Nieuws- en Advertentieblad '<~ivoor Zeeuwsch-V]aanderen.
HERBERT STANLEY
No. 43.
DINSDAG 5 SEPTEMBER 1939.
55e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
INKWARTIERING
„Leve het Vaderland".
Jvi\ I
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt 12.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTlEN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure.
Een Moeder schrijft in de
.Telegraaf"
We begonnen zoo rustig van
morgen. Er was een groote teil
met snijboonen, en er stond een
kistje met pruimen, bestemd voor
jam. Vulling voor den kelder!
Een nuttig iets in mobilisatietijd
De boonen gingen mee naar den
tuin en werden daar onder han
den genomen. De lufcht was
blauw met witte wolken, het
boschje naast den tuin stond
roerloos, de petunia's rond den
erker geurdenop het rieten dak
van ons huis sprongen de laatste
vliegenvangertjes op en af, af en
op. 't Was verwonderlijk vredig,
alles ademde rust. En dat op
dezen mobilisatiedag. Geen ge
draaf en gejakker van auto's. En
dat terwijl ons dorp al vol sol
daten was. 't Verkeer op den weg
was rustig. Een enkel signaal in
't dorp herinnerde aan de ernstige
omstandigheden.
Onze boonen waren panklaar
en de tuin werd verwisseld voor
de keuken. De dag werd warm.
Om halfdrie meenden we een
welverdiende rust te mogen ne
men. En terwijl .juffie" al boven
was en ikzelf met den voet op
de onderste tree van de trap stond,
ging de bel. Ik opende de boven
deur en onder den laagoverhan-
genden rand van 't dak stond een
keurige slanke sergeant, warm,
geagiteerd.
Mevrouw, uit naam van het
zooveelste bataljon, kom ik u de
zorg opdragen van twintig sol
daten.
Wat zegt u
Van twintig soldaten, me
vrouw, het is misschien maar
voor één nacht, 't Kan ook voor
langer zijn.
En terwijl ik in opperste ver
bazing en ontsteltenis den man
aanstaarde, voelde ik hoe moe
mijn rug was en ik geloof, dat
m'n lippen even verdacht getrild
hebben.
Ze behoeven natuurlijk geen
FEUILLETON
door H. Knibbs
f
54)
Ik weet niet wat dat be-
teekeuen moet, zei Marien, zich
tet Stanley wendend.
Dat zal je vader je wel
vertellen. Ik dacht eigenlgk.dat
hij het je misschien al verteld had.
Taggert schudde het hootd.
Marion ging naar hem toe en
legde haar hand op zgn schouder.
Taggert wees naar de tent en
Marion volgde hem.
Later in den avond, toen Stan
ley bezig was zjjn dekens uit te
rollen, sprak Marion hem aan.
Meneer Stanley, zei ze een
voudig, ik zou je willen be
danken.
In een opwelling stak hg zgn
hand uit en zij nam die aan. Een
oogenblik keken haar oogen recht
in de zgne; dan wendde zij zich
af om haar tranen te verbergen.
Stanley begreep haar niet heele-
maal. Maar zg als vrouw had
hem diep in het hart gelezen. Zg
wi»t, dat hij in elk geval die
(tositja aan haar vader zou hebben
bedden te hebben. U mag ze op
stroo laten slapen. Maar u moet
zelf voor stroo zorgen.
Moet ikzelf voor stroo zor
gen Hoe kom ik daaraan
Ja mevrouw, dat weet ik
niet. Ik moet verder, dag me
vrouw.
Prosit, zei ik tot mezelf,
toen de deur dicht was. Als ver
dwaasd stond ik een oogenblik
te kijken Toen nam ik 't vaste
besluit, dit, ter wille van al onze
jongens, die voor ons hun ge
zinnen moesten verlaten, om ons
veiligheid te bezorgen, tot een
goed einde te brengen. En we
hebben het tot een goed einde
gebracht. In de bijkeuken ligt
een dikke laag stroo, met een
oud Deventer-karpet er over. Een
tuinkamer hebben we ook ont
ruimd. We hebben er zelfs een
boekenkast leeggehaald en er uit
gezeuld. Ook daar ligt stroo
met molton dekens er over.
Alle kussens en peluws zijn ge-
requireerd. 't Was zooeven een
groot lawaai met het slapen gaan.
Nu wordt 't stil, een enkele brom
stem nog. De slaap komt voor
de moede ledematen. Sommigen
waren te moe om hun maaltijd
op te halen. Maar onze brood
trommel was nog fijn vol. Nog
zijn de broodkaarten er niet.
Nu is 't heelemaal stil gewor
den op het stroo. Vijf liggen er
prinselijk in de bedden bij onze
welwillende buren„mevrouw
heeft ook een zoon onder dienst".
Slaap wel jongens. Wat zal
de morgen jullie brengen
Boven slapen mijn eigen drie
jongens. Over enkele jaren zijn
ze ook zoover. Zal er dan ook
een andere moeder voor hen
willen zorgen, als ik 't niet kan
doen
Moeders, zullen we ons hart
niet wijd openzetten voor de
zoons van andere moeders Ook
al komt een inkwartiering nog
zoo ongelegen
aangeboden. Maar tevens wist ze
ook, dat bg het gedaan had om
haar de gelegenheid te verschaf
ten andere vrouwen te ontmoeten,
allerlei dingen te leeren, waarvan
ze nu maar een vaag beset bad
en meer gelgk te worden aan de
overige bekenden van Stanley.
Dat was de verwezenlijking van
hare draomen.
En Groote Jean, die bg het vuur
zat te roeken, knikte eens voor
zich heen. Hjj had geen verderen
uitleg noodig. Er was immers
ook een Rose Marie in Bon
Coeur.
President Stanley stapte uit zjju
eigen salonwagen, keek eens de
schamele omgeving van het station
>Sljjpsteen" rond, gaf den kruier
een kort bevel en liep met veer
krachtige passen het lange perron
af. De chef, een jonge, typisch
beleefde Canadees, kwam hem
begroeten en verzocht hem het
station te willen bekjjken. De
president bood den jongen man
glimlachend een sigaar aan en
begon hem te ondervragen. En
langzaam aan begon die jonge
man te begrijpen, waarom Stanley
senior president was van een
Amerikaanachen spoorweg en de
qnaihthebbcr, die de teugels in
Een vaderlandsch oogenblik
dat is de aankomst van Prinses
Juliana en Prins Bernhard met
hun twee kinderen in Den Haag
geweest. Een oogenblik, dat als
symbool kan gelden over den
geest, die ons volk bezielt, terwijl
rondom het oorlogsgeweld is los
gebroken en onze weermacht ge
reed staat de onzijdigheid en
zelfstandigheid van ons land te
verdedigen.
Het was in Den Haag een
prachtige ochtend en het bericht,
dat het prinselijke gezin omstreeks
twaalf uur in de stad en op het
Paleis Noordeinde zou aankomen,
had honderden langs den in de
bladen aangekondigden weg doen
samenstroomen, het meest aan het
Voorhout, in de Heulstraat en
voor het paleis. Om half twaalf
hadden dezen de gelegenheid
prins Bernhard toe te juichen,
toen hij zich in grijze uniform
met de nestels naar het paleis
begaf, om zooals zou blijken niet
lang te blijven, want reeds tien
minuten later reed hij weer weg,
blijkbaar de Prinses en de Prin
sesjes tegemoet.
De Koningin was op dat oogen
blik nog niet bij het troepen
défilé op den Loosduinscheweg.
Het was een extra verrassing
voor het publiek toen omstreeks
kwart over twaalven opeens haar
auto, komende van den kant der
Zeestraat, zichtbaar werd. Men
ontving H.M. met een daverend
gejuich. Maar dit was nog niets
bij de geestdrift van een oogenblik
later, toen de hofauto met het
prinselijke gezin uit de Heulstraat
komend het Noordeinde inzwenkte
De open wagen reed zeer lang
zaam en men kon zeer duidelijk
de Prinses in een paars kleed en
met een vilte toque op onder
scheiden, zooals zij blijkbaar
opgetogen met de hand zwaaiend
de vriendelijke menschen be
dankte, die haar juichend be
groetten. Naast haar op de achter
bank zat freule Feith, de verzorg-
handen hield van de Hudson-
Baai-Maatschappg. Bet scheen,
dat de president tèt een béétje
meer wist van de omstandigheden
in »Sl(jpsteen«, dan de chel zelt.
En daD is bier nog een Schot
aangesteld, niet waar... een zekere
Taggert
Jawel, meneer. Die is op
het magazgn.
Dat is vjjf en dertig mgl
zuidelijker. Dan vergis ik me.
Dat magazgn ligt aan de zijlijn
van Skyline, niet waar
Jawel, meneer.
Bert heeft zooveel over Slijp
steen verteld, dat ik er van in de
war geraakt ben. Zeg, hond de
lijn vrrj voor mgn wagon. Ik wil
terngrijden.
Jawel mijnbeer. Maar de
loeaaltrein....
Zet die bjj Mills maar ep
het zijspoor. Ik zie je nog wel
eeDs 1
De ebef keek haastig zijn tijd
tafels over.
Drommels, mompelde hij bij
zichzelf, Die weet de dienst
regeling ook goed I Hij kan net
in Mills de lijn vrij hebben, als we
bet lokaaltje op deodspoor zetten.
Hoe zon hij dat see allemaal kun
nen onthouden
De president was niet al te
ster van Prinses Beatrix op den
arm.
De kleine Beatrix was in het
wit met een soort van een capetje
en een capuction over het hoofd
en zag eruit als een echt gezond
kind met een frissche kleur. Er
viel niet aan te twijfelen of zij
vond het geval prachtig. Ten
minste zij zwaaide met haar
rechterhandje en keek allerge
noeglijkst rond, wat natuurlijk
voor het publiek een aansporing
temeer was om te juichen.
Naast zuster Feith zat Prins
Bernhard.
Langzaam reed de auto bij het
paleis voor en meteen was de
Prins er ook reeds uit. De Ko
ningin was op de stoep versche
nen. Uit een auto werd een
mandewiegje getild, waarin Prin
ses Irene zal hebben gelegen, nog
te klein om aan zulke dingen als
er gebeurden veel te hebben en
die dan ook aanstonds naar bin
nen werd gebracht. Vervolgtns
werd prinses Beatrix uit de auto
getild. Zij viel meteen haar
grootmoeder om den hals, die
straalde van vreugde, een vol
doening, die elk weldenkend
mensch onze Koningin in haar
moeilijke en zorgelijke dagen zoo
van harte zal gegund hebben. Zij
kuste haar kleindochtertje en gaf
het toen over aan Prins Bernhard,
die zijn dochtertje aan de hand
nam, om haar naar binnen te
brengen, maar met de Koningin
en de prinses nog even bleef toe
ven zoodat men alle gelegenheid
had de aardige kwieke pop, al
maar zwaaiend met haar handje,
te bekijken.
De geestdrift van de toeschou
wers over dit familietafereel kende
al geen grenzen meer. Maar er
wachtte nog iets anders. Even
verdween de Koninklijke familie
in de vestibule van het paleis,
toen kwam zij opeens weer naar
buiten, de Koningin rechts, Prin
ses Juliana, in het midden prins
Bernhard met Beatrix. Wat ging
er gebeuren
De Prins tilde zijn dochtertje
op en nam het Prinsesje op de
armen.
zeer in zijn schik over het feit, dat
gij zooveel kostbaren tijd ver
knoeid bad. Ea zijn manier van
doen was dan ook nogal brnusk,
teen hg het station van Skyline
binnentrad.
Telegrafeer aan Taggert, dat
hij dadelgk hier moet komen I
beval hij. Met de reserve
locomotief.
De chef van Skyline vroeg zieh
ook al verwonderd at boe de
president wist, dat er een reserve-
locomotief bij het magazijn stond.
Gewoonlgk stond die bij de mij
nen op een zgspoor. Maar de
onde heer Stanley had bemerkt,
dat de machine niet op dat zg
spoor stond en daaruit afgeleid,
dat ze bij het magazijn moest we
zen. Waaruit bh]kt, dat een
president iets anders is dan een
chef.
Ik ben James Taggert, zei
de Schot, zoodra hij van de loco
motief af was.
Aangenaam. Ik ben Hugh
Stanley.
Ik ken uw zoon, zei Taggert.
President Stanley schraapte zijn
keel eens.
Je woont dieht bij het ma
gazijn, niet waar
Ja. Dat komt me met het
werk het gemakkelijkste wit,
Toen begaven zich grootmoeder
en dochter, schoonzoon en klein
dochter op weg voor een korte
wandeling langs de menschen, die
terzijde van het paleis en onder
den kastanjeboom geschaard wa
ren. Het was een oogenblik van
groote Nederlandsche v^rteedering
nu de Koninklijke familie zich
aldus spontaan onder het voik
begaf. En op veler gelaat zag
men de ontroering, menigeen kon
zijn tranen niet weerhouden, men
juichte hen toe met verstikte stem.
Bij den tuin van de Neder
landsche Bank stond de Koningin
even stil. Het was alsof zij wilde
gaan spreken en meteen was het
stil. Met luide stem riep Zij
slechts enkele woorden uit„Leve
het Vaderland, hoezee, hoezee,
hoezeewaarbij Zijzelve met
den arm het sein gaf voor een
instemming, zoo krachug als men
wel haast nimmer heeft gehoord.
Iemand uit het publiek liet een
„Leve de Koningin" hooren en
ook dit werd met geestdrift her
haald.
De Koninklijke familie trok zich
nu terug in het paleis, maar het
publiek was niet meer te houden
en drong tot aan het voorplein
op, om de Koningin en haar kin
deren nogmaals een ovatie te
brengen, zoo kostelijk en weispie-
kend, dat zij evenals het geheele
tafereel voor het paleis tot de
onvergetelijke blijde herinneringen
uit deze donkere dagen zal blij
ven behooren. Saamgepakt voor
het paleis zong men het Wilhel
mus, Wien Neerlandsch Bloeden
nog tal van andere liederen,
blijkbaar in de hoop, dat de
Koninklijke familie nog op het
balkon zou komen. Alleen de
Koningin echter kwam nog even
terug om van het bordes de
juichenden toe te wuiven. De
menschen bleven juichen en zin
gen, tot het wel duidelijk werd,
dat ook dit schoone oogenblik,
dit echte vaderlandsche oogenblik,
dat ieder Nederlander nu juist
had moeten kunnen aanschouwen,
weer tot het verleden beJioorde
en men niemand meer te zien zou
krijgen.
Ik zou graag eens rustig
met je pratenlaten we zeggen
vanavond. Breng je boeken en
bescheiden mee. We kannen in
den wagon wel eten.
Best. Kom dan samen.
Het is niet om een aanmer-
king te maken, mijnheer Stanley,
maar deze machine moet vanavond
we«r bij de mijnen terugzijn.
President Stanley glimlachte.
Dat is ook zoo. Wel, regel
het dan zoo, dat je vannacht in
mijn wagon biijtt logeeren. Mor
genochtend zal ik je dan wel
thuis laten brengen.
Taggert stemde daarin toe en
ging naar de locomotief terug.
Dat gaat om het meisje,
mompelde hij. Ik heb hem
al rood zien kijken zoodra ik vau
de machine afkwam. Hij is er
misschien wel benieuwd naar hoe
m<jn dochter zieh gedragen kan.
Nou, da Taggerts heboen zich
nergens over te schamen,
(Slot volgt).
AXELSCHES COURANT.
Mijn dochter zon u meer
over de boeken kunnen vertellen
dan ik, zei Taggert. Za helpt me
daar altijd bij.