Nieuvvs- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh- Vlaanderen,
No. 69.
DINSDAG 5 DECEMBER 1939.
55e Jaarg.
Firma J. C. VINK - Axel
Raads verslag.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
UITGEEFSTER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ÊN van 1 tot 5 regels 60.Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Zitting van 28 Nov. 1939.
Tegenwoordig de heeren H.
Sinies, P. de Jonge, B. Seghers,
C Tn v. d. Bilt, A. Th.'t Gilde,
P. van Bendegem, F. Dieleman,
A P. de Ruijter, P. Goossen, C.
Schieman, C. Hamelink, C. van
Bendegem en U. Sijtema.
Voorzitter de heer F. Blok,
burgemeester, Secretaris de heer
J. L. J. Maris.
II.
8a. Gemeentebegrooting voor
1940.
Alvorens tot behandeling over
te gaan, geeft de VOORZ, gele
genheid tot het houden van al-
gemeene beschouwingen.
Dhr. HAMELINK zegt dat deze
begrooting den indruk geeft van
gebondenheid aan alle kanten.
Dit behoeft echter geen verwon
dering te wekken want door
crisis- en oorlogsomstandigheden
zijn we aan allerlei bepalingen
gebonden, die opgelegd worden
door de overheid. Vroeger was
dat gemakkelijkertegenwoordig
kan men vele en vrome wenschen
stellen, maar daar blijft het dan
ook bij. Dat is onlangs ook weer
gebleken bij de werkzaamheden
in het Land van Cadzand. Het
was een beleediging voor onze
arbeiders. Spr. achtte het dan
ook noodig hiertegen te moeten
protesteeren en zal dit ook steeds
in de toekomst doen als dit noo
dig blijkt. Zelfs de meest voor
uitstrevende Raad zou alle mis
standen niet kunnen voorkomen,
maar toch heeft spr. den indruk,
dat er in deze Raad niet altijd
eensgezindheid bestaat op dit
punt. Hij verwacht van deze
Raad dan ook geen krachtige
houding tegen alle voorschriften,
die van overheidswege opgelegd
worden.
Oojc is de samenstelling van
deze Raad niet ten volle geweest,
zooals spr. zich die had voorge
steld. Wat de partij van spr.
betreft is er wel reden voor te
vredenheid. Spr. heeft het verder
FEUILLETON
Berlijnschjs Roman
(o e)
14)
Op-ew«kt is niet altijd het-
ïcit ais - rooujkbeid, en monter-
hmd is nog niet altyd moed.
Daat ui lj vandaag zoo eemgszins
am lcu kleine jongen die bang is
in 't donker en die door luid te
zingen ziohzelven moed inblazen
wil.
Ik geloof u voelt a wer-
seiijk uier Heel goed, zei ze deel
nemend en in hare oogen kwam
een uitdrukking die hem, zonder
dat hy er zich goed rekensehap
van kon geven, verbaasde.
Mejuffrouw, uw toon is zoo
hartelijk, dat ik n de waarheid
wel moet bekennen. L chamelijk
ben ik niet ziek. Maar geestelijk
nèl, en wei hopeloos. Ik heb zulk
een groot onherstelbaar verlies
geleden.
Bij dacht werkelijk niet aan
haar tot wie hjj sprak. Hij was
zoo doodmoe van deze zeltbebeer-
scbing, dia hij zioh voortdurend
moest opleggen, hjj dacht aan An-
hia, 'a sterk verlangen bering hem,
over de liberalen en meent dat
de liberale gedachte in Axel niet
dood is. Wat de samenstelling
van het college van B. en W.
betreft, is ook geen rekening ge
houden met de juiste geestesge
steldheid der bevolking. Er is
wel degelijk aanleiding om ook
met de links-protestantsche groe
pen voeling te houden. Vojgens
spr. is er ook deining geweest in
de anti-rev. partij voor de samen
stelling van het college van B.
en W., doch dat moet iedere
partij voor zichzelf uitmaken. De
samenstelling van het college
heeft spr. teleurgesteld. Hij hoopt
echter dat dit college zal doen
wat mogelijk is onder de tegen-
wooidige moeilijke omstandig
heden ondanks zijn eenzijdige
samenstelling. Mocht dit niet het
geval zijn, dan zal onze partij zijn
getalsterkte in den Raad aan
wenden om te steunen en te ver
dedigen al wat steun behoeft en
wat zwak is. Spr. heeft echter
reden om daarvan iets te ver
wachten naar den goeden kant,
vooral van de zijde van wethouder
Dieleman, die toch altijd in die
richting gewerkt heeft.
Vervolgens gaf spr. een be
schouwing over de begrooting
zelve. Het college van B. en W.
kan over de samenstelling geen
verwijt treffen, ook al hadden wij
ons die op verschillende punten
anders voorgesteld. Begonnen is
al met een beetje schrielheid in
deze begrooting, zooals ook blijkt
uit het afdeelingsverslag. Hij had
dat gaarne veel uitgebreider ge
zien en hij mist daarin dan ook
veel. Een meer uitgebreider ver
slag zou de openbare behande
ling van de begrooting ook zeer
kunnen bekorten. Toch heeft
spr. ook een woord van lof voor
het college, voor wat betreft de
verstrekte inlichtingen, waaruit
gebleken is de juiste kapitaals
positie van de gemeente. De
raadsleden kunnen aan de hand
van deze gegevens nu een en
ander ook nader beoordeelen.
In dit verband brengt spr. ten
slotte ook hulde aan den admi
nistrateur van de gasfabriek.
U moest eens een bijeen
komst van het Heilsleger bezoe
ken, zei juffrouw Peters vrien
delijk, haar band op Wandersee's
arm leggend. Dat zou u zeker
Dij zulk een stemming goed doen.
Daarover moest hij plotseling
lachen.
Dat is heelemaal niet be
lachelijk, zet ze. Men moet niet
lachen over dingen, waarvan men
niets weet.
Mijn dank voor uwe terecht
wijzing, zei hij. Wanneer u
den zegen van het Heilsleger voor
mij toegankelijk maken wilt, dan
ben ik gaarne bereid om daarmee
kennis te maken.
Alles wat ik doen kan is u
erheen te brengen, zei ze volkomen
rustig.
Hjj ging geestdriftig op het plan
in. Het was hem ook volkomen
onverschillig op welke manier hjj
aan de driemaal honderduizend
mark kwam, dacht hij, in een
vlaag van bitterheid.
Wilt n zoo goed zijn om dag
en nar vast te stellen
Zjj zweeg een oogen blik en zei
dan Ik zal u schrjjven,
Hjj boog toestemmend.
Het gesprek kwijnde weer en
de langharige artist riahtte zijn
imaohtende blikken weer op jal-
Dhr. DE RUIJTER spreekt ver
volgens namens de anti-rev. frac
tie en zegt dat deze het college
van B. en W. zal steunen. Ze
kan zich ook vereenigen met de
aangeboden begrooting. De anti-
rev. fractie wenscht ook met de
geheele Raad samen te werken
in goede verstandhouding en
hoopt dat daarvan ondtr Gods
zegen ook veel heil zal uitgaan
voor de gemeente. Hij is het
niet eens met wat dhr. Hamelink
zeide omtrent het college van
B en W., en meent dat er wel
degelijk een krachtige houding
kan uitgaan van dit college. We
stellen dan ook vertrouwen in het
huidige college, wat echter nog
niet wil zeggen dat we het
slaafsch zullen volgen. Wat de
begrooting betreft, zal ook van
anti-rev. zijde gestreefd worden
naar behoorlijke uitgaven voor de
minder bedeelden. Wat de sa
menstelling van het college van
B. en W. aangaat, acht hij deze
zooals die thans is, de meest
gewenschte.
Dhr. DE JONGE legt een korte
verklaring af namens de chr.-hist.
fractie, daarbij ook nog even op
de wetshoudersverkiezing wijzend.
Spr. zegt namens zijn fractie ook
vertrouwen te steller, in het col
lege van B. en W.
Dhr. 't GILDE zegt het college
met vertrouwen tegemoet te tre
den. Spr. heeft ook een woord
van lof voor de samenstelling der
begrooting, omdat hij weet dat
B. en W gebonden zijn aan
allerlei maatregelen van over
heidswege en daarmede rekening
moet worden gehouden. Hij
brengt ook dank voor den staat
van inlichtingen, doch is van
meening dat de belasting aan den
hoogen kant is. Er zal dan ook
gestreefd moeten worden naar
een zeer voorzichtig beleid. Wat
de samenstelling van het college
van B. en W. betreft, daarover is
hij niet gekend en hij wil daar
omtrent dan ook slechts zeggen
elk volk heeft de regeering die
het verdient, dus spr. legt zich
daarbij neer. Overigens zal hij
zijn meening niet onder stoelen
frouw Poters, terwijl Egmont
eraan dacht hoe toch geldnood en
gelddorst als een verterend vuur
bjjua elk karakter kan aantasten
en hoe niets een menseh meer
deemoedigt dan veiaGhting in
eigeD oog.
Ea toen hij opstond na een sty ve
buiging voor juffrouw Peters, zag
hij steeds duidelijker in dat zijn
verachting werkelijk niet dit
vreemde meisje gelden kon, dat
voor haar geld koopen wilde wat
haar beviel, maar alleen hem, die
zioh liet koopen, die zieh zeiven
vetkocht.
Toen Rudolf Nickelberg naar
hem toekwam om hem met een
»Gesegnete Mahlzeit* de hand te
drnkken, stak Egmout hem zijne
hand niet toe, maar zei fluisterend
U hebt me misleidHet
meisje weet niets van den ruil
handel I
Het antwoord was vergezeld
van een spotachtigen blik.
Dacht u dan dat we bier op de
beurs zyn, waar genoteerde waar
den openlijk verhandeld worden
Een weinig komediespel kunt u
haar niet kwalyk nemen, 't zou
trouwens geen kwaad kunnen als
u zelt ook een beetje wilde ko
mediespelen, Ik heb u gezegd
dat se sentimenteel, maar daarom
of banken steken, al is gezegd
dat zijn stem wel zal klinken als
die eens roependen in de woestijn.
Het spijt hem, dat dhr. Hamelink
hem weer een trap heeft moeten
geven, voor wat de liberale ge
dachte betreft, doch spr. laat dit
alles langs zijn koude kleeren
loopen. Wat de kwestie van de
vertegenwoordiging van het libe
rale element in den Raad betreft,
zegt spr. dat hij het vrijzinnige
beginsel zal vasthouden zoolang
hij hier zit.
Dhr. HAMELINK heeft nog
enkele opmerkingen naar aan
leiding van het gesprokene door
dhr. De Ruijter. Spr. vindt het
ook juist, dat een fractie niet
slaafsch moet volgen. Vervolgens
antwoordt hij ook dhr. De Jonge
naar aanleiding van de wethou
dersbenoeming. Wat de samen
stelling van het college betreft,
komen volgens spr. de katho
lieken nader bij de linksche groe
pen dan de proteslantsch recht-
sche. Spr. zal het hierbij laten.
De VOORZ. zegt dan te zullen
overgaan tot behandeling der be
grooting.
Dhr. HAMELINK vindt het
vreemd geen enkel woord te
hooren namens B. en W. naar
aanleiding van het gesprokene
over de begrooting. Er is het
college toch ook lof toegezwaaid,
dus had spr. verwacht dat hierop
toch nog wel een woord van dank
zou volgen. Nu dit niet het ge
val is, moet hij zeggen, dat B
en W. het er maar kaal afbrengen.
De VOORZ. zegt dat de heer
Hamelink wel wat vooruitloopt;
om hierop te antwoorden, dient
toch eerst overleg gepleegd te
worden in hetcollege van B. en W.
Hierna wordt de begrooting
aan de orde gesteld.
UITGAVEN:
Hoofdstuk III Openbare vei
ligheid. Volgnr. 82. Belooning
der gemeenteveldwachters f3175.
Hierbij kwam in behandeling
een adres van den Alg. Nederl.
Politiebond, waarbij verzocht
wordt te besluiten tot aanvulling
"an de verordening, regelende de
toch nog niet dom is I Uw manier
van doen is een soort van voort
durend, hooghartig protest tegen
het meisje. Daarop draaide hy
hem «oirder meer deD rag toe.
Heden gevoelde Egmont zich
niet meer in staat komedie te
spelen. Maar hij kou en mocht
niet meer terug. Hij moest de
eoDsrquentie van zijn gedrag op
zich nemen, by moest zich plooien,
zich aan dit meisje, dat zyn woord
zou krygen in rail voor haar geld,
overleveren. Goed zij 't dan
zoo tot aan het huwelyk. Dan
zon hij eenvoudig de komedie doen
overgaan in de koele, zakelyke
werkelijkheid, dan zou hij de
grenslijn tusschen hen beiden
weten te trekken.
In de allereerste plaats moest
ze, wanneer tenminste zyn eenige
wensch, om in dieDst te blyven,
vervuld zou kunnen worden, op
gevoed worden. En daar viel
eensklaps een lichtstraal in het
droevige duister zyner ziel
Rosalie Blume!
In dezelfde mate als zijn ge
moed vervuld was van atkeer voor
zyn toekomstige vrouw, koesterde
hij een onvoorwaardelijk vertrou
wen in dat eenvoudige dametje,
dat hjj slechts eenmaal in zijn
leven gezien bed, ela vriendin van
eischen van benoembaarheid en
de bezoldiging van de veldwach
ters dezer gemeente, in dien zin
„dat aan de gemeenteveldwach
ters worde toegekend een kinder
toeslag overeenkomstig de rijks
regeling".
Deze aangelegenheid is in de
Commissie van G.O. geweest.
Deze Commissie adviseert een
kindertoeslag in het leven te roe
pen. doch dezen toeslag niet te
verleenen vanaf het eerste, doch
vanaf het derde kind, zooals ook
bij de regeling van burgemees
ters, secretarissen en ontvangers
het geval is, en voorts deze re
geling voor alle gemeente-amb
tenaren te doen gelden.
De meerderheid van het college
van B. en W. kan zich met dit ad
vies niet vereenigen. De minder
heid gaat met de gedachten van
de commissie van georganiseerd
overleg mede.
De meerderheid van het college
is van oordeel, dat deze toeslag
voor enkele ambtenaren een ver
hooging van inkomsten bdeekent,
wat h i. niet gerechtvaardigd is
tegenover de andere ambtenaren.
Waar de levensstandaard wel in
stijgende lijn is, doch nog geen
aanleiding geeft om daarin te
gemoet te treden, staan deze op
het standpunt voor geen enkele
categorie een wijziging of aan
vulling in dien geest thans te
bevorderen.
Dhr. VAN DE BILT is van
meening, dat de kindertoeslag er
toch zal moeten komen. De
groote gezinnen worden anders
te veel gedrukt en spr. weet wat
dat beteekent. Hij zou echter in
overweging willen geven om dit
voor alle ambtenaren te onder
zoeken.
De VOORZ. zegt dat het voor
stel van de meerderheid van het
college van B. en W. is om er
Riet op in te gaan.
Dhr. VAN DE BILT gaat hier
mede niet accoord hij zou de
kindertoeslag voor alle ambtena
ren willen invoeren en niet alleen
voor de veldwachters.
De VOORZ. vindt het ook
verkeerd, als er voor de eene
zijn boven alles geliefde Annie.
E.enals er een liefde op bet
eerste gezicht is en velen
zeggen dat dat de eenig ware is
zoo is er ook een vertrouwen
op het eerste gezicht, cd die is
tnissehien nog wel zoo echt ais de
liefde.
Ja in de eerste plaats
moest ze by Rusalie Blume ge
bracht worden
Nu gevoelde hy zieh in slaat
de verlangde sentimenteele ko
medie verder te spelen. Hy ging
met haar mee naar het Heilsleger.
Hij haalde Klara Peters en haar
oom at voor ritjes in buurten
waar nooit een zijner bekenden
kwam en ging met haar naar
musea en theaters. Hy was vrien
delijk en sentimenteel, ernstig of
treurig, praatte onderhoudend,
vend de juiste woorden voor zyn
geveinsde gevoelens, want anders
kon hij tooh ziju' »neiging« voor
desterksprekeude karaktertrekken
vau zyn toekomstige niet op
vatten en hjj had de zekerheid,
dat hy by haar in steeds meer
dere mate een gevoel van toe
nadering opwekte.
(Wordt vorvolgdi,
COURANT