USVMUQDÏ.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeen wsch- VI aan deren.
No. 80.
DINSDAG 14 JANUARI 1941.
56e Jaarg,
Firma J. C. VINK - Axel
Bewogen paardenhandel in 1940.
Binnenland.
SS
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
UITGEEFSTER
- Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
In Het Paard geeft de heer Ch.
Pinas weer zijn jaarlijksche over
zicht van den paardenhandel over
1940, voor dezen handel een be
wogen jaar.
De eerste drie maanden ver
liepen kalmde prijzen der vol-
jinge wukpaardeu waren laag en
iid.iücl nad zich aangepast na
u .iiuüin&aiievordenng van 1939.
c. aantal veulendragende
u^Mcs werd aan de vroegere
u^..ddia teruggegeven en vele
uicrcu Kwamen bij gebruikers
terug. Veuiens en tweejarigen
kwamen voor normale prijzen in
handen van weiders en opfokkers.
Na Mei nam de vraag spoedig toe
en uc piijzen bleven sedertdien
op noogcr niveau. De handel
was meestal vlot, doch niet wild.
De vraag naar werkpaarden nam
toe naarmate de benzine schaar-
scner werd. Vooral beste dieren
van den meest couranten leeftijd
hadden atirek. Dit influenceerde
ook de prijzen van andere paarden
w.o. de auderhalfjarigen en de
nitteii. Ook voor fokmateriaai
nam de belangstelling zeer toe,
men betaalt voor goede fokdieren
met papieren, evenals tijdens den
wereldoorlog, weer zeer goede
prijzen
In de laatste weken zijn de
prijzen sterk gestegen eninmiddels
is de handel stopgezet. De vor
dering van 25.0UU voljaiige paar
den zal ongetwijfeld van grooten
invloed zijn op den paardenhandel
te meer, daar naar de thans aan
te bieden dieren in de laatste
maanden al groote vraag voor
binnenlandsch gebruik bestond ter
vervanging van de autotractie.
Het meerendeel van wat thans
gevorderd wordt is onder normale
omstandigheden niet te koop en
ook niet overtollig op de boer
derij, omdat men daar wegens
het Desctnkbare voer geen teveel
aan paarden heeft. De boer op
de lichtere gronden zal zijn werk
veelal met een tweejarig paard
kunnen doen. Op de zwaardere
gronden behoeft men er van drie
jaar of ouder, zoodat deze in de
laatste weken tegen hooge prijzen
werden opgekocht. Zoo bracht
December pr ij zen, welke men zich
alleen nog herinnert uit den we
reldoorlog. Deze passen niet in
het kader van de overige prijs
verhoudingen, maar de vrees voor
een direct tekort aan paarden in
ons land is de oorzaak van een
groote prijsstijging, die zich, on
danks het verbod om handel te
drijven, in de waardeering merk
baar maakt.
De prijzen.
Vóór 10 Mei werd voor beste
paarden van 4—7 jaar f 500—700,
voor 2 en 1-jarigen resp. f300—
500 en f 200—425 betaald, daarna
golden de beste voljarigen tot
f 850, terwijl de prijzen der jon
gere dieren weinig veranderden
in den laten herfst deden de beste
paarden reeds f 1000, 2-jarigen tot
f 850 en veulens tot f 450paar
den met stamboekpapieren meer.
Export had sedert de mobili
satie niet plaats. Te betwijfelen
valt of wij voorloopig weer in
staat zullen zijn, paarden te ex
porteeren. Invoer van werk
paarden vond niet plaatsalleen
bleef Denemarken vrij regelmatig
slachtpaarden leveren. Deze waren
reeds voor 10 Mei prijzig. Na
dien liepen de prijzen regelmatig
op ze waren in de laatste maan
den door de vleeschschaarschte
ongekend hoogdoor het chro
nische tekort aan slacntpaarden
is de prijs in ons land zeker ver
dubbeld.
Vooruitzichten.
De paardenfokkerij heeft een
bloeiperiode meegemaakt als nooit
tevoren. Mogelijk blijft het fok
materiaai in ons land, zoodat de
toekomst hoop biedt. Voor ex
port komen geen drachtige merries
in aanmerking. Mochten wij dus
zoo gelukkig zijn, de goede kern
van paarden in ons land te houden,
dan behoeven wij, bij de nog altijd
bestaande ambitie onzer fokkers
niet te wanhopen. Bij slechte prij
zen ontbrak de lust niet om goede
paarden te fokken, bij de goede
van thans zal de animo slechts
kunnen toenemen.
Zoo rijdt men op 'tys
't Antwerpen voor de stadt
D'eeu nerwaerts d ander gins,
begaept van alle zyen
D'een stronckelt, genen valt,
dien noudt hem recht en prat
Ag leert hier aan dit beelt
hoe wij ter wereldt ryen
En sliboeren onzen wegh,
a een mal en d'ander wys
Op hees verganckelyckbeit
veel brooser als het Qs.
P. BREUGHEL 1553.
Zoo zag eens Pieter Breughel
de mensunen slibberen op het
ys. Zoo zag hij de menschen
sironkelend, vallend gaan over
hei ys als over de wereld, door
het leven als over het spiegel
gladde ys. En vreemd, wie nu
van eenigen alstand de menschen
ziet, wie nu naar bet bont ge
wriemel gluurt van ventjes en
van vrouwen, van jongens en
meiskes, van klein peuterig kin
dergedoe, die ziet den grooten
Breughel penseelen op zijn doe
ken, ure ziet hem de poppetjes
teekeneu, hem de yskleur verven
en de nangeude huisjes in hun
waifut) union, ulo ziet uoi «lies
gelyk Felix Timmermans het
meent geroken te hebben.
Want de ijspret, dat goed en
bont schilderijtje van levende,
kleurige beweeglijkheid, dat leu
tig armgezwaai en beengemaai,
dat dollend g zwier en ijlend
geslier is met geen ander beeld
te vergelijken. Dat ys, met wit
schaafsel bepoeierd of met pluk
jes sneeuwwattigheid hier en
daar in een hoekje, zoo'n dicht
gevrozen slootje, een tochtje of
breeder vaart met honderden
levende, bewegende figuurtjes
er krioelend over ouder een
Hollandsch luchtje: biauw met
wat schrale wolkenvegen, waar
vindt ge zoo'n plaatje, waar
kunt ge zooveel leven tegelijk
ontmoeten? Waar en wanneer
anders dan in den winter Het
spat en flonkert van het leven
het ruischt ervan, het joelt en
lacht met den stoom van de
ademende slierters en scharre
laars langs de roode neuzen
omhoog. De kleuren zitten,
ryden, liggen en glijden er door-
eengemengeld, zoo hevig, zoo
bont, zoo zonder schroom gege
ven en toch niet schreeuwend
door de overdaad, omdat ze op
geslorpt worden in het gryz en
j het witte van den wiater.
NEDERLAND IN DE KENTE
RING VAN DEZEN TIJD.
Aan een artikel van Dr. Frei-
ïerr van du Prei in de Völkischer
3eobachter onder bovenstaanden
titel is het volgende ontleend
Terwijl de eindphase van de
groote beslissende worsteling op
ie Groot-Duitsche vrijheid alle
trachten van de Duitsche natie
in beslag neemt, is in de aan het
Rijk grenzende, in den loop van
den oorlog bezette g bieden een
aolitieke heroriënteering onmis
kenbaar. Men kan dit met name
aan het eens zoo liberale en met
de wereldzaken zoo nauw ver
bonden Nederland duidelijk mer
ken. Wie thans gelegenheid
krijgt om Nederland in zijn volle
uitgestrektheid te bereizen en de
veelvoudigheid van zijn afzonder
lijke problemen te bestudeeren,
voor diegene is hetgeen hij daar
gezien heeft, een symptoon want
het is een bewijs voor de groo-
ter wordende uitstralingen van
het sterker wordende Rijk; een
verwijzing ook naar de afmeting
van de politieke nieuwe ordening
welke zich voltrekt.
In de dynamische 20ste eeuw
weet men weer, dat „alles
stroomt", dat zich uit het door
werken van een eenmaal in be
weging gekomen scheppende ge
dachte steeds nieuwe ontwikke
lingskansen voortvloeien en dat
wij eerst aan het begin van groote
uitwerkingen staan. Daarom voelt
de Duitscher zich heden als de
drager vah een taak, omdat hij
overal niet alleen als een belofte
voor de toekomst optreedt, maar
door zijn optreden ook krachten
losmaakt. Niet als betweter en
alles-kunner, en niet als een, die
de behoefte heeft zich in te men
gen en met opgeheven vinger
voorschriften te maken. Maar als
en, die voorgaat in het beleven
van een idee en die als ridderlijk
strijder voor deze idee ook in de
voorloopig nog vreemde en terug
houdende buitenwereld wellicnt
slechts peilend, vervolgens be-
Wat al figuurtjes ziet ge gaan
over zoo'n slootje ys, over een
stadssingeltje, dat heel den herfst
heett liggen treuren en wachten
en dat nu, ondanks de ver
grauwde graskanten tonkelt en
opgetogen is van het leven.
Waar en wanneer zyn de men-
scnen zoo goedgemutst tegen
elkander, zoo vry en opgewekt,
zoo leutig los als op het ys,
waar geen zwoele gemelijkheid
kan biyven, waar de ernst de
kracht verliest en waar het ge-
mok in vreugd vergaal Daar
ziet ge figuren van allerlei slag,
maar de ysvreugd moet ge niet
gewoon bezien met nuchter ge
moed, van koude verkleumde
teenen, gy, weggedoken in uw
kraagjas, onder uw donkeren
hoed, met uw schouders zoo
boog en uw handen zoo diep,
neen, ge moet het niet wagge
lend van de eene voet op d'an-
dere bibberend staan bestaren,
met betraande oogen van de kou.
Maar zoo dan dat ge geen koude
voelt en dan de oogen byna
toeknypen, zien door de wim
pers hoe het draait en keert,
boe al die kleuren mengelen en
zich losmaken en zich weer
door elkander laten vegen op
hat ijs als op een groot palet,
langstelling wekkend maar ten
slotte toch krachtenvormend werk
zaam Is.
Nederland in de kentering
van den tijd Wellicht heeft me
nigeen die het Nederlandsche volk
als een lid van het groote Ger-
maansche ras acht en waardeert,
reeds vroeger op zijn aandeel aan
het groote geestelijke hervor
mingsproces gewacht. Wellicht
des te meer, daar de voortdurende
strijd met de zee, de voorbeeldige
strijd voor de winning van land
aan de vaderlandsche kusten even
eens een kenteeken van Noord-
sche kracht tot de daad zijn als
de niet minder voorbeeldige ko
loniale prestatie van de Neder
landers, die ver boven de En-
gelsche en Fransche kolonisatie
methoden verheven is.
Maar Nederland lag halverwege
tusschen Engeland en Duitsch-
land. En Nederland heeft hier
zijn positie gevondende ijzeren
tred van de ontwikkeling van den
oorlog echter heeft deze positie,
welker onzekere grondslagen Ne
derlanders met meer inzicht al
lang ontdekt hadden, grondig
ontwricht. Het Nederlandsche
volk staat voor beslissingen,
waarvoor het niet uit den weg
kan gaan.
.GROENE POLITIE"
ONTHAALT KINDEREN.
Het A.N.P. meldt:
Vijf en twintig honderd Am-
sterdamsche kinderen jongens
en meisjes tusschen 6 en 9 jaar
uit alle deelen van de stad
zijn Zondag in opdracht van den
Rijkscommissaris in het Koloniaal
1 istituut en in de burgerschool de
gasten geweest van de „Gruene
Polizei".
Het waren kinderen, die op
weekdagen van kindervoeding
dagelijks op school een warmen
maaltijd krijgen. De Rijkscom
missaris bood hen dit nu ook op
Zondag aan en had de mannen
van de Gruene Polizei bevel ge
geven, deze maaltijden te ver
zorgen.
Ondanks het feit, dat er bijna
driemaal zooveel gegadigden ver-
En zie dan die zotte draaierijen
van kerels, die in telle, spitse
ernstigheid zich laten voortgly-
den met één been in de lucht
en dan bet ander, tja, oudere
venten al, die dat draaien zoo
ernstig doen, alsot ze een gebe
denboekje lezen Ed hoe ze
hun been voorzichtig ophalen om
een oogenblikje als een ooievaar
éóabeenig te kunnen zyn. Er
zyn anderen, die zich niets aan
trekken van de eenkennigheid
van de als-maar-boogjeszwieren-
den, neen, zij verstaan edeler
konstestrak vooruit, wat ge
bogen, de handen op den rug
en rats, rats, rats daar gaan ze,
ze strijken snel de ruimte in en
weten zich verdwenen over het
blinkend pad der slooten, tochten
en vaarten, waar de binnen
schepen wachtend langs de kan
ten liggen. Langs de reeling
van die scheepjes binden zich
de jongens en de meiden en ook
de ouderen de schaatsenriemen
om de schoenen en vandaar
slieren ze het ijs op, even on
wennig, maar dan dra verloren
in hun zwiering. Daar glissen
schippers met blauwe truien en
pelten snel voortmaaiend tus
schen rood geruite, wyde rokjes,
blauwe, gele, roode, groeoe bauii
schenen, dan er zich hadden aan
gemeld men had op 1Ü00
jeugdige gasten gerekend doch
het bleek, dat vnjwel allen een
zusje, een broertje, een buur
meisje of -jongetje of 'n vriendje
hadden meegenomen was er
volop eten voor de kinderen, al
moesten de soldaten daarvoor een
offer brengen, het offer van hun
warmen maaitijd, want die aten
de kleine bengels mee op.
Kinderen, die veraf woonden,
werden door de auto's der politie
van bepaalde verzamelpunten af
gehaald.
Het koor van de „Gruene Po
lizei" en enkele harmonicaspelers
luisterden den maaltijd op.
Te Rotterdam waren 500 arme
Rotterdammertjes aan een maal
tijd uitgenoodigd.
In een feestelijk met vlaggen
versierde gymnastieklokaal zaten
zij aan lange rijen tafels. Duit
sche politieagenten liepen haastig
in het rond, schepten uit groote
terrines de borden vol.
Gramofoonmuziek hield er de
goede stemming in.
Het hoogtepunt van den middag
voor deze Rotterdamsche kinderen
was ongetwijfeld het bezoek, dat
de Rijkscommissaris en mevrouw
Seyss-Inquart, alsmede de com
missaris-generaal voor bijzondere
aangelegenheden, Oberdienstleiter
Sch.nidt, de gevolmachtigde van
den Rijkscommissaris te Rotter
dam, dr. Voelcken en later ook
nog de commandant van de
Sicherheitspolizei in Nederland,
generaal Schumann, aan de fees
tende kinderen bracht. Zij ont
haalden hen op groote reepen
chocolade.
Ook in Den Haag heeft de
Duitsche ordepolitie, in de groote
zaal van den Dierentuin, talrijke
arme Nederlandsche kinderen ge
spijzigd. Ruim 1200 kinderen
waren aan lange, met groen en
bloemen getooide tafcis gezeten
en werden bediend door leden
der Duitsche politie en van de
N. S. Frauenschaft.
Een zangkoor en een orkest der
Duitsche politie zorgde voor vroo-
lijke afwisseling.
fanten en veelkleurige jakjes
van de deerntjes, die zich met
stunteligen zwier en door den
wind roodgebeten molligheid
voortreppen. Zie toch, hoe ze
soms hootd8che buigingen maken
voor het ys ot voor e-n tegen
ligger, die zich niet snel genoeg
uit de voeten grabbelt, ot hoe ze
ondanks maaiende armbewegin
gen met hun rokje baantje vegen.
Zie hoe den ernst het kwispelen
vergaat, wanneer hy met een
dof boempje op zyn staart neer-
dreunt op de harde waterkorst.
Zie ook hoe de sliertsrs, twintig
slungels op een rytje, zich ver
slingeren in snellen draai, zoodat
er enkelen op den kant vliegen
en wat anderen een bosje ijsvolk
bij elkander vegen op een klon
terenden hoop.
En dan de sportief-verkleeden
met hun eigen yspakje, hun
bollend windjak, hun kleurige
en keurige doeken, hun wollen
oorklepmutsen in allerlei tinten
en vormen, met hun pofbroeken
en ski-herinneringen of -toe-
komstdroomen, Ook zy hebben
schaatsen onder blinkend ge
poetste schoenen Beste schaat
sen, waar men fier op kan staan.
Slot telgt.
AXELSCHE
COURAN