GRIEP? Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen. Mijn hardt je No. 81. D'NSFMG 16 JANUARI 1940. 55e Jaarg. Firma J. C. VINK - Axel Het |js en de Nederlandsche defensie. Buitenland. xt i i r i/rt W J Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. UITGEEFSTER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Nu de vorst de Nederlandsche watervlakten bevroren heeft en reeds in eenige rivieren het ijs is gaan vastzitten, bekruipt som migen de vrees, dat hiermede de vriend van de Nederlandsche de fensie het water een ge boeide bondgenoot is geworden en weinig waarde meer heeft. Deze vrees wordt, naar het A.N.P. bij informatie bleek, door de deskundigen niet gedeeld. Voorbeelden uit vroeger tijden. Het voorbeeld, dat den meesten onzer door het hoofd speelt, wan neer zij zich over de strenge vorst zorgen maken, is de tocht van den Franschen generaal Pi- chegru in 1794, die, trekkende over onze bevroren rivieren, ons land zonder slag of stoot binnen enkele dagen kon bezetten. De vaderlanasche geschiedenis heeft ons bovendien geleerd hoe de generaal van Lodewijk XIV Lu xembourg zijn bekenden tocht over nu ij» van Woerden naar Bode graven en Zwammerdam maakte. Deze voorbeelden uit de geschie denis, welke iedere Nederlander kent, schijnen op het eerste ge zicht aan te toonen, dat bevroren inundaties waardeloos zijn. Maar men vergeet daarbij, dat Pichegru het al neel gemakkelijk had. Hij vond de rivieren niet alleen be vroren, maar vrijwel onverdedigd. Zijn Fransche troepen werden door een deel der bevolking met sympatme begroet. Niet het ijs, maar de verdeeldheid van de natie was oorzaak van zijn snel succes. En deze oorzaak is thans af wezig. Ook Luxembourg vond geen pewapenden tegenstander tegen over zich, toen hij zijn tocht over het ijs ondernam. Hij kwam sitcnis een gewapenden uitlegger, dat is een kleine met een kanonnetje gewapende boot op zijn expeditie tegen, en zag FEUILLETON Berlijnschb Roman. <o 3 25) Het werd Egmout al duidelijk Het aetwoord op zijn volgende wist hij reeds. Toeh vroeg by Ik en juffrouw Von Egelstern Zakea meneer, ik heb alles precies zoo gezegd, maar ze wilde niet blyven en ging dadelijk weer weg. Jammer. 't Is goed, dank je, zei hij werktuiglijk als tot eeu ondergeschikte die een rapport had uitgebracht. Een oogenblik stond hij voor de deur, als be sluiteloos wat te doen. Zijn toestand was lastig. Wan neer Anme slechts iets van Klara's koelheid bezat I Maar in elk op zicht was z\j het tegendeel van sijue vrouw. Haar hartstochtelijk temperament en haar gebrek aan ■elibeheeraohing maakten die ont moeting van heden tot een pjj- oigmg en bezoeking voor hem, Waartegen hij zieb niet opgewassen gevoelde. Zy was zyn vurig ge- liafda bruid geweest, het meisje, dit hij see sael als hg ken tet verder geen Nederlandschen sol daat. Toch was de tocht hoogst riskantde dooi viel in, en had Painelvin geen verraad gepleegd, dan zouden de Franschen van hun basis zijn afgesneden en een gemakkelijke prooi van de Staat- sche troepen zijn geworden. Dat het ijs een vijand van ons verdedigingsstelsel zou zijn, wordt door de beide historische voor beelden dan ook niet bewezen. Daartegenover echter bestaan er geschiedkundige feiten, welke in tegengestelde richting wijzen. Zij zijn ook welsprekender, daar zij aan een jonger verleden zijn ontleend. De vorst en de operaties gedurende den wereldoorlog. Het laatste hoekje Belgisch grondgebied werd in den oorlog 1914 1918 verdedigd achter een inundatie, die van den Yser. Deze was van veel beperkter omvang dan de inundaties, waarop Neder land in tijd van nood zou kunnen rekenen. De Yser-inundatie nu is meermalen dichtgevroren, en wel zeer stevig in den strengen winter 1916—1917. Toch is er nooit een aanval over gedaan. Een bewijs, dat beide partijen het risico daarvan beseffen. Wel zijn in dien oorlog aanvallen over het ijs beproefd aan het Oostelijke front. De Russen hebben zich meermalen gewaagd op de be vroren meren en moerassen van Oost-Pruisen en West-Rusland, o a. tijdens het Kerst-offensief van 1914. De pogingen liepen uit op een volslagen débScle. Leerzaam is ook, dat ook nu weer, in den Finsch—Russischen oorlog, het Ladoga-meer, ofschoon met een dikke ijslaag bedekt, vol komen ongeschikt is gebleken als operatie-terrein voor den aan valler. Deze voorbeelden uit de jongste krijgsgeschiedenis laten zien, dat de moderne bewapening dengene, die over bet ijs een aanval tracht te ondernemen, in het nadeel stelt. De redenen zijn duidelijk. De aanvallende troepen hebben op de gladde ijsvlakten niet de zjjne vrouw wilde maken zou hy dat uiet nog heden gewild hebben, wanneer er nog maar een sehyn van mogelijkheid be staan had Een siddering voer door zijn leden toen hij weer voor haar stond, die zoo mat en treurig in den steel lennde. Ze was 't, nietwaar Eg- mont? stamelde ze angstig. Ja. Maar stel je gernst, ze is weer weggegaan. Waarom riep je haar vroeg ze zacht. Omdat de toestand geen enkel oogenblik onopgehelderd mocht blyven I Omdat ze nn stel lig gelooft, dat ik gehoopt heb je hier te zien zei hy, zich naast haar neerzettend. Ea Aanie, lieve Annie, dat moet, dat mag ze niet 1 We mogen elkaar niet weerzien, kind I Het gaat boven mijn kracht. In welk een on gunstig licht komen wij beiden te staan. Het zal me zwaar, zeer zwaar vallen, haar at te brengen van het denkbeeld dat ik haar aehter haar rug heb willen be driegen. Egmont t zei Annie op zaeh- tez, vleienden toen, hem in de oogoa aiende, is dit dm aoo» minste dekking. Elke soldaat heeft de wetenschap, dat hij, als hij gewond wordt, op het ijs zal moeten blijven liggen, omdat hij zoo goed als onbereikbaar zal zijn voor geneeskundige hulp. Gewond worden beteekent dood- vriezen, en dit vooruitzicht is fnuikend voor zijn moreel. Aangezien de verdediger zich in stellingen verschanst zal heb ben, vanwaar hij met zijn auto matische wapenen eiken infante- rieaanval kan smoren, is een aan val over het ijs wel ondenkbaar zonder grondige voorbereiding en ondersteuning door de artillerie. Maar diezelfde artillerie vernielt het terrein, waarlangs de eigen soldaten de stellingen van den verdediger zullen moeten berei ken zij vernielt het ijs en speelt daardoor in de kaart van de ver dediging, welker artillerie op haar beurt ook niet zal nalaten tot ver nieling van de ijsvelden bij te dragen. Een aanvaller zal zich niet op glad ijs begeven. Verrassende aanvallen onder bescherming van het nachtelijk duister zouden, gezien de kracht der automatische vuurwapenen, tegen een zichtbaren vijand de eenige overblijvende mogelijkheid op succes voor den aanvaller kunnen schijnen. Maar ook dan waagt de aanvaller zich wat men noemt op glad ijs. Het ijs biedt mogelijkheden tot verraderlijke hinderlagen. Van ouds bekend zijn de ijscunettes, ijsvrije sleuven, welke vooral bij nacht voor op rukkende troepen gevaarlijke val kuilen vormen. Meestal zijn ijs cunettes versterkt door versper ringen, welke men uit ijsblokken, uit de sleuven afkomstig, op bouwt. Reeds in 1672 werden deze cunettes op ruime schaal tegen de Franschen gebezigd. Ook op andere wijze kan het dig? Zou je dan niet vry willen wezen viy. ter wille van mij Heb je dan in 't geheel geen plich ten tegenover ja vreegere bruid Heb ik dan niet de oudste rech ten op jon en op je eergevoel Ea beiden vergaten ze, dat zy 't zelve geweest was die het eerst afstand gedaan had van deze rechten en verplichtingen. 't Is nn te iaat, antwoordde hy ernstig. 't Is nooit te laatMaak je vrij Bedenk wat je jezelt en je liefde voor my verplieht bent 1 Werp haar dat armzalige geld voor de voeten 1 Kom weer by me terag, bij mij, je nitverkoren bruid. En wat dan Hoe zon 't dau met oos moeten gaan Zooals je het ja vroeger dachtsamen leven, strijden, ster ven I Zijn droefgeestige, vragende blik gleed langs haar elegante, kost baar gestalte voor by en zjj begreep zijn onuitgesproken vraag. Je zult je gauw genoeg een passende positie verwerven, Eg mont Bevryd je zelf van deze gruwelijke, onwaardige vronw Dat zijn zeer karde uitdruk kingen, zonder dat je daarveer eenige aanleiding hebt, zei hij, ijs tot hindernis worden gemaakt. Wanneer de verdediger den wa terstand verandert, door het water onder het ijs te laten wegloopen, zal boven de slooten en vooral boven de kanalen het ijs breken en zullen de schuin tegen de kanaalwanden omhoog stekende schotsen vallen gaan vormen, welke, zoo niet voor 's vijands infanterie, dan toch in ieder ge val voor zijn tanks onoverkomelijk zijn, terwijl het ijs buiten de slooten en kanalen al die onaan gename eigenschappen gaat ver- toonen, weike in het woord bomijs begrepen liggen. Bevroren rivieren zijn gevaarlijk. Ook onze rivieren zijn in den winter gevaarlijk voor een aan vallend leger. Een tijdsverloop van enkele dagen kan hoog water brengen, dat alle operatieplannen in de war stuurt. Heeft men, zooals thans het geval is, drijfijs op de rivieren, dan is elke over gang onmogelijk. Indien wij in vredestijd onze zware schipbrug gen en veerponten moeten weg nemen, wanneer het drijfijs zich op de rivier vertoont, dan kan een vijand met zijn licht ponton materiaal er zeker niets beginnen. Maar zelfs gesteld, dat de rivieren geheel zouden dichtvriezen en een zoo sterk ijsdek zouden vor men, dat het aanvallende leger er met gemak met trein en al over zou kunnen oprukken, dan blijft nog steeds het gevaar be slaan, dat eens Luxembourg be dreigde de dooi en het daarop volgende kruien van het ijs. Dooi beteekent, dat de opgerukte vijand afgesneden wordt van zijn basis, dat zijn aan- en afvoer wordt af gesneden gedurende langen tijd, wellicht voor eenige weken. Zoolang de weersvoorspellingen niet verder dan eenige dagen reiken en ook daarvoor nog slechts zeer beperkte zekerheid bieden, zal een verantwoordelijke legeraanvoerder zich wel driemaal bedenken eer hij zijn troepen in de wisselvallige klimaat laat trek ken over een zoo onbetrouwbare Vergeet me, ik weet niet wat ik zeg, ik voel me zoo bang, zoo onrustig en ongelukkig. Ea jij, E»mont, je doet zoo vreemd, zoo koel zoo.,,, O, neen, zeker niet. Maar ik zie geen uitweg, geen enkele nitkomst. Ik kan me niet meer van myn vronw bevrydeD, wan neer ze hetzelve niet wil 1 Ik ben bij haar in sehnld voor een bedrag, dat ik haar wel nooit zal kannen terugbetalen. Ik ik kan haar die scbnld sleehts met myn persoon, met myn leven afbetalen, Dus, alleen dan wanneer zij je zon verstooten, wanneer zij je zou zeggen dat ze je verachtte, dan Haar toon was zoo zacht, zoo vleiend, dat het cynische in haar vraag niet te merken was, Hy had ook slechts gelet op den zin van haar eerste woorden Dan zou ik haar natuurlijk niet kunnen dwingen om met mij sa men te leven, zei hij, de schen ders ophalend terwyl hij opstond. Ik moet nn gaan, ik weet niet wat zy zal doen, vaarwel Aonie, vaarwel, voor altyd, stiet hij met moeite uit en ging naar de deur, Vaarwel mijn galak 1 klonk 'then na, brug als het ijs. Want hoe on aangenaam de positie is van een aanvaller, die achter zich een kruiende rivier en voor zich de dooiende inundaties van den ver dediger heeft, laat zich gemakke lijk denken. Het winterseizoen op zich zelf brengt ook reeds groote nadeelen voor den aanvaller met zich mee. Weliswaar kennen wij geen Fin- schen winter, doch ook bij ons zou de aanvaller te lijden hebben van gladde wegen, van korte dagen, van koude, welke de ge ïmproviseerde legerplaatsen van zijn troepen zou teisteren en van de onmogelijkheid iets met den harden grond te beginnen. Wan neer de bodem flink bevroren is, stuit de infanterieschop als op een rots. Terwijl de verdediger zich in te voren klaar gemaakte stel lingen heeft ingericht, weigert de bodem den aanvaller een schuil plaats. De deskundigen concludeeren dan ook, dat onze weermacht, gebruik makende van oude be proefde middelen en van de mo gelijkheden der moderne techniek, opgewassen is tegen de moeilijk heden van vorst. De winter zou een zeker zoo groote vijand voor den aanvaller blijken te zijn, het geen de ervaring in 1914—1918 en in Finland heeft geleerd. Bemiddeling van Berlijn inzake het FioHche conflict De Fransche bladen maken melding van hardnekkige geruch ten, volgens welke Hitier, ten einde te trachten het Russische echec in Finland te beperken, zich zou aanbieden als bemidde laar in den Finsch—Russischen oorlog. Uit Londen meldt Havas, dat volgens de Sunday Graphic te Kopenhagen met een speciaal vliegtuig Duitsche afgezanten zijn aangekomen, die tot taak hebben zich op de hoogte te stellen van de mogelijkheid van vrede in Finland. Duisternis en diepe stilte om ringden Egmont, teen hij zyn huis betrad. Tastend zoeht hy zyn weg in zyn werkkamer, waar hij door een dmk op een knopje de elca- trisehe lamp boven zijn schrijf- tatel deed branden. Daar lagen brieven. Ean groot couvert met een voornaam, krach tig handschrift. In elk geval geen rekening. Dat was hem nn ook trouwens onverschillig. Rekenin gen ot dergeiijse geschriften be hoefden hem niet mear te ver ontrusten of te beangstigen. On verschillig sneed hij het couvert open met het kostbare vouwbeen, dat zijn vrouw hem bij zijn ver loving gegeven had en dat den vorm had van een dolk. Met een ironisch lachje dacht hij eraan, dat zij wel geheel vrij moest zijn van bijgeloof, om hem dien zij liefhad, een dergelijk geschenk ta geven, daar 't toch eeu bekende waarheid was, dat zulk een mes de vriendschap afsneed 1 Dat was toch algemeen bekeud, dat mea als brnid zooiets niet goven kon. Zij alleen wist daarvan mets, daeht hij, terwijl hij het couvert opensneed, (Wordt vervolgd), AXELSCHE« COURANT Dèn Twee stuks 1 O ct. Twaalf stuks 50 ct.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1940 | | pagina 1