Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaanderen. Een groot man. No. 35. DINSDAG 5 AUGUSTUS 1941. 57e Jaarg. Raadsverslag. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond, ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 79 Cent; franco per post 1,04 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. UITGEEFSTER Firma i. C VINK - Axel Bureau Markt 12. Telef. 56 - Postrekening 60263. Hoofdredacteur J. D. FREEKENHORST Prins Hendrikstraat 43, Axel ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 62Vg Centvoor eiken regel meer 12Vs Cent. Gioote letters worden r.aar plaatsruimte berekend. Kleine advertentiën 31 Cent. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag tl ure. Zitting van 31 Juii 1941. Tegenwoordig dhrn. H. Smies, P. óe Jonge, B. Ssghers, C. Tn. v. d. Bilt, A. Th. 't G lde, A. P. de Ruijter, P Goossen, C. Schie man, J. Fancy, C. Hamelink, C. van Bendegem en U. Sijtema. Voorz. de heer P. van Bende gem, wnd. burgemeesterwnd. secretaris de heer M. Oggel. Na de gebruikelijke opening met gebed stelt de Voorz. aan de orde de agenda. 1. Beëediging van den heer J. Eanoy als lid van den raad. De termijn van beroep tegen het besluit van 17 dezer tot toelating van den heer J. Fanoy als lid van den raad is thans verstreken, zoodat nu door den heer J. Fanoy zijn betrekking kan worden aan vaard, waarbij door hem de eed of belofte in haar thans geldenden vorm moet worden afgelegd in handen van den voorzitter. De VOORZ. vraagt den heer Fanoy of deze den eed of de belofte wenscht af te leggen. Dhr. FANOY: De eed. De tekst van de eed van zui vering is als volgt lk zweer, dat ik, om tot lid van den raad te worden benoemd, directdijk of indirecteiijk, aan geen persoon, onder wat naam of vooiwendsel ook eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb. lk zweer, dat ik, om iets hoe genaamd in deze betrekking te doen of te laten van niemand hoegenaamd eenige beloften of geschenken aannemen zal, direc- telijk of indirecteiijk. Zoo waarlijk heipe mij God, Almachtig. De eed Ik zweer, dat ik het in het be zette Nederlandsche gebied, gel dende recht getrouw zal toepassen en naleven en dat ik de belangen der gemeente Axel met ai mijn vermogen zal voorstaan en be vorderen. Zoo waarlijk heipe mij God, Almachtig. FEUILLETON 7) De fabriek vac Duroc was rechts van Neuilly, in de richting van Levallois-Perret gelegen ze stond tegenover den sttffigen oever van de Jette, met den rug naar de brug gekeerd, waar achter zich, op de vier oevers van de Seine, by Asnières, de lange schoorsteenen tegen de lucht aiteekenden. Langs den steenachtigen weg liep een zwarte muur, een roestig hek verschafte toegang tot het met kolen bestrooide ert, en de werk plaatsen maakten in de een zaamheid een zwaarmoedig ge raas... Na een koortsachtige dagtaak had de patroon zyn bezigheden op het kantoor voortgezet. Toen de avond gevallen was, hadden de machines gezwegen de laatste werklieden verwijder den zich met sl*penden tred, en aandeweg steeg uit de Seine de .«i.eesuge stilte der riviei n omhoog. Iu hei directie-kabinet, Stat, wat het houtwerk betreft. Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Onrust en Zenuwachtigheid, gebruike m.;n da Zenuwstillenda en Zenuwsterkende Mijnhartft's ZeuuwtabLtt >n, Buisje 75 ct. Da VOüRZ heet dhr. Fanoy, nadat deze de eed heeft afgelegd, namens deri Raad welkom. Gij zijt geen vreemde in den Raad en h.:bt reeds vroeger de belangen der gemeente behartigd als raads lid. Ik hoop, dat gij ook in de toekomst met denzelfden ijver en met Gods hulp de belangen der gemeente zult mogen behartigen. Dhr. FANOY dankt voor de gesproken woorden en zegt dat hij evenals voorheen met ijver in het belang der gemeente hoopt werkzaam te zijn. 2. Benoeming van een wet houder in de vacature, ont staan door het overlijden van den heer F. Dieleman. Nu door overlijden een wethou ders-vacature is ontstaan, moet in gevolge art. 90, 2e lid, der Ge meentewet binnen veertien dagen na de toelating van het in de plaats van het overleden raadslid be noemde lid de verkiezing van een nieuwen wethouder plaats hebben. B. en W. stellen daarom voor, over te gaan tot verkiezing, van een wethouder in de vacature- F. Dieleman. Dhr. SIJTEMA wil er nog op wijzen, dat bij de benoeming van een tijdelijk wethouder de Raad blijkbaar de meening was toege daan, dat er wijziging moest komen in het college. Dit kan men nu bestendigen door den tijdelijken wethouder te hand haven en weer te benoemen. Gaat het anders, dan hebben we aan deze tijdelijke benoeming niets gehad. Wij zullen onze stem op den heer Hamelink uit brengen. Hij hoopt dat ook de Raad deze conclusie zal trekken. De VOORZ. antwoordt hierop dat ieder lid vrij blijft in het uit brengen van zijn stem en laat hierna tot stemming overgaan, na de heeren C. van Bendegem en Fanoy als stembureau te hebben aangewezen. Uitgebracht werden 13 stem- groen gevernist was, en waarin aan de kale muren schetsen en teekeningen hingen als land kaarten in een school, omhulde een gevangenisstilte den fabri kant. Enkel de secretaris, de heer Daubier, een kreupele man met gele haren en zeer in aanzien bjj zyn patroon, arbeidde nog. Viug ruimde by zyn papieren op, stelde ze aan Duroc ter hand en verwyderde zich. Da pen van Duroc kraste over het papier. Onder het zetten van zijn handteekeningen werd er geklopt, en Bertier trad de kamer binnen. „Als n nog een minuut voor my over hebt, mynheer Duroc, zou ik u wel iets willen zeggen." Om hen heen was de fabriek ledig en verlaten. Door een smal venster scheen het erf als een groote schaduwplek te zyn geen teeken van leven, geen spoor van beweging, geen enkel wezen, dat ook maar een ver moeden kon hebben van hetgeen de patroon en de meesterknecht elkaar gingen mededeelen. B"-tier was nog in zij" w-rk pak; zyu haren waren siekeliger aau gewoonlijk, zyn baard geler, woester, en er leg in sjjn oogea, men. Hiervan verkrijgt de heer De Ruijter 7 stemmen, en de heeren Hamelink en v. d. Bilt ieder 3 stemmer, zoodat gekozen is de heer De Ruijter. De VOORZ. vraagt of hij deze benoeming aanneemt. Dhr. DE RUIJTER antwoordt hierop bevestigend, en dankt voor het in hem gestelde vertrouwen. De VOORZ. verzoekt hierna dhr. De Ruijter zijn zetel als wethouder te willen bezetten. 3. Notulen. B. en W. stellen voor, de no tulen van de vergadering van 17 Juli j.l. aan te houden, aangezien deze nog niet in druk zijn ver schenen. 4. Ingekomen stuk. Ged. Staten berichten de goed keuring van het Raadsbesluit van 10 Juni 1941 tot het aangaan van een geidleening, groot f 7000, ten behoeve van de uitbreiding der Marechausstékazerne met 1 wo ning. Voor kennisgeving aange nomen. 5. Voorstel tot het opnieuw vaststellen van de „verorde ning veldwachters". De bestaande veldwachtersver ordening werd vastgesteld bij Raadsbesluit van 23 Oct. 1934 Naar aanleiding van de inzending ter goedkeuring van het in de vorige vergadering genomen be sluit tot wijziging dezer verorde ning deelde de wnd. Commissaris der Provincie mede, dat gebh ken is, dat de verordening bij Kon. Besluit van 28 Dec. 1934, slechts voor een termijn van vijfjaren is goedgekeurd. Bij de indertijd ontvangen mededeeling van goed keuring was deze termijn niet genoemd, zoodat hier niet bekend kon zijn, dat de verordening in feite reeds sedert 1939 geen rechtsgeldigheid meer heeft. In verband met vorenstaande is het noodzakelijk, de verordening thans opnieuw vast te stellen. Hierbij met dien onfeilbaren blik, iets plechtigs, bjjaa verhevens. Hy droeg een groote portefeuille onder den arm. Tegelyk angst vallig en vastberaden naderde hy zyn patroon „Id de eerste plaats," sprak hy, „moet ik u bedanken, mijn heer Duroc. Ik wil hier niet spreken van de goedheid, die gy voor my, voor myn arme vrouw, toen zy stierf, of later voor myn kleine Francine gedaan hebt, u en mevrouw Duroc... Neen, dat is iets anders, dat ik in bet diepste van myn hart bewaar, een afzonderlijke schuld, die ik nooit zal kunnen aflossen... Doch gy, die een zoo practisch man zyt, zoo bekwaam in de wyze om de zaken te onderzoe ken, gy hebt mij, toen ge my aan myn ontdekking zaagt wer ken als een ingenieur in een roman, wel flink uitgelachen, maar gy hebt my nooit tegen gewerkt, noch ontmoedigd. Gy hebt mij in uw fabriek my a proeven laten neman, evengoed als ik het thuis doe.,. Ja, myn heer Duroc, gij hebt my gihoi- pett, op alle manieren geholpen. U sioeg er geen geloof aan, dat weet ik. Toch heb ik, hetgeen ifc gedaan heb, aan d te daalwn,,. kunnen dan alle intusschen aan gebrachte wijzigingen en enkele alsnog voorgeschreven wijzigin gen in de verordening worden verwerkt. B. en W. stellen daarom voor, de verordening thans opnieuw gewijzigd vast te stellen. De VOORZ. zegt, dat in het ontwerp de verhooging op f 100 is gesteld in plaats van op f 50 doch deze wijziging heeft niet de goedkeuring van het Departement van Binnenlandsche Zaken. Wel kan een hooger aanvangsjaar- wedde worden gegeven. O k 6 pet. verhooging moet worden in- geiascht in art. 2. Dhr. VAN DE BILT vraagt, wat er gebeurt als we nu tegen deze wijziging zijn. De VOORZ.Dan zal het toch moeten gebeuren, zooals ons wordt voorgeschreven. Dhr. VAN DE BILT: Dan hebben we er toch niets aan, als we ons er tegen verklaren, Z.h s wordt hierna de verorde ning met de aangegeven wijzi gingen opnieuw vastgesteld. 6. Voorstel tot wijziging der Alg. Politieverordening. Het is in de praktijk harer uit voering wenschelijk gebleken, al dus B. en W., in de Algemeene Politieverordening eenige wijzi gingen aan te brengen. Waar in de Algemeene Politie verordening aan tappers of loge menthouders iets is verboden, kan aan de hand van de dtfi ,itie, die art. 90 voor tappers en logement houders geeft, niet met succes worden opgetreden, indien bij hun afwezigheid de verboden hande ling door den vervanger wordt verricht. Het is daarom gewenscht, de dtfinitie zoodanig uit te breiden, dat ook de vervangers onder genoemde benaming worden be grepen. Voorts is in art. 99, le lid, het toelaten van muziek in de voor En dat is het juist, wat ik u vandaag wilde komen mededee len ik heb gevonden wat ik zocht..." „Wel, well" zei Duroc, terwjjl hy Bertier mat een ongeloovigen en zwaarmoedigeu blik aankei k. „En nu," hernam B rtier, zyn portefeuille op het bureau van Duroc leggende, „nu is er nog één ding, dat ik u zou willen vragen. Ik werk sedert vele jaren, dat weet gy, maar, en dit weet gy ook, ik heb altyd heel alleen gewerkt (les nachts, iu uw fabriek, in uw laboratorium, of wel by my thuis, wanneer ik myn redeneeringen in orde trachtte te brengen en myn be rekeningen maakte. Ik heb er met niemand over gesproken Toen mjjn vrouw stierf, had ik er nog niet veel vertrouwen in. Zy alloen wel, en zij steuude mij. En thans heb ik alleen myu dochtertje, maar die kau mij niet begrjjpen. Arme kleine, zy ge looft, dat ik net middel heb ge vonden om leyeude poppen te maken U he^ jjpt dus, onder dia oms-n gbedi D dat m u zich kan v<irgi nc ding a o* M »ar neen, toob gelooi ik niet. tk; «iaat Y*!t l4 het publit k toegankt iijke locali- teiten verboden. Het is, bij de be staande redactie var dit verbod aan twijfel onderhevig, of ook het maken van muziek doordentapper zelf verboden kan worden geacht. Het is derhalve wenschelijk, in art. 99, le lid, aan de tappers te verbieden het „maken of toelaten van muziek." In verband met het vorenstaande stellen B. en W. voor a. aan art. 90 loe te voegen een nieuwe, laatste, alinea, luidende; „O^der tappers en logement houders worden mede begrepen degenen, die hen ais zoodanig vervangen", en b. in art. 99, le lid, tusschen de woorden „publiek" en „toela ten" in te voegen de woorden „maken of". Z.h.s. alzoo besloten. 7. Voorstel tot verhooging van het uurloon voor losse ar beiders in dienst der ge meente. Mede gelet op de verhooging der loonen in het vrije bedrijf, stellen B. en W. voor, het uur loon van de losse arbeiders in dienst der gemeente te verhoogen tot vijf en dertig cent per uur. Zij meenen, dat hiertoe, gelet ook op de verhoogde kosten van levensonderhoud, alleszins aan leiding bestaat. Dhr. 't GILDE zou hetzelfde willen vragen als dhr. v. d Bilt: als we het niet doen, wat ge beurt er dan Hij zou echter nog iets verder willen gaan en het uurloon brengen op 40 cent. Ook in den landbouw zijn de loonen gestegen en zooals nu wordt voorgesteld blijven we ook beneden de loonen in het parti culiere bedrijf. De VOORZ. zegt, dat B. en W. er van overtuigd zijn dat verhoo ging noodzakelijk is, gezien de stijging der kosten voor levens onderhoud. Zijn er echter nog meer leden, aie verder willen De zware stem van Bartier duidde zekerheid aan. Hy was kalm, niet zenuwachtig, hy bad al zyn vastheid van redeneering teruggekregen, reet de gerustheid van een verstand, dat op bewy- zen steunt en de overtuiging der waarheid uit de genomen ptoe- ven aan'oont. „Ia één woord," zoo besloot hy, „hier is alles wat noodig is om mijn onderzoekingen te vol> gen en mijn werk te begrypen, mijn aantekeningen, myn for mulieren, myn schetsen en myn berekeningen, al myn proefne mingen byeecgevat. Wilt gij het eens cakykeu mynheer, en my uw meening daaromtrent mededeelen „Wel zeker m\jn vriend, met bet grootste ge,,oegen Duroc beschouwde Bartier niet meer met dezuilue ocgen en was bet met zichzelf niei eens, wat h\j or van denkeu moestwas die man dan k.a k&iunig of by ingevingen gokrvgsfl?" De patroon, die tegmpVil en dauk onder den ioviggd g w m vau net zit vertrouwen ?i y rtier. be gon in zy s n^rt yen ei^eoa fllge gcwa.rwotjL g vaa onrust ie gevoeieiv (Wordt fwvélfd) AXELSCHE

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1941 | | pagina 1