Dampo bij Hoofd- IXeus- Keel- en Borstverkoudheid Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 58. DINSDAG 29 OCTOBER 1940. 56e Jaarg. Firma J. C. VINK - Axel Winterhulp-Nederland. BANGE DAGEN. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. UITGEEFSTER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ÈN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag lt ure. De zorg voor behoeftigen was in ons land van oudsher een zaak van particuliere en kerkelijke in stellingen, ook al genoten zij daar bij de medewerking en bijdragen van de overheid. In tijden van bijzondere nooden bleek het nochtans gewenscht, speciale organisaties van steun verlening in het leven te roepen. Zoo werd reeds in het begin van den wereldoorlog het Nationale Steuncomité opgericht, dat aan vankelijk in stand werd gehouden door bijdragen, welke voor de helft door particulieren werden geschonken en voor de helft van het Rijk afkomstig waren, terwijl het comité in den laatsten tijd van zijn bestaan geheel op rijks- geld was aangewezen. Een soortgelijke organisatie werd in 1931 in het leven ge roepen ten einde te voorzien in de nooden, die het gevolg waren van de oeconomische crisishet Nationale cr.siscomité, dat zoo veel mogelijk in samenwerking met bestaande corporaties dien individueelen nood trachtte te lenigen, welke het gevolg was van de crisis, ook in gevallen, waarin die corporaties niet of met in voldoende mate konden voorzien. In 1936 is dit comité vervangen door het Nationaal fonds voor bijzondere nooden, dat bijv. in de eerste drie maanden van dit jaar resp. f 47,000, f 58,000 en 186,000 beeft kunnen uiikeeren, siceüs uit vrijwillige bijdragen bijeengebracht. Ook thans zijn er buitengewone nooden te lenigen. De werkloos heid, uit de crisisjaren van voor den oorlog nagebleven, wordt uit nieuwe, met den oorlog samen hangende oorzaken gevoed. De gevolgen van den oorlog doen eenter ook elders de behoeftigheid toenemen of nieuwe behoeftigheid ontstaan. De middelen, welke daartegen aangewend worden en beraamd, verraden de belangstelling, welke FEUILLETON Wonderlijk zooals dat helpt zoowel bij kinderen als volwassenen. Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Bij Apothekers en Drogisten. de door den bezetter ingestelde I overheid ver uitstrekt buiten de erreinen, waarop internationale rechtsregelen hare zorgen tot een plicht maakt. Zij heeft begrijpelijkerwijze steeds het beeld voor oogen van de instellingen, met behulp waar van in het eigen Rijk veel sociale nood gelenigd is en nooddruftigen uit hun ellende zijn opgeheven, ïen van die instellingen is de Winterhilfe, welke thans in de Winterhulp-Nederland een afspie geling vindt. De Winterhulp-Nederland is door den Rijkscommissaris Rijks minister Seyss-Inquart in het leven geroepen. Hij heeft haar tot taak gesteld voor de in het bezette Nederlandsche gebied levende behoeftige Nederlandsche staatsburgers zonder aanzien des persoons hulp en ondersteuning te verschaffen. Zij zal dit doen uit middelen, welke, ongeacht de giften, welke de Rijkscommissaris de Stichting zal doen toekomen, zullen worden bijeengebracht uit vrijwillige bij dragen in geld en goederen van de in het bezette Nederlandsche gebitd levende Nederlandsche staatsburgers. In het decreet van den Rijks commissaris wordt de bijzondere positie van de Winterhulp-Neder land onderstreept, doordat voor haar uitzonderingen worden ge maakt op algemeene bepalingen ten aanzien van vereenigingen en van vergaderingen en ten aanzien van het houden van inzamelingen van geld of goederen. De Stich ting is vrijgesteld van alle be lastingen en openbare lasten. Op schenkingen aan de Stichting is de Successiewet niet van toe passing. Omtrent de organisatie is be paald dat het bestuur berust bij een directeur-generaal, een financiëele 38) Zoo is het eenige weken voort gegaan, dag in, dag uit volle trammen met krijgsgevangenen op doortocht door onze gemeente. Overigens bemerkten we hier met zoo veel meer van den oorlog, althans niet van het oorlogsge. weid in onze onmiddellijke om. geving. Vanzelf steeds nog over trekkende vliegmachines en 's nacnts in de verte het fantas tische gezicht van zoeklichten, lichtkogels, ontploffende lucbt- afweergranaten, enz., zooals we dat ook tijdens den oorlog 1914 1918, vooral in de laatste peri ode, zoo dikwijls in de richting van de Belgische grens konden waarnemen. We hoorden zoo al en toe ook van neergeworpen Eugelscne bommen in de om geving en elders in ons land; alles bekend uit de berichten in de dagbladen. Zoo verliepen dagen, zoo ver liepen weken, terwijl de oorlog elders in Europa onverminderd vportwoedü». De menschen gingen laat naar bedhet was lang dag en het was ook weer vroeg dag. Zelden of nooit zal er dan ook minder nachtrust genoten zijn dan dezen zomer, die langzaam, met al zijn scboone en minder schoons da gen, bjjna onopgemerkt is voor bijgegleden. Maandag 10 Juni kwam het bericht, dat ook Italië zich in den oorlog had begeven tegen Frankrijk en Engeland. Vrijdag 14 Juni rukten de Duitsche troepen Parijs binnen en 10 dagen later kwam het tot een wapenstilstand tusschen Frankrijk eenerzjjds en Duitsch- land en Italië anderzijds. Na België hadden nu ook de Franscheu den strijd opgegeven. Engeland bleet echter doorvech ten. Groote gebeurtenissen heb ben dus plaats gegrepen in een korte Bpanne tijds, waarvan wel ieder onder den indruk moest komen. Doch dit was niet zoo direct merkbaar in onze naaste omgeving, evenmin als in ons gewone dagelykscbe werk. Er waren andere dingen, die ous allen meer van nabij raakten en wjjzi(inf brachten ia al ous commissie, welke met name oplet, dat de bijeengebrachte middelen uitsluitend voor het doel der Stichting worden besteed en een eereraad, die tot raad en bijstand van den directeur-generaal is be stemd. In beginsel zullen in het bestuur der Stichting slechts on betaalde medewerkers werkzaam zijn. De Winterhulp-Nederland is echter een Nederlandsche instel ling. Haar oprichting is van Duitschen kant meegedeeld, maar met de haast verontschuldigende toevoeging, dat de Stichting zich voortaan rechtstreeks met het Nederlandsche volk zal hebben te verstaan. De samenstelling van de statuten is dan ook reeds aan den secretaris-generaal van het departement v.n binnenlandsche zaken opgedragen, zij het onder goedkeuring van den Rijkscom missaris. Deze verordening is nog niet gepubliceerd. Wel is reeds mee gedeeld, dat de eereraad onder voorzitterschap zal staan van den secretaris-generaal van algemeene zaken en dat daar verder deel van zullen uitmaken de secreta rissen-generaal van binnenland sche zaken en sociale aangelegen heden, de commissarissen der provincies en nog een twintig tot veertig personen. Voorloopig is de Winterhulp- Nederland een taak voor den winter toegedacht. Zoo is zij ook in Duitschland begonnen. Maar aan te nemen valt, dat dit slechts is om de noodige ervaring op te doen, op grond waarvan zij eventueel met een blijvende taak te belasten is, zich uitstrekkende over een deel der bevolking, waaronder in beginsel alle werk- loozen gerekend moeten worden, de oorlogsverminkten en andere slachtoffers van den oorlog, ook degene, die thans in gezondheid en bezit getroffen werden bij de telkens terugkeerende aanvallen uit de lucht, voorts kleine rente niers en anderen, die door ver anderingen in den levensstandaard behoeftig worden. Wanneer in het decreet van den Rijkscommissaris staat, dat de steun verleend zal worden zonder aanzien des persoons, dan wordt daarmee bedoeldzonder te zien op stand, godsdienst of partij. Op deze wijze moet de Winter hulp-Nederland het platform wor den, waarop allen, die van goeden wil zijn, elkander kunnen vinden, in gevoelens van naastenliefde en sociale verantwoordelijkheid. De totdusver werkzame particuliere instellingen mogen zich door de oprichting van de Winterhulp- Nederland overschaduwd voelen, overbodig worden zij niet. De Winterhulp-Nederland zal zoo nauw mogelijk met hen samen werken, ze desnoods geldelijk steunen, nu zij, meer op den achtergrond staande, wellicht min der grif dan voorheen begunsti gers zullen vinden. De krachten van het gansche volk moeten verzameld worden, ter versterking van 's volks zwak ste plekken. De nooddruft is evenzeer een gemeene zaak, als de plicht om haar te lenigen. Het helpen is een dienst aan ons zelf. alledaagsche doen en laten. Er kwamen tal van nieuwe veror deningen en er kwam distributie, vandaag van dit en morgen van dat en hierin hadden we ons te schikken en we pasten ons daar bij ook aan, zooals het behoort en tevens omdat er toch niets anders opzat 1 Bon zooveel geeft recht op het koopen van dit, bon zooveel op het koopen van dat, we zien en hooren het dageljjk en wie zal zeggen hoe lang dit nog zal duren? De huismoeders hebben het druk met alles uit elkaar te houden, want nog steeds ko men er nieuwe artikelen, num mers, onsjes en half-onsjes bjj. Zuinigheid, doorzicht en aanpas sing aan de abnormale omstan digheden zijn in deze dagen een gebiedende eisch. We zjjn aan dit alles nu zoo'n beetje gewoon geraakt, evenals we er in 19141918 aan gewend zjjn. Maar toen was het toch heel wat anderstoen toch is de oorlog buiten onze grenzen gebleven en ondervonden we alleen de lasten van de distri butie aan den lijve. Thans zijn er allerlei onaangename bijkom stigheaen, die we mede te dragen hebben. Het uitgaansverbod verzacht. Sedert de eerste dagen van September hebben de bewoners van een eenige weken later nog uitgebreide kuststrook van ons land het verbod gekend om zich tusschen tien uur 's avonds en vier uur 's morgens in de open Zeeuwsch-Vlaamsche liefdadigheid aan de krijgsgevangenen. Tijdens de oorlogsjaren 1914— 1918, toen hier na den val van Antwerpen duizenden Belgische vluchtelingen een toevluchtsoord en lietderijke ontvangst vonden, is de Zeeuwsch-Vlaamsche liet dadigheid wjjd en zijd bekend geworden. Sindsdien is de be volking van deze streek nog meermalen in de gelegenheid geweest van haar innig mede leven met hen die in nood ver- keeren en hulp of steun behoe ven, op ondubbelzinnige wijze blijk te geven. Nooit tevergeefs werd een beroep gedaan op de Zeeuwsch-Vlaamsche liefdadig heid. Nog onlangs hebben dit de enkele duizenden gtënacu- eerden uit Rilland en Kraobeu- dijke, alsook de vluchtelingen uit Breda mogen ervaren. Eu wjj zelt ook nebben het pas nog op zoo treilende wijze onder vonden tijdens ons kortstondig ve'blijt op het gehucht Campen. En nu is dit weer eens des te meer gebleken tjjdena het transport der duizenuen krijgs gevangenen door onze gemeente, Een schitterende parel ïb hier» ucht op te houden. Het was een bepaling, welke diep in het even van den burger ingreep. Het beteekende, dat alle mogeiijMj openbare gelegenheden hun deu ren op zulk een vroeg uur dief den te stuiten, dal hel bezoek a daarvan veel van zijn aanirekk - lijkheid verloren had. Dit soort Inrichtingen leed dan ook gevoelig nadeel ven een maatregel, waar van overigens aanstonds was ver klaard, dat hij un de buitenge wone omstandigheden voortsproot en geenszins als tegen de bevol king gericht mocht worden be schouwd. De burgers op hun beurt moesten zich heel wat ge zellig verkeer ontzeggen, waarvoor het korte avonduur niet voldoende gelegenheid liet. Hierin is thans een verandering aangekondigd, welke door ieder een, die er zich met moeite aan gewend heeft om om tien uur 's avonds thuis te zijn, wel als een groote verbetering zal worden toegejuicht. Met ingang van 31 dezer is, ditmaal voor het geheele land, het sluitingsuur van restauranis, koffiehuizen, hotels e.d., alsmede voor alle openbare vermakelijk heden tot nader order vastgesteld op 11 uur 's avonds. Het strekt zich uit tot 4 uur 's morgens. Dit geldt overigens ook voor bijeenkomsten van al dan niet rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen, bonden enz. In het geheele land is het tot nader order verboden zien tus schen middernacht en 4 uur 's morgens in de open lucht op te houden. Deze bepaling strekt zich thans in beginsel ook tot Duitsche on derdanen uit. Zooals men weet, vielen deze niet onder den aan- vankelijken maatregel, maar was kort daarop tot hen het verzoek gericht zich er wel naar te ge- door weer toegevoegd aan de kroon der Zeeuwsch-Vlaamscne liefdadigheid. We zijn nu alweer eenige maanden verder en toch staat alles ons nog zoo duidelijk voor den geest. Wekenlang zijn we er getuige van geweestzonder ophouden vloeide het uit oen beker der barmhartigheid. Duizenden Balgen, Fransche- Engelsche en koloniale troepen, blank en zwart, uit alle aeeb u der wereld, hebben ons stadje Axel en Zeeuwsch-Viaandereu in de voorbije zomermaanden leeren kennen als een liefelijk oase in de woestijn der oorlog? deiniog. Eu ook de begelei dende Duitsche militairen hebben dit in ruime mate mogen er arco. Men zag ouder du werk der barmhartigheid sl' chtsmenscbt u, als leden van ééu groot gezin Al es ging zoo spontaan, zoo onopgesmukt, rang of staud wus ineens weggevallen, allen baad. u slechts één doel voor oog&u weldoen aan blank en zwart. Zelden of nooit tevoren zal zeker hiervoor schooner en grootse!' r gelegenheid zich nebben voor gedaan als juist in d s* dagen. Axel heelt ze met nut benut..., (Wordt Ywvdisdj» AXELSCHEp COURANT De oorlog in onze omgeving

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1940 | | pagina 1