Landbouw. Buitenland. overeenkomt met de hoeveelheid die voorheen door Duitschland werd afgenomen. De exportprijs voor eendeneieren bedraagt voor- loopig f 3,30 per 100 stuks. De eendeneieren, die niet in verschen toestand kunnen worden uitge voerd kunnen worden ingekalkt en later als kalkeieren worden uitgevoerd. De Nederlandsche centrale voor eieren en pluimvee te Beekbergen is met de uitvoering der regeling belast. Stichting De Nederlandsche Soldaat. Het Bestuur van de stichting „De Nederlandsche soldaat" ver zoekt ons mede te deelen, dat blijkens de door haar ingewonnen inlichtingen bij de betreffende be voegde autoriteiten de toekenning van eventueel pensioen aan ge wonde en zieke militairen alsmede aan de nagelaten betrekkingen van gesneuvelde militairen, op de ge wone wijze ambtshalve door de betreffende afdeeling van het departement van Defensie zal worden afgehandeld. Zieke en gewonde militairen en nagelaten betrekkingen van gesneuvelde militairen, die recht op pensioen meenen te kunnen laten gelden, kunnen zich daartoe wenden tot het bestuur van de Stichting voornoemd, dat aan be langhebbenden kosteloos inlich tingen verschaft. De Stichting heeft haar wer kingssfeer over het geheele land en het adres is: Stichting „De Nederlandsche Soldaat" Drachten. Tabak en tabaksproducten. Het departement van handel, nijverheid en scheepvaart maakt bekend, dat het opslaan, bewer ken, verwerken of vervaardigen van tabak of tabaksproducten onder regeeringscontröle komt. Er zal een rijksbureau worden ingesteld. De Philips fabrieken. De Philips fabrieken te Eind- hozen zijn geheel gespaard ge bleven. De fabrieken werken dus door en het personeel is er niet ontslagen, aldus meldt het „Hdbl." Nieuwe zilverbons. Het departement van financiën maakt bekend, dat naast de oude nieuwe zilverbons in omloop zijn gebracht van f2 50 en f 1.—ge- dagteekend 1 October 1938. De rijksdaalderbons hebben een grootte van ongeveer 12 9 bij 7.3 c.m. en zijn gedrukt op papier, waarin een roode en een blauwe vezel is verwerkt. De bon toont een rand in blauw, vermengd met licht bruin. De guldenbons hebben een grootte van ongeveer 12.9 bij 7.3 c.m. er. zijn gedrukt op papier, waarin een groene vezel is verwerkt. De voorzijde toont een rand in bruin, vermengd met zwart, de achterzijde in bruin en groen. Uitbetaling aan houders van Rtykspustspaarbankboekjes. Tot nader order kunnen vanaf Maandag 3 Juni, inleggers, op vertoon van het spaarbankboekje, terugbetaling vetkrijgen onder het volgende voorbehoud 1. Aan het kantoor van uit gifte van het boekje eenmaal per 7 dagen rechtstreeks tot een be drag van f100. 2. Aan andere kantoren dan die waar het boekje is uitgegeven a. Eenmaal per 7 dagen recht streeks tot een bedrag van f 25 b. Na indiening ten postkan tore van een aanvraag tot een bedrag van f 100 met dien ver stande, dat in een tijdvak van 7 dagen met inbegrip van een recntstreeksche terugbetaling dit bedrag niet overschreden wordt 3. Zij, die noodzakelijk in con tanten over grootere bedragen moeten beschikken, kunnen dit doen door gireering van het be drag op de postrekening van een bankinstelling. Men dient zich dan verder met die bank te verstaan. Opdrach ten tot overschrijving met het boekje te richten aan den direc teur der Rijkspostspaarbank te Amsterdam. 4. Aan aanvragen om betaling n contanten boven f 100 per week wordt alleen om zeer bijzondere redenen, gestaafd met gegevens, voldaan. Betaalbaarstelling van aanvragen om terugbetaling per telegraaf kan vooralsnog niet ge schieden. 5. Zonder eenige beperking wordt voldaan aan aanvragen om overschrijving van het tegoed of een gedeelte daarvan op een re kening bij den postchèque- en girodienst. Aanvragen vergezeld van het spaarbankboekje te richten recht streeks tot de Rijkspostspaarbank. Langs dezen weg kunnen de in leggers dus alle vorderingen van aangeslotenen aan den postchè que- en girodienst voldoen. Voor afgifte van duplicaat boekjes moet men zich wenden tot een kantoor der posterijen en daarbij zoo volledig mogelijk in lichtingen verstrekken. (Handelsblad). Scheepsramp bJJ Willemstad. Een triest ongeluk heeft zich Donderdagavond circa 8 uur op het Hollandsch Diep bij Willem stad afgespeeld. Een Duitsch troepentransportschip met onge veer 1300 Belgische krijgsgevan genen is daar na een hevige ex plosie vermoedelijk veroorzaakt door het op een mijn loopen in tweeën gebroken en gezonken. Het aantal slachtoffers moet eenige honderden bedragen. Ongeveer 300 vreeselijk gewonden konden worden geborgen, terwijl zeker een minstens even groot aantal den dood in het water moet ge vonden hebben. Het transportschip met de Bel gische krijgsgevangenen maakte deel uit van een escorte van 3 schepen met krijgsgevangenen. In totaal moeten zich ongeveer 6000 krijgsgevangenen op de 3 schepen bevonden hebben. Het verongelukte troepentransport schip bewoog zich op eigen kracht. De twee volgende werden door een sleepboot getrokken. Slechts betrekkelijk weinig men- schen hebben het vreeselijke schouwspel gezien. Doch zij die het hebben meegemaakt zijn nog totaal overstuur. Zij kunnen slechts onsamenhangende en ver warde verhalen vertellen, waarbij men feitelijk niets anders te weten kan komen, dan dat het onzegge- lijk treurig moet geweest zijn. De explosie is zoo hevig ge weest, dat men den slag zelfs tot in Fijnaart zeer goed kon hooren In Willemstad zelf sprongen van vele huizen de ruiten en werden de deuren opengerukt. Hevig ontsteld renden de menschen de straat op. Oorspronkelijk dachten ze aan een bomaanval, doch het angstwekkende loeien van een scheepssirene bewees hen dat er in het Hollandsch Diep iets ergs moest gebeurd zijn. Het was de sirene van de sleepboot, die de twee andere troepentransport schepen naar de richting van den Rijn trok en die om hulp vroeg. Zij die het eerst op straat waren zagen menschenlichamen huizen hoog boven het water vliegen. Aan de haven was het een vreeselijk gezicht. Honderden deerlijk verminkten dreven in het water, velen angstig gillend om hulp, anderen trachtend met bo^ venmenschelijke inspanning een of meer soldaten-kameraden, waarmede zij zoolang aan het front hadden gestaan, van den verdrinkingsdood te redden. Het achtergedeelte van het schip was reeds in het water verdwenen en daarmede ongeveer de helft van het op het schip aanwezige aanta gevangenen. Het voorschip stak nog schuin omhoog boven water De soldaten die er zich op be vonden riepen wanhopig om hulp Tientallen konden die hulp in hun angst niet afwachten en sprongen te water in hun zware pakken. Het was een geweldige paniek. Er zijn slachtoffers aan wal gebracht, die geheel en a' onder den voet geloopen zijn en daardoor zware verwondingen hebben opgeloopen. Met de redding kon gelukkig direct worden aangevangen. In de haven lagen verschillende Duitsche motorbopten en vele visschersbooten. Duitsche sol daten en Willemstadsche visschers en burgers sprongen bliksemsnel in de booten en hebben ontzag gelijken arbeid verricht om de gewonden en drenkelingen aan wal te brengen. Onder de ge wonden waren er talrijke die zeer zwaar gewond waren terwijl ver schillende drenkelingen zoodanig overstuur waren, dat men voor iiun geestvermogens vreest. Een dappere jonge soldaat, die ge wond op de schouders van een stoeren visscher werd wegge bracht, kon er met verbeten mond uitbrengen„Liever word ik aan het front doodgeschoten, dan dit vreeselijke nog eens te moeten meemaken". Hij was net van zijn verwondingen hersteld en aan het front teruggekeerd, toen lij krijgsgevangen genomen werd. 3ehoedzaam werd hij van de schouders van den visscheisman getild en naast zijn makkers op iet trottoir gelegd. Zoo rijde zich verminkte naast verminkte, de eene nog zwaarder dan de andere, langs de huizen. De menschen van Willemstad deden letterlijk alles om de Bel gische soldaten het getroffen leed te verzachten. Dekens en lakens worden aangesleept, voor de minst zwaar gewonden werden stoelen uit de kamers gehaald, voor eten en drinken werd in overvloed gezorgd en voor de niet gewonde drenkelingen wer den droge kleeren voor den dag gehaald. Ook het militaire arse naal werd leeggehaald. Hier lagen nog vele militaire dekens en pakken. Ze kwamen thans goed te pas I Bij de hulpverleening hebben ook vele Nederlandsche en Duit sche Roode Kruissoldaten met hun legerauto's krachtig geholpen De gewonden zijn vervoerd naar de ziekenhuizen te Breda, Ouden bosch, Steenbergen en Princen- hage. Op weg naar het zieken huis te Oudenbosch zijn twee soldaten overleden. 'In Willem stad had een gewonde al den geest gegeven. Men rekent ech ter op meer slachtoffers. Zooals gezegd zeker op ongeveer 300 die verdronken zijn. Een massa graf wordt in Willemstad klaar gemaakt. De aan de verwondingen over leden soldaten zijn Zaterdag morgen om 9 uur met militaire eer ter aarde besteld. Ontzagge lijk groot was de belangstelling. Droevige woorden zijn er aan het graf gesproken. De Belgi sche aalmoezenier, die als door een wonder gered was, sprak afscheidswoorden, die iedereen tot in het diepst van zijn ziel roerden en nimmer vergeten zullen worden. (Dagbl. v. Zeel.) Weer landarbeiders naar Duitschland. De onderhandelingen door den directeur der districtsarbeiders- beurs te Nijmegen met afgevaar digden van het Arbeitsamt uit Kleef en Oberhausen gevoerd, hebben de vorige week tot het gunstige resultaat geleid, dat be halve de 60 jonge boeren, die reeds in het Rijnland en West- falen een bestaan gevonden had den in den landbouw, weer 50 landarbeiders naar Kleef en Kra nenburg en omstreken kunnen gaan. Men heeft voor onze landar beiders dezelfde voorwaarden kunnen bedingen als voor den oorlog golden. Thans hebben de autoriteiten nog in overweging de mogelijk heid om nog meer Nederlandsche arbeiders, ook vakarbeiders, in Duitschland werk te verschaffen Brief van koning Leopold aan president Roosevelt. Brugge, 28 Mei 1940 Temidden van de algemeene verwarring, veroorzaakt door de verbazingwekkend snelle gebeui tenissen, welke wij beleven en waarvan de beteekenis niet te peilen is, stel ik er prijs op te verzekeren, dat België en zijn eger hun plicht volkomen vervuld lebben. 3dlgië heeft zijn internationale verplichtingen nagekomen, aller eerst door strikt zijn neutraliteit te bewaren, vervolgens door voet voor voet geheel de uitgestrekt- leid van zijn grondgebied te ver dedigen. Aangevallen door enorme strijd machten, bereikte ons leger in goede orde een krachtig georga niseerde verdedigingslinie, in sa menwerking met de legers der garanten, op welke wij een beroep gedaan hebben. Maar de mili taire gebeurtenissen, welke zich buiten ons grondgebied hebben ontwikkeld, hebben ons verplicht dit slagveld te verlaten en ons genoopt tot een reeks terugtrek- cende bewegingen, die ons aan de zee in het nauw gedreven hebben. Ons leger heeft zich zonder zich te ontzien, toen uitgeput in een veldslag van vier dagen, ge leverd in vereeniging met de ge allieerde legers. Wij bevonden ons volkomen ingesloten op een uiterst beperkt grondgebied, be woond door een zeer dichte be volking, bovendien overstroomd door meerdere duizenden vluch telingen, zonder onderkomen, zonder voedsel, zonder bruikbaar water en vluchtend van de eene plaats naar de andere tengevolge van luchtbombardementen. Gisteren werden onze laatste middelen van verweer gebroken onder het gewicht eener verplet terende meerderheid van troepen eenheden en luchtmacht. Onder deze omstandigheden heb ik getracht een strijd te voorkomeu, die thans zou hebben geleid tot onze vernietiging zonder voordeel voor de geallieerden. Niemand heeft het recht nutte loos menschenlevens op te of feren. Ik geef er de voorkeur aan, wat er ook gebeure, om het lot van mijn leger en mijn volk te deelen. Ofschoon ik reeds verscheidene dagen aangezet ben mijn soldaten te verlaten, heb ik die inblazing teruggewezen, welke voor den opperbevelhebber van het leger een desertie zou hebben betee- kend. Door verder op den nationalen grond te blijven, wensch ik mijn volk te ondersteunen in de be proeving, die het ondergaat. De bezorgdheid, welke de Ver- eenigde Staten steeds voor België aan den dag gelegd hebben, maken het mij tot een plicht U zonder verwijl de werkelijke feiten uiteen te zetten. get. Leopold. Aan den Heer Roosevelt, President der Vereenigde Staten. Steden in de vunriyn. De toeristische bekoringen van Oostende behoeven Nederland sche lezers niet bijgebracht te worden. Wat het uit strategisch oogpunt beduidt is den meesten minder vertrouwd. Deze groote overvaarthaven naar Engeland in rechtstreeks verkeer van zeestation op schip is het Belgische brug genhoofd in het Kanaal. Men weet wel, dat de stad het voor namelijk van de inkomsten ge durende het wereld3che seizoen hebben moet, maar voor het overige is de visscherij er wel ontwikkeld. Als Kanaalhaven is Oostende natuurlijk van groote strategische waarde. Van deze waarde ge tuigt o.a. het Duitsche soldaten- kerkhof te Middelkerke, waar degenen werden bijgezet, die er in den vor'gen oorlog het leven lieten de houten kruisen getuigen dat de meesten in October 1914 vielen. Verder liggen er in de duinen nog betonblokken van de vroegere Duitsche verdedigings werken en kustbatterijen. Van 15 October 1914 tot 17 October 1918 lagen Duitsche troepen te Oostende, gewichtig militair steunpunt tot verdediging tegen Britsche oorlogsbodems en als basis voor duikbooten. De havenwerken, evenals Zee- brugge, werden dikwijls bescho ten, zoowel uit de lucht als door geschut. Engelsche blokkeerirgs- jogingen van de havengeulen bleven in de herinnering, bitter was de strijd, toen de Engelschcn op de pier van Zeebrugge be proefden te landen. Wie sinds 1918 West-VIaande- ren bezochten kunnen zich on danks het bloeiende landschap en de nijvere dorpen niet ont trokken hebben aan den druk, die er op weegt en die voorkomt uit de menigte militaire kerkhoven uit den wereldoorlog. De steden en andere plekken, waarom toen jarenlang hardnekkig gevochten werd, hebben opnieuw hun intree in de stafberichten gedaan. Van die steden heeft Yperen de diepste sporen van de worste ling ondergaan. De rijke geschiedenis van deze belichaming van Vlaanderen in de middeleeuwen is rijk aan bont gebeuren. De lakennijverheid bloeide er en tot den modernen tijd had het zijn middeleeuwsche karakter behouden. Nadat het in den wereldoorlog volslagen verwoest was van November 1914 af lag het in een beheerschende frontpositie werd het weer in ouden stijl op gebouwd. De zgn. toren van Meenen is toen aan de daar ge vallen en vermiste Engelschen gewijd. De Kölnische Zeitung herinnert er aan, dat meer dan 50 000 namen in de wanden ge grift werden. Niet ver van Dixmuiden vindt men het IJsermonument ter her denking van de gevallen Vla mingen. Ook het naburige Nieuw- poort is sinds 1918 uit de ver woesting opgestaan. Een dagorder ran Hitier. Aan een voor den opperbevel hebber van de Duitsche troepen in Nederland bestemde dagorder van den Führer, gedateerd 1 Juni, wordt het volgende ontleend Het Duitsche aanbod, Neder land in bescherming te nemen tegen het bewezen voornemen der westelijke mogendheden, Neder land tot opmarschbasis tegen het Roergebied te maken, is bij de Nederlandsche regcering in ver band met haar geheime verstand houding met de Westelijke mo gendheden op een welbewuste weigering gestuit. Zij leverde daarmede volk en land over aan de verschrikking van een oorlog, bracht echter zichzelf buitens lands in veiligheid. De Duitsche weermacht heeft in den hierdoor noodzakelijk geworden strijd met het Nederlandsche leger al het mogelijke gedaan om de bevol king en het land te sparen. Dit standpunt van Duitsche zijde kwam in hooge mate tegemoet aan de houding zoowel van den Nederlandschen militair alsook van de Nederlandsche burgerbe volking. Het was in overeenstemming met den cultureelen en moreelen stand van het met het Duitsche stamverwante Nederlandsche volk. De verantwoordelijke enkelingen, die Duitsche valschermjagers in gevangenissen geworpen, als mis dadigers behandeld en daarna aan de Engelschen uitgeleverd heb ben, zullen ter verantwoording worden geroepen. De Nederlandsche soldaat heeft echter overal met open vizier en eerlijk gestreden en onze gewon den en gevangenen dienovereen komstig goed behandeld. De burgerbevolking heeft niet aan den strijd deelgenomen en zich tegenover onze gewonden even eens naar de wetten der mensche- lijkheid gedragen. Ik heb der halve ook voor Nederland be sloten, toestemming tot vrijlating der gevangen Nederlandsche sol daten te verleenen. De Parijsche correspondent van de „Politika" meldt, dat de kroon en de edelsteenen van den Belgischen Koning in Frankrijk zijn. Ook al het goud en de geldswaardige papieren der Bel gische banken zijn reeds bij het uitbreken van den oorlog naar Frankrijk overgebracht.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1940 | | pagina 2