Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli- Vlaanderen. No. 45. DINSDAG 12 SEPTEMBER 1939. 55e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt 12. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Qroote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Ramp van d» „Willem van EwQck" Zooals wij in een gedeelte van ons vorig nummer nog meldden, is onze Marine Vrijdag dooreen zwaren slag getroffen, doordat 29 jonge mannen in dienst van het vaderland hun leven moesten laten. Later is dit aantal nog met één vermeerderd. Aan de N.R Crt. ontleenen wij hierover het volgende De mijnenveger Willem van Ewijck, welke Donderdagmiddag in gezelschap van de mijnenvegers Jan van Gelder, Abraham van der Hulst en Pieter Florisz en den mijnenlegger Nautilus uit Nieuwe- diep was vertrokken voor het leggen van mijnenvelden rond de zeegaten van de Waddeneilanden, is tusschen tien minuten- en kwart over twaalf, vijftig meter uit de kust van Terschelling op een mijn geloopen en in de lucht gevlogen. In vereeniging met de andere mijnenleggers was de Willem van Ewijck bezig een mijnenveld te leggen. Voor de juiste ligging van het veld moest in verband met den stroom hier en daar een mijn worden opgeruimd. Dit geschiedde met behulp van een mitrailleuse van de mijnen vegers af. Toen eenige man schappen van de Willem van Ewijck bij de mitrailleuse op het achterdek gereed stonden om een der mijnen te vernietigen, dreef het vaartuig door den sterken stroom over een anderen mijn. Een sloep met manschappen van de Van Ewijck voer toen juist in de onmiddellijke nabijheid van den mijnenveger. De Willem van Ewijck werd midscheeps getroffen. Met een geweldige explosie brak het schip in tweeën en binnen enkele mi nuten verdween het in de diepte. Groote waterzuilen spoten om hoog. De bemande motorsloep van de Van Ewijck werd door de kracht van de ontploffing eenige meters de lucht in geslingerd, doch zij kwam weer behouden op het water terecht, zonder dat de bemanning hierbij letsel opliep. Van boord van de Nautilus, die onder commando vanden luitenant ter zee eerste klasse, J A. Gauw, het dichtst in de nabijheid was, werd onmiddellijk een motorsloep uitgezet, waarin ook de officier van gezondheid, P. J. Waeghe- ningh, plaats nam. Deze sloep begaf zich naar de plaats des onheils om de drenkelingen op te sporen, zulks tezamen met de sloep van de Van Ewijck. Het eerst werden vier zwaar gewonden in de sloep opgenomen, onder wie de commandant van de Van Ewijck, luitenant ter zee eerste klasse J. E. ten Klooster, die een been had gebroken. Deze werd met een anderen drenkeling aan boord van de Nautilus genomen. Tijdens de vaart naar den Helder is hij, evenals de drie andere ge wonden, van wie er twee door de Jan van Gelder aan boord waren genomen, bezweken. Van de 51 leden van de be manning waren er 25 met de Van Ewijck in de diepte verdwenen. Voorts werden er 22 opvaren den, onder wie eenige gewonden van de Van Ewijck door de uit gezette sloepen van de andere mijnenvegers aan boord genomen. Van het vliegkamp De Mok arriveerden acht watervliegtuigen met medische hulp ter plaatse, Toen er geen drenkelingen meer werden waargenomen, gingen de schepen met hun droeven last naar Den Helder, waar het treu rige nieuws reeds was hekend geworden. Negen Zeeuwen onder de dertig slachtoffers. Toen de ramp van de Van Ewijck in Zeeland bekend werd, rees direct de vrees in onze zee varende provincie, dat ook Zeeu wen onder de slachtoffers zouden zijn. De vrees was niet ongegrond het bleek bij het publiceeien van de lijst der dooden en vermisten. En hard is de slag aangekomen. Negen Zeeuwen, bijna een derde van het totaal verlies, zijn onder de mannen, die vielen bij het vervullen van hun zwaren plicht. Daar is de eerste commandant, J. E. ten Klooster, afkomstig uit Veere, die een ouderdom van 35 jaar bereikt had. In 1926 was hij benoemd tot luitenant ter zee derde klasse en twee jaar ge leden werd hij luitenant eerste klasse. Vlissingen verliest niet minder dan vier zijner zonen. Het zijn de sergeant-machinist J. de Smit, bootsman G. J. van Dort, hof meester 3e klasse S. van Steen- kiste en de bediende 2e klasse J. van Belzen. Ook lerseke is zwaar getroffen twee huisgezinnen in rouw. Het leven verloren P. J. Boone, vrij williger bij de Marine, en F. G. Stobbelaar, dienstplichtig matroos. De eerste was 28 en de tweede 22 jaar. De laatste twee slachtoffers woonden te O. en W. Souburg, n.l. de adj onderofffcier-machinist B. C. de Bruin en de 40-jarige korporaal-machinist M. R. Poort vliet de laatste is afkomstig uit Middelburg 'n Zwarte dag is 8 September voor Zeeland geworden. Ontroerende plechtigheid. Het sobere monument „Voor hen, die vielen" te Den Helder een vrouw, die zegenend haar handen strekt was Zaterdag het middelpunt van een ontroe rende plechtigheideen hulde namens H. M. de Koningin aan de dertig dooden van de Willem van Ewijck, de verongelukte mij nenlegger. Temidden van de volledige bemanningen der mijnenvegers manschappen van de Van Ewijck nog met verband om hoofd en handen van familieleden der slachtoffers en bekende figuren uit de kringen der Marine, heeft schout bij nacht C. baron de Vos van Steenwijk, namens H. M. de Koningin een krans van groene laurierbladen neergelegd. Er om heen hing een breed wit lint met een gouden „W" en een gouden kroon. Onder een eereroffel van de tamboers werd het saluut gebracht gevolgd door een minuut stilte. Schout bij nacht Jolles trad naar voren, ten einde een korte rede uit te spreken. „Het is een zeer moeilijk oogenblik aldus de marinecommandant om hier het woord te voeren in tegen woordigheid van den geheelen mijnendienst. Het is naar aan leiding van den zwarten dag, die gisteren over Den Helder gekomen is. Ge kunt U niet voorsteilen met hoeveel schrik en wanhoop de droeve tijding tot ons kwam, die berichtte van het verongeluk ken van een van Harer Majesteits oorlogsschepen, dat dertig brave kerels met zich meenam, den dood in. Gedurende de jaren, dat ik het commando voer, heb ik herhaalde malen gelegenheid gehad de voor den boeg verzamelde bemannin gen toe te spreken en hen er op te wijzen, hoezeer de Koningin, met hen meeleefde. De Koningin, die deelde in hun vreugden, maar ook in hun verdriet. Dat verdriet is thans gekomen. Het feit ech ter, dat het H. M. onmiddellijk behaagde U af fe vaardigen en dezen krans neer te leggen is wel een treffende uiting van Haar medeleven bij de ramp, die Haar marine overkwam. Wij verzoeken U aan H.M. onzen diepgevoelden dank over te brengen voor deze geste. Er is echter meerBij terug keer in Den Haag verzoeken wij U Hare Majesteit de verzekering te geven, dat jong noch oud bij de Marine versaagt. Voorwaarts gaat hetOm nieuwe daden uit te voeren in dienst van Haar Marine. Wij voelen ons steun pilaren van Haar troon, waarop Zij tot in lengte van jaren kan vertrouwen". De plechtigheid eindigde met het spelen van het Wilhelmus. Als de adjudant van de Ko ningin de familieleden van de omgekomenen gecondoleerd had, vertrokken de autoriteiten en daarna marcheerde ook de troep af. Een eeuw spoorwegen fn Nederland. De tentoonstelling „De trein 1839—1939" die ter gelegenheid van het eeuwfeest der Nederl. Spoorwegen op het terrein van hel voormalige Paleis van Volks vlijt aan het Frederiksplein te Amsterdam is verrezen, is Vrij dagavond officieel geopend. Het werk van 160 jonge Amsterdam- sche werkloozen, die aan den opbouw en inrichting bijna een vol jaar achtereen met liefde en toewijding hun krachten hebben gegeven, is thans gereed en wan neer de voorteekenen niet be driegen, zullen duizenden en dui zenden Nederlanders er in de eerstvolgende weken dankbaar van genieten. Interessant en te gelijk leerzaam is deze grootsch opgezette expositie. Rond het groote, vierkante terrein rijdt op een baan van de oude spoor breedte (2 meter) een treintje, dat geheel overeenkomstig is aan dat, hetwelk de eerste verbinding tus schen Amsterdam en Haarlem tot stand bracht. Een overdekte en twee niet overdekte personenwagens wor den getrokken door het eerste model locomotief ,De Arend". Het personeel is gekleed in het uniform van 1839, de plaats kaartjes zijn gelijk aan die, welke 100 jaar geleden werden gebruikt en ook het stationnetje „De een honderd roe", is natuurgetrouw van oude gravures gecopiëerd. Men vergelijke dit locomotiefje en de eenvoudige, houten per- sonenwagentjes eens met de Jumbo van 80,000 ton, de elec- trische driewagentrein, het diesel- mechanische motorrijtuig en de moderne D-trein (Pulmannrijtuig, slaaprijtuig en restauratierijtuig) die ter weerszijden van een 120 metgr lang perron zijn opgesteld. Eerst dan dringt het goed tot den bezoeker door, welk een ontzag gelijken vooruitgang de techniek ook op het gebied van het spoor wegwezen in een eeuw heeft bereikt. Tot het op het terrein opge stelde seinhuis heeft het publiek vrijen toegang. Onder leiding van technisch spoorwegpersoneel kan het publiek hier zelf wissels, seinen, spoorboomen enz. bedie nen. Een locomotief met goede renwagen rijdt over de sporen, om de functies van wissels, seinen enz. duidelijk te demonstreeren. Voorts bevindt zich op het terrein een openluchtbioscoop, waar korte propagandistische spoorwegfilms worden gedraaid, terwijl een viertal stands is inge richt, waarin o a. het meest mo derne miniatuurspoorwegmateriaal in werking te zien is. Een do rado voor groote en kleine kin deren. De tentoonstelling zelf is in eenige hoofdafdeelingen verdeeld, n.l. een, welke het vervoer voor 1839 uitbeeldt, een, welke de spoorwegontwikkeling in ons land van 1839—1939 weergeeft, een, welke „de ijzeren weg" van van daag laat zien en voorts een, die een overzicht geeft van het mo derne spoorwegmateriaal. Tenslotte wordt de beteekenis van het spoorwegbedrijf als op- dracht- en werkgeefster geschetst, terwijl de laatste afdeeling gewijd is aan de „service", welke de spoorwegen bieden. Al met al het bekijken overwaard. Strenge controle op de ry wielachterlichten De minister van Justitie heeft aan de procureurs-generaal bij de gerechtshoven de volgende circu laire gezonden Gelijk u bekend is, vonden de moeilijkheden, welke zich terzake van de roode achterlichten heb ben voorgedaan voor een groot gedeelte haar grond in de han delwijze van sommige fabrikanten van goedgekeurde merken, welke ondeugdelijke lichten, van een mindere kwaliteit dan de ter keu ring ingezonden exemplaren, onder rijkskeur in den handel brachten. Dit leidde ertoe, dat vele wiel rijders „goedgekeurde" lichten voerden, welke niet naar behooren functionneerden. Teneinde dit kwaad te beteu gelen, heeft de minister van wa terstaat een groot aantal go d keuringen ingetrokken. In verband hiermede en ook met het oog op het komende donkere jaargetijde, is naar mijn meening nu het oogenblik ge komen, waarop de politie nauw lettend zal dienen op te treden ter contróle op de naleving der wettelijke voorschriften. Ten aanzien van berijders van rijwielen, welke bij donker niet een helder rood achterlicht voe ren, wordt een splitsing gemaakt in twee groepen a. Degenen, wier achterlicht in volstrekt onvoldoenden staat verkeert door het ontbreken van lampje, rood reflectorglas, draden, dynamo's e.d. Tegen dezen dient proces-verbaal te worden opge maakt. b. Degenen, wier achterlicht door niet-onmiddellijk te consta- teeren of te verhelpen oorzaken defect is. Aan hen ware de ver plichting op te leggen zich binnen een door de politie ter plaatse te bepalen termijn van een of meer dagen te vervoegen bij de politie (levert zulks door omstan digheden in bijzondere gevallen te groote bezwaren op voor over treder of politiebeambte, dan ware een andere regeling te treffen), teneinde te kunnen aar.toonen, dat het bewuste rijwiel alsdan een helder rood achterlicht voert, dat dan uiteraard van een der goedgekeurde soorten moet zijn. Bij gebreke van dit vertoon ware tegen den betrokkene eveneens proces-verbaal op te maken. Wordt overai in den lande op bovengeschetste wijze opgetreden, dan zal naar ik vertrouw het euvel der wielrijders zonder behoorlijk achterlicht spoedig ver holpen zijn, hetgeen de verkeers veiligheid ten goede zal komen. Teneinde echter té voorkomen, dat door onbtkendheid der wiel rijders met het komende strengere toezicht in een onnoodig groot aantal gevallen moet worden op getreden, is het wenachtlijk dat het publiek tijdig worde ingelicht, in verband daarmede bepaal ik den datum, waarop deze contröie ingaat op 21 September a.s. Mr. De Wilde weer in de Tweede Kamer. Het Tweede Kamerlid H. Bot- terweg, behoorende tot de anti- rev. partij heeft, teneinde den te rugkeer van oud-minister mr. J. A. de Wilde in de Tweede Kamer mogelijk te maken, voer het Ka merlidmaatschap bedankt. Mr. De Wilde heeft intusschen reeds te kennen gegeven dat hij een be noeming als lid van de Kamer zal aanvaarden. Eageische dankbetuiging. Het Britsche ministerie van voorlichting meldt, dat de Britscne gezant in Den Haag opdraent heeft gekregen den Nederlandschen mi nister van buitenlandsche zaken de zeer diepe uitdrukking van dankbaarheid der Britsche regee ring over te brengen voor alle hulp, welke de Nederlandsche regeering verstrekt heeft in ver band met den terugkeer uit Duitschland van Sir Neville Hen derson, den Britschen amoassa- dtur te Berlijn. Min. ran Defensie op inspectie De Minister van Defensie heeft Zondag, vergezeld door zijn ad judant, kapitein mr. H. Kruis, een onverwacht bezoek gebracht aan het militaire vliegveld Bergen, teneinde zich te vergewissen van de paraatheid van de aldaar aan wezige onderdeelen der militaire luchtvaart. Vervolgens begaf de minister zich naar het luchtvaartterrein Schiphol. Op beide terreinen heeft de minister de officieren der mili taire luchtvaart toegesproken en daarbij gewezen op het groote belang van een krachtige hand having der neutraliteit in de lucht. De minister uitte daarbij den wensch, dat in overeenstem ming met de reeds gegeven or ders elk militair vliegtuig van een der beiligerenten, aal onze neutraliteit scnendt, tot dalen zai worden gedwongen, dan wei zal worden neergescnoten,aldus meldt de Maandagmorgen. Minister Spaak in ons land. Naar wij vernemen is Zondag morgen om ongeveer hait tien ae hl Igtsche Minister van Buiten landsche Zaken, Spaak, per auto bij Sn ij be tk de Ntderiandsche grens gepasseerd. Hij iS in noor delijke richting verder gereisd, 's Middags rond 4 uur is de mi nister langs Wernnout weer naar Bntssel teruggekeerd, AXELSCHE

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1939 | | pagina 1