Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
No. 54.
VRIJDAG 13 OCTOBER 1939.
55ft Jaarg.
Firma J. C. VINK - Axel
Raadsverslag.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
UITGEEFSTER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Zitting van 12 October 1939.
Aanwezig de heeren H. Sniies,
B. Seghers, C. Tn. v. d. Bilt, A.
Th. 't Gilde, P. van Bendegem,
F. Dieleman, A. P. de Ruijter, P.
Goossen, C Schieman, C. Hame
link, C van Bendegem en U.
Sijtema.
Afwezig de heer P. de Jonge.
Voorzitter de heer F. Blok, bur
gemeesterSecretaris de heer J.
L. J. Maris.
Na de gebruikelijke opening
met gebed stelt de Voorz. aan de
orde de agenda
1. Notulen.
De notulen van de vergaderin
gen van 8 en 29 Aug. en 5 Sept.
1939 worden zonder op- of aan
merkingen vastgesteld.
2. Ingekomen stukken en mede-
deelingen.
a Ged. Staten zenden goed
gekeurd terug een wijziging van
de gemeentebegrooting van het
dienstjaar 1938.
b. Eenige berichten van aan
neming van benoeming van func
ties, die in de vergadering van 5
Sept. 1939 zijn aangevuld.
Voor kennisgeving aangenomen.
e. Bericht van den Minister van
Waterstaat, naar aanleiding van
het verzoek van den gemeenteraad
van Axel d.d. 14 Maart 1939 om
een vrijliggend rijwielpad aan te
leggen, langs het wegvak Axel
Sluiskil.
Op grond van een en ander
wordt medegedeeld, dat niet kan
worden overgegaan tot aanleg van
een vrijliggend rijwielpad op Rijks
kosten langs den weg Axel-
Sluiskil.
De minister schrijft o m.„Aan
gezien wel mag worden aange
nomen, dat de verbinding Sluiskil-
Axel-Kijkuit een belangrijke func
tie in het wegennet van Zeeuwsch-
Vlaanderen vervult, ware het wel
licht gewenscht, dat de Provincie
dezen weg overneemt, waarna hij
op het provinciale wegenplan zou
kunnen worden geplaatst en het
mogelijk wordt dat indien het
plan hoogerè goedkeuring ver
werft voor dezen weg een
bijdrage uit de voor de wegen,
onder een bepaalde categorie in
te deelen, beschikbaar gestelde
uitkeering uit het Verkeersfonds
wordt verkregen. Een daartoe
strekkend verzoek zou door Uw
college tot de provinciale autori
teiten gericht kunnen worden".
B. en W. stellen voor, over
eenkomstig bovenstaanden wenk,
zich tot de Prov. Staten van
Zeeland te wenden met het be
leefd verzoek dezen weg van het
Rijk over te nemen en te bewerk
stelligen, dat langs dezen weg een
vrijliggend rijwielpad wordt aan
gelegd.
De destijds gevraagde gemeen
ten opnieuw te verzoeken aan ons
adres adhaesie te betuigen.
Z. h. s. alzoo besloten.
d. In een der vorige vergade
ringen van den Raad zijn door
den heer C. Hamelink nadere in
lichtingen gevraagd naar de uit
betaalde loonen in de werkver
schaffing bij de N V. Waterl. Mij.
Zeeuwsch Vlaanderen aan de ar
beiders uit onze gemeente.
Met verwijzing naar het in
gekomen rapport deelen B. en W.
mede, dat door hen geen verdere
stappen kunnen worden gedaan.
Dhr. HAMELINK heeft enkele
opmerkingen naar aanleiding van
dat ingekomen rapport en zegt
dat het gemakkelijk gaat om op
een bureau te zeggen dat de
menschen niet genoeg gewerkt
hebben. De opname van de ar
beidsprestaties moet wel valsch
gerapporteerd zijn. Hij acht een
dergelijke behandeling niet in den
haak, als de arbeiders nog eens
aan bod komen. Spr. had ge
dacht dat aan deze menschen, die
nog niet aan 23 cent per uur
komen, recht zou worden gedaan.
En nu zeggen B. en W. slechts
naar aanleiding van deze belee-
digende brief van de Directie der
waterleidingwe kunnen er ver
der niets aan doen. Hiertegen
neemt spr. stelling en gevoelt
zich gedrongen heftig te protes
teeren tegen de handelwijze van
B. en W. in deze. Wanneer het
b.v. notabele personen betrof, zou
het college ongetwijfeld op z'n
achterste beenen staan, doch nu
het arbeiders betreft, maakt men
er zich gemakkelijk van af. Spr.
heeft hier al meermalen op ge
wezen en zeker zal dit ook verder
wel noodig blijken. Het zijn steeds
de Axelsche arbeiders waarop de
slagen neerkomen, net of die niets
anders doen dan luieren. SpT.
is er van overtuigd dat dit niet
het geval is en dat de Axelsche
arbeiders evenveel en even goed
werk verrichten als die uit andere
plaatsen. Hij zou dan ook gaarne
zien dat het gemeentebestuur
hiertegen maatregelen nam en de
zaak grondig onderzoekt. Dat
spelletje moet nu maar eens uit
zijn. Er wordt door onze arbei
ders niet geluierd en deze mogen
niet getrapt worden in hun pres-
tatie's.
De VOORZ. zegt dat B. en W.
alles hebben onderzocht en wat
kunnen we er nu verder aan doen.
Als dhr. Hamelink bewijzen heeft,
moet hij die aan B. en W. over
leggen. Spr. zegt dat de Inspec
teur hierbij niet in het gedrang
komt. Zouden de organisatie's
een en ander niet kunnen onder
zoeken. Met den Directeur is
alles onderzocht en deze moet
toch afgaan op de rapporten, die
hem toekomen. Spr. gelooft, dat
al het werk in meters opgenomen
is en ais dhr. Hamelink er nu
bewijzen van heeft, dat dit niet
is geschied, dan zullen B. en W.
verdere maatregelen nemen. We
laten echter onze arbeiders niet
trappen.
Dhr. P. VAN BENDEGEM
zegt, dat hij het ook niet goed
keurt van de Waterleiding Mij.,
maar als dhr. Hamelink nu be
wijzen heeft, moet hij daarmee
voor den dag komen. Spr. wil
niet persoonlijk worden, maar
toch acht hij niet alles wal ge
daan wordt in het belang der
arbeiders en licht dit nader toe.
Hij zou het beter vinden dat het
overgegeven werd aan de vak-
vereeniging en niet slechts af
willen gaan op een persoon om
een en ander te onderzoeken.
Dhr. DE RUIJTER zou ook niet
op dit eenzijdige rapport af willen
gaan en daarmede de zaak als
afgedaan beschouwen. Spr. is
er voor om te onderzoeken of den
menschen onrecht is aangedaan,
ja dan neen. Hoe het ook zij,
hij zou in elk geval een weg
willen zoeken om deze kwestie
tot klaarheid te brengen, waarbij
den betrokkenen werkelijk recht
gedaan wordt,
De VOORZ. zegt dat B. en W.
geen andere gegevens hadden
dan de ingekomen klachten. Als
meer aan het licht gebracht wordt,
dan kan een en ander nog nader
onderzocht worden. Naar aanlei
ding van den thans ontvangen
brief kunnen we echter niet verder
gaan.
Dhr. HAMELINK gaat hiermede
niet accoord en zegt dat B. en W.
nu wel doen voorkomen alsof ze
zich schrap hebben gezet, doch
daarmede is z. i. de zaak niet
afgedaan. U aldus spr. tot
den Voorz. hebt den naam
ontvangen van den arbeider die
de klachten uitte, dus had de
zaak door B. en W. grondig
onderzocht moeten worden en
spr. moet het B. en W. als een
fout aanrekenen, nu ze dat nage
laten hebben. Het college had
deze zaak aan weerskanten moe
ten onderzoeken, dus ook de
betrokken arbeiders hooren.
De VOORZ. antwoordt, dat hij
een en ander onderzocht heeft en
daarbij is komen vast te staan
dat ook anderen te weinig ont
vangen hebbenmaar het lag
toch niet op mijn weg oin ook
de arbeiders te hooren.
Dhr. HAMELINK vindt het
schreeuwend, dat arbeiders uit
andere gemeenten 6 A 7 gulden
per week meer thuis brengen dan
de Axelsche en dat voor hetzelfde
werk Hij heeft wel eens geïn
formeerd bij arbeiders uit andere
plaatsen, of de Axelsche dan
zooveel minder presteeren en dan
luidde het antwoordweineen,
die doen net zooveel. Men mag
dan ook niet enkel afgaan op de
rapporten van de opzichters. Spr.
richt zich ook tegen weth. Van
Bendegem naar aanleiding van
diens woorden en al zei deze ook
niet persoonlijk te willen worden
in deze zaak. Daarom had spr.
gaarne wederzijdsche partijen ge
hoord. Men moet maar eens af-
leeren om onze arbeiders het
hoofd van Jut te maken in de
werkverschaffing. Spr. zou een
commissie willen aanwijzen uit
den Raad om alles nog eens nader
te onderzoeken en de arbeiders
recht te doen voor gelijke pres-
tatie's. Het te weinig betaalde
loon dient z. i. dan alsnog uit
gekeerd te worden aan de be
trokken arbeiders.
De VOORZ. herhaalt, dat z.i.
gedaan is wat in deze gedaan kon
worden, doch wil gaarne nog een
nader onderzoek instellen.
Dhi. DE RUIJTER zegt dat we
voor het feit staan dat het loon
te laag is. De directeur zegt nu
wel dat er te weinig arbeids
prestatie is verricht, doch daar
mogen we het niet bij laten. Spr.
vindt het dan ook wenschelijk dat
de zaak terug gaat naar het col
lege van B. en W. of anders door
een commissie nader wordt onder
zocht.
De VOORZ. wil dit aan de
beslissing van den Raad over
laten.
Dhr. HAMELINK zegt dat het
beter is om het te renvoyeeren
naar B. en W., die dan later
rapport aan den Raad kunnen
uitbrengen.
Dhr. SEGHERS kan zich met
het doordhr. Hamelink gesprokene
vereenigen en zou ook gaarne
zien dat alles nader onderzocht
wordt.
Dhr. SCHIEMAN heeft alles
met belangstelling aangehoord. Er
heeft geen opmeting plaats gehad,
zooals dhr. Hameünk ook zegt,
en wat de vakvereeniging betreft,
aan een onderzoek van deze, daar
moet men ook niet te veel waarde
aan hechten. Hij zou de zaak dan
ook verder willen onderzoeken,
zooals ook andere heeren dit
willen.
De VOORZ. zegt toe, dat dit
dan nog nader zal geschieden.
3. Wijziging Algemeene Po
litieverordening.
B. en W. stellen voor de na
volgende wijzigingen en aanvul
lingen der Algemeene Politie
verordening aan te brengen
Na artikel 3 wordt ingevoegd
Artikel 3a.
Bestendiging van overtreding
van eenige bepaling dezer ver
ordening levert met elke ingegane
week na de overtreding opnieuw
een overtreding op, welke wordt
gestraft met dezelfde straf als
tegen de overtreding zelve be
dreigd.
Artikel 20 wordt gelezen als
volgt
„Ónder openbare weg worden
in deze verordening verstaan, alle
wegen, straten, pleinen, bruggen,
wateren, trottoirs, stoepen, por
tieken, paden, gangen, stegen,
sloppen en bermen en in het
algemeen alle die plaatsen, welke
voor het publiek verkeer kunnen
worden gebezigd en zij het
ook met eenige beperking voor
een ieder toegangelijk zijn".
Artikel 21 wordt gelezen als
volgt
„De eigenaars van de in artikel
20 bedoelde wegen, straten, plei
nen, bruggen wateren, trottoirs,
stoepen, portieken, paden, gangen,
stegen, sloppen, bermen en plaat
sen voor zoover die niet aan de
gemeente toebehooren, zijn ver
plicht toe te laten dat op, in,
over of onder die wegen, straten,
pleinen, bruggen, wateren, trot
toirs, stoepen, portieken, paden,
gangen, stegen, sloppen, bermen
en plaatsen, zoodanige werken of
inrichtingen, ten behoeve van het
openbaar verkeer of de openbare
gezondheid worden aangebracht,
als de Gemeenteraad of Burge
meester en Wethouders zullen
noodig oordeelen".
In artikel 50 sub a achter
„woonhuis" in te voegen „of op
een trottoir".
In artikel 50 sub b wordt ge
lezen als volgt
„Tegen ramen, deuren, ramen-
of deurkozijnen, rolluiken of an
dere voor alsluiting van ramen of
deuren dienende voorwerpen of
eenig ander deel van een gebouw
of woonhuis te staan of daartegen
te leunen, of in raam- of deur
kozijnen of eenig ander deel van
een gebouw of woonhuis te zitten".
In artikel 50 wordt na sub e
ingevoegd
„F op het troittoir voor een
raam of een deur van een winkel
huis te staan of zich aldaar op te
houden dan tot het bezichtigen
van de in het winkelhuis uitge
stalde goederen.
„G te zitten op de leuningen
en te staan, te liggen of te loopen
op de zittingen der banken op
of aan den openbaren weg, welke
als zitplaats voor het publiek
bestemd zijn.
„H op of aan den openbaren
weg op leuningen, hekken of
dergelijke afscheidingen te zitten,
te staan, er over of er op te
klimmen".
In de eerste regel van het
tweede lid van artikel 50 het
woord „en" te schrappen en te
vervangen door een komma, waar
na achter c wordt gelezen „en F".
Artikel 52 wordt gelezen als
volgt
„Het is verboden op of aan
den openbaren weg gelegenheid
te geven tot of deel te nemen
aan eenig spel met kaarten of
dobbelsteenen of te spelen met
of om geld of geldswaarden".
Artikel 66 wordt gelezen als
volgt
„Het is verboden zonder ver
gunning van Burgemeester en
Wethouders binnen de kom der
gemeente, eenig gebouw hoe ook
genaamd, tot koe- of paardenstal
te stichten of eenig gebouw als
koe- of paardenstal te gebruiken".
Na artikel 76b wordt ingevoegd
Artikel 76c.
„Het is verboden wilde dieren,
wier aanwezigheid voor hun om
geving gevaar kan opleveren, aan
wezig te hebben, tenzij met ver
gunning van Burgemeester en
Wethouders en met inachtneming
van de daaraan te verbinden
voorwaarden".
Artikel 76d.
„Het is verboden over een van
den openbaren weg afgescheiden
Gemeente-plantsoen te loopen of
zich daarop te bevinden, behou
dens tot het aldaar verrichten van
werkzaamheden, waartoe men van
gemeentewege is aangewezen".
Dhr. VAN DE BILT heeft een
opmerking omtrent art. 21 en
vraagt of B. en W. dan zoo ver
kunnen gaan als ze willen.
De VOORZ. zegt, dat dit niet
de bedoeling is en met een en
ander ten opzichte van de be
trokkenen rekening zal worden
gehouden.
Dhr. SIJTEMA meent dat wij
ziging der politieverordening nogal
eens wenschelijk wordt geacht en
zou het daarom wel goed vinden
om een commissie te benoemen,
die op gezette tijden de verschil
lende artikelen nagaat, die voor
wijziging in aanmerking komen.
Dergelijke commissies bestaan
ook wel in andere gemeenten.
De VOORZ. zegt dat dit in
overweging zal worden genomen.
Z.h-s. wordt hierna tot de
voorgestelde wijzigingen in de
verordening besloten.
4 Voorstel tot het aanvaarden
van het aangeboden nieuwe
contract van de Directie der
n.v. P.Z.E.M. voor de straat
verlichting in de buitenwijken
Aangezien het nieuwe contract
in den loop van den zomer is
aangeboden en nadien een con
ferentie daarover heeft plaats
gehad, stellen B. en W. voor dit
nieuwe contract, dat een voordeel
van pl.m. f 50 per jaar oplevert,
te aanvaarden.
De Voorz. zegt dat de verlich
ting ongeveer dezelfde blijft en het
een voordeel van ongeveer f 50
oplevert.
Z.h.s. wordt besloten tot aan
vaarding van het nieuwe contract.
(Slot volgt).
Nog werd besloten tot het aan
gaan van een gemeenschappelijke
regeling voor de bescherming der
bevolking tegen luchtaanvallen.
Deze regeling omvat het te hulp
roepen van door brand getroffen
gemeenten van de diensten der
andere gemeenten en het oprich
ten, inrichten en in stand houden
van hulp-ziekenhuizen.
De betrokken gemeenten zijn
Axel, Clir.ge, Graauw en Langen-
dam, Hoek, Hontenisse, Huist,
Koewacht, Overslag, Pmlippine,
Sas van Gent, St. Jansteeri, Ter-
neuzen, Vogelwaaide, Wtsiuorpe,
Zuiddorpe en Zaamslag.
De Voorz. deelde nog mede,
dat in verband met de distributie
het gebouw Qentschevaartsuaat
COURANT.