IVOROL-taiulpasta is de beste! Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. De onbekende soldaat. No. 31. VRTJDAG 26 JULI 1940. 56e Jaarg. Firma J. C. VINK - Axel BANGE DAGEN. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. UITGEEFSTER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. tot 5 regels 60 Centvoor Groote letters worden naar ADVERTENTIËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Op den Grebbeberg. De heer C. Redert heeft in het .Kerkblad van de Geref. Kerken in Hersteld Verband" de volgende beschrijving van een bezoek aan den Grebbeberg gegeven .Toen ik in Riienen aankwam en een voorbijganger vroeg waar ik heen moest om de oorlogs graven te zien, antwoordde hij .Dan moet u den berg op". Ik ben den Grebbeberg opge gaan en sta nu bij de oorlogs graven. Oorlogsgraven Wij kenden ze niet. Wij had den er wel eens foto's van gezien uit andere landen, maar dit alles lag zoo ver van ons af. Het was zoo onwerkelijk voor ons. De .eeuwige vlam", die in andere landen brandt bij het graf van den onbekenden soldaat was ons vreemd en haar symbo liek konden wij moeilijk verstaan. Thans kennen wij onze oorlogs graven, donker en diep. Ik sta hier bij de Grebbe en zie de lange rijen waar onze mannen en jongens begraven zijn. Op elk graf staat een bordje in den vorm van een kruis, waarop de naam van den gesneuvelde staat vermeld. Soms staat er een ge weer, een bajonet of een helm bij Een herinnering. Er zijn ook graven van Duitsche soldaten. Bij het graf van een Duitschen officier zie ik tusschen de bloemen een paar kleine foto's. Wellicht heeft hij deze foto's bij zich ge dragen als een herinnering aan huis. Op de eene foto staat een huis, en op de andere een jonge vrouw Ik zie een bont gezelschap vari menschen, die deze graven komen bezoeken. Stil wandelen ze lings de rijen en lezen de namen. Er zijn veel bloemen. Twee mannen zijn bezig ze te verzorgen. Dicht bij me staat een meisje en schreit. Ginder staat een man te turen bij FEUILLETON 11) En deze hadden afweer en ander geschut bij zich, dat ze overal in stelling brachten. NeeD, dan weer maar terug naar Axel. Er waren echter ook menschen, die het er op waagden om in de polders te blyven, ook al zag men daar niet anders dan allerlei toebereidselen voor verdediging In de stad zelf werd het anders ook eenigBzius benauwend, want in koortsachtige haast begonnen de Franschen overal te graven aan den rand der gemeente, stellingen te maken en afweer geschut en machinegeweren te plaatsen. Deze werden alle bezet en overal werd gepatrouilleerd. Zelfs mochten de menschen die van de buitenwijken gekomen waren, niet meer terug naar huis zonder bewjjs van het Fransche commando. En ook dit werd ten slotte niet meer verstrekt, zoodat de menschen hier doel loos en met steeds toenemende vrees in het hart moesten blijven jrcadloopen. Elke vergelijkende proef bevestigt U dit terstond. In tuben van 60, 40 en 25 cent. een graf. Hij is bewogen maar beheerscht. Ik lees de namen. Hier liggen onze mannen, onze jongens. Tusschen de bloemen ontdek ik een naamkaartje, waarop wat geschreven staat. Ik lees enkele lieve woorden van een verloofde. Even verder zie ik een ander kaartje en ik lees: „Een laatste groet voor mijn lieve jongen. Tot weerziens in den Hemel. Je moeder". De zon speelt door de boomen en vlecht lichte plekken over de graven. Ja, er is nog licht. Ik was het bijna vergeten. Deze plaats herinnert er ons wel zeer smartelijk aan, dat we op een donkere en zondige wereld leven. Dat kleine kaartje is een lichte plek op een donker graf. Het spreekt van een hoop, die alle leed verzacht. Het wijst ons heen naar een nieuwen hemel en een nieuwe aarde ja óók een nieuwe aarde waar geen oor logsgraven meer zullen zijn. Gevallen kameraden. Voor den ingang van het kerk hof stopt een auto. Twee Ne- derlandsche officieren en een soldaat stappen uit. De soldaat draagt een plant met witte bloe men. Ze loopen langs de giaven. Wellicht zoeken ze naar een be kenden naam. Nu hebben ze blijkbaar de rustplaats van hun kameraad gevonden, want ze blij ven staan, en wanneer de soldaai de bloemen geplant heeft, dan brengt het drietal, stram in de houding, den militairen groet. Het is een plechtigheid, die op de bezoekers een diepen indruk maakt. Ik ga er heen om te zien wie er begraven ligt. Maar er staat geen naam op dit graf. Ik vind alleen deze simpele maar diep Hoe meu ook scharrelde om langs een omwegje en midden door de landerijen de buiten wjjken te bereiken, het ging niet, overal moest men terug van de Fransche posten. Bovendien was het uiterst gevaarlijk om van de hoofdwegen af te dwalen, want in de landerijen liep men groot gevaar door de Franschen voor een parachutist te worden aan gezien en in zulke gevallen werd het bepaald levensgevaarlijk in de polders. Tegen den middag waren de wegen weer vry en kon men weer loopen waar men verkoos. Maar toch, iedereen gevoelde, dat dit beknoite vrijheid was, temidden van gehelmde Fran schen en dreigende mitrailleur- loopen achter heggen en in loop graven. Een nieuwe sensatie vormde tegen den middag de komst van een groot aantal Belgische motor rijders, die met hun valhelmen zeer de aandacht trokken. Deze, voor het meerendeel nog jonge militairen kwamen uit Belgisch Vlaanderen, vanwaar ze hadden moeten wijken voor de geweldige Duitsche overmacht. Za zouden ontroerende woorden „Onbe kende soldaat". In dezen onbe kende hebben zij al hun gevallen kameraden willen eeren. Er zijn verschillende graven, waarop ik dit opschrift lees. Ook bij de Duitschers. Wellicht staan hun namen op de lijst der vermisten, en wellicht wordt er nog gehoopt en uitgezienen gewacht „Onbekende soldaat." Er ligt een onuitsprekende wee moed over deze graven. Ik tracht me, terwijl ik hier sta, het leed in te denken, dat over de wereld, en ook over ons land, gekomen is. Vlak bij zie ik een korenveld. De wind ruischte door de rijpende halmen. Zij hooren het niet meer. Straks komt de oogst, maar zij zullen het oogsten niet meer zien. Het koren wordt gemaaid als het uitgeleefd is, als het heelemaal rijp is om te worden binnenge haald. Maar deze jonge mannen zijn plotseling weggerukt uit het leven, terwijl ze nog jong en krachtig waren. Dat is de oogst van den oorlog. Nog even wandel ik langs de rijen. Ik zie menschen komen en gaan. Stille handen leggen bloemen neer. Ik zie een meisje, dat gehurkt bij een graf zit, en schreiend den helm van een gevallene streelt, en onwillekeurig moet ik denken aan de woorden van den man, die mij den weg wees. Hij zei „U moet den berg op". Inder daad, wij moeten den berg op. De Nederlandsche Unie. Een oproep aan het Nederlandsche volk. De reeds bij name bekende hier een paar uurtjes rust nemen en dan weer verder trekken. Men kon het hun aanzien, dat ze van het oorlogsterrein kwa men allen zagen er vermoeid uit en waren met een dikke iaaa stot bedekt. De Belgische moior rijders kregen hier wat latenis en versnaperingen, rustten wat uit op een schaduwrijk plekje en hebben daarna in den na middag onze gemeente weer verlaten. Toen het geknetter der zware motoren was weggestorven, was het weer rustig in de omgeving en wij namen deze gelegenheid te baat om een middagslaapje te doen op een lommerrijk gras veldje achter onze woning. Maar niet lang duurde deze rust. Plot seling toch hoorden we motor geronk en eeu geluid alsof er groote regendruppels of hagel- steenen op de daken kletterden. Doch dit was toch niet mogelijk uit een beider blauwen en van klaren zonneschijn stralenden hemel. In werkelijkheid bleken het echter mitrailleurkogels te zijn 1 We haastten ons, wreed uit het middagdutje opgeschrikt, naar binnen en daar zagen we een donkere Duitsche machine laag vliegend over da huizen „Nederlandsche Unie" vertegen woordigd door een driemanschap bestaande uit de heeren mr. L. Einthoven, mr. J. Linthorst Homan en prof. dr. J. E. de Ouay heeft zich thans met den volgenden oproep tot het Nederlandsche volk gewend Landgenooten. Uil den nood der tijden is een nieuwe taak geboren. Wij noodigen U uit, met ons deze taak op te nemen. Wij roepen U op, met eigen kracht en overeenkomstig onzen eigen Nederlandschen aard, ge zamenlijk door kordaten arbeid naar een nieuwe Nederlandsche saamhoorigheid te streven. Allereerst is noodig Erkenning van de gewijzigde verhoudingen. Nationale samenwerking op den allerbreedsten grondslag. Harmonische economische op bouw, met samenbinding van alle arbeidskrachten in ons volk. Sociale rechtvaardigheid opdat er kome werk voor allen en ar beidsvreugde voor allen, voor jong en oud, voor den sterke en den zwakke. Bezieling van de jeugd in vaderlandschen zin. Dat willen wij verwezenlijken op Nederlandsche wijze, eerbie digende de traditioneele geeste lijke vrijheid en verdraagzaamheid. Wij willen ons werk verrichten in contact met de Nederlandsche autoriteiten en met de bezettings autoriteiten. Nederlanders 1 Geeft aan ons streven Uw aller krachten. Wie zich afzijdig houdt schaadt de Nederlandsche zaak. Sluit U aan L. Einthoven. J- Linthorst Homan. J. E. de Quay. suizen. Het toestel werd hevig beschoten door de Franschen en beantwoordde wellicht ook dit vuur, doch bekommerde zich er blijkbaar verder weinig om, want het vervolgde zjjn weg en was weldra uu hetgezicht verdwenen. We waren toch wel een beetje geschrokken van dit onverwachte gebeuren en werden er meteen weer eens aan herinnerd, dat het hier toch ook allerminst veilig was. Tegen den avond nam de be drijvigheid in het Fransche kamp weer toe zoowat alle vracht auto's, doch ook wel particuliere wagens werden in beslag geno men. Men kreeg hiervoor een bon, doch het gebeurde ook wel, dat het zonder bon ging. Het spreekt vanzelf, dat hierdoor velen gedupeerd werden en tal rijke bedt ij ven werden lamge slagen. En dan bleef nog de vraagzullen we onze wagens nog terugkrijgen of zal er van de betaling wel ooit iets terecht komen Een ding stond vast alles wat een motor of wielen had en maar eenigszins dienst kon doen als vervoer- of trans portmiddel, was 's avonds uit Axel en omgeving opgevorderd door de Franachea, Het voorloopige adres van de Nederlandsche Unie isAlexan- derstraat 20, 's Gravenhage. Naar aanleiding van dezen op roep heeft het A.N.P. zich tot den heer Linthorst Homan gewend en nog de volgende bijzonder heden vernomen. De Nederlandsche Unie wil een zelfstandige beweging zijn, die uit eigen kracht en op eigen ge zag haar actie zal voeren. Of schoon de onderteedenaars door van allerlei kanten ontvangen sympathie-betuigingen de zeker heid hebben gekregen, dat zij op den steun van personen, uit ver schillende kampen afkomstig, zul len kunnen rekenen, zuilen zij zelfstandig, zonder eenig mandaat, een nieuwen weg inslaan. Zij zullen daarbij gaarne con tact opnemen met anderen, die eveneens bezig zijn met pogingen tot nationale concentratie. Het driemanschap zal worden bijgestaan door een raad van bij- siand, waarin belangrijke perso nen, deskundig op economisch en sociaal gebied, zitting zuilen nemen. Duitsche contaclcommissarissen benoemd Het bestuur van het R. K. Werkliedenverbond heeft aan de besturen der plaatselijke R.-K. volksbonden, werkliedenvereni gingen en vakafdeelingen een schrijven verzonden waarin naar aanleiding van de ten aanzien van de „moderne" vakbewegii g (het N.V.V.) genomen maatregelen, o.m. het volgende wordt mede gedeeld De Rijkscommissaris heeft ge meend ook ten opzichte van de drie andere centraien, het C.N.V de Ned. Vakcentrale en ons Ver bond, een maatregel te moeten nemen, maar deze heeft een ander karakter. Gezien de belangrijkheid van de arbeidersbeweging voor de werknemers en voor het sociaal- economisch leven van ons volk in het algemeen, meent de Rijks commissaris beter dan tot dusver op de hoogte te moeten zijn met Ook paarden werden hier en daar in bezit genomen. We hoorden van een melkboer in de omgeving, die met paard en kar op weg was naar huis en door de Franschen werd aange houden Ze vonden het paardje blijkbaar wèl, de kar minder de moeite waard om mee te nemen. Het beestje werd dan ook afgespannen en na nog eens in de melkbussen geneusd te hebben, waarvan echter meeren- deels de bodem zichtbaar was, groetten ze den onthutsten melk boer vriendelijk en verdwenen met zijn trouw blesje. De al- stand welke hem nog van zijn bofja scheidde, kon hij zeil als paardje dienst doen en zjjn kar huiswaarts trekken. Dit is slecht» een enkel staaltje van wat men noemt „een mensch ontrieveo". Zoo zouden we er meerdere kan nen aanhalen. M ;t dit alles w^rd de stemming er niet beter op en velen vroegen zich angstig af wat hun misschien nosr 'e wacu- teo stond In de winkels dedt u de Fran»chen ook druir inkoopen. Zoo verliep deze dag vol van emotie's en zeker zullen velen zich mat een bezwaard gemoed te aiapen gelegd hebben. (Wordt yemigd), cou De oorlog in onze omgeving.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1940 | | pagina 1