Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
No 20.
DINSDAG 18 JUNI 1940.
56e Jaarg.
Firma J. C. VINK - Axel
Een odyssee dwars door
den oorlog.
Het verloren werelddeel
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
UITGEEFSTER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrïjdagvoormiddag 11 ure.
Dezer dagen is in zijn woon
plaats teruggekeerd een Neder-
landsch officier van een onzer
grensbataljons, die zooveel om
zwervingen en ontberingen achter
den rug heeft, dat zij gemakkelijk
een geheel menschenleven zouden
kunnen vullen. Het relaas, dat
hij aan een verslaggever van de
Prov. Z. Crt., eenmaal terug ge
keerd in zijn gezellige huiskamer,
te midden van de zijnen, deed
in soberen en onopgesmukten
vorm, strekt zich echter slechts
uit over luttele weken, die even
wel voor dezen officier en zijn
kameraden van het betrokken ba
taljon een dusdanige aaneenscha
keling van ontberingen, van vluch
ten, van slapelooze nachten en
hongerlijden zijn geweest, dat men
niet begrijpt, hoe nog één man
dit alles heeft kunnen volhouden,
en hoe nog velen de eindstreep
van deze race met den dood heb
ben kunnen bereiken.
Onze zegsman dan lag met zijn
bataljon bij den aanvang van de
krijgsverrichtingen ergens in N.
Brabant, waar al heel gauw de
Fransche troepen verschenen, die
tot opdracht hadden de Nederland-
sche strijdkrachten krachtdadige
hulp te verleenen. Het contact
met deze troepen is echter nooit
bijzonder hecht geweest, en van
een vriendschappelijke samenwer
king was nauwelijks sprake. De
Nederlanders hadden zich onder
het Fransche bevel geschaard,
maar kwamen op een goeden
ochtend tot de conclusie, toen op
tal van plaatsen in Brabant de
Duitschers krachtig doorstootten,
dat hun Fransche bondgenooten
spoorloos waren verdwenen.
Het bataljon, dat zich aan alle
kanten door Duitsche troepen en
parachutisten omringd wist, en
geheel en al op eigen initiatief
moest handelen, kon toen prac-
tisch niet anders, dan uitwijken
naar Belgisch grondgebied. Een
gedeelte van het bataljon kwam
FEUILLETON
door: Conan Doyle
22)
>Ik moet zeggen, meneer,* zei
Lord John, met barsohe stem,
>dat uw komst een ware ver
lichting voor ons is, want aan
onze zending scheen onverwacht
een einde te zullen komen. Zelis
nu kan ik nog niet begrijpen,
waarom u op zulk een allerzon
derlingste manier te werk is
gegaan.*
In plaats van te antwoorden,
kwam Protessor Challenger bin
nen, schudde Lord Ruxton en mij
de hand, maakte een onbeschaam
de buiging voor protessor Sum-
merlee en viel in een rieten stoel
neer, die kraakte onder zijn ge
wicht.
»Is alles voor uw reis in ge
reedheid vroeg hjj.
»We kunnen morgen ver
trekken.*
»Dan zal dat gebeuren. U
heeft geen kaart meer noodig om
u de richting aan te geven, daar
u het onschatbare voorrecht zult
genieten ren mjjn persoonlijk*
aldus in Antwerpen, een ander
gedeelte is op dezen overijlden
terugtocht zoek geraakt en is
waarschijnlijk in Zeeland terecht
gekomen, naar onze zegsman ver
onderstelde. In Antwerpen zijn
de officieren en hun soldaten een
dag gebleven, wijl hel de bedoe
ling was, dat zij weer naar Ne
derland, en wel naar Zeeuwsch-
Vlaanderen, zouden terug keeren.
Dat is ook inderdaad gebeurd
de troep kwam via Antwerpen in
Hulst, in Oostburg en in Aarden
burg. Toen was echter in Z.
Vlaanderen de laatste fase van
den strijd al aan den gang, de
Franschen trokken ook daar voor
de Duitschers terug, en zoo zag
deze Nederlandsche troep zich
opnieuw genoodzaakt te wijken
naar Belgisch gebied.
In Lapscheure, een dorpje even
over de grens, waar zij 's avonds,
nog in het bezit van hun eigen
vervoersmiddelen, arriveerden,
werden zij door de bevolking op
buitengewone wijze onthaald,
gastvrij en gul. Weinig konden
de Hollanders echter vermoeden,
dat dit voorloopig hun laatste
behoorlijke maagvulling zou zijn,
en dat zij ware verschrikkingen
tegemoet gingen....
Een chaos in La Panne.
Want de tocht moest den vol
genden dag verder worden voort
gezet via Brugge en Gent naar
La Panne, in Brugge konden
onze soldaten met veel moeite
nog wat levensmiddelen verove
ren, in letterlijken zin veroveren
en toen eindigde deze dag in een
overbevolkt La Panne, waar prac-
tisch geen mensch meer bij kon.
Het was daar een enorme drukte
grootendeels veroorzaakt door
drommen Nederlandsche en Bel
gische vluchtelingen, die overal
een goed heenkomen zochten, en
dachten dat zij aan de Belgische
kust voorloopig wel veilig zouden
zijn. De straten van de badplaats
waren overvol met vluchtelingen,
en daar tusschendoor kwamen
nog de Fransche gemotoriseerde
colonnes.
„Ik heb werkelijk van mijn
leiding en raad. Eu wat die
kleine list met de enveloppe aan
gaat, als ik die niet had gebruikt,
zoudt a mij van alle kauteu ge
prest hebbeD, om dadelijk met u
mee te reizen.*
>Ik Diet, meneert* riep pro
fessor Summerlee van harte uit,
>zoolacg er nog een andere boot
den Atlaotischeu Oceaan overstak
Challenger maakte een afwerend
gebaar met xijn behaarde band.
>Tut, tut. Als u uw verstand
gebruikt, zult u inzien dat ik vol
komen gelijk had om pas te ver
schijnen op het oogenblik, dat ge
mij noodig hadt. Dat oogeoblik
is uu gekomen. Vau nu af aaD
neem ik de leidiDg van deze
expeditie ep mjj en ik verzoek u
vanavond alles in gereedheid te
brengen, om morgenochtend vroeg
te kunnen vertrekken. Mjjn tijd
is kostbaar, wat ongetwijfeld, boe-
wel in miDdere mate, met dien
van n het geval is. Daarom stel
ik u voer geen minuut meer te
verliezen.*
Lord Roxton bad een groote
atoombarkas, de Esmeralda, ge
buurd, waarin we de rivier zon
den opgaan, die, daar onze expe
ditie in het droge seizoeD plaats
had, met haar zijrivieren in min
et meer normalen toestand ver
leven nog nooit zoo iets gezien",
verklaarde onze zegsman. „De
Belgische autoriteiten trachtten
nog te regelen wat er te regelen
was, maar er was eenvoudig geen
beginnen aan. Daarvoor was de
chaos te groot. En steeds maar
kwamen nieuwe stroomen troepen
en vluchtelingen de stad binnen,
ook brokstukken van Nederland
sche troepenonderdeelen, die zich
maar weer bij ons aansloten".
Eten was er met geen mogelijk
heid te krijgen, en daarom werd
besloten des nachts maar verder
te gaan, in de richting van Duin
kerken, met de haast bijgeloovige
gedachte zoo zei onze zegs
man dat het daar wel beter
zou zijn.
Naar Duinkerken.
Gedeeltelijk loopende, gedeel
telijk nog met onze wagens heb
ben we den nachtelijken tocht,
hongerende en dorstende, en
vechtende tegen den slaap aan
vaard. Maar toen we eenmaal
in Duinkerken waren, wisten we
het meteen ook alde Duitsche
bommenwerpers vlogen er boven
onze hoofden, de stad was één
stuk ellende, en wij zelf niet min
der. De alles beheerschende
vraag washoe aan eten en on
derdak te komen. Van het kastje
naar de muur, en bij eik kastje
en bij elke muur kregen we lot-
genooten troepen elders uit
Brabant, die dezen weg ook
hadden gevonden, en nu in het
zelfde scnuitje zatenop zoek
naar eten, op zoek naar een dak.
Eindelijk kwam er een regeling
de officieren konden voor hun
eigen rekening voeding koopen,
de manschappen konden wat
schraal eten van een der kazernes
krijgen. Onze indruk daar in
Duinkerken was, dat de Fran
schen zich heel weinig aan ons
gelegen lieten liggenwe moes
ten zelf maar zien, hoe we aan
de kost kwamen, en waar we het
moede lichaam konden neerleggen.
Wel kregen we, voor officieren
en manschappen samen, een
zolder boven een oude kazerne
toegewezen, die met wat stroo
keerde. Drie dagen lang stoom
den we m noord-westeiyke rich
ting den stroom op, die zelts hier,
duizend myien vau ziju monding,
nog zoo enorm breed was, dat
we vau het midden uit, de beide
oevers slechts heel vaag konden
onderscheiden. Den vierden dag
na ons vertrek ud Manaos sloegen
we een zijrivier in, en kwamen
na twee dagen aan een Iuüiaauscn
dorpde protessor stond er op
nier te landen en de Esmeralda
naar Manaos terug te zenden,
We zouden spoedig aan een snelle
daling in de rivier komen, legde
hij eus uit, die het verdere ge
bruik van de barkas en mogelijk
zou maken. Eu hjj voegde er
aan toe dat we den ingang van
het onbekende land Daderden, en
hoe minder menschen we in ver
trouwen nameD, hoe beter.
Te dien einde liet hjj ons op
ens woord van eer beloven niets
te publiceeren of te zeggen, dat
eenig idee kon geven van de
plaats waar we ons bevonden, en
daarom ben ik gedwongen dit
deel van mjjn ervaringen hier te
btëïudigen.
Morgen verdwjjDen we das in
de onbekende wereld.
was belegd, maar daar durfde
niemand te gaan slapen, vanwege
de bombardementen. Een van
de andere kazernes was al ge
bombardeerd en elk oogenblik
kon ons aangewezen „home" ook
bestookt worden. En zij, die
dan op den zolder lagen, kregen
natuurlijk de eerste beurt
Daarom bleven we maar, zoo
goed en zoo kwaad het ging in
onze voertuigen slapen, hoewel
er natuurlijk van slapen bijna niets
kwam, en evenmin van eten.
Met een stuk droog brood was
je den koning te rijk, en de uit
gereikte porties middageten, of
w?.t daarvoor door moest gaan,
waren zoo klein, dat we aan twee
porties nog niet genoeg zouden
hebben gehad. Alleen was er
zeer overvloedig wijn voorhanden,
maar daarmee vul je ook je
maag niet.
Per schip verder.
Dat heeft zoo twee dagen ge
duurd, tot de mededeeling kwam,
dat we per schip verder zouden
gaan, naar Havre of Cherbourg.
Een nieuw perspectief. Inderdaad
kwam er een schip in de haven,
dat ons verder zou brengen. Er
werden zooveel menschen opge
laden als maar mogelijk was,
ongeveer 1500 man, allemaal
Nederlanders.
We zouden na het invallen der
duisternis vertrekken, en daar
hadden we het heelemaal niet op
begrepen. Bovendien de reis
zou 18 uur duren, dus moesten
we mondvoorraad meenemen.
Dat heeft heel wat voeten in de
aarde gehad, voor we het noodige
noodrantsoen bijeen hadden
vleesch in blik en pain de guerre.
Voor het vervoer van deze levens
middelen konden we niet eens de
beschikking over onze eigen wa
gens krijgen. Ten langen leste
kregen we één auto los, waarmee
het eten aan boord werd gebraent.
Een nacht der
verschrikking.
Na donker worden, gingen we
de haven uit. Na een kwartier
hing er al een bommenwerper
De grond egger der
oeriogschirurgie.
»Iudien ooit het leger een ge-
denkteeken opricht uit erkente
lijkheid, dao moet dit geschieden
voor Larrey..,. Hjj is de eerlijkste
mensch dien ik ooit ontmoet heb,
hij heeft in mijn geest het beeld
achtergelaten van den man, die
werkelijk niets dan goeds wilde
Keizer Napoleon.
Van Larrey, den bekenden
ly'farts van Napoleon, van wien
gezegd werd, dat hij zoo vaardig
met bet mes was, dat een been-
ampntatie maar eenige seconden
duurde, wordt in Het N d. R ioce
Kruis, offi'-ieel orgaan van de
gelijknamige vcreeciging, een
levensbeschrijving gegeveD, waar
aan het volgende is ontleend
Geboren in 1776 te Bauoétn,
waar zijn vader een eeuvouuig
pachter was, die vroeg stierf, ging
hjj op 14 jarigen leeftijd naar
Tonlouse, om chirnrg te worden
bjj zijn oom, die daar professor
was in de chirargie.
Reeds op 19 jarigen leeftjjd
werd de ijverige Larrey tot pro
fessor benoemd.
Bij de oorlogsverklaring in 1792
word hjj benoemd als chirurg bjj
het Rjjnlegar en organiseerde daar
boven ons, die mitrailleerde, ver
volgens bommen liet vallen,
waarvan er een midden op het
schip terecht kwam. Dat gaf
een verschrikkelijken toestand in
dien stikdonkeren nacht. Beneden
in het schip brandde het, en er
waren ongetwijfeld dooden en
gewonden. Zoo goed en zoo
kwaad als dat ging, hebben allen
hulp en bijstand verleend aan de
gewonden. Gelukkig kwam de
vliegmachine niet meer terug.
Maar het is toch een nacht ge
weest om nooit meer te vergeten.
Aan den horizont zagen we in
volle zee brandende schepen, od
ons eigen schip brandde het ook
de kermende gewonden vroegen
al onze aandacht en ieder oogen
blik kon een nieuwe bommen
werper verschijnen.
Moedige kerels daalden af in
het ruim om te redden, wat er
nog te redden was, maar geluk
kig bleef de brand tot een kleine
oppervlakte beperkt. In den vroe
gen ochtend, toen het daglicht
doorkwam, werd ons schip op
het strand gezet. De nacht van
verschrikking was voorbij.
Ons eerste werk was toen, de
gewonden naar buiten te brengen.
Zij werden op planken gebonden,
en zoo naar beneden op het stra 1
getakeld, natuurlijk all s heel r ri-
mitief, maar allen waren verbon
den, en allen zijn ook, dank zij
de goede hulp van de burger
bevolking van een klein dorpje
aan de kust, op boerenwage s
met stroo naar de ziekenhuizen
van Calais vervoerd. Ook de
dooden zijn nog geborgen, en
toen hebben wij het schip het
schip gelaten en zijn te voet ver
der naar Calais gegaan, en van
daar naar het naburige dorpje
Coquelles, waar onze mannen en
wij in volkomen hulpeloozen toe
stand, uitgeput door honger en
slaap, in kleine groepjes arriveer
den. De soldaten gingen er zelf
maar op uit om te fourageeren,
voor zoover er wat te krijgen
was, want ook dit plaatsje zat
weer vol met vluchtelingen. Na
veel moeite slaagden we er in
weer een noodrantsoen op den
een e.g. vliegende ambulance,
die de trot-pen moest volgen en
de gewonden ophalen van het
slagveld,
Tydens de expeditie naar Egypte
verleende hjj onschatbare diensten.
In den veldtocht tegen Oosten
rijk verleende hij zijn hulp aan
de gewonden, ook bjj den tocht
naar Weenen en den veldslag bjj
Austerlitz.
Mod verhaalt, dat toen de hertog
van Wellington tijdens den slag
bij Waterloo een ambnlanee zag
rjjden onder het vnur der Engel-
sche kanonnen, en hjj vroeg, wie
deze stoutmoedige was, die zoo
met het gevaar speelde, hij a
Het antwoord dat ditL^rr y was,
bevel gat niet langer in disrienti
te vuren. Waarna hij zijn huid
afnam, om de eer en de trouwe
aanhankelijkheid, die daar voor
bijging, te groeten, nsar hij zeide.
B j den val var N apoleon stond
hij in verdenking bij het nieuwe
bestuur en werd gewoon cnïrurg,
Na de revolutie in 1830 werd
hij chef-chirnrg bij de invaliden
en werd naar Ba!g'ë gezonden
om den ?<5zoridh"i'i'd>',r,st v»n Le-t
nieuwe Koninkrijk t ergani-
seeren.
Op 25 Juli 1842 is ijjtaLy a
aan longontsteking overleden,
AXELSCHE
COURANT.