1£
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-
Vlaanderen.
No. 65.
DINSDAG 21 NOVEMBER 1939.
55e Jaarg.
Buitenland.
Firma J. C. VINK - Axel
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Vernietiging.
Het is oorlog en dan klinken
er vreemde, wreede klanken.
Woorden, welke in vredestijd niet
dan met huiver in den mond
worden genomen, klinken nu luid
op, zonder schroom en met stem-
verhetfbig geuit. Zaken, waarvoor
de menschheid eeuwenlang ge
werkt heeft, die zij in vredestijd
angstvallig bewaakt en beschermt,
worden thans aan vernietiging
prijs gegeven. Vernietiging is het
werk van den oorlog en wie
oorlog voeren wil of moet, neemt
deel aan dit bedrijf.
De vernietiging van den oorlog
is middel, geen doel. Het doel
is een andere orde van zaken te
scheppen, waarin de positie van
den oorlogvoerende beter zal
moeten zijn dan tot dusver het
geval was. Aanvankelijk wordt
de toestand slechter eerst door
de inspanning en ontbering, welke
de oorlog eischt, daarna door de
noodzakelijkheid het verlorene in
te halen en het vernielde te her
stellen, en pas heel langzaam
komt men tot het betere, waar
voor men gestreden heeft en dat
er, als het eenmaal bereikt is,
lang zoo mooi niet meer uitziet
als toen men het nog begeerde.
Naarmate de gevechtsmiddelen
geperfectionneerd werden, groeide
de vernietiging, welke aan den
oorlog verbonden is, en werd de
bate minder. Reeds in den vo-
rigen oorlog bleek de vernietiging
zoo groot, dat het herstel slechts
langzaam en met groote schokken
gepaard kon geschieden. Voor
het voltooid was, brak de nieuwe
oorlog uit. De wereld, nog lij
dende aan de gevolgen van de
vorige vernietiging, staat aan
nieuwe vernietiging bloot. Er is
geen volk, dat zulks niet beseft,
ook niet onder de oorlogvoerende.
De volken, die in oorlog zijn,
meenen niet anders te kunnen
zij voelden zichzelf met vernieti
ging bedreigd en strijden nu, om
daaraan te ontkomen, ter vernie
tiging van den vijand.
FEUILLETON
Berlijnschb Roman
10)
MJjnheer von Wandersee?
vroeg hij aarzelend, alsof hij vrees
de zich te vergissen.
Herkent u me werkelijk
met meer Dat zon me bijna
e»no' gen denn meende Egmont
on«t Hittere senerts. Ot ben ik
in de laa'ite dagen zoo veranderd,
mijnheer Nickelberg
De oude heer nam zijn lorgnet
weer van den grooten vleesigen
neus, terwijl hij met een hoffelijk
nituoodigeude beweging der rech
terhand zijn bezoeker een stoel
naast de schrijftatel aanwees.
U hebt me geschreven,
miinhf-er Nickelberg, en nu schijnt
u in»- toch niet verwacht te heb
ben
Ifc heb n eenchreveD, maar
ik had u Diet zoo spoedig eu niet
op dezen tijd verwacht. Ik west
dat n nu eigenlijk dienst hebt.
En ja u bent inderdaad
veranderd a ziet eruit alsof u
udert dagen niet te bed geweest
lilt.
Engeland vecht voor de ver
nietiging van wat men daar het
Hitlerisme noemt, de nationaal-
socialistische gedachte, die geleid
heeft tot vernietiging van Oosten
rijks zelfstandigheid, van den
Tsjecholowaakschen staat en laat
stelijk van Polen; Duitschland
streed tot dusver voor de ver
nietiging van het verdrag van
Versailles, waardoor het zichzelf
met vernietiging bedreigd zag, en
meende het recht te hebben
Tsjechoslowakije en Polen te ver
nietigen, omdat die staten tegelijk
met dat verdrag geboren waren.
Nu Engeiand om het behoud van
Polen ten oorlog is gegaan en
zij i doeleinden verder heeft uit
gestrekt om verdere aggressie te
voorkomen waartoe Engeland
het orgaan, waarvan die aggressie
is uitgegaan, wil vernietigen
vecht dit orgaan, het nationaal-
socialisme, voor zijn leven en is
het uit op vernietiging van de
Engelsche heerschappij.
Al die vernietigingen betreffen
abstracte begrippen, staten, poli
tieke leerstellingen, regeeringstel-
sels. Helaas echter tracht men
ze niet met abstracte middelen
teweeg te brengen, doch gebruikt
men daartoe concrete wapenen,
gericht tegen concrete doeleinden,
kortom ter vernietiging van een
abstract begrip, richt men zeer
concrete vernietigingen aan.
Tot dusver hebben wij, wat die
concrete vernietiging betreft, nog
maar aan het begin gestaan. De
verwoesting in Polen aangericht
was maar een hors d'oeuvre, de
getorpedeerde, door mijnen, gra
naten of vliegtuigbommen ver
nielde schepen kruimeltjes brood
aan den grooten disch der ver
nietiging, welke ons te wachten
staat.
Het aanbod van goede diensten
van België's Koning en Neêrlands
Koningin heeft het onheil niet in
de kiem vermogen te smoren.
Het nationaal socialisme moet ver
nietigd wordende Engelsche
heerschappij moet vernietigd wor
den zoo staan de leuzen der
vernietiging tegenover elkaar. De
strijd duurt voort, het flikkerend
UITGEEFSTER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
vuur van den strijdlust moet met
de leuzen der vernietiging worden
aangewakkerd, opdat de oorlog
zijn zinnelooze taak naar behooren
zal verrichten.
Duitschlands oorlogsdoel, dat
bij Hitler's jongste rede nog be
perkt bleef tot consolidatie van
het Rijk, dat de laatste jaren zoo
aanzienlijk werd uitgebreid, ge
paard aan herstel van het vroe
gere koloniale bezit, heeft thans
een heel wat grooteren omvang
gekregen.
Eenmaal heeft Hitier er gena
diglijk in toegestemd het bestaan
van het Britsche Rijk te erkennen,
mits het Duitschland in zijn „le
vensruimte" ongemoeid liet. En
geland heeft het begrip levens
ruimte wat erg ruim gevonden en
is niet in het aanbod getreden.
Dat wordt dus niet meer herhaald
en Engeland moet met vernieti
ging getroffen worden. Het pro
cédé, met succes toegepast in de
Tsjechoslowaaksche en Poolsche
kwesties, vindt nu toepassing op
een tegenstander van aanzienlijk
grooter formaat. Van Duitsche
zijde verklaart men ook nu van
het succes verzekerd te zijn. Aan
geallieerden kant is men over
tuigd van het tegendeel. Dat de
strijd echter fel en bloedig zal
zijn, daarvan moet men aan beide
kanten overtuigd zijn, gelijk trou
wens ook blijkt uit de zorgvuldige
voorbereiding en den schroom om
zich het eerst bloot te geven.
Frankrijk wordt amper meer
genoemd, zoozeer is men van
Duitschen kant overtuigd, dat
Engeland de potentiëele tegen
stander is. Onwillekeurig vraagt
men zich af of men hierin een
aanduiding moet zoeken over den
eerstkomenden gang der krijgs
bedrijven, m.a.w. of Duitschland
zich voorloopig zal vergenoegen
met een verdedigende houding op
het front te land en al zijn krach
ten zal richten op het duikboot
wapen en de luchtaanvallen op
Engeland, dan wel of toch het
leger, dat men in Duitschland nog
altijd als het hoofdwapen be
schouwt, het spits zal moeten
afbijten. (N. R. Crt.)
Tan het Engelsche front
in Frankrtyk.
Een correspondent van de N.
R. Crt. schrijft
De ironie van het lot wil, dat
wy, die hier gekomen zijn om
den oorlog van vandaag te zien
een bezoek moeten brengen aan
de overblijfselen van den vori
gen oorlog om een idee te kry-
gen van den toestand, zooals die
zich thans weer zou kunnen ont
wikkelen. Plaatsen, welke in
stand zijn gehouden, zooals zij
na den vorigen oorlog werden
aangetroffen, zyn er in Frankrijk
vele. De weg er heen voert
langs uitgestrekte kerkhoven met
onafzienbare rijen witte zerken
en kruisen, door dorpjes met be
ruchte namen, waarvan geen
huis ouder is dan twintig jaar,
over wegen, waarlangs geen
boom staat, die ouder is dan
twintig jaar, over heuvels, die
geen {namen maar nummers
hebben.
Het landschap is troosteloos
alsot het verwacht binnenkort
weer met bloed gedrenkt te
zullen worden. De regen en de
striemende wind slaan de dorre
bladeren van de hoornen, die in
wolken opwarrelen onder de
vliegende vaart van onze auto's.
Het is de eenige beweging in dit
gebied, behalve die van de scha
ren kraaien, ongeluksvogels, die
krassend het modderterrein af
zoeken. Dezen zomer nog reden
hier autobussen met nieuwsgie
rige toeristen. Zij stopten bij
een schuur, waar prentbriefkaar
ten en limonade te krygen zyn.
Daarachter zijn loopgraven, waar
twee legers maandenlang tegen
over elkaar bebbeo gestaan, niet
wykend ondanks de honderden,
duizenden dooden en gewonden.
Hier hebben dezelfde vyanden
van thans twintig jaar geleden
dag en nacht op de loer gelegen
om elkander uit te roeien. Hier
liggen zij weer, aan beide zyden
van een mylenbreed niemands
land. Het niemandsland van 20
jaar geleden was niet meer dan
veertig of vyltig meter breed.
Het werd gevormd door een
diepen krater, waarschijnlyk het
gevolg van een mijnexplosie, die
wie weet hoeveel menschen het
leven had gekost.
Langs den rand van dien kra
ter zyn de eerste loopgraven
aangelegd. Men zou van hier
gemakkelijk een handgranaat in
de stelling aan den overkant
kunnen gooien. Waarom dat niet
werd gedaan Omdat de vyand
er twee voor in de plaats zou
terug gooien. Het geschut zou
niet op deze loopgraaf kunnen
schieten zonder gevaar op dezen
afstand eigen soldaten te raken.
Loopgraafmortieren lokken, even
ais handgranaten, antwoord in
gelyke munt uit. Dus liggen de
vyanden maar onbeweeglyk op
de loer, dag en nacht, hopend
op succes door onverwachte uit
vallen, dwars door prikkeldraad
heen ot flankbewegingen, ot
mijnexplosies.
De eene loopgraaf wordt ge
voed door een onderaardsche
gang, de andere door een kron-
kelnet van verbiDdingsloopgra-
ven. Esn geweldig systeem van
aanvoer per trein en per vracnt-
auto is op eenige mylen afstand
geconcentreerd, alleen maar om
deze paar meter hol in de modder
ten koste van alles te handhaven.
In deze omgeving krygt men pas
een echten „en benauwenden"
indruk van den toestand, waar
onder een soldaat in ooriogstyd
leeft. Vergeleken daarmede D'.b
ben de tommies in Fraukryk
thans een vacautie, zooals zy van
hun leven nog niet heooea
gehad.
Met de Fransche taal staat
Tommie Atkins natuurlijk op vrij
gespannen voet. Gebaren oren
gen vaak redding en klink nd
zakgeld, zooals meermalen ra cis
gezegd, altyd. De betrekkingen
tusschen de soldaten en de plaat
selijke bevolking schijnen overal
goed te zy'D, tenminste er zyn
niet de geringste incidenten
voorgevallen. De mentaliteit van
den Franscbman is sinds den
vorigen oorlog ook veel begrij
pelijker geworden voor den En-
gelschman en zij zyn elkaar in
gezellig en vroolijk om me heen
heb. Klara daarentegen, hoewel
ze rijker is dan ik, houdt van
eeDvoud. Haar kamers zien uit op
den tuin. Daar zit ze meestal te
werken voor haar vereemgingen
en stichtingen alleen om een
bezigheid te hebben, totdat ze
haar roeping als vrouw volgend,
gehnwd in haar eigen woning
intrekt.
Zwijgend nam Egmont plaats
in den roodlederen tauteail aan
de groote rafel tegenover zyn
gasibeer. Langzamernaod werd
ny zich met duidelijke zektrncid
de waarheid bewust, die hem
liehameiyk en geestelyk bijna
verlamde, terwijl de beer N.ekel-
berg zyn blik geen oogenbiik
atwendde van hot ernstige gelaat
van den jongen kapitein, wel be
merkend, dat deze begon te be
grijpen. Onbeweeglyk zat hy
daar, met nedergtslagen ooceu
starend op de fignren van het
tapyt, zonder met een enkel woord
de stilte te verbreken. Wanneer
Egmont al een oogenbiik gedoopt
bad dat zioh voor hem een andere
uitkomst zou opdoeu, dan voelde
hy nu toeh dat hij voor het be
slissende keerpunt in zyn leven
stond,
(Wordt vervolgd).
Volkomen juist is dat niet,
maar teeh geslapen heb ik niet
veel, mynheer Nickelberg. Maar
ter zake. U schreef me dat elke
verdere hulp voor mij uitgesloten
was, maar dat u van het -nemen
van gerechtelijke stappen tegen
mij zoudt afzien en dat u me zelfs
een gelegenheid zoudt verschaffen
met myne zaken weer in 't reine
te komen,
Eerst een vraagviel de
andere hem in de rede. Hebt
u uw ontslagaanvrage al inge
diend
Ik heb ze nog bij me. W*n-
neer uw voorslag me niet aan
nemelijk voorkomt, zal ik ze on
middellijk atzenden. Ik hoop al
tyd nog dat 't me mogelyk zijn
zal om in dienst te blijven en
oayn leven naar eigen smaak en
wenseh in te riehten,
Naar eigen smaak en
wenseh Wat verstaat a daar
onder? Voor zekere voordeden
moeten natuurlijk zekere offers
gebracht worden. Ik heb gehoord
dat n omgang hebt met een dame
van aanzienlijken naam, maar met
geringe middelen 1
Dit brutale binnendringen in
zijn intiemste leven deed Egmont
nitvnrenDat doet hier niet
tersak«
Pardon dat doet hier zeer
stellig ter zake, was het koele
antwoord.
Eerst moet ik weten, waar
om het gaat, of ik myn beroep....
Het zal om geen ander De-
roep gaan als dat waartoe n be
hoort, was het vlugge antwoord,
vergezeld van een lachje.
Egmonts oogen waren van ver
bazing wijd geopend. Ik be
grijp niet....
U zult me gauw genoeg
begrypan. Voor zoover ik weet,
houdt u van ow beroep
Ja, 't gaat me boven alles
en...,
Bravo 1 zoo meet iemand
spreken die zich een toekomst in
zyn beroep zoekt 1 Maar gaat
u mee, hier, waar we elk oogen
biik gestoord kunnen worden,
willen we dit alles niet langer
bespreken. Mag ik u verzoeken
met me mee te komen naar mijn
woonvertrekken
Hij sloot de deur, waardoor
Eïinont binnen gekomen was met
een grendel af, trok, inplaats van
zyn kantoorjasje, een gt-kleede
jas aan, schoot zyn das met den
groeten echten brillant recht en
stend daar nn, voor 't uiterlijk
als een onberispelijk gentleman,
dia wat het welwillende gebaar
van een gastheer, een joDgen
vriend by zich aitnoodigt.
Verbaasd volgde Egmont hem.
Ze gingen door een gang die
zich aan de andere zijde van het
kantoor bevond en met een booge
vleugeldeur eindigdedie door
Nickelberg werd geopend met de
woorden Gaat u binnen,
kapitein.
Nauwelijks kon Egmont een
zachten uitroep van verbazing
onderdrukken. Een ruime hall,
smaakvol versierd, gat toegang tot
een rijk gemeubelde heerenziika-
mer, vanwaar men door de ge
opende portières do overige ver
trekken zien kon, de eetkamer
in romaansehen stijl en een Eu-
gelsch met wit en goud versierd
slaapvertrek.
E-mont had nooit een aDder
vertrek betreden ais het kantoor
en zijn verbaasd gezicht ontlokte
den heer Nickelberg een lachje
van veldoening.
We bevinden ons in myn
privaatwoning en die van myne
nichi Klara Peters. Haar kamers
■luiten bjj het eetvertrek aan,
maar ze zyn alleen op feestdagen
vandaar nit toegankelyk, want se
leeit zeer eenvoudig en terug
getrokken, terwijl ik 't, wanneet
myn dagtaak gedaan i», graag
cou
AXELSC
(5 q)