\jIIL
IVOIiöfj geeft een zeer üclief znelit en geurig schuim
AKKERTJES
Zeeuwscli- Vla anderen.
No. 8.
VRIJDAG 26 APRIL 1940.
56» Jaarg.
m
Firma J. C. VINK - Axel
Buitenland.
E
Het verloren werelddeel
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
UITGEEFSTER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
waardoor elke poetsing met Ivorol een ware mondwassching wordt. Heerlijker tandpasta is er niet. Tube 60 - 40 - 25 cent.
De oorlog In Noorwegen.
Reuter's speciale correspondent
telegrafeerde Dinsdag uit Gad-
dedeIk ben hier in de vroege
uren vanochtend teruggekeerd na
150 km door de Noorsche oor
logszone te hebben gereden.
Twee dingen hebben den meesten
indruk op me gemaaktde enorme
hevigheid van den Duitschen
luchtaanval en de angst en ver
schrikking op de gezichten van
de dorpelingen, die uit hun ge
bombardeerde woningen vluchten.
Toen we ten Noorden van For-
mofoss, een dorpje op ongeveer
25 km ten Noorden van Steinkjer,
reden, was de weg vol Noorsche
boeren, die hun bezittingen bij
zich hadden. Ik hoorde, dat hun
dorp gebombardeerd was.
Alles was in de war toen we
het stadje Grong binnenreden.
De bewoners waren als verlamd
van schrik. In een wanhopige
paniekstemming waren zij op de
vlucht geslagen, met slechts een
bundeltje kleeren bij zich.
Een jonge Noor vertelde me,
dat de Duitschers de stad ge
bombardeerd hadden en dat er
vele Engelsche soldaten waren,
die nu meer Zuidwaarts met de
Duitschers slaags waren.
Een Noorsch officier vertelde
me, dat Namsos in vlammen
stond en zwaar beschadigd was.
Hij vertelde me, dat de Britsche
troepen zich in Zuidelijke richting
bewogen en Steinkjer al her
overd hadden.
Ten Zuiden van Steinkjer waren
gevechten aan den gang. De
officier kon ook nog mededeelen,
dat Fransche, Noorsche en En
gelsche troepen de spoorwegen
en de verbindingen ten Zuiden
van Grong en aan beide zijden
van het Snassen-meer volkomen
beheerschten. Hij zeide, dat er
vele Britsche troepen in dit ge
bied waren en dat hun aantal
dagelijks toenam. Hij gaf me den
raad thans geen contact met ze
te zoeken, daar men niet zeker
wist, waar de Duitsche patrouil
les opereerden.
In de straten van Grong ont
moette ik echter een Noorschen
soldaat, die me naar een afge
legen boerderij bracht waar ik
een Britschen officier, die aan
het Britsche expeditieleger ver
bonden was, ontmoette.
Deze vertelde me, dat de zaak
goed marcheerde. Den vorigen
dag was hij in Namsos geweest,
en voortdurend hadden er Duit
sche vliegtuigen van 's och
tends tien tot 's avonds zes
over de stad gevlogen. De stad
was vreeselijk gehavend en op
vele plaatsen fel aan het branden,
maar er waren weinig slachtoffers
gevallen. Voor zoover hij wist,
waren er geen gesneuvelden bij
het Britsche leger. Hij was van
meening, dat er spoedig gevechts
vliegtuigen moesten komen om de
dreiging uit de lucht tot zwijgen
te brengen.
De vernietiging van de Bliicher.
De Daily Telegraph van Dins
dag heeft een uitvoerig telegram
uit Stockholm van Maandag,
waa.in het volgende
Om 4 uur in den ochtend van
den 9en April een uur vóór de
Duitsche gezant het ultimatum
van Hitier overhandigde aan prof.
Koht, ontwaarde men op de an
ders om dien tijd verlaten kade
te Oslo een groep ongeduldige
lieden. De Duitsche gezant was
er zelf bij met zijn geheele ge
zantschapsstaf. Voorts waren er
correspondenten van het Duitsche
Nieuwsbureau en verder alle ge
heime agenten van de nazi's te
Oslo. Zij waren daar om de
Duitsche expeditiemacht te ver
welkomen, die om vier uur had
moeten arriveeren. De Bliicher
bracht de eerste Duitsche bezet
tingstroepen, die juist voor het
aanbreken van den dag aan land
hadden moeten worden gebracht.
De bedoeling was, dat dit zoo
plotseling zou geschieden, dat
koning Haakon en de wettige
Noorsche regeering zouden kun
nen worden gegrepen. Naar het
heet bevonden zich aan boord
van de B'ücher een Duitsche
admiraal als hoofd van de zee
strijdkrachten en een Duitsche
generaal-majoor als bevelhebber
van het bezettingsleger, beiden
met hun staf. Voorts bevonden
zich aan boord ongeveer 1500
man. Het behoeft niet te ver
bazen, dat deze commissie van
ontvangst zenuwachtig begon te
worden toen het kwart over vier
werd en daarop half vijf zonder
dat er een spoor te bekennen viel
van de B'ücher. De Duitsche
gezant gaf blijk van zijn verme
telheid door niettemin snel te ver
trekken en toch het ultimatum
van Berlijn aan te bieden. Maar
in den tusschentijd had een
Noorsche officier van niet hoogen
rang in het ford Oscarborg bij
het nauwe gedeelte van de jord
zich een goed vaderlander ge
toond.
Want even na vier uur stoomde
de machtige Blücher in alle kalm
te het nauwe gedeelte binnen,
want de admiraal was er van
overtuigd, dat, dank zij verraad
de kanonnen van het fort ver
nageld waren. De Blücher begaf
zich in de vuurlijn van die ka
nonnen op een veel kleiner af
stand dan 7500 meter, misschien
zelfs op slechts half dien afstand.
De onbekende artillerieofficier in
het fort van Oscarborg gaf nu
het bevel. De fluitende granaten
boorden dwars door het stalen
pantser van de Blücher heen ter
hoogte van de waterlijn en in
minder dan vijf minuten lag de
trotsche gewapende kruiser op
den bodem van het water. Het
heet, dat slechts 40 man aan
boord er het leven afbrachten.
De admiraal van het Duitsche
eskader en zijn staf waren weg
gevaagd. Ook waren weggevaagd
de generaal en de staf van het
Duitsche bezettingsleger, en daar
door kregen de koning, het ka
binet en het parlement van Noor
wegen acht uur respijt om zich
uit de voeten te maken. De
Duitschers moesten nu tot iederen
prijs Oslo overmeesteren. Blijk
baar was het hun onmogelijk er
met hun transportschepen binnen
te komen voor Donderdag 5 uur
's avonds. Zij waren dus ver
plicht de Noorsche hoofdstad uit
de lucht te bezetten.
Verliezen der Dultsehe
luchtmacht.
Havas meldt uit Londen
Welingelichte Britsche kringen
schatten het aantal Duitsche
vliegtuigen, dat sedert het begin
der operaties in Noorwegen neer
gehaald, vernield of onbruikbaar
gemaakt is, op een honderdtal.
In het tijdvak van 8 tot 17
April heeft de Britsche lucht
macht 28 vijandelijke toestellen
neergehaald, terwijl 19 ernstig
beschadigd werden. De Noren
hebben er 10 neergehaald en de
Zweden hebben 6 vliegtuigen,
die over hun grondgebied vlogen,
neergeschoten of gedwongen te
landen. Hierbij moeten nog ten
minste 30 vliegtuigen worden ge
voegd, die tijdens de luchtaan
vallen op Stavanger op den grond
werden vernield. Tenslotte komt
er nog een aantal Duitsche wa
tervliegtuigen bij, die in de Noor
sche fjorden door Britsche ma
rinevliegtuigen zijn vernield. Bo
vendien hebben de Duitschers na
}7 APrj1 acht vliegtuigen aan het
Westelijk front verloren, acht toe
stellen werden door de marine
luchtmacht neergehaald, terwijl
een tiental door de Noren en
Zweden is neergehaald. Ia het
zelfde tijkvak verloor de Britsche
luchtmacht 27 vliegtuigen.
Reuter meldt uit Londen
Van gezaghebbende zijde te
Londen wordt verklaard, dat de
FEUILLETON
door: Conan Doyle
13)
•Ik heb het gehad. Maar het
is ongelukkig verloren gegaan iD
hetzelfde boot-ongeluk, waardoor
mijn photographieën bedorven zijn.
Ik heb het nog gegrepen toen het
in het water verdween, maar
alleen de vleugel bleef in myn
hand achter. Toen ik aan wal
spoelde was ik bewusteloos, maar
het armzalige overschot van het
prachtige beest was onbeschadigd
ik zal het u laten zien.c Hy
haalde uit een lade iets te voor
schijn, dat mij voorkwam het
bovenste gedeelte te zijn van den
vleugel van een groote vleermuis.
Ean reuzenvleermuis, zou ik
zeggen.
•Niets van dien aard,* zei de
Professor gestreng. »U weet toch
hoop ik wel, dat de vleugel van
een vogel werkelyk de voorarm
is, terwijl die van een vleermnis
besiaat uit drie lange vingers met
vliezen ertusschen U kunt u
«elf overtuigen dat dit één enkel
ylies is, en daarom niet die ran
een vleermuis kau zyn. Maar als
het geen vogel eD ook geen vleerr
muis is, wat is het dan wel
Mijn kleine, wetenschappelijke
kennis was uitgeput.
»Ik weet het werkelyk niet,*
zei ik.
Hy sloeg het bovenvermelde
standaardwerk weer open.
Hier,* zei hy, wijzend op een
plaatje van een vreemd beest,
hoeft u een heel goede voor
stelling van een voorwereldlijk
vliegend reptiel. Op de volgende
bladzijde vindt u een teekening
van het samenstel der vleugels
Waes zoo goed die eens te verge
lijken met het exemplaar in uw
hand.<
Vol verbazing gehoorzaamde ik.
Ik was overtuigd. De schets, de
photographif 6i, het verhaal en nu
het txsmplaar zelf het bewijs
was geleverd. En ik zei hem dit
vol vuur, want ik voelde dat
de man miskend was Hy leunde
in zijn stoel achterover, met een
toeget flijken glimlach zich koes
terend in dezen plotselingen zon
nestraal.
Het is het interessantste dat
ik ooit gehoord heb 1 Het is ko
lossaal. U is een wetenschappe
lijke Columbus. Het spijt my dat
ik ooit aan a getwijfeld heb,
Zoo iets bad ik ook niet kunnen
denkeu. En toen, meneer, wat
heeft u toen gedaan
Hef was het natte jaargetijde,
meneer Malone, en mjjn proviand
begon ten einde te loopen. Ik
heb nog een gedeelte van deze
hooge rots onderzocht, maar ik
kon nergens een weg vinden
waarlangs ik die kon bestijgen.
De andere rots, die, waarop ik de
pterodactiel schoot, was gemakke
lijker om tegen op te kianteren.
Eo daar ik een goed bergbestijger
ben, gelukte het mij den top te
bereiken. Vandaar kreeg ik een
beter idee van het plateau boven
op de rotsen. Het scheen heel
groot te zijn, zóó groot dat ik
noch ten oosten, noch ten westen
het einde er van kon zien. Aan
den voet zag ik een moerassige
streek, vol slangen en insecten,*
•Zag u ook eenig ander spoor
van leven
Neen maar gedurende de
week dat we gekampeerd waren
aan den voet van de rots, hoorden
we heel vreemde geluiden boveü
ons
Maar het dier dat de Ameri
kaan teekende Hoe verklaart
u dat
We kannen alleen aannemen
dat bij «ich «en weg baasde naar
den top en het daar gezien heeft.
Daarom weten we dat er een weg
Daar boven moetzjjn. We weten
ook dat het een heel moeilijk
begaanbare is, BDders zouden de
beesten Daar beneden gekomen
zjjn en zich over het omringende
land verspreid hebben. Dat is u
toch zeker duidelijk
Ja. Eu ik geloof dat uw bta-
wjjzen afdoende zijD. U moet bet
alleen maar aan de bevoegde
antoriteiten voorleggen.*
Dat had ik in mijn eenvoud
ook gedacht,* zei de Professor
bitter. >Maar daerin heb ik mij
deerlijk vergist. Van alle kanten
werd ik ongeloovig aangeboord,
deels uit domheid, deeli uit ja
loozie, Eu het ligt niet in mijn
aard, meneer, om voor iemand,
wien ook, te kruipen, of te trachten
een feit te bewijzen, als men aan
myu woorden twijfelt. Na mijn
eerste nederlaag, heb ik my niet
verwaardigd, hen de bewijzen die
ik bezat te toonen. Ik kreeg
gruwelijk het land aan de heele
geschiedenis en wou er niet
verder over spreken. Wanneer
minnen, zooals u, die de onzin
nige nieuwsgierigheid van het
publiek vertegenwoordigen, my in
mijn afzondering kwamen storen,
was ik niet in staat hen met
waardige terughoudendheid te
outvaDgeD. Ik ben, dat stem ik
toe, driftig van natnur, en ga, als
ik getergd word, licht tot geweld
over. Ik vrees dat u dit ook ge
merkt zult hebben.*
Ik wreef over mijn oog, maar
zei niets.
Mjju vrouw heeft roy daarover
reeds herhaaldelijk onderhouden,
en toch geloof ik dat elk man van
eer zich in myu gevoelens kan
verplaatsen. Vaaavond echter beu
ik van plan een schitterend voor
beeld te geven van zelfbeheer-
sching. Eu ik coodig u nit daarby
tegenwoordig te zijn.* Hij nam
een kaartje van zyn lessenaar en
reikte het mii toe. Zooals u ziet
zal de heer Percival Waldrou, een
bekeod natuurkundige, om 8 30
een leziDg houden in de zaal van
het Zoölogisch Instituut. Ed ik
ben speciaal uitgeroodigo op net
podium te verscbynen. om na
efloop den spreker ouzen dank te
be uigeD, Van die gelegenheid
zal ik iruik maken om met
groote tact en kiesohheid, een paar
opmerkingen ten beste to geven,
waardoor de belangstelling van
het publick voor rnyn zaak ge
wekt aal worden,
(Wunit vos olgd)
CHF
*£1
COUR
Voelt U zich zenuwachtig
en gejaagd, overspannen,
Uzelf tot last en moeilijk
voorUwomgeving? Neem
dan direct'n "AKKERTJE"
en ge voelt een welda
dige rust over U komen!
"AKKERTJES" kalmeeren,
door hun bijzondere sa
menstelling alsregeireeds
binnen een kwartier het
overprikkelde zenuwstel
sel en Ge voelt U als na
een verkwikkende slaap.
"AKKERTJES" bevatten
géén verdoovende be-
standdeelen en zijn voor
het gestel niet schadelijk.
tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou
13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers.