Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, No. 9. DINSDAG 30 APRIL 1940. 56o Jaarg. Firma J. C. VINK - Axel Vastberaden Nederland. Het verloren werelddeel Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. UITGEEFSTER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Het Nationaal Jongeren Verbond heeft Vrijdagavond in het Gebouw voor kunsten en wetenschappen te 's-Gravenhage een nationale bijeenkomst gehouden onder den titelVastberaden Nederland. Onder de talrijke aanwezigen bevond zich een groote groep ridders van de Militaire Willems orde. Openingsrede De voorzitter van de afdeeling 's-Gravenhage, mr. Th. M. Bautz, heeft den avond met een woord van welkom geopend. Vervolgens richtte hij zich tot de groote groep ridders der Mi litaire Willemsorde, in het bijzon der tot generaal Swart. Spr. herdacht vervolgens hen, die hun leven hebben gelaten in Indië. Voorts wijdde mr. Bautz, terwijl de aanwezigen zich van hun zetels verhieven, woorden van eerbiedige hulde aan de nagedachtenis van allen, die in de afgeloopen maan den hetzij bij de zeemacht, bij de luchtmacht, of in her leger, hetzij ter koopvaardij of bij de visscherij hun leven hebben gelaten. Wij willen vertrouwen op het gegeven woord tot eerbiediging van de onafhankelijkheid van ons grondgebied, maar bovenal, aldus spr. willen wij en moeten wij ver trouwen op eigen kracht, op leger en vloot, op den vastberaden wil een volstrekt afwijzende houding aan te nemen tegenover aange boden bescherming, van welke zijde deze ook komt. Dit mag gezegd worden namens het geheele Nederlandsche volk. Want zij, die de bescherming van een vreemde mogendheid in wil len roepen of deze voorbereiden, plaatsen zich door hun daden buiten de Nederlandsche volks gemeenschap. Landverraders zijn er ook in ons land. Zij zijn er uit winstbejag, uit eerzucht, u t politieke teleur stelling, uit lafhartigheid. Wij hebben aldus spr., voor dezulken slechts de diepste verachting. FEUILLETON door: Conan Doyle 3 14) Ik zal mijzelf krachtig in toom honden, en zien of ik door dit zelfbedwang een gunstiger resul taat kan bereiken. »En mag ik daar ook komen vroeg ik gretig. •Zeker,* antwoordde hjj harte lijk. Zjjn buitengewone vriende lijkheid was b\jna even overweldi gend als zijn drift. Zijn wangen geleken ineens op twee roode appels tusschen zijn grooten zwar ten baard, toen bij met den min- zaamsten glimlach herhaalde •Zeker mag u daar komeD. Het zal mij een troost zijn te weten dat ik tenminste ééu bondgenoot in de zaal heb, hoe weinig hjj ook voor mij kan doen. Ik denk dat er veel publiek zal komen, want Waldron is, hoewel een eerste kwakzalver, zeer populair. Eu nu, meneer Malone, heb ik u al lauger te woord gestaan dan ik van plan was. Eéi mensch moet zioh niet U'ëtgenen wat Yter da geheele wereld bestemd Het Nederlandsche volk steune op eigen kracht. Een kracht, welke steeds grooter wordt. Maar niet alleen de kracht van het leger en de vloot bepalen die kracht vooral op de geestes houding van het Nederlandsche volk komt het aan. Men moet, aldus spr., het voor beeld vojgen van de Koningin, die geen poging laat voórbijgaan om te ijveren voor den vrede, voor wie het „Ik zal handhaven" geen ijdele spreuk is. Zij gaat voor in liefde voor land en volk. Rede van prof. de Savornin Lohman. Vervolgens kreeg prof. mr. B. C. de Savornin Lohman, lid van de Eerste Kamer, het woord. Deze wees er op, dat in dit tijds gewricht de handhaving van ons zelfstandige volksbestaan en van ons grootsche imperium in het geding zijn. Ter bereiking van dit doel dienen onze traditioneele onzijdigheidspolitiek en onze defensie. De neutraliteit vindt, zacht uit gedrukt, weinig waardeering bij de oorlogvoerenden. Wij denken er niet aan, onze onzijdigheid tengunste van een der partijen op te geven. Om ver schillende redenen niet, waarvan niet de minst afdoende, dat het op onzen weg ligt, ons land vrijwillig tot slagveld der natiën te maken. De papieren der neutraliteit noteeren in dezen oorlog ver onder pari, aldus spr. Maar dat mag voor ons nooit een reden zijn, het zelf met de neutraliteit minder nauw te nemen. Derhalve zijn wij doof voor het gelok van den vogelaar, die ons wil verleiden vooraf afspraken over te verleenen hulp met hem te maken voor het geval zijn vijand ons zou willen overrompelen. Hetgeen de mi nister-president daarover in zijn rustig-kloeke radio-rede heeft ver klaard heeft de instemming van heel de natie. Dat voorts een volk met een verleden, als waarop wij kunnen bogen, ervoor bedankt de rol te spelen, die Denemarken is. Hut zal mjj genoegen doen u vanavond op de lezing te zien. Iutusschen, moet u goed begrjjpen dat u niets van hetgeen ik u ver teld hebt, inoogt publiceeren.* Maar meneer Mc Ardle mijn redacteur zal willen weten wat er voorgevallen is.« •Zeg hem wat u wilt, onder anderen, dat, als hjj weer iemand bjj mij zendt, ik hem met de rij zweep zal opwachten. Maar zorg dat er niets van in druk verschjjnt. Tot vanavond 8 30 dan in het Zoölogisch Instituut.* Eu met een handgebaar wees hij mjj de deur. HOOFDSTUK V. Welnu,* riep Mc Ardle mij vol verwachting toe, toen ik op het bureau verscheen, »hoe is het afgeloopen Ik denk dat u het hard te verantwoorden hebt gehad. Hjj heelt n toch niet aangevallen •Eerst hadden we een kleine oneenigheid.* Wat een vent 1 Wat heelt u toen gedaan •Oen, al heel gauw begon hjj wat redelijker te worden en heb ben we gezellig zitten praten, Maar ik heb niets uit hem kunnen krjjgen niets om te fnbli* ceeren.t zich onder protest zag opgedron gen, spreekt wel vanzelf. Wij wenschen niet dat men onze neu traliteit „beschermt" maar wij eischen, dat men haar eerbiedigt. Wij zullen ons bij een opge drongen „bescherming" met grim mige hardnekkigheid verweren ons parool is, naar alle kanten ,Wij houden ons kruit droog en ons land nat." Wij kunnen dat thans zonder zelfverheffing zeggen. Spr. be roept zich daarbij op de laatste puhlicatie van den betreurden trouwen vaderlander, generaal- majoor Alting von Geusau. Maar deze deskundige zou niet hebben kunnen verzekeren, dat thans van een overrompeling op korten ter mijn geen sprake meer kan zijn, als het advies gevolgd was der genen, die ons steeds Noorwegen en vooral Denemarken ten voor beeld hebben gesteld, maar die dankbaar zijn, dat hun verkeerde raad in den wind is geslagen. Wij gevoelen oprechte deelneming met deze ongelukkige landen, doch hun droevig lot zij ons een baken in zee. Ook als het toch eens weer vrede zal worden. Nederland is niet onzijdig zon der meer, maar gewapend onzijdig. In de laatste 8 maanden is onze weerkracht zeer aanzienlijk opge voerd. Maar wij kunnen nooit sterk genoeg zijn en zijn dus nooit klaar. B.v. zullen het geen ook zal gebeuren onze jongste lichtingen moeten worden versterkt. Een zoo sterk moge lijke weermacht is noodig, omdat handhaving der neutraliteit elk oogenblik kan overgaan in ver dediging onzer onafhankelijkheid. Het gezegde geldt ook ten aan zien van Nederland-overzee, met name Nederlandsch-lndië. De Nederlandsche regeering heeft suggesties, als waarvan boven sprake was, ook ten aanzien van dit gebiedsdeel categorisch afge wezen. Wij hebben Indië zelf gemaakt, behoeven niemand voor dit millioenenrijk te bedanken en wij zullen het ook zelf verdedigen. Omdat bij den opbouw van Nederlandsch-lndië ook Neder- Daar ben ik nog zoo zeker niet van. U heeft een blauw oog opgeloopen, en dat is iets voor de krant. Vertel mij precies hoe het gekomen is, en ik zal morgen een hoofdartikel plaatsen dat hem voor goed zal brandmerken. Pro fessor Müachhausen, hoe lijkt u dat opschrift I Ik zal hem wel eens flink als leugenaar aan de kaak stellen.* Dat zou ik niet doen, meneer.* Waarom niet?* Omdat hjj geen leugenaar is.« Wat?* schreeuwde Mc Ardle. U wilt toch niet beweren dat n al dien onzin van hem over mam- mouthen, mastodonten en zee slangen gelooft Och, dat weet ik niet. Ik begin wel te denken dat hij iets nieuws ontdekt heeft •Schrjjf het dan in godsnaam op, kerel I* •Ik zou niets liever willen, maar al wat ik weet heeft hij mjj in vertrouwen meegedeeld en op voorwaarde dat ik dat niet zou publiceeren.* In een paar korte woorden vertelde ik hem bet verhaal van den Professor. Zóó staan de zaken.* Mo Ardle keek hoogst onge- loovig, •Nu, meneer Malone,* «ei hjj landsch bloed heeft gevloeid, is het zulk een juiste gedachte van het N.J.V., de jubileerende ridders der Militaire Willemsorde uit te noodigen. Deze helden verwier ven hun eere-metaal onder aan voering van mannen als generaal van Ileutz, met het wapen in de vuist, in den strijd voor Neder- land's glorie. In deze zorgelijke tijden is al thans dit een lichtpunt, dat ons volk eindelijk heeft begrepen, dat de verdediging van Ned. Indië allereerst de plicht van Nederland zelf is. Moge aldus spr. het voornemen tot een krachtige versterking onzer vloot, dat in Indië een zoo gunstig onthaal heeft gevonden, in Nederland met den grootst mogelijken spoed, niet alleen op papier, maar ook in werkelijkheid worden verwe zenlijkt. Ook daarin behoort zich de nationale vastberadenheid, vrucht van nationale wederge boorte, te openbaren. Staat ons leger, met het geweer in den aanslag, vastberaden aan de grenzen, ten oosten, ten zuiden en ten westen aan de kust, en vervullen onze dappere marine mannen vastberaden hun gevaar lijke taak in de territoriale zee, in een totalitaire verdediging moet het geheele volk klaar staan. Onze wakkere zeelieden, die reeds den dood van zoovele makkers betreuren, geven daarin een schit terend voorbeeld. Spr. betwijfelt echter, of de vastberadenheid van het volk in zijn geheel wel zoo groot is, als gewenscht moet heeten. Er is bij sommigen nog te veel lauw heid en te weinig besef van den ernst van den toestand, ook te weinig offervaardigheid. Hier is nog werk aan den winkel. Helaas moet, zoo vervolgde spr., ook worden gesproken over de gevaren, die ons land binnen de grenzen bedreigen. Er is geen verachtelijker bedrijf dan dat van landverraad en spion- nage tegen het eigen vaderland. Spr. heeft eens uitgesproken, dat individuen, die zich hieraan schul dig maken, eigenlijk alleen den eindelijk, »wat die lezing van vanavond betreft, daarvan hoeft tenminste niets geheim te bljjven. Ik denk dat geen enkele krant er een verslag van zal opnemen, want Waldron is wel al tien keer besproken, en niemand weet dat Ciallenger het woord zal voeren. Met een beetje geluk kunnen we misschien een goeden slag slaan. U gaat er in elk geval heen geef ons dus een volledig verslag. Ik zal tot middernacht ruimte openlaten.* Ik bad het dien dag heel druk. Ik dineerde vroeg op de club met Tarp Henry, aan wien ik eenige van mijn avonturen ver telde. Hij luisterde met een on- geloevigen glimlach op zijn mager gezicht en sehaterde van het lachen toen hjj vernam dat de Professor mij overtuigd had. Mjjn beste kerel, zulke dingen gebeuren niet in het werkelijke leven. Man dost niet toevallig enorme ontdekkingen om dan de bewjjzen te verliezen. Laat dat aan de romanschrijvers over. De vent zit zoo vol Btreken als de apen in den Dierentuin. Het ia allemaal klinkklare onzin.* Maar de Amerikaacsche schil der dan Die heeft noeit bestaan.* kogel verdienen, maar hij aan vaardt gaarne de correctie van generaal Röall dat een eerlijke kogel feitelijk voor hen nog te goed is. Nederlandsche Quislings en Kuusinens hebben het leven verbeurd. Daarom is de indiening van een wetsontwerp tot aanzienlijke ver hooging van de straffen op mis drijven tegen den staat toe te juichen, te ver gaat het zeker niet. Moge het haastig tot wet worden verheven. Het zou zeker verkeerd zijn, ook wat betreft de verdediging tegen binnenlandsch gevaar, het hoofd te verliezen. Ook hier is hel gerucht onze grootste vijand en men vergete niet, dat zeer veel, wat op dit gebied van regeerings- wege geschiedt, zich uiteraard aan de openbaarheid onttrekt. Evenwel hebben de afschuwe lijke gebeurtenissen, die zich in Noorwegen hebben afgespeeld overal de regeeringen tot ver sterkte waakzaamheid geprikkeld. Onze regeering bleef niet achter. De afkondiging van den staat van beleg voor het geheele land is door het overgroote deel van ons volk als een opluchting gevoeld. Wie hierover schampert, of be weert, dat de bedoeling is, ten nadeele van bepaalde partijen te discrimineeren, laadt de verden king op zich, dat zijn geweten niet zuiver is, want wie eerlijk trouw is aan Koningin en vader land, heeft niets te vreezen. Maar, aldus spr., wie er een sinister behagen in scheppen, het vertrouwen in regeering en weer macht te ondermijnen en den bel- iigerenten voorwendselen te ver schaffen, onze neutraliteit naar alle zijden in twijfel te trekken, hebben er op te rekenen, dat hun op zijn minst de mond zal wor den gesnoerd. Voor dezulken, zijn maatregelen als persverorde ning van den opperbevelhebber bestemd. Zeker zullen nog meer maat regelen moeten volgen, o.a. ter bescherming van ons volk tegen vreemdelingen, die onze gulle gastvrijheid zouden willen mis- •Ik heb zjjn schetsboek toch gezien.* Challenger's schetsboek Deukt u dan dat hjj dat dier zelt geteekend heett Natuurljjk. Wie anders?* Maar de photographieëu daö Die waren niets bijzonders. U heeft zelf gezegd dat u alleen e> n vogel heeft gezien.* Een pterodactyl Dat zegt hij Maar de beenderen dan Die kan men bij den eersten den besten slager krijgen.* Ik begon te twijfelen. Ik had mij m<eichien te gauw lateD over tuigen. OpeeDS kreeg ik een ge lukkigen iDval. iGu&t u vanavond m a naar de vergadering vroeg ik. Tarp Henry dacht even na. Hij is nirt heel gezien, die sympathieke ChalleDger,* zei hij. •Ja, ik geloof dat hij oe meest gehate man van Lor den is. Als de medisone studenten komen, zal het een rumoerige boei worden. Ik beb niet veel last mij in zoo'n tumult te wagen.* >U kunt hem toch wel recht laten wedervaren door hem zijn eigen geval te hoeren verdedigen.* (Wordt vem'gö) AXELSCHEgf COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1940 | | pagina 1