AXELSCHE COURANT
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
ZEEUWSCH-VLAAND EREN.
opstanding!
I
Het bezoek van H. U de Koningin
aan Walcheren, Noord-Brabant
en Limburg.
Inlichtingen omtrent pe!soneel van
üe Kon. Ned Marine.
Liever het heele land vrij
dan het halve in overvloed.
Zwarte handel is landverraad.
„ZUID HELPT HOOR»".
Ingezonden Stukken
No. 55
ZATERDAG 31 MAART 1945
58e JAARGANG
Drukker-Uitgeefster:
Firma J. C. VINK AXEL
Adres Redactie en Administratie:
Markt 12 AXEL
Hoofdredactie:
T. C. VINK - van VESSEM
Wegens het Paaschfeest zal
het eerstvolgend nummer van
ons blad een dag later verschijnen
Een kracht gelijk de Christelijke godsdienst,
Met ingang van 3 April nemen alle post
kantoren in bevrijd gebied voedselpakketten
aan voor de familieleden, vrienden en ken
nissen of voor willekeurige plaatsen in nog
oezet gebied.
Dank zij de aetie „Zuid helpt Noord" van
het Ned. Roode Kruis zullen deze pakketten
zoo spoedig mogelijk na de bevrijding van
nog bezet Nederland naar de plaats van
bestemming worden gebracht.
Levert tijdig Uw pakketten in, want het
aantal daarvoor ter beschikking gestelde
etiketten is maar beperkt, De etiketten zijn
bij de postkantoren verkrijgbaar A i0.50.
(Buiten verantwoordelijkheid v. d. Redactie)
Hoe kunnen wij helpen, als Neder
land straks bevrijd is.
J. Vv 4
Abonnement*
priji.
Loss* nummers I ct.
Kwartaal
abonnement
AXEL binnen de kom
fl. 1.25
Alle andere plaatsen
il. 1.55
f Advertentieprijs
7 ct per m.m.
Ingezonden
M ededeelingen
15 ct per m.m.
Kleine Advertentiên
(maximum regels)
1 - 5 regels 62 ct.
Iedere regel meer
12 ct. extra
dienstaanbiedingen
52 ct.
Ook dit jaar beleven we weer een Paasch
feest, waarop de kanonnen hun somber en
schennend geluid doen hooren, de vliegtuigen
het luchtruim doorkruisen met htm dood en
verderf zaaienden last, de tanks over de velden
en wegen rollen en het bloed van duizenden
jonge levens de slagvelden drenkt. Op inter
nationaal gebied is de wereld nog vol vijand
schap en onrust.
Velen zullen zich met het langer voortduren
van dezen oorlog ongetwijfeld weer opnieuw
hebben afgevraagd: „Wat is er eigenlijk nog
overgebleven van het Christendom in deze
wereld?" En is er gegronde reden voor pessi
misme? Gezien de wereldgebeurtenissen door
alle tijden heen, moeten we ook in deze oor
logsjaren wel zeggen: NEEN! \Vant hoe sterk
en geweldig de anti-machten ook waren of zijn,
niet alleen heeft het Christendom zich door de
stormen der eeuwen heen kunnen handhaven,
terwijl wereldrijken vielen en machtigen der
aarde roemloos ondergingen, maar zelfs zien
we in onzen tijd, dat de edelsten van het
menschelijk geslacht opnieuw tot de erkenning
komen, dat de eenige kans op redding gelegen
is in een restauratie tot de geestelijke krachten
en waarden van het Christendom, wat op
maatschappelijk terrein ook inhoudt een her
rijzen uit den wereldchaos.
Door alle eeuwen heen heeft de menschheid
gezocht, bewust of onbewust, naar het goede
of het kwade, al naar karakter of instinct dit
ingaven. Dat ze niet automatisch of critiekloos
alles aanvaarden wil, mag men haar niet tot
oneer aanrekenen. De Christelijke religie ech
ter eischt aanbidding, overgave, of wat men
wel noemt een kinderlijk geloof, maar dit be-
teekent weer niet, dat de geloovige mensch het
verstand moet uitschakelen en niet mag na
denken over dien godsdienst. Ongetijfeld heeft
juist dit nadenken het waarheidsstreven be
vorderd en bij velen geleid tot helderder in
zicht inzake de dingen van den geest. Doch de
bron en het doel daarvan zijn altijd weer het
zelfde en men komt altijd weer tercht bij de
figuren van Hem, wiens opstanding uit den
dood wij thans weer herdenken.
Helaas is men ook in het „verstandelijke" te
ver gegaan; er zijn menschen geweest ook
in deze dagen zijn ze er nog die Christus
zélf hebben uitgeschakeld, Zijn bestaan doel
bewust of tersluiks hebben weggedacht en ge
loochend, maar dat ook deze misdaad tegen
over de menschheid gewroken zal worden en
siraks weer een roemioos einde zal voigen van
een beoogde wereldheerschappij zonder Chris
tus, door terreur en tyrannie, begint zich met
de snel naderende vernietiging van deze dui-
velsche macht steeds duidelijker te openbaren.
Juist in deze dagen en zeker op dit Paasch
feest komt de figuur van den grooten Verlosser
weer sterker op den voorgrond.
Nu moeten we ons niet inbeelden, dat we
beter zijn dan ons voorgeslacht, dat Christus
doodde en al heeft de beschaving door de
eeuwen heen tot een wat humaner rechtsple
ging geleid, (wat nog niet eens altijd en over
al het geval is) het blijft de waarheid, dat
Christus is gekruisigd en naar den geest krui
sigen wij Hem nog eiken dag.
Daarom, laat ons eerlijk zijn en bekennen,
dat er door ons nog veel is goed te maken en
we niet kunnen volstaan met een „vroolijk
Paaschfeest". Zeker, we kunnen op dezen dag
een glans over ons leven en ons gezin werpen,
door allerlei goede dingen en voornemens,
maar tenslotte behooren we bij een veel groo-
ter geheel dan het gezin alleen, bij ons arme
verdrukte vaderland en wereld en menschheid,
die nog bloedt onder de harde slagaen van den
oorlog. Laat ons echter nimmer vergeten, dat
achter het Kruis de Opstanding volgt. En daar
om mogen en willen wij op dit Paaschfeest ook
weer niet al te somber zijn.
Het herinnert den geloovigen mensch weer
aan de zekerheid, dat eindelijk wereld en
menschheid zullen zegevieren in het streven
naar het goede. Want over bergen en door
dalen, langs ravijnen en door wondend struik
gewas gaat de menschheid haar weg naar den
hoogsten top, waar de eeuwige sneeuw liat van
den blanken vrede.
Is het wel eens tot ons doorgedrongen, dat
ieder mensch voor zichzelf en voor eigen leven
dien vrede al bereikt kon hebben, al gieren er
nog zooveel stormen om hem heen?
Het is dan ook de glorie van het Paaschfeest,
dat de mensch persoonlijk al zijn kan, waar de
menschheid in haar geheel nog niet is.
Aan het slot van „Bange dagen" schreef ik
in 1940 o.m.: „dat de Toekomst, hoewel voor
ons gesloten en nog donker en somber lijkend,
ons niet mag afschrikken. We mogen ons ver
trouwen niet verliezen in een wereld, waarin
hopelijk de Liefde heerschappij zal voeren, de
Vrede veilig wonen kan en de Gerechtigheid
steeds onze maatstaf zal zijn voor al onze ge
dachten, woorden en daden".
die het hoogste ideaal van karakter stelt; in
den mensch de begeerte legt naar dit ideaal te
leven en dan tevens zegt: „dit kunt gij, ziehier
de kracht die U helpen zal, die eenheid brengt
in het leven en het vult met een doelbewust
streven, die het hoogste liefdes-object verschaft
en de gedachte des menschen van hem zelf af
leidt op het heil der menschheid, zulk een
kracht kan ook haast niet anders zijn dan een
dynamische factor in de poging tot eensgezind
heid en harmonische samenwerking.
En zoo gaat dan ook ditmaal in een wereld,
nog vol onrust, bloed en tranen, het Licht der
Opstanding weer op en het is of alles even
verstilt, alles even verreint en of alles even
eerbiedig buigt voor Hem, den Overwinnaar
der helsche machten, Wiens sterke Stem op
nieuw tot ons komt en tot volgen roept op den
weg door Hem bepaald.
J. D. F.
Op de 3e dag van het bezoek begon de
tocht in Middelburg. Het hoofddoel van de
reis was Westkapelle, waar H. M. per duck
via Serooskerke, Oostkapelle, Domburg aan
kwam. In den morgen had H. M. eerst een
bezoek aan Vlissingen gebracht. Ook hier
werden illegale werkers en oorlogsgetroffenen
voorgesteld.
Op de 4e dag heeft H.M. een groep
Zeeuwen toegesproken in het Paleis van justi
tie te Middelburg. H. M. zei o.a. Mijn
reis door Zeeuwsch-Vlaanderen en Walche
ren zal steeds behooren tot de grootste be
levenis in mijn leven: diep ben ik getroffen
door het groote leed, dat over velen Uwer is
gekomen en dat gij allen zoo moedig weet te
dragen. Met trots heb ik kennis gemaakt met
vele dappere leden van de verzetsbeweging.
In dit diep ernstige oogenblik, waarin wij thans
verkeeren, waarin de orkaan van den oorlog
over ons vaderland woedt, en de bevrijding
van ons volk nojg niet is voltooid, waarin on
ze toekomst nog moet worden opgebouwd,
geestelijk en stoffelijk, reiken wij elkander de
hand, als bewijs van onze eensgezindheid, van
onzen vasten wil voor dat eene doel: een
waarachtige volksgemeenschap op te bouwen,
en een nieuw en schooner vaderland te doen
herrijzen. Dit oogenblik vraagt niet om woor
den, maar om daden, bevrijdingsdaden, die
ons brengen moeten uit de zorgen en den druk,
waaronder wij leven tot het einddoel, dat wij
voor ons geestesoog zien.
De Commissaris der Koningin, Jhr. J. W.
Quarles van Ufford, dankte H.M. in een rede
„«a. U1i. U,- j_
»wi uuoi Mjuiai. i iij wees uc yruuie in-
spiratie, die H.M. voor allen was geweest tij
dens de bezetting.
Het hoofd van de illegale beweging in Wal
cheren nam daarna het woord. In eenvoudige,
maar diep treffende woorden schilderde hij de
groote trouw der Zeeuwen jegens H.M.
Na afloop van de plechtigheid noodigde
H.M. de oud-illegale werkers uit met Haar een
kopje koffie te gebruiken. Meer dan een uur
onderhield H.M. zich met hen en liet zich in
lichten over hun werk.
H.M. beëindigde Haar driedaagsch bezoek
aan Zeeland in Goes. Zij onderhield zich, be
halve met de illegale werkers en oorlogs
slachtoffers ook met geëvacueerden uit Wal
cheren en Schouwen-Duiveland.
NOORD-BRABANT.
De waarnemend Commissaris der Koningin
in Noord-Brabant Jhr. Smits van Oyen ver
welkomde H.M., toen deze de provincie be
trad. Het eerste officieele bezoek gold Bergen-
op-Zoom. In tegenstelling met Zeeland waren
te Bergen-op-Zoom en ook in Roosendaal de
groepen, die aan H.M. werden voorgesteld,
niet in de openlucht opgesteld, maar stonden
deze binnen het stadhuis.
Na een oponthoud van een half uur werd
de reis voortgezet naar Roosendaal. Kleurige
serpentines gaven hier een fleurige noot aan
de ontvangst.
H.M. begaf zich nu naar Breda, waar zij
ook de nacht doorbracht. Zaterdagmiddag ge
bruikte Zij de thee met een gezelschap oud-
illegale werkers. Om half zee komt de bis
schop van Breda, Mgr. P. Hopmans, in het
bisschoppelijke purper gekleed, zijn opwach
ting bij de Koningin maken en in een der zalen
heeft een hartelijk onderhoud plaats tusschen
de hoogstte landelijke en de hoogste kerkelijke
autoriteit in het Bredasche diocees.
Zondagmorgen bracht H.M. de Koningin ge
heel onverwacht een bezoek aan de Groote
Kerk te Breda.
Op wensch van H.M. was geen speciale
plaats voor haar ingeruimd en Zij nam plaats
aan den linkerkant van het spreekgestoelte.
In den middag bracht H.M. een bezoek aan
Tilburg, waar een contigent van de Stoot
troepen stond opgesteld. Na afloop van de
inspectie marcheerde het contigent langs H.M.,
die met zichtbaar genoegen de parade gade
sloeg. Zoo groot was Haar enthousiasme, dat
Zij met luid handgeklap uitdrukking aan
Haar voldoening gaf.
Na afloop van de parade liet H.M. de leden
van het college van Commissarissen van Land
bouw, Handel en Nijverheid aan zich voor
stellen.
Bij het bereiken van het Trappistenklooster
op den weg van Tilburg naar Eindhoven hield
H.M. even stil. De Trappisten, die voor deze
gelegenheid hun zwijgplicht hadden mogen
breken, stelden deze geste zeer op prijs.
Op 18 September 1944 werd Eindhoven be
vrijd, op 18 Maart 1945, op den dag af een
half jaar later, deed H.M. Koningin Wilhel-
mina haar intrede in deze stad. In een zeer
snelle vaart kwam tegen zes uur de officieele
stoet op Einhoven toerijden. Direct bij de
eerste bevlagde huizen werd het tempo sterk
verminderd en toen de auto's de honderden
enthousiaste Eindhovenaren passeerden, reden
zij stapvoets. H.M. nam haar intrek in een
buitenverblijf waar een eerewacht stond op
gesteld uit een elite-regiment der geallieerden.
Een heerlijke lentezon stond boven het met
vlaggen en Öranjedoeken versierde Eindhoven,
toen H.M. de Koningin zich Maandagochtend
op weg begaf naar het samenzijn met de daar
toe uitverkorenen.
In het Van Abbe Museum onderhield H.M.
zich met plaatselijke autoriteiten en oud-ille
galen. Ook de nieuwe minister van financiën,
Dr. Beel, was hier aanwezig. H.M. sprak hier
de aanwezigen toe.
Bij het vertrek van H.M. werd de afzetting
opnieuw verbroken en eenieder drong op om
toch zoo dicht mogelijk bij de Koningin te kun
nen komen. Men kon de Koningin nauwelijks
meer zien in de deinende, woelende menschen-
menigte, waarboven uit filmcamera's en mu
ziekinstrumenten staken, welke de eigenaren
angstvallig en dikwijls vergeefs voor bescha
diging trachtten te vrijwaren. Het gevolg van
H.M. deed wat het kon om Haar tegen den
druk te beschermen. Bezorgd zeide H.M. tel
kens weer: „Als er maar geen ongelukken ge
beuren!"
Heel langzaam gleed de wagen door de
menschenmassa. Toen de Koningin reeds ver
weg was hoorde men nog de toejuichingen.
Later zond H.M. haar liaison-officier uit om
zich ervan te overtuigen, dat er geen onge
lukken waren gebeurd, hetgeen gelukkig niet
het geval was geweest.
Na Eindhoven bezocht H.M. 's Hertogen
bosch, waar Zij ook een deputatie uit het be
vrijde deel van Gelderland toesprak.
Woensdagmorgen verliet H.M. Noord-
Brabant om zich via België naar Limburg te
begeven.
In Maastrcht inspecteerde H.M. de stoot
troepen. Daarna begaf Zij zich naar het raad
huis waar Zij zich met de ondergrondsche
strijders onderhield. Na dit onderhoud sprak
H.M. ook hier de aanwezigen toe.
Daarna bezocht H.M. Heulen, waar Zij een
bezoek bracht aan de mijn Wilhelmina.
„Majesteit, het is een eer U gezond in ons
midden te mogen zien. Wij danken U voor de
zorgen, welke U in den vreemde aan ons hebt
gewijd. Wij verzoeken U beleefd onze groeten
over te brengen aan Prinses Juliana".
„Majesteit, wij zijn U trouw gebleven onder
de bezetting en wij zullen U trouw blijven. Wij
zullen alle krachten inspannen voor ons land".
Zoo sprak een mijnwerker uit Kerkrade, tot
Koningin Wilhelmina. Hij was juist met de
ochtendploeg uit de schacht gekomen en de
mannen hadden nog geen gelegenheid gehad
om zich te wasschen, toen H.M. met haar ge
volg arriveerde. In zijn werkpak, zijn gezicht
zwart van het kolengruis, de leeren pet in de
hand, sprak hij rustig namens zijn mede
arbeiders deze belofte aan de Koningin uit.
H.M. was zeer getroffen door deze woorden
en zeide:
„Ik dank U zeer. Ik stel Uw toezegging
voor den opbouw van ons land op hoogen
prijs. Wij moeten daar allen hand in hand aan
mede werken".
„Majesteit, U kunt U op ons verlaten", zei
deze mijnwerker eenvoudjg. Toen drukte de
Koningin stevig den zwarten mijnwerkershand
onder het gejuich van honderden en honder
den mijnwerkers en employé's.
De ontvangst, welke de mijnwerkers hun
Koningin hebben bereid, was er een, die klonk
als een klok. Uitbundig werd de Koningin toe
gejuicht.
Na dit bezoek ging de stoet verder naar de
zoo juist bevrijde steden Venlo en Roermond.
Na het bezoek aan Venlo begaf H.M. zich
near een vliegveld, waar Z.K.H. Prins Bern-
hard .Haar begroette. De bemanning van de
Dakota, welke H.M. naar Engeland zou ver
voeren en de Nederlandsche Spifire-piloten,
die het escorte zouden vormen, stonden voor
het toestel opgesteld. „Ik ben blij U te zien, zei
de H.M., bij de vorige vlucht was U steeds
in de lucht".
De Canadeesche lijfwacht van H.M. en de
Britsche militaire politiemannen, die H.M. op
haar reizen door Nederland hebben vergezeld,
stonden eveneens opgesteld. De Koningin sprak
aan de bevelvoerende officieren Haar bewon
dering uit voor het werk, dat zij en hun man
nen hadden verricht. De Britten en Canadeezen
brachten toen „three cheers for Queen Wil
helmina" uit, die over het vliegveld daverden.
Omstreeks twintig minuten voor tweeën
stegen de escorteerende Spitfires op. Toen
taxiede de Dakota met H.M., die afscheid van
den Prins en Haar gevolg had genomen, naar
het begin van de startbaan. Het toestel voerde
een rood-wit-blauwe vlag op de cockpit. Het
werd bestuurd door officieren-vliegers der Ko
ninklijke Marine. Het was precies twaalf mi
nuten voor twee toen de Dakota los van den
grond kwam. Hoog in de lucht schaarden de
Nederlandsche Spitfires zich beschermend rond
het toestel van hun Koningin geen vijand
zou door die grimmige defensie heen komen.
Het bezoek aan bevrijd Nederland was ten
einde.
Met zich mee voerde H.M. een bloem-stuk,
Haar dien morgen aangeboden door bewoners
van Sittard en een album met foto's van Haar
is.
Vijf minuten na het vertrek van H.M. steeg
ook Prins Bemhard in zijn verkenningsvlieg
tuig op.
(ANEP-ANETA)
24 Maart 1945 (Anep-Aneta).
De Vertegenwoordiger van den Hoofd-In-
tendant der Zeemacht op het Vasteland van
Europa maakt bekend, dat ter bevordering
van het contact van de familieleden in bevrijd
gebied van het personeel der Koninklijke Ma
rine en het Marinepersoneel zelve, belangheb
benden zich met verzoeken om inlichtingen
omtrent de verblijfplaats van officieren, onder
officieren en manschappen der Kon. Marine
kunnen wenden tot de Plaatselijke Informatie-
bureaux van het Nederlandsche Roode Kruis
(bij voorkeur mondeling, anders schriftelijk
met melding van afzender).
Onder familieleden wordt voorloopig alleen
begrepen: Vader, Moeder, Vrouw, Kinderen,
Broers of Zusters.
Bij de aanvraag moet zooveel doenlijk
behalve de naam, voornaam rang of stand en
geboortedatum het eventueele stamboek
nummer worden vermeld.
Het Nederlandsche Roode Kruis zal na het
inkomen der aanvragen zoo spoedig mogelijk
door mij worden ingelicht, na de ontvangst
van de gegevens uit Londen.
Verzoeken om inlichtingen betreffende de
omstandigheden, waaronder personeel der Kon.
Marine is gesneuveld of vermist, dan wel de
wijze, waarop over hun eventueel nagelaten
bezittingen kan worden beschikt, behooren
rechtstreeks tot bovengenoemde vertegenwoor
diger gericht te worden (Bureau-adres: Gast
huisstraat 64, Tilburg).
Zooals reeds eerder in de pers en door mid
del van de radio is bekend gemaakt, moeten
echtgenooten van gesneuveld of vermist Ma
rinepersoneel, of familieleden, voor wie zij
kostwinner waren, zich inzake finantieele hulp
wenden tot de Stichting Centrale Financiering,
Emmasingel 6 te Eindhoven.
UI' 1
Het ziet er naar uit, dat de bevrijding van
het overige gedeelte van ons geliefd vaderland
niet lang meer op zich laat wachten.
We vragen ons eigen af, hoe zal het daar
geweest zijn? Verschillende berichten zullen
wel tot ons doordringen o.a. geweldige presta
ties van de Ondergrondsche bewegingen, maar
helaas ook sterfte van honger en ondervoeding
Laat toch eenieder, die in de gelegenheid is,
zich opgeven om, als de gelegenheid er is, één
of meèr kinderen uit de grote steden te kun-
,nen oppepiënt
Dit groeiende laven, dat zoveel jaren aan
voedingsmiddelen te kort heeft gehad, te mo
gen helpen opbouwen.
Dat wij hier in bevrijd gebied nog zo ge
lukkig waren, dat niet te hebben moeten mee
maken, waarvan zovelen op lateren leeftijd, de
een meer, de andere minder, de terugslag aan
den lijve moeten ondervinden hiervan.
Laat het eenf aansporing mogen zijn, zodra
de gelegenheid er is. te helpen waar het no-