Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
dit étiket
No. 3.
DINSDAG 9 APRIL 1940.
56e Jaar#.
Firma J. C. VINK - Axel
Buitenland.
Het verloren werelddeel
Op échte
7^iÉ
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
UITGEEFSTER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Een Fransch Eneelsch
bondgenootschap l
Naar de speciale diplomatieke
redacteur van de „Daily Mail"
verklaart, stellen Fransche en
Britsche deskundigen op het
oogenblik een plan op, dat be
oogt tusschen Engeland en Frank
rijk een permanent bondgenoot
schap te scheppen, welks macht
zoo groot zou zijn, dat het iede-
ren eventuëelen aanvaller zou
afschrikken.
Men verwacht, dat de eerste
resultaten van het overleg reeds
ter sprake zullen kunnen worden
gebracht in de eerstkomende zit
ting van den Oppersten Raad der
geallieerden.
Te Londen en Parijs hebben
ministeriëele commissies het plan
tot in alle bijzonderheden grondig
bestudeerd. Haar bedoeling zou
zijn, de nauwst mogelijke samen
werking tusschen de geallieerden,
welke feitelijk zou neerkomen op
samensmelting der beide landen
in een enkele militaire en oeco-
nomische mogendheid, niet alleen
voor den duur van den oorlog,
doch ook daarna. Dit plan wordt
in sommige gezaghebbende krin
gen zoo geestdriftig ontvangen,
dat er zelfs sprake is van het
instellen van een Fransch-Britsch
parlement voor het bespreken van
belangrijke vraagstukken, waarbij
de beide landen betrokken zijn.
Men zou aan Duitschland, zoo
gelooft men, op die manier te
verstaan moeten geven, dat, als
eenmaal de vrede gesloten is,
elke nieuwe poging van zijn kant
om den vrede te verstoren zou
stuiten op het onbuigzaam verzet
van Frankrijk en Engeland, die
zouden optreden als één natie.
Voorts is men van oordeel, dat
beide naties, gesterkt door de
veiligheid hun door hun eenheid
verzekerd, dank zij hun bondge
nootschap heel wat minder
strenge vredesvoorwaarden onder
het oog zouden kunnen zien,dan
die welke onder andere omstan
digheden onmisbaar zouden wor-
FEUILLETON
door; Conan Doyle
8)
>Hoor eens, meDeer,* zei ik
ruggelings naar de deur gaand
en die openend, »u kunt my zoo
veel beleedigen als u wilt. Maar
er ia een grens. U zult my niet
te iijt gaan.«
»Niet Hij naderde my lang
zaam eu dreigend, maar opeens
bleef bij staaD en stak zyn groote
handen in de zyzakken van het
jongensachtige, korte jasje, dat hij
aanhad. »Ik heb al verscheidene
van jnllie het huis uitgegooid.
Jtj zult de vierde of vijlde zijn.
Ieder komt mij gemiddeld op
veertig gulden te staan. Duur,
maar noodzakelijk. Ea waarom
zou je je collega's niet volgen
Dat zie ik niet in.« Hy begon
mij weer steelsgewiize te naderen,
op de punten van de teenen loo
pend ais een dansmeester.
Ik had als ik gewild had naar
de voordeur kunnen hollen, maar
dat vond ik al te vernederend.
Daarbg kwam nog dat ik «enigs.
kin» verontwaardigd begon to
den geacht. Ten slotte zou uit
dit denkbeeld van een samen
smelting een soort federaal stelsel
kunnen ontstaan, waarbij zich
andere landen, die prijs stellen
op vrede en orde in de interna
tionale betrekkingen, zouden kun
nen aansluiten.
Volgens den redacteur van de
„Daily Mail" zouden waarschijn
lijk binnenkort in beide landen
ministers in redevoeringen kennis
geven van de vorderingen, welke
met het plan, dat thans nog in
sludie is, gemaakt zijn.
Op nhartige verklaringen.
Generaal Ironside, de chef van
den Britschen generalen staf, heeft
Vrijdag op het ministerie van
oorlog vertegenwoordigers van de
pers ontvangen.
Ironside verklaarde o.a.De
geallieerden mogen er zeer dank
baar voor zijn, dat zij 7 maanden
tijd hebben gekregen om hun
legers te vervolmaken. Ik beef
bij de gedachte, aan wat gebeurd
zou kunnen zijn, indien de Duit-
schers ons in het begin, toen wij
vrijwel in het geheel geen leger
hadden, hadden aangevallen. Pas
sedert veertien dagen kan men
zeggen, dat wij de moeilijkheden
werkelijk te boven zijn gekomen,
maar thans zijn wij volledig voor
bereid op alles, wat kan komen.
Ik heb de geallieerde legers in
het veld gezien en ik weet, hoe
voortreffelijk hun geest en hun
opleiding is. Men moet niet ver
geten, dat de meeste van onze
jongemannen geen militaire oefe
ning hadden gehad, zoodat zij
moesten worden opgeleid in veel
korteren tijd dan den normalen
termijn van 6 maanden.
Het groote Duitsche leger, dat
tegenover ons staat, is een prach
tige machine, doch het bezit geen
mannen, die aan den vorigen oor
log hebben deelgenomen in een
rang boven dien van kapitein,
terwijl wij en de Franschen groote
reserves aan ervaren leiders uit
den wereldoorlog hebben. Er
kan genie in het Duitsche leger
zijn, maar men twijfelt er aan.
Ik ken de meeste Duitsche be
velhebbers persoonlijk en ik ben
er van overtuigd, dat zij zich zeer
ongerust moeten gevoelen, indien
zij het bevel tot oprukken moeten
krijgen. Zes maanden geleden
zouden zij misschien geslaagd
zij doch thans niet. Zij hebben
aan de grens gelegen met de
dwaze wenschgedachten van hun
klanten en het resultaat van de
leugen-propaganda, gecombineerd
met de werkeloosheid van hun
troepen, moet zeer slecht voor
hun moreel geweest zijn."
Ironside zeide voorts, dat de
oorlog in Finland, Rusland ten
zeerste heeft ingespannen en de
Russische voedingsbronnen heett
verzwakt. Het zou mogelijk zijn,
dat Rusland elders onrust zou
gaan verwekken, doch in dat ge
val zou het moeten rekenen met
lange verbindingslijnen die moei
lijk gehandhaafd kunnen worden.
Het zou zichzelf nog meer ver
zwakken.
De occonomische oorlogvoering.
Monnet, de Fransche minister
van blokkade, heeft in een ver
klaring het volgende gezegd
„er is in het geheel geen twijfel
aan, dat de Duitsche zware in
dustrie reeds een aanzienlijk te
kort heeft aan grondstoffen en
gedurende eenige dagen per week
niet kan laten werken. Het zou
goed zijn, wanneer de blokkade
op zichzelf den oorlog zou kun
nen uitmaken, aangezien hierin
het beste middel ligt om men-
schenlevens te sparen. Op zijn
minst echter is het een slerk
wapen, dat de kracht van onzen
vijand vermindert en gereed
maakt voor den „knock out".
De geailieeiden willen geen
letsel toebrengen aan de rechten
van vrije volken, maar zij hebben
zelf ais vrije volken, die strijden
voor de vrijheid in de wereld,
het recht om alle middelen te
baat te nemen om den oorlog
zoo spoedig zij dat kunnen, te
doen eindigen en met zoo min
mogelijk bloedvergieten. Dit is
een totale oorlog en wij hebben
het recht om alle maatregelen te
nemen, die in ons bereik liggen."
Monnet voegde hieraan toe, dal
de nieuwe Fransche regeering de
blokkade wensebt te versterken.
Dat is ook het doel van de En-
gelsche regeering.
Bezuiniging in Engeland.
De nieuwe Britsche minister
van Levensmiddelenvoorziening
lord Woolton heeft een pleidooi
gehouden voor minder verspilling
met het eten en de vrouwen op
geroepen voor de vorming van
een keukenfront.
De minister wees er op, dat
er, indien iedereen een snee
brood per dag verspilt, per jaar
dertig scheepsladingen graan ver
loren gaan. In vredestijd zeide
men „Een lepel thee per per
soon en een extra voor den pot",
dat moet veranderen, die eene
extra-lepel voor den theepot moet
worden afgeschaft. Doet men
dat in elke huishouding, dan
sparen wij zestig scheepsladingen
thee per jaar.
Het is mogelijk, dat de levens-
middelenvoorraden niet steeds
voldoende zullen zijn. De vrou
wen moeten zich reeds oefenen
voor den tijd, waarin het uithou
dingsvermogen van het land af
hangt van haar capaciteit, om
den geest der arbeiders te hand
haven. Hitier zou nog verwon
derd zijn over de voorraden le
vensmiddelen, die Engeland op
geslagen heeft. De mannen moe
ten de vrouwen niet uitlachen,
als zij trachten te bezuinigen.
Vóór alles moet gewaakt worden
tegen verspilling.
De duikboot oorlog.
Reuter meldt uit Londen
Het is thans reeds ruim een
week geleden, dat een Engelsch
schip is aangevallen door een
duikboot. Men gelooft, dat de
Duitschers moeilijkbeden onder
vinden bij het op peil houden
van hun duikboot offensief, aldus
den vloot-correspondent van Reu
ter. De aanvallen van duikbooten
komen in golven; de duikbooten
worden periodiek in zee gezon
den en keeren, wanneer zij het
overleven, naar Duitschlard terug
voor rust en herstel. Deze gol
ven worden geleidelijk zwakker
en minder veelvuldig. De groot
ste moeilijkheid ligt voor Duitsch
land zonder twijfel in bemanni' g
van de duikbooten. Dit blijkt
uit den bijzonderen jeugdigen
leeftijd van de bemanningen, die
onlangs gevangen genomen zijn.
Ook zijn er aanwijzingen, dat het
duikbootbouwprogram niet aan
worden, Esrit had ik volledig
sehnld gehad, maar nu werd ik
door z(jn bedreigingen in het
gelijk gesteld.
«Ik verzoek u uw handen van
my af te honden, meneer. Ik
duld Diet dat u mij aanraakt
>Zóó, zóó Hy trok zyn zwar
ten snor op en liet grijnslachend
een witten slagtand zien. «Duldt
u dat uiet
«Wees niet zoe kinderachtig,
professor It riep ik. «Wat kunt
a verwachten van iemand als ik
k weeg honderd au vjjftig pond,
beu zoo hard als metaal, doe veel
aan sport, en ben de man niet
om
Op hetzelfde oogenblik vloog by
my aan. Het was een gelnk dat
ik de dear opeogedaan had, anders
waren we er doorheen gegaan.
Wo tuimelden samen ruggelings
de trap af, namen een stoel in
onze vaart mee en zoo kwamen
we in de vestibule terecht.
Ik met een stuk van zijn baard
in mijn mond, onze lichamen in
eengestrengeld 3D met de beecen
verward iü dien vervloekten stoel.
)e waakzame Austin bad de voor
deur opengeworpen. Eu meteen
luchtsprong over den kop gingen
we ook de stoep af. De stoel
rloeg tegen de straatateenea in
stokken en wij rolden elk een
kant uit in de goot. Hij sprong
weer op, zwaaide met zijn vuisten
en riep, bygend als iemand die
asthma heett
«Heb je nu genoeg gehad?*
»Jy lammeling riep ik, met
moeite opstaande. Ea we zouden
zeker opoienw zijn gaan veehteu,
want hy kookte nog van woede,
als ik Biet uit den onaangenamen
toestand verlost was door een
politieagent, die met zijn aan-
teekenboekje in de hand naast
ons stond.
«Wat beteekent dit? U moest
n wat schamen,* zei de agent.
Ea dit was de verstandige op
merking, die ik nog in Eomore
Park gehoord had. «Welnu,*
hield hy aan, zich tot mij wen
dend, «spreek*
«Deze man hier heeft mij aan
gevallen,* zei ik
«Heelt n hem aangevallen?*
vroeg de agent.
De Professor haalde diep adem,
maa- antwoordde niet.
«Ea dat is ook niet voor den
eersten keer,* zei de agent, streng
het hoofd schuddend. «De vorige
maand is a wegens hetzelfde ver
zijp in moeilijkheden geraakt.
U beeft dezen jongen man een
bliuw oog bezorgd
«Klaagt a hem aan, meneer?*
Ik werd wat zaohter gestemd.
«Neen,* zei ik.
«Wat is dat nn zei de agent.
«Het was myn eigen schuld.
Ik had mij by hem ingedrongen
Hy heeft mij genoeg gewaar
schuwd.*
De agent sloeg zyn aanteeken-
boehje met een klap diebt.
«Zorg dan dat het niet weer
gebeurt,* zei hy. «Nu, vooruit
Doorloopen, doorloopen Dit
tegen een slagersjongen, een
dienstmeisje en een paar ledig-
loopers, die zich nieuwsgierig om
ons heen verzameld hadden. E
hij stapte met zwaren tred de
straat door, zijn kleine kndde
voor zich uitdrijvend. De Pro
fessor keek mij aan, en er was
iets hnmoristisch in zyn oogen
toen by zei«Kom b'nnen Ik
heb nog Diet met n afgedaan,*
Hoe sinister deze woordea mij
ook in de ooren klonken, volgde
ik hem toch in huis. En de
knecht, Aastin, deed, als eeD
steenen beeld, de dour achter
ons toe.
HOOFDSTUK IV.
De deur was nauwelijks ga-
iloten of mevronw Challenger
schoot git da eetkamer te voor»
sehgu. Het kleine vrouwtje was
buiten zichzelf var drift. Ze ging
voor baar man staan als een ra
zende kloek voor een buldog.
Blijkbaar had ze my zien weg
gaan, maar niet terngkomeD.
«Jij onbeschofte vlegel, Ge
orge schreeuwde ze. «Je hebt
dien knappen jongen man be
zeerd
Hij wees met zijn duim naar
achteren.
«Daar staat h\j veilig en wel.*
Ze werd even verlegen.
«Pardon, ik had n nietgezieD.*
«Ik verzeker u, mevrouw, dat
ik er heel nred afgekomen beD
«Hij h<°eft uw gezicht gewond I
O, Goorge, wat ben je toch een
ellendeling 1 N.eis dan schandalen
van de eene week op de andere.
Iedereen haat je en lacht om je.
Je hebt myn gedold totaal uit
geput.*
«Ssst, ssst,* donderde hy.
«Neen, het is geeu geheim,*
riep ze. «Denk je dat de heelo'
straat heel Londen het niet
weet? Ga weg, Austin, we
hebben jon hier niet noodig.
Meen je dat ze niet aiiemaal den
mond vol over jon hebben
zit je dan geen greintje gevoel
vaa eigenwaarde?
(Wordt vervolgd),
IC^'D