Bovendien moet men hier altijd voorzichtig mee zijn, daar een cijfer alleen maar zuiver is als vergelijkend cijfer. Er zijn natuurlijk twee groote problemen: voedsel, het eerste en grootste, en daarmee annex de brandstof. Dit laatste vraagstuk is zoo urgent, dat de menschen alle hout, dat maar stook- en sleepbaar is, van den weg halen. Hoe snel de „ontbooming" van Nederland's steden plaats vindt, kan ik U vertellen. Ergens tusschen Beverwijk en Amsterdam stond een kapitale beuk. Ik had iets in de omgeving te doen en zag bij het passeeren diverse menschen met allerlei werk- en voertuigen op den boom afkomen. Goed twee uur later fietste ik terug en: boom weg menschen weg. Zooiets kom je herhaaldelijk tegen. Dit is dus een al gemeen beeld. Onjuist is echter de bewering, als zouden de menschen stoelen, tafels, kasten en ledikanten opgestookt hebben, en nu met gaten in den muur op den grond zitten. Mis schien zijn er twee of drie gevallen, maar als U een oogenblik verstandig nadenkt, kunt U de dwaasheid van deze beweringen gemakke lijk inzien. Alle meubels, doorgaans vurenhout of triplex in een normale woning, leveren mis schien brandstof voor een enkelen dag. Of zijn alleen maar geschikt voor aanmaak-houtjes. Denkt U, dat een Nederlander, zelfs onder de bezetting, zijn verstand of gevoel voor pro porties verloren heeft? Dergelijke verhalen kun nen beter achterwege blijven. „En de voedselpositie?" „Ja, daarmede is het treurig gesteld. Hiervan kan ik uit het overweldigend materiaal enkele feiten noemen: Een jongen van 20 jaar kon het niet meer in Utrecht uithouden. Thuis hadden ze een ouden man opgenomen, die er niet meer op uit kon trekken en de familie bezat geld, noch goederen om te ruilen en moest dus van de bonnen leven. Een gemiddeld ambtenaarsgezin. De oude man was gestorven door onder voeding. Dit was medisch vastgesteld. De bon nen wisselen nog wel eens. Men leeft van 600 of 700 gram brood per week, een kg. aard appelen per week, of bij inlevering der aard appelbonnen een halve liter vetlooze soep uit de gaarkeuken per dag, eenmaal per 14 dagen 100 gram 20 pet kaas, indien verkrijgbaar, en af en toe een rantsoen vleesch van 75 gram. Er is drie maanden geleden een beetje raapolie verstrekt. Dit betreft het geheele bezette ge bied. Plaatselijk verschilt het wel eens, bijv. in suiker- en jamtoewijzing voor kinderen, die soms verstrekt wordt doch niet overal en in de melkvoorziening voor kinderen beneden de drie jaar. De melk is doorgaans zeer moei lijk te verkrijgen en meestal zuur. Maar om terug te komen op den Utrech tenaar: Van ontbijt was geen sprake, allen stonden om elf uur op, en dan toog er eentje naar de gaarkeuken, om tegen half een, na anderhalf uur in de rij te hebben gestaan, *e- rug 'te komen met het, intusschen half koud Ze bleven in huis den ge- heelen dag, jassen aan en dassen om, en aten om vijf a zes uur twee of één boterham en gingen om zeven uur weer naar bed. Zoo leeft de groote stad, zoo leeft diegene, die het van de bonnen hebben moet. Dit is het „normale" leven in het bezette ge bied. Trouwens zelf stond ik om half negen op en ging om negen uur naar bed. En iederen ochtend weer zie je de eindelooze karavanen er op uit trekken. De menschen zwerven door de polders. Er wordt overal wat gegeven. Per handkar naar de Heer-Hugo Waard en de Wieringermeer van den Haag uit. Een enkel maal sterft ,e- mand onderweg: de vracht, hoe licht ook, blijkt dan toch te zwaar". „Hoe de boeren zich houden?" Vrij moeilijk te zeggen. Vaak zeer welwil. lend. Maar als er per dag gemiddeld dertig menschen komen, dan moeten ook zij stoppen met geven. Bij sommige boeren schijnt de hof stede een ware bijenkorf. Er wordt geruild, alleen maar geruild voor carbid, handdoeken enz. Soms wordt een japon ter plaatse uitge trokken om eten te krijgenEn dan maar in de kou weer naar huis. Toch is zoo iets, hoe dikwijls het ook voorkomt, geen regel. Er kwam ergens bij een boer een man in hemd en knooplooze, gescheurde regenjas. Hij verzocht een speld om de jas vast te makep. Op de vraag van den boer, hoe hij zoo op straat kwam, vertelde hij, dat een andere boer zijn colbert als betaling voor wat aardappelen in ontvangst genomen had. Hierop zijn de zoons van de eerste boer naar den slechten collega gegaan en kwamen even later met colbert terug. Zoo ziet U: er zijn goede boeren, maar ze kunnen de ellende van een land niet wegnemen. „De dooden kunnen niet voldoende snel be graven worden. De lijken staan lang boven den grond gebrek aan hout, of liever gebrek aan timmerlieden. Ik heb gehoord, dat in den Haag de menschen in rietmatten worden begra ven, en dat er zelfs „massa" graven zijn (d.w, z. enkele dooden in een graf, dus feitelijk ver- zamelgraven)Maar of dat juist is, kan ik U niet zeggen. Aannemelijk is het zeker „Wat het eten verder aangaat: We maken op het oogenblik veel bieten, stroop. Suikerbieten worden ook gegeten in de stamppot. Smaak is slecht, maar voedings waarde hoog. En daar gaat het om. Alleen zijn de bieten niet meer te krijgen". „We stoken gemiddeld voor f 15 hout een week tijd. En dat alleen om wat eten klaar te krijgen". „En hoe staat het met de scheepvaart?" „Heel raar. De schippers varen wel. Maar de scheepvaart is zeer beperkt. Wordt boven dien stelselmatig door de Duitschers tegenge werkt. Er kwamen eens twee schepen met aardappelen uit Drenthe aan bij de Oranje sluizen. Ze moesten evenwel onverrichter- zake terugkeeren, daar de Duitschers uitslui tend aardappelen per spoor accepteerden!" Utrecht had nog wat voorraden: suiker, zout en jam. Deze voorraad werd aan een schipper meegegeven, die moest zien, dit te ruilen tegen aardappelen, enz. De schipper slaagde en kreeg ongeveer 1.000 mud aardappelen voor de stad Utrecht mee. Bij de vaart terug werd de lading in beslag genomen door de Duitsche:s, zoodat niemand er iets aan had. De dorpelin- lingen ter plaatse werden voor het lossen van deze geroofde lading opgeroepen op een Kerst- Zondag. Ik geloof, dat na allerlei „inbraak' in de schuren en opslagplaatsen er heel wat min der mudjes overschoten voor de Wehrmacht. Zulke inbraken ten nadeele der Duitschers Zijn rechtvaardig. Erger is, dat de aardappelen en bietenkuilen op het platteland opengebroken en leeggeroofd worden. In het algemeen kan men zeggen, dat de moraal zoo ongeveer tot een honderdste is gedaald. Het is een der bittere ervaringen in dezen oorlog, dat er maar eén drijfveer is: het eigenbelang. We staan in Ne derland voor de keus, mijn buurman dood of ik. En dan kies je den buurman. Een moreele klap! Die nog zwaarder aankomen zal door de gevolgde noodzakelijke verzetspolitiek. Neemt U al die ondervoede jongeren ouderen ook, doch de jeugd bovenal. Ze leeren stelen, be driegen, liegen, enz. En: als ze ergens te werk gesteld worden is het eerste woord van det baas: Het ergste wat je hier kunt doen iI werken Zoo heeft de rijpere jeugd verwrongen lee ren denken. Laten we hopen, dat straks na de bevrijding alles gedaan wordt, om vooral hen dat te geven, wat hen ontbroken heeft: eei doel om op te bouwen en geen afbraak. Maar verder: Het Zuiden, d.w.z. in dit ge val: Brabant heeft me een ontvangst bereid, die boven alle beschrijving is. Ieder, die hoorde, dat ik uit het Noorden kwam, leefde met hart en «iel mee, als ik vertelde van de bezetting. Ik werd bij ieder, van hoog tot laag, uitge- noodigd. De menschen wisten niet wat te doen off me het laatste te geven wat ze bezaten. Nee de ontvangst in het bevrijde gebied was zoö overweldigend, dat ik geen minuut kan ver geten nee, het Zuiden was voor mij een paradijs wat iemand ook zeggen mag, ik zal Brabant na de bevrijding, zooals ik het zag nooit kunnen of willen vergeten". i ji

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1945 | | pagina 4