INKTLINTEN r u k w e r k Firma J. C. VINK Fa. J. C. VINK - Markt 12. Looze streken van Snoekie en Bolleboks. Een groot man. voor olKe macnine 48/50 132<5 z o o a Is: Enveloppen, Labels, Briefkaarten, Rekeningen, Rouw-, Verlovings-, Huwelijks- en Visitekaarten, enz. Billijke Prijzen MARKT 12 AXEL Ons Modehoekje. FAVORIET-KNIPPATRONEN. No. 1326. Deze fraaie japon is zeer geschikt voor zwaardere figuren. Aan de eenvoudige, hoog opgeknipte rok wordt het bovenstuk met een weinig ruimte aangezet. Aan de hals wordt deze ruimte ingehaald met een lintje. Verder wordt de japon nog gegarneerd met een ceintuurtje. Het patroon is verkrijgbaar in maat 48bovenw. 118 c.M., taillew. 108 c.M., heupw. 126 c.M. Maat 50: bovenw. 128 c.M., taillew. 115 c.M., heupw. 133 c.M. Door het al of niet aanknippen van naden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Benoodigd materiaal3.50 M. van 90 c.M. br. Dit Favoriet-knippatroon is te verkrijgen tegen den prijs van 35 cent (plus 21/» cent omzetbelasting) bij het bur. van dit blad. Dames 1 Denkt bij eigengemaakte kleeding aan een Favoriet-knippatroon. Ze voldoen uitstekend en zijn goedkoop. Hebt ge reeds succes bereikt, zegt het Uw vrien dinnen en kennissen. Voor de Jeugd. Tekst van J. M. Plaatjes van Baktolid. „Zie je, nou hoeven we niet eens te stelen 1* zei de lange. Hjj raapte de kip op en ons tweetal toog verder, met bet plan, om bij het eerste boschje, waar ze langs kwamen, de kip te braden, dat de druppels er af sijpelden, Maar ach, 't zou anders loopenze kwamen een veld wachter tegen, die met barsche stem vroeg, waar ze „dat kip petje" vandaan haalden. „Ge kocht zei de lange, ,'k Ben vandaag jarig, zie je, en nou wou ik m'n vrind en m'n eigen eens fijn tracteeren." „Jawel, je kan me nog meer vertellen 1" zei de veldwachter, die er geen steek van geloofde en het uiterlijk van onze vrien den nu niet bepaald vertrouwen wekkend vond. Hjj pakte de kip, stopte die tusschen zijn gordel en zei, een spottende buiging makend„Mag ik de heeren verzoeken „Komaan, nou je 't zoo vriende lijk vraagt, vooruit dan maar!" zei de lange. Hierop pakte de veldwachter zijn arrestanten stevig beet en begaf zich met hen op weg naar de stad. Maar de lange dacht terwijl na over een middel om te ontsnappen Eindelijk kreeg bij een inval. Of 't lukken zou, wist hij niet, maar 't was in elk geval te probeeren. „Een flink slootje, niet?" zei hy, op de sloot langs den weg wij zend. „Daar kom jij niet over heen, diendertje Maar de lange wèl, reken maar van yes 1" Dat liet de veldwachter zich niet zeggen 1 „Watblief?" zei hü, verontwaardigd stilhoudend, „zou ik niet over die sloot kunnen „Nee, vrind, dat lap je hem niet 1" sarde de lange, met een uitdagenden grijns. Nu werd het den veldwachter, die niet van de snuggersten was, te machtig. 8 „Dat zullen we dadelijk zien 1" riep hij, Snoekie en Bolleboks op zij duwend, „achteruit 1" Voortdurend zijn doel, den over kant der sloot, in het oog hou dend, liep hy achteruit tot in het gras aan den anderen kant van den weg, nam met vastberaden blik en opeengeklemde kaken een aanloop en zweelde het vol gend oogenblik boven de breede sloot, vol spanning nageoogd door zijn arrestanten. En ach, wat de twee booswichten ver wacht hadden, gebeurde.... (Wordt vervolgd) FEUILLETON 15) En elk dier lofredenaars be sloot met dezelfde peroratie. Met van tranen bevende stem zuchtte de redenaar, zich tot een jongen man wendend, die dicht by het praalgraf stond „Gelukkigerwy'ze is die groote weldoener niet geheel gestorven. Niet alleen laat hij ons zyn uit vinding achter, maar ook iemand, die zyn evenknie is en zyn uit vinding verder zal voortzetten- Ja, dierbaar kind, eenige afstam meling van zulk een vader, gy zijt waardig zijn naam, zyn be roemden naam te dragen. Wy kennen uw vernuft, uw wils kracht, uw reeds merkwaardigen arbeid. Wij weten, met welk vertrouwen, met welke hoop uw edele vader u vereerde, daar hy het zich reeds tot een gewoonte had gemaakt zich op u te ver laten. Wy spreken dus eenvou dig, als de uitdrukking onzer smarteiyke sympathie tot u „Moed... Moed bij den rouw van heden, moed vow de taak van morgen Maar die door aangedane, ont stelde mannen stamelend uitge sproken volzinnen had Etienne Duroc ten slotte niet meer ge hoord. Met een bleek uiterlyk ge voelde hy zich sedert een halven dag, dat hy onbeweegiyk op zyn beenen had moeten staan om al die men8chen te ontvangen, be paald uitgeputhy kreeg lust om een eind aan dat alles te maken, weg te vluch'.en, te gaan zitten en alleen te zyn. Ter nauwernood bleef hem genoeg lichaamskracht over om een zekere fierheid te betoonen. Toen het voorbijtrekken een aanvang nam, begon hy met roode en droge oogen en een strak, smartelyk gelaat werktui- geiyk de handen te drukken, die uit de menigte, welke als in een cinematograal voorbijsnelde, naar hem werden uitgestoken. Na drie uren van drukte en vergetelheid werd hy des te wreeder aan zy'n verdriet herin nerd, toen by op den boulevard Bineau het heerenhuis met de gesloten vensters bemerkte, dat, veel beter dan de redevoeringen op het kerkhof, hem zoo droevig de geschiedenis van een schit terende loopbaan verhaalde. Het huisje ran vroeger was een schoon gebouw geworden, dat langzaam vergroot, opgesierd, gemeubeld, met bygebouwen en aangename plekjes verrykt werd. Met zyn grootsche vestibule, zyn glazen achterhuis, zyn somber kantoor met de bardbouten meu bels, met zyn behangsels, zyn schilderyen, zyn bronzen beel den, waarvan ieder de herinne ring aan een overwinning was, bad het huis, ternauwernood verlevendigd door den stillen tred van de bedienden in livrei op de zware tapijten, al het zwaarmoedige van die hooge landelyke woningen, die in bun hoeken en kanten de geheimen van geheele geslachten bewaren. Eenige oude meubelen in de eetzaal herinnerden, te midden van de nieuwerwetsche weelde, aan de dagen van onspoed. En thans, nu de plechtigheid ten einde was, bood het dat voor komen van ontreddering, van doodsche wanorde, die het inwen dige der huizen na bet vertrek van vreemden vertoont. Toen hy het hek was doorge gaan, nu hy niets meer te doen, noch te ontvangen had, bezweek Etienne voor de spanning der wanhoop en vermoeidheid. Voor de eerste maal bevond hy zich wear mat zichzelf, nu gevoelde by eindelyk, dat alles ten einde was, dat zyn vader er niet meer was, er nooit weer zyn zou, dat by hem niet meer zou weerzien en dat hij achterbleef, dat by weer zou gaan dint eren, zich in de eetzaal neerzetten, naar bed gaan, hier, in dit verlaten huis, een nacht doorbrengen. De kleine Etienne was een groote, slanke, buigzame jongen geworden, met blonde haren en reeds een vollen baard, dien hy als een dichten krans om het gelaat droeg en die hem eenigs- zins oud maakteby bad grijze diepliggende oogen onder dichte wenkbrauwen, een sterken mond en krachtige kin en droeg over het geheele gelaat die uitdruk king van hartstochtelyke zwaar moedigheid, die evenals by eer- zuchtigen de echte trotschaards kenmerken. Sedert lang er aan gewoon door de drukte der werk plaatsen te wandelen, gelijk anderen door den Tuin der Tui lerif ëa, hy, die nooit de kinder- spoortj >s noch de speelgoedauto's uit de groote magazynen gekend bad, maar enkel de levende machines, waarvan hy al het raderwerk gadesloeg met den hartstocht, dies da kinderen aan den dag leggen, wanneer zy insecten ontleden had hy reeds vroegtydig die nauwgezet heid aangenomen van een wezen, dat van de wetenschap en haar wonderen zijn speeltuig maakt. Maar in een kinderlyk hart, in een jongelingsverbeelding kunnen de geestdrift, het geloof, de vereering hun rechten niet verliezen. Etienne moest een tastbaar ideaal, een schier god- delyk beeld hebbendat was zyn vader, die, voor zijn kinder en jongelingsoogen, door den arbeid, den roem en het fortuin eiken dag grooter maakte. Daarna had een ongeluk hen nog nader tot elkaar gebracht, waardoor die opgewonden en droefgeestige afgodery in het hart van Etienne nog meer werd opgedreven. Mevrouw Duroc, die sinds zoo langen tijd lydend was, was plotseling zwakker geworden en op haar lagen, gemakkelyken stoel uitgestrekt, aan de tering bezweken, heel zacht, in stilte en juist in den tyd, dat bet leven haar, na zoo veel beproevingen, meer blyde dagen ging beloven. fWordt vervolgd) BAaJouV

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1941 | | pagina 4