Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Redeyoeringen m dr. H. Colijn en prof. dr. J. R. Slotemaker de Brnine. No. 36. DINSDAG 13 AUGUSTUS 1940. 56e Jaarg. Firma J. C. VINK - Axel BANGE DAGEN. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. UITGEEFSTER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263 ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Mededeelingen over het ontstaan der Ned. Unie. Zaterdagmiddag is te Amster dam in de Apollohal een groote vergadering gehouden, uitgeschre ven door de A.-R. en C -H. Kies verenigingen, waar als sprekers optraden dr. H. Colijn en prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine. Voor deze vergadering bestend massale belangstelling. Ruim 17,000 toegangskaarten waren uit gereikt, zoodat driemaal verga derd werd, tweemaal des middags en een keer des avonds. De vergadering werd geopend door prof. dr. V. H. Rutgers na psalmgezang en gebed. Nadat prof. Rutgers een kort openings woord gesproken had, sprak allereerst dr. H. Colijn. Rede dr. H. Colijn. Spr. ving aan met de herinne ring aan den titel van zijn jongste geschrift. Hij heeft de critiek vernomen, dat men niet op de grens van twee werelden moest blijven slaan, doch moedig de nieuwe wereld, die voor ons lag, moest binnentreden. Op zich zelf vereischt die critiek geen wederlegging, omdat spreker het er mee eens is. Alleen is het niet juist om het nieuwe dat nog grootendeels onbekend is, onge zien te aanvaarden en het oude als waardeloos weg te werpen. En toch zijn er velen, die dit laatste zonder eenige bedenking doen. Met name geldt de critiek dan ons staatsbestel en het partij wezen. Wanneer spreker met die cri tiek gedeeltelijk instemt dan is dat geen novum. Twintig jaar lang heeft hij in woord en ge schrift op de fouten van de mo derne democratie gewezen. Fou ten, die tot gevolg hadden on zelfstandigheid van de kabinetten, afhankelijkheid van de politieke partijen, verzwakking van het FEUILLETON 16) Granaten op Axel. De dagtaak is volbracht, en voor zoover nog gewerkt wordt in deze dagen, keeren de men- schen van hun werk huiswaarts. Want onder de oorlogsomstan digheden ljjdt alles en niet het minst de gewone dageljjksche werkzaamheden Op bet land moet alles doorgang vinden, doch ook daar is alles zooveel mogelijk beperkt tot het aller noodzakelijkste. De fabrieken liggen verlaten en ook in de bouwvakken is het stil Ieder en alles lijdt onder den oorlogs toestand, doch ook daar zullen we doorheen moeten. We zijn nu een beetje tot rust gekomen de Franschen en de Balgen zijn weg, dus denken we dat het dreigendste gevaar geweken is. Het loopt zoo tegen halt zeven en we zullen de avondboterham gaan gebruiken. We staan nog even buiten te praten over een en ander, als plotseling iets «gemend en flui» eigen recht der Overheid. Ook de volksvertegenwoordiging zelf is in de vervulling van baar taak dikwerf gehinderd door druk van buiten de Kamer. Maar omdat men op fouten uit het verleden wijst behoeft men nog niet alles wat als nieuw wordt aangeprezen met gretigheid te aanvaarden. Een wijze uit de Grieksche oud heid heeft eens terecht opgemerkt dat wanneer een nieuwe tijd botst met een verleden tijd de groote kunst hierin bestaat dat men het goede in het nieuwe moet trach ten te grijpen, zonder het goede in het oude te verliezen. Daarom is het nuttig om op een keerpunt der tijden een oogenblik op de grens te blijven staan en oogen en ooren de kost te geven. Dit rustig waarnemen schijnt voor velen moeilijk. Van alle kanten klinkt het haastig geroepEr moet wai gebeuren, er moet wat gedaan worden. En dan liefst in hetzelfde tempo waarmede de Duiische weermacht haar aanval len verricht. Men is daarbij al spoedig tevreden en denkt iets gedaan te hebben wanneer men ergens een kaartje heenstuurt met een adhaesiebetuiging. Maar om iets te doen is meer noodig. Om iets te doen is het hebben van bestuursmacht vereischt en de vrijheid om die bestuursmacht uit te oefenen. Aan die voorwaarde is op het oogenblik echter niet te voldoen. Begrijpelijk is het dat men zoekt naar een nauwer aaneensluiting, naar een hechter samenbinding van het Neder- landsche volk, omdat men niet ten onrechte daarin een soort waai borg zoekt voor het behoud van wat ons lief is. In dit verband wil de spreker iets mededeelen over den gang van zaken met de Nederlandsche Unie en van deze gelegenheid gebruik maken om zijn advies aan de kiesvereenigingen in het openbaar toe te lichten. Den eersten Juli van dit jaar zijn te 's-Gravenhage bijeengekomen een 12-tal personen, twee aan twee afkomstig uit de zes groote poli tieke partijen. Voor de antirevo- tend over onze hoofden vliegt, eenige seconden later gevolgd door een hevigen slag. Van achter de huizen stijgt rook op We zien elkaar ietwat onthutst aan wat is het geweest, dat gefluit door de lucht, gevolgd door dien doffen slag Dan, plotseling herinner ik me een voorval uit de oorlogsjaren 1914—1918 We waren toen op wacht in het uiterste hoekje van Zeeuwsch Vlaanderen aan de Schelde Ook toen hoorden we op zekeren avond zoo n ge fluit, dat zich eenige malen her haalde, gevolgd door doft-), zjj het dan ook heel wat bardere slagen. Dat waren toen „afge dwaalde" granaten geweest van een der Belgische Schelde-forten. Geen twijfel was meer mogelijk, het flitste door mjjn brein: ook dit was een granaat geweest I Maar ik sprak niet over dit voorval uit het verleden en het geen nu plaats vond, omdat ik dacht, dat het bij deze ééae, waarsctajjoljjk ook afgedwaalde graoaat zou blijven Helaas bleek dit niet het geval te zjjn, want een paar minuten later kwam een tweede fluitend aan suizen door de lucht en barstte naar dan knal te oardaelea on- lutionnairen waren dat de heer Schouten en spreker zelf. Deze twaalf personen, overtuigd van de noodzakelijkheid van grooter eens gezindheid, besloten er naar te streven dat de politieke partijen hun verschillen laten rusten en dat zij zich zouden vereenigen op een kort program van actie dat aller instemming zou moeten hebben. Die algemeene instem ming werd gemakkelijk verkregen en 5 dagen later (6 Juli) werd een tweede vergadering gehouden, waarbij ook aanwezig waren drie heeien van de Nederlandsche Gemeenschap. Weer twee dagen later, den achtsten Juli, werd ook met deze heeren overeenstemming verkregen over een gemeenschap pelijk door de 15 heeren uit te vaardigen manifest. 8 Juli was er dus een Nederlandsche Unie, een gemeenschappelijk gekozen naam, die geacht kon worden na verloop van tijd waarschijnlijk 90 pet. van het Nederlandsche volk te representeeren. Om re denen, die niet gelegen zijn in verschil tusschen de 15 heeren heeft de uitvaardiging van dit manifest geen voortgang kunnen hebben. Een goede veertien dagen later duikt nu plotseling een nieuwe Nederlandsche Unie op, geleid door dezelfde personen (althans twee van de drie), die aan de vorming der eerste Nederlandsche Unie hadden deelgenomen. Dit optreden ging vergezeld van een geheel nieuw program, dat sterk afweek van het program, waarover overeenstemming verkregen was in de eerste Nederlandsche Unie Dit nieuwe program wekte al dadelijk het vermoeden dat het voor sommige volksgroepen moei lijk zou zijn met deze tweede unie, waarover zij trouwens niet ge raadpleegd waren, mee te gaan. Vooral de toelichtingen, die van tijd tot tijd in interviews op het program gegeven werden, ver sterkten dien twijfel. En na den derden Augustus werd die twijfel zekerheid. Het blijkt niet het doel te zijn om te trachten de bestaande organisaties en stroo- geveer op dezelfde plaats als de eerste uiteen. De projectielen werden afgeschoten uit de rich ting Sluiskil. Toen we zekerheid hadden dat het granaten waren, zjjn we naar binnen gegaan. Aan granaatvuur hadden de menscben nog niet gedacht en zeker niet op dezen schijnbaar rustigen avond. Bommen uit vliegmachines, nu ja, daar wisten we al het een en ander van sedert Zondag, doch granaten, neen, daar hadden we nog niet het minst aan gedacht. Wat had dat voor zin op Axel 1 Nauwe lijks waren we binnen en juist zouden we gaan eten, toen een derde projectiel uiteensprong op de weide nabij den molen, waar eenige dagen geleden de Fran schen nog gelegerd waren. We zagen een groote rookzuil en een lichte gloed daartusschen, en terwjjl we met ontzetting dit alles van zeer nabij gadesloegen, kwam er weer zoo'n helsch ding aansuizen. Met een gewel digen slag sprong het projectiel uiteen, rook en vuur versprei dend. We hoorden angstwek kend gegil en dachten dat de gianaat midden in Axel ontploft was. Hoeveel dooden, hoeveel gewonden zouden hierbij gevalles mingen in ons volksleven in één bedding te brengen, teneinde een groote nationale beweging te ver krijgen, maar feitelijk te komen tot de stichting van een nieuwe partij met de daarbij gedachte algeheele oplossing van de andere op beginselen opgebouwde par tijen. Ook is vrij duidelijk aan gekondigd dat b.v. onze jeugdbe weging, die bijna een eeuw oui is, zal moeten worden samenge smolten met de andere onder een hoofdige leiding. Toen spreker op 31 Juli in zijn advies aan de kiesvereenigingen den raad gaf zich voorshands te onthouden, zal dit voorshands thans dienen te vervallen. Zoo, zoo vervolgde spreker, zoo kan het niet, want zoo wordt het voor 1/3 van het Nederlandsche volk onmogelijk om mee te doen. Dit doet spre ker leed voor de zaak, die hem zeer ter harte ging. Het doet hem ook leed voor het drieman schap dat van goeden wille is, maar dat door onvoldoende in zicht in de structuur van het Ne derlandsche volk het spoor is bijster geraakt. Op alleilei de- tailbezwaren tegen het program gaat spreker thans niet in. Want veel belangrijker blijft de vraag als het dan niet zoo kan, wat kan er dan wel geschieden. Spreker begint op den voorgrond te stellen dat hij voor zich nog altijd bereid is tot samenwerking op zoo breed mogelijke basis Die samenwerking was verkregen in het program van de eerste Nederlandsche Unie. Diesamen- werking is nog mogelijk, indien men zich niet verliest in fanta sieën, maar de nuchtere klare werkelijkheid tot uitgangspunt neemt. Die nuchtere, klare wer kelijkheid beteekent internatio naal, dat men de gewijzigde toe standen op het continent van Europa als feit moet aanvaarden. Hoe de oorlog ook eindigt, naar den mensch gesproken kan men geen andere uitkomst zien dan dat het Duitsche overwicht op het vasteland van Europa moet worden aanvaard. Dat een nieuwe oriënteering op nationaal terrein zjjn, vroegen we ons af Dit projectiel bad een woning ge deeltelijk vernield en helaas was ook een man bij de ont- plotflug om het leven gekomen. Doch dat wisten we momenteel nog niet; ook niet wat de uit werking was van de granaten die later nog volgden. We lieten onzen maaltijd in den steek en spoedden ons naar den schuil kelder om daar dekking te zoe ken. Het zat daar gauw vol en telkens als weer zoo'n projectiel over ons kwam aansuizen, sloeg de schrik om bet hart. Vrouwen gilden en kinderen schreiden het waren benauwde oogenblik- ken daar tusschen die aarden wanden. We hoorden de ont ploffingen, we hoorden het rin kelen van gebroken glas en al dat leven hield zoo ongeveer een kwartier aan. Wat voor onheil en verwoesting er toen reeds was aangericht, zouden we pas den volgenden dag vernemen. Voor het oogenblik dachten we er niet aan om de scbuilgelegen- heid te verlaten, ofschoon die vanzelfsprekend ook geen vol strekte veiligheid tegen inslaande of ontploffdnde granaten bood. Maar bet was alsof we er niet uit durfden komen, alsof we niet noodzakelijk is, behoeft wel geen betoog. Maar even duidelijk is het dat wij aan een vernieuw ig van ons staatsbestel tijdens de bezetting niet kunnen bouwen en ook niet moeten willen bouwen al zijn er tal van begeerten, die wij in ons hart koesteren en al mogen wij de omtrekken van htf toekomstbeeld voor ons zelf trach ten in gereedheid te brengen. Heroriënteering is ook op sociaal en oeconomisch gebied noodza kelijk, al was het alleen maar door de veranderde toestanden, die op het contingent an Europa geboren zijn. Maar hierbij zal men wel er op h bben te rek - nen, dat sommige sociale of ec i- nomische hervormingen zoodanig afhankelijk zijn van de toestanden, zooals die na den oorlog zullen zijn, dat het dwaasheid is er nu reeds bespiegelingen over te houden. Al zulk streven schaadt de eensgezindheid, die thans bovenal noodig is. Dit beteekent niet, dat men op sociaal oeconomisch gebied intusschen niets kan ver richten. Alles wat kan strekken tot versterking van het gemeen schapsbesef, tot hechter samen binding van het Nederlandsche volk met eerbiediging van de geestelijke verscheidenheid ver dient met kracht te worden ge steund. Op zulk een basis zou het mogelijk zijn samenwerking te verkrijgen, waarvan nu een derde deel van het Nederlandsche volk om gewichtige redenen zich zal hebben te onthouden. In dit opzicht is er ook in eigen kring nog heel wat te doen, want ook daar werd wel wat heel erg naast elkaar heengeleefd. Het is dan ook verheugend te kunnen zeggen, dat antirevolutionnairen en chris- telijk-historischen begonnen zijn hun eigen organisaties met elkan der in aanraking te brengen door een contact-commissie in het leven te roepen, waarin die or ganisaties met elkaar hun parallel loopende belangen kunnen be spreken. Spreker besloot met de betui ging van zijn inzicht dat de wilden of durfden zien wat er al gebeurd was binnen de stad. Z^ker, zoo dachten we, zou het vreeseljjk zijn. Na dit bange kwartier volgde een rustpoos in de kanonnade en hiervan hebben we gebruik gemaakt, niet om naar huis terug te keeren, maar om nog verder van huis at te gaan, de polder in, door tuintjes, over groenende korenvelden, over greppels en dammen en slooten. Het geleek wel een veldloop voor alle leef tijden 1 Maar toen, terwijl we nog op weg waren naar een nieuwe schuilplaats, b gon het vuren opnieuw. We wierpen ons midden in een korenveld plat op den grond, toen een granaat fluitend kwam aansuizen, om daarna weer, als die over ons was, sprongsgewijs verder te gaao, tot we een diepe sloot bereikten, die gelukkig droog was. Daar kropen we in en daar kwamen ook weldra tien tallen andere stadgenooten, jong en oud, om dekking te zoeken. Hier bleken ook eukela pantalons en rokjes met minder goed succes het nemen van een prik keldraadhindernis te hebben doorstaan tijdens de vlucht. (Wordt Tervolgd). AXELSCHE COURANT De oorlog in onze omgeving.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1940 | | pagina 1